DE TIC VAN NICK
Nick was een knaap met een hippe sik maar ook een vervelende ticEen alleronhandigste tic had Nick, en hij zat ermee echt in een strikHoorde Nick het getik van een klok, sprak hij na elke tik ‘tak’Helaas was zijn vader fervent klokkenmaker, een echte krak in zijn vak.
Dat klinkt al getikt, maar het was dikke kak, dat zijn pa met het grootste gemakHet hele kot, tot de in nok van het dak, vol van die tiktakkers stakEn al was zijn vader, Patrik, in zijn schik met die klokken en al dat getik,Toch dacht de takkende Nick almaar door: ik moet kappen met dat gatgelik
'Van al dat getik krijg ik een attack!', maakte Nick dan ook van zijn takMaar het hielp geen zak, want als hij sprak, kreeg hij een tik op zijn klakNick gaf Patrik lik op stuk: 'Ik heb lak aan al dat getik!'Maar Patrik zette Nik een hak: 'Al uw getak dat geeft mij de hik!'
Patrik ontbrak tact maar zat strak in het pak en ondanks de cognac en zijn traczat zijn hoofd nooit in de prak, al leek hij wel een ongelikte klabakPatrik was niet zwak, hij trok aan zijn frak, en sprak met een wakkere blik'Gij flikt mij die tic, het geeft u een kick, maar denkt gij dat ik dat dan pik?'
De tikker van Nick zakte onder het wak en toen kreeg hij vlakaf de schrikHij nam een Tic Tac, keek naar Annik en vroeg zich toen af: waarom ik?'Kijk naar Annick, met haar bitter tonic, en haar haren geschikt en in lakZe verzwikt ons parket met haar hoge gehak, wat veel erger is dan mijn getak!'
Patrik slikte bier uit een blik met een slok, dat kibbelen maakte hem makHij wilde alleen het tikken van klokken, het tikken en niet dat getakJe kan erin stikken, dacht nukkige Nik, want hoe ik ook weeg of wik,Mijn vader heeft geen respect voor mijn tic, dus ik steek zijn getik in de fik!