Zoeken

Mes op de keel

De deurbel klonk...'Wat raar, dacht ik. Als er mensen bij me bellen, gebruiken die de parlofoon beneden in de hal van het appartementsblok om te bellen.'Behoedzaam wendde ik me naar de deur.'Ja, wie is het?' Vroeg ik alvorens open te doen.Een onbekende, doch, niet bedreigend overkomende stem antwoordde: 'Zou je even willen opendoen? We zitten met een probleem in het appartementsblok, de lift werkt niet naar behoren en we moeten iedereen even afgaan om wat vragen te stellen.''Wie ben jij?' 'Ik ben opgeroepen door de hoofdverantwoordelijke van het gebouw om dit probleem uit te zoeken...' Zonder enige achterdocht wilde ik de deur al opendoen, maar een bepaald, onbeschrijflijk gevoel kwam de kop opsteken.Ik had ernaar moeten luisteren, want dat vertelde me om niet open te doen, omdat er iets niet klopte.Maar hoe kon ik nu weten wat dat wilde zeggen?Achteraf bekeken, vertelde dat gevoel me gewoon dat het niet normaal is dat er 's avonds om acht uur een vreemde aan je deur staat om een probleem over de lift te bespreken.Nadat ik even door het gaatje in mijn voordeur had gekeken, deed ik open.Immers? Wat kon hij doen? Een magere, kleine kerel van ongeveer vijfentwintig jaar? Net op het moment dat de deur open ging, stond ik al met mijn rug tegen de muur in de inkomhal geplakt, tegengehouden door één hand van hem op mijn borstkas, en met het andere een mes op de keel geplaatst.Hoe kon ik zoiets laten gebeuren? Immers, ik had hem toch kunnen aanvallen toen hij dat mes boven haalde? Dat mes, was geen knip-of vlindermes, maar een middelgrote, gouden dolk.Ik herinner me nog dat het snijvlak van de dolk zelf, in het midden een scheidingslijn had die de gouden kleur telkens in twee verschillende tinten goud, deed schitteren.De dolk had verder geen enkele gekartelde randen, en leek hierdoor wel wat de vorm van een Samoerai-zwaard te bevatten.Die dolk was voor mij niet middelgroot, die was heel groot!Wel, in ieder geval groot genoeg om na één steek of snijwonde, nooit meer het daglicht te mogen aanschouwen. Zo'n middelgrote dolk in een flits van een seconde zien, is genoeg om je helemaal te verlammen, het is zo intimiderend dat elk greintje weerstand dat je zou willen bieden, gewoon wordt omgezet in totale verlamming.Je lichaam of geest heeft begrepen dat hiertegen weerstand bieden, je dood kan betekenen, en dat wil geen één van beide.Als de vechtreactie lamgelegd wordt, en de vluchtreactie kan niet toegepast worden, wat doe je dan? Waarschijnlijk net hetzelfde als ik, niets. Aan dit alles kon ik op het moment zelf niet denken, het enige dat ik nog weet, was dat ik de deurklink als een 'knop' indrukte, en dat het indrukken van deze knop een kettingreactie veroorzaakte die als eindresultaat had dat ik plots in mijn eigen inkomhal, opgesloten zat.Ik sloot mijn ogen, het kon me immers niet schelen wat er zou gebeuren, alleen maar dat het vlug voorbij zou zijn.In feite, door mijn ogen te sluiten, smeekte ik op onbewust niveau om er een einde aan te maken. Dat, was voor mijn geest en lichaam, de enige uitweg.Beide instincten hadden dus toch een besluit genomen, namelijk dat ik me moest overgeven aan de situatie, want in deze onverklaarbare toestand verkeren, werd erger aanzien als de dood die erop zou volgen zelf. Zou het een vorm van shock geweest zijn? Uiteraard, maar wat voor één? Dat zou ik nog steeds graag willen weten, en ik heb het antwoordt tien jaar later nog steeds niet gevonden.Google weet het niet, en één of andere chirurg ook niet, omdat ik het hem niet kan uitleggen. 'Jij gaat nu al je cash geld geven dat je in huis hebt.'In plaats van 'oké' of zo te zeggen, knipperde ik één keer met mijn ogen.Hij duwde me met zijn hand die me tegen de muur gedrukt hield in een stoot de woonkamer in.Als een schaduw van mezelf, wandelde ik vervolgens zeer bereidwillig naar een klein, zwart kluisje waar zo'n tweeduizend euro in verborgen zat.Ik wist nog dat ik deze handelingen uitvoerde, maar aan niets meer kon denken.Hij nam het geld aan, vertelde dat hij me ging alleen laten maar dat ik voor hem, zodat hij me in de gaten kon houden, naar de deur moest stappen. Ook dit deed ik bereidwillig.Eens de deur was dichtgetrokken, besloot ik even te gaan zitten.Dat leek me toen de beste oplossing.Politie bellen? Wie, waar, wat, hoe?Ik probeerde na te denken over wat ik net had meegemaakt, en wat er allemaal gebeurd was, maar dat ging niet. Het lukte niet om het te plaatsen, en dit voor een totale periode van vijf uur. Pas dan... Begon de shocktoestand af te nemen en begon ik het plaatje te zien.In eerste instantie voelde ik vooral boosheid. Niet naar dat persoon, maar naar mezelf.Best wel vervelend als je over iets wil nadenken, terwijl er ook nog iets in jezelf zegt dat je een ongelooflijk, domme, oetlul bent, en dit uren aan een stuk blijft herhalen.Maar was de shocktoestand na die vijf uur dan wel verdwenen, als dat dwangmatige gedacht maar door je hoofd blijft rondspoken? Hier heb ik gelukkig wel het antwoord op gevonden, oef, dan heb ik er toch iets uit geleerd.Ja, de shocktoestand was weg.Mijn hersenen vertelden me urenlang dat ik een oetlul was, omdat ik in eerste instantie, de voordeur had geopend.

Steve VDV
0 1

Subtiele verleiding

Troostelozer kon de locatie niet zijn, die gedachte schoot door haar hoofd nu zij zich bevond in een omgeving van beton. Het intussen lang en breed weggesijpelde regenwater had donkere vochtplekken achtergelaten in de grijze platen. Druppels tikten vanaf de lekke goot op de metalen platen. Een autoalarm ging af in de verte.  Dat beeld en het geluid versterkte haar ontheemd gevoel. Wat moest zij hier? Zij leek wel gek. Op dit onchristelijke uur, op deze zielloze locatie.   In haar dagdroom had alles heel anders uitgezien. Zij zou een rok dragen, een zomermodel, van lichte, witte stof. Haar huid zou er subtiel doorheen schijnen, de welving van haar billen zou als gebeeldhouwd staan in de contouren van het textiel. Aanvankelijk zou ze verlegen zijn geweest. Van pure zenuwen had ze voorafgaand aan haar ontmoeting wellicht moeten huilen. Haar ogen zouden nog licht rood omrand zijn op het moment dat ze elkaar voor het eerst zagen. Daarop zou hij haar willen troosten, haar blonde haren strelen.   Nu stond ze hier in de kou. De regen viel. Het witte zomerjurk had plaatsgemaakt voor de zwarte trenchcoat. Helena Rubinstein Nr. 101 en opgestoken haar, had hij gisteren rond 16.00 uur nog doorgezonden. Het had haar veel moeite gekost, om die lipstift nog gauw na het werk te bezorgen. Maar zij wist dat zij zijn hoge eisten moest vervullen, neen sterker nog, zijn hoge eisen wou vervullen. Riemchenpumps und schwarzes Strickkleid had hij een uur later gezonden……..Erotisch bevreemdend was het gevoel, als hij haar instrueerde in het Duits. Zij kon haar eigen beeld in zijn hoofd zien. Was het geoorloofd hem toch wat dichterbij te halen? Nog een heel klein stukje misschien? Waar lag de grens, waar stond de muur en waar wilde zij de opening?   Haar droom, deze locatie, het contrast kon niet groter zijn. Woede maakte zich van haar meester, om de discrepantie tussen werkelijkheid en droom, tussen fictie en realiteit. Een ding stond voor haar vast, hij zou haar vandaag nemen, keihard, genadeloos nemen.   In de verte hoorde zij natte autobanden op het beton. Haar hart ging in versnelling. Haast ademloos zag ze een auto dichtbij komen. Haar rode nagels omklemden haar mobieltje in de zak van haar jas. Honderden keren had ze in 10 minuten tijd op de scherm gestaard. “Ik kan het niet, ik zal er niet zijn, helaas” ………..dit bericht had ze verwacht. Misschien had ze zelfs op dit bericht gehoopt. Tegen haar diepste gevoelens in. Verlossende woorden die alles terug goed zouden maken.   Woorden; ………………….hij die de keuze nam. Iemand anders die de situatie de juist wending zou geven. Toch de klok tikt door en gemaakte keuzes kan men niet meer terugdraaien.   Haar hakken klikklakten over de steenen vloer, zijn hand om haar taille. Zij rook Cashmere van Chopard, hoorde het kraken van zijn zwarte, lederen jas. De stoelen in het donkerste hoekje van de hotelbar werden bezet.   Zoals zij daar zat, bloedmooi. Een dodelijke combinatie: achteloos, maar blakend van zelfvertrouwen. Hij keek haar aan, in de achtergrond speelde rustige muziek. Lucy Rose. Of dit past in het plaatje? Ja, natuurlijk. "And I loved the way you looked at me - And I miss the way you made me feel - When we were alone - When we were alone". En neen, want er viel weinig te missen. Ze zaten alleen, ze waren alleen, en er was weinig reden om het heden voor het verleden in te wisselen.   Bestaat er een ideaal voorspel? Wat houdt dat in? Het zijn retorische vragen. Het antwoord is enkel: hier, nu, overal en altijd. Zijn slanke handen om het zwarte koffiekopje. Hoe vreemd was het. Hoe vertrouwd.   Subtiele verleiding, hij was er goed in..........

Sonja Blondé
0 0

De wereld door de ogen van een missomaan

Vanwege Bert Panda, Ik ben zelf missomaan geweest, Iemand die een biezondere bewondering heeft voor missen , een verslaving voor missen, fotomodellen en missverkiezigen; Missen en fotomodellen zijn beroemde mensen boven de gewone mensen, superieur, enz;  Tevens was (is) deze periode het zeker ook een fantastische beleving niet alleen van meisjes maar ook van decors, choreografieën, en dictie-voordrachten, alles tesamen een zeer sfeervolle beleving. Deze beleving deed me echt de ogen openen, steeds verslavingwekkend , een missverkiezing kan, kon, nooit lang genoeg duren voor een missomaan;  Juist zoals een zéér groot vuur nooit lang genoeg kan branden voor een pyromaan.    De wereld door de ogen van een missomaan, moet inderdaad als boek nog verder geschreven worden; Toch heb ik reeds een echt script neergeschreven en ook afgegeven aan uitgeverijen, die natuurlijk een volledig script willen. Het omvat een boek waarin ik mijn minderwaardigheid voor vooral wiskunde-intelligentie-deficiëntie en andere minderwaardigheden catapulteer in de adoratie voor missen. Mogelijk heeft dit iets te maken met mijn minderwaardigheidscomplex in het falen voor wiskunde integralen terwijl vader hoogleraar wiskunde is;  Maar door sterke persoonlijke problemen, is het boek-schrijven gestaakt; nog. Het boek bevat zeker mijn adoratie voor die meerderwaardige meisjes die zoals ik ze beleef onschendbaar zijn, altijd perfect zijn en niet ziek kunnen worden, over een miss waar ook niets slecht over te vertellen valt door mij,  GODDELIJK. Mijn sexuele gevoelens stijgen naarmate de beroemdheid van een miss, de beroemdheid van een fotomodel of een wereldberoemde vrouw. Dit wordt zeker uitvoerig beschreven. Ook de bewondering voor missmakers vb Ignace Crombé waarvan ik eigenlijk schrik heb van adoratie, bewondering.  Ik heb het echte script hier niet bij me ;  Maar deze tekst kan nog bewerkt of toegevoegd worden met allerlei scriptie-gegevens.  Verdere contactgegevens  Bert Panda-Procter   Postbus 1.006  B 3000 Leuven-Philipssite  België    Tel België  0471/69.99.24  Tel Nederland buitenland exterior countries    0032/471/69.99.24  e-mail   bertpanda@hotmail.com      

bertpanda
328 0

Naar het witte licht.

Ik kraste met de scherf van mijn gebroken spiegeltje in mijn arm. Langzamerhand kwamen er steeds meer witte strepen op mijn bleke huid. Het prikte verschrikkelijk en er ontstonden allemaal kleine bultjes op mijn arm. Ondanks dat het prikte was het een fijn gevoel. Mijn hele lichaam tintelde er lichtjes door. 'Dit moet ik echt vaker gaan doen.' mompelde ik in mezelf. 'Stom dat ik het nog niet zo lang doe. Het is echt onbegrijpelijk dat sommige mensen- oké, de meeste mensen- het raar vinden.'Na een tijdje begonnen de meeste witte strepen al weg te trekken. De bultjes en het tintelende gevoel bleven. Ik had zo te zien net niet hard genoeg doorgedrukt. Er kwam namelijk geen bloed uit mijn arm. Best jammer eigenlijk, ik had graag gezien hoe het bloed langzaam over mijn arm zou stromen. Via mijn hand richting de grond. Waar het bloed druppel voor druppel uit elkaar zou spatten. Ook had ik net niet hard genoeg gedrukt voor een litteken. Zelfs niet voor een tijdelijk litteken. Die verdwenen meestal na een dag of twee. 'Wat ben jij sneu zeg!' zei een irritant stemmetje in mijn hoofd. 'Je eet veel te veel en bent niet sterk genoeg om er mee te kunnen stoppen. Ik dacht dat je nog wel sterk genoeg was om jezelf góed te kunnen snijden. Maar zo te zien had ik het mis. Ik had nooit in je moeten geloven. Je bent gewoon een sneue, slappe, domme nietsnut! Je kan niets! Helemaal niets!' het stemmetje bleef het maar herhalen. Keer op keer. 'Ik zal je bewijzen dat ik wel sterk genoeg ben, wie je ook mag zijn!' riep ik vastbesloten.Het stemmetje lachte schamper. 'Jij? Jij en sterk? Dat zijn absoluut tegenpolen van elkaar.' het stemmetje barstte in lachen uit. Ik begon boos te worden en pakte mijn grote spiegel van de wand en wou het tegen de muur gooien. 'Sukkel. In plaats van een spiegel tegen de muur gooien kan je ook gaan lijnen en jezelf snijden. Zie je wel dat je slap bent!' begon het stemmetje weer. Ik ging naar de wc en stopte mijn vinger in mijn keel. Mijn vinger zat al helemaal in mijn mond, maar toch moest ik nog niet overgeven. Na een paar keer lukte het eindelijk. Al snel lag mijn hele maaginhoud in de wc. Toch vond mijn lichaam het blijkbaar nog niet genoeg. Ik begon bloed op te hoesten. Het bleef maar doorgaan en er leek geen einde aan te komen. Eindelijk stopte mijn lichaam met bloed ophoesten. Uitgeput zakte ik op de grond neer. 'Dit was nog maar het begin, schatje.' zei het stemmetje gemeen. Pak je scherf van de spiegel en kras jezelf.'Ondanks dat ik het eigenlijk niet wou, deed ik het toch. Die stem had iets hypnotiserends waardoor ik gehoorzaamde. Ik zette de punt van de scherf diep in mijn huid terwijl ik opstond. Het bloed begon direct een druppel te vormen die rustig naar beneden gleed. Niet lang daarna volgde de volgende druppel. Ik trok de scherf naar beneden. Er ontstond steeds meer bloed. Net zoals er steeds meer bebloede lijnen kwamen om mijn arm. Uiteindelijk stopte ik en keek naar mijn arm. Het leek wel alsof ik op dat moment uit een trance raakte. 'Shit, shit, shit! Wat heb ik toch gedaan?' wanhopig keek ik om me heen. Op zoek naar iets dat het bloed kon stelpen. Helaas kon ik niks vinden. Mijn hoofd begon licht aan te voelen. 'Nee, nee! Dit meen je niet!' schreeuwde ik uit. 'Je zei dat je ging sterven door mij. Niet dat ík ging sterven door jóu!' ik keek mijn moeder ongelovig aan. Opeens stond ze daar. Zomaar, ze kwam vanuit het niets. 'Oh oeps, sorry hoor. Zo bedoelde ik het niet.' ze keek me onschuldig aan. Maar haar ogen stonden vals en verraadden haar. 'Ach, mijn lieve kindje toch. Je weet toch dat ik met heel mijn hart van je hou?' 'Ja ja, het zal wel. Misschien zou het waar zijn, als je een hart had.' zuchtte ik. 'Waarom ben je hier eigenlijk?' vroeg ik haar ongeïnteresseerd. Ze lachte vals. 'Denk je nou serieus dat ik je dood wou missen? Trouwens, ik wou je nog iets zeggen.' zei ze terwijl ze verveeld naar haar nagels keek. Ik keek haar nieuwsgierig aan. 'Wat dan?' vroeg ik, proberend mijn nieuwsgierigheid te verbergen. Ik keek even naar de grond zodat ze mijn nieuwsgierige ogen niet zou zien. Wat ik daar zag kon ik haast niet geloven. Om me heen lag een grote plas bloed. Niet te geloven dat er zoveel bloed in mijn lichaam heeft gezeten. Ik voelde me steeds lichter worden in mijn hoofd en viel op de grond. Ze liet een vals lachje horen terwijl ik mijn ogen al sloot. Klaar om mijn laatste adem uit te blazen. 'Ik ben je moeder niet. Ooit gehoord van de duivel? Die kan nog wel eens -per ongeluk- iemand vermoorden en het lichaam van diegene overnemen. ' zei ze toen. 'Je gaat zo naar je moeder toe. Oh, en wees niet getreurd. Je zus zal je snel achterna komen.' Ik probeerde direct mijn ogen te openen om te kijken of ze niet loog. Alleen lukte het me niet meer. Langzaam voelde ik al mijn levensenergie uit me stromen. Hier lag ik dan. In een plas bloed van mezelf. 'Bitch.' riep ik naar haar. Tegelijk blies ik mijn laatste adem uit.

Ally
0 0
Tip

Florentina proloog

De maagdelijk witte lakens moesten strak gestreken worden. Geen enkele vouw of kreuk mocht het gladde oppervlak verstoren. Het was een opgave waar ze uren zoet mee was. In de zomermaanden als de lakens buiten droogden was het belangrijk om ze op het juiste moment binnen te halen. In de wintermaanden moest ze de zware wasmand twee trappen hoog dragen helemaal tot op zolder. Daarboven was een grote ruimte waar hij een lange waslijn gespannen had, enkel voor de lakens. Op zolder stond ook de rode zetel bekleed met stof van zacht fluweel en geborduurde bloemen. Als de kinderen kwamen logeren verhuisde de zetel naar beneden naar de kleinste kamer waar ook de twijfelaar tegen de muur stond. Voor verder meubilair was er daar geen plaats. De kamer werd enkel gebruikt om te slapen. Dat hoorde zo. De kinderen brachten leven in huis. Hun felle stemmetjes, hun gegiechel en het geluid van hun snelle voetstappen wanneer ze achter elkaar door de kamers renden verdreef de eenzaamheid en de stilte. Op die dagen kon ze genieten van de drukte in het anders zo lege huis. Hij bleef ook vaker thuis als de kinderen er waren. Het late werken in de avonduren verloor blijkbaar zijn glans in vergelijking met de huiselijke gezelligheid. Misschien had alles anders kunnen zijn als ze zelf kinderen gehad zouden hebben. Spijtig genoeg waren die er nooit gekomen. De enige kinderen die zij ooit zou kunnen verwennen waren die van haar broer en zus. Zij was de suikertante en daar zou het bij blijven. Ze verwende hen zo vaak ze er de kans toe kreeg. Ze troostte hen als ze bang werden van de creperende slakken op het tuinpad. De onhebbelijke gewoonte van haar schoonvader om de bruine naaktslakken met een lucifer te doorboren zogezegd om andere slakken af te schrikken, had enkel effect op de kinderen. De slakken bleven komen elk jaar opnieuw, de kinderen niet. De kinderen werden groter en gingen hun eigen weg. Dat is wat ze zichzelf voorhield in de koude uren wanneer ze nadacht over wat er was gebeurd. Ze had ze zelf verboden om te komen. De meisjes toch, toen ze te groot werden.

Annick G
14 0