Zoeken

Verstoppertje

Je kruipt in de vuilzak aan de voordeur want je bent een beetje wereldvreemd en beseft niet dat die vuilzakken klaar staan om opgehaald te worden. Je wordt niet gevonden en krijgt het nogal verstikkend warm in die dichtgeknoopte stinkende plastic zak maar voor je jezelf kan bevrijden grijpt een sterke arm de zak waarin jij je in bevindt en gooit die achteraan in de vuilniskar waar je lekker claustrofobisch en stinkend aan je einde komt tussen al het andere afval.  Je verstopt je in de wasmachine samen met de vuile sokken van je broer en die ene stinkende pyjama die je net iets te lang gedragen hebt. Stank lijkt wel je ding te zijn. Je moeder houdt hier echter iets minder van en steekt de wasmachine in gang. Wat een vrolijke dood moet het zijn om rondjes te draaien en te verdrinken in welriekend vocht en natte broekspijpen die rond je nek gedraaid zitten terwijl je je afvraagt of je stikt door verdrinking of een geknelde luchtpijp. Het antwoord zal je niet meer vinden maar je ruikt nu wel naar wasverzachter met lavendelgeur, men wordt daar rustig van naar het schijnt. Je moeder alleszins niet.  Je positioneert je onder het bed van je ouders. Je zit er al uren want niemand zoekt je maar koppig hou je vol en geduld wordt beloond want je hoort de traptreden kraken. Roerloos blijf je liggen terwijl je vader het bed in duikt met een wereldkampioen sumoworstelen. Je moeder is altijd te druk bezig met het huishouden om je vaders excentrieke fetish op te merken, dus doen ze allebei hun ding, de één met de wasmachine en de ander met een sumoworstelaar. Je bent in shock, je kan niet schreeuwen. Er is enkel het ritmisch kraken van het bed en dan niets meer.  Je verstopt je onder de keldertrap tussen de dozen met oude kerstballen en glitterslingers. Maar je moeder heeft daar gisteren een grote huisspin gezien en dus besluit ze om ongedierteverdelger te spuiten tot de kelder geen zuurstof meer te bieden heeft. Jij bent te gefascineerd door die ene limited edition kerstbal met speciaal rendiermotiefje om te beseffen wat er gaande is, dus adem je de dampen in en sterf je samen met de spinnen. Je was tenminste niet alleen. Je klimt de zolder op en besluit daar op de zoekende te wachten. Wat je niet weet is dat degene die jou ging zoeken net haar nek gebroken heeft door een val van de zoldertrap waardoor jij daar nog een tijdje nietsvermoedend zal mogen blijven zitten. Volhardend als een hongerige mug blijf je zitten tot je doodvalt door dehydratatie. Beiden liggen jullie te rotten, elk aan een kant van de zoldertrap. Jullie lichaamsvocht dringt in de Quick-Step-vloer die jaren geleden geplaatst werd.  Je klautert in de kofferbak van je vaders zwarte Range Rover. Het is midden augustus en lekker heet, voor je vader echter niet heet genoeg want hij brengt een bezoekje aan zijn stevige minnaar. Jij blijft achter in de kofferbak om te liggen koken in de hitte van de middagzon. Wanneer je vader een uur of vier later voldaan terugkeert treft hij een bien cuit gebakken stukje erfgenaam aan in zijn kofferbak en vraagt hij zich af of je meer naar varken of naar rund zou smaken.  Je verstopt je in de garage. Je ouders zijn zonder jou vertrokken op pelgrimstocht naar Lourdes want ze geloven in jouw puurheid en dus moest jij niet mee. Puur kan je zijn maar je bent ook een warhoofd en was dit helemaal vergeten toen je besloot je te verstoppen onder het asbestplafond van de garage. Een halve dag later begint het te stormen en de oude beukenboom van je gepensioneerde buren dondert neer op het plafond van de garage. Dit overleef je maar het inademen van asbestvezels wordt je helaas nog fataal.    Je verbergt je achter de rododendron in de rechterachterhoek van je tuin. Je moeder krijgt een woedeaanval omdat ze je vader betrapt heeft met een strap-on dildo en sumoworstelaar in haar bed, dus neemt ze een kettingzaag en begint je vaders tuin in stukken te zagen. Ze doet dit aan een verbazingwekkend hoog tempo, en dus heb je de tijd niet gekregen om je uit de voeten te maken en eindig je op een composthoop tussen alle verhaspelde rododendronstruiken en een grote lap buikvet van de sumoworstelaar.  Je verstopt je in de oven want dit leek je op een of andere manier een goed idee. Je vader zoekt sedert de scheiding van je moeder zijn toevlucht in knalrode Eristoff, maar heeft honger en dus besluit hij om een diepvriespizza bij z’n drankje te nemen. Hij propt de pizza bij jou in de oven en zet die op de hoogste stond, want als hij honger heeft dan moet het snel gaan. Jij krijgt een déjà vu over een ander heet scenario en wanneer je even krokant gebakken bent als de diepvriespizza, besluit je vader om zich te laten opnemen in de psychiatrie.  Je klimt via een ladder boven op het dak en kruipt in de schoorsteen. Je bent een beetje verdikt omdat je vader je enkel nog diepvriespizza’s voederde voor hij naar de psychiatrie ging. Vanzelfsprekend blijf je steken in de schoorsteen en wanneer je moeder de haard aansteekt met het hout van die omgevallen beukenboom van de buren, wordt het een beetje warm voor de helft van je lichaam. Wegvluchten lukt niet, dus begin je te schreeuwen, maar sinds de eerste woedeaanval van je moeder heeft ze een passie voor luidruchtige doom-metal ontwikkeld en dus hoort ze je niet. Terwijl zij staat te headbangen in de living bij de open haard op nummers over dood en verderf, hang jij te roosteren boven het vuur. Je schreeuwt even hard als de zanger van je moeders favoriete band. Als dat geen muzikale manier van sterven is, dan weet ik het ook niet meer.   Je kruipt in de kleerkast van je ouders. Een ietwat slechte timing om verstoppertje te spelen is dat, want de verhuisfirma komt de meubels ophalen vandaag. Ze nemen jou en de kast mee maar wanneer de vrachtwagen kantelt op de autosnelweg door hevige rukwinden en aangereden wordt door een andere vrachtwagen vliegen die allebei in brand. De houten kast waar jij je afwachtend in verstopt hebt vat vuur en wederom bevind je je in een verschrikkelijk hete doodskist. Terwijl je lichaam begint te verkolen, denk je aan waterijsjes en het blauwe ploeterbadje uit je kleutertijd. 

Delphinus
6 1

Unmask the singer

Ze waant zich boeiend, dus zwijgt ze geen minuut. Ze kraamt onzin uit zoals een regenwolk water blijft spugen. Zoals een mens met hevige buikgriep z’n stoelgang niet onder controle heeft.  Als ik kon doen wat ik niet laten kan, dan nam ik een scalpel en een grote hamer. Met mijn hamer zou ik één harde klap op de bovenkant van haar schedel geven. Dit zou voldoende moeten zijn om haar in slaap te krijgen. Misschien zelfs in coma, of erger. Zolang ze maar zou zwijgen. Ik zou ze op haar rug draaien met haar gezicht naar boven gericht. Zij zoekt een ontmaskering, wel, zij zal er een krijgen.  Ik zou beginnen bij haar haargrens, linksboven. Ik zou verder snijden van links naar rechts over haar gehele voorhoofd, tot over haar slapen. Dan zou ik over haar jukbeenderen en net voor haar oren snijden. Oren zijn te veel prutswerk door al dat kraakbeen, daar heb ik geen geduld voor. Ik zou verder gaan naar beneden en langs de onderkant van haar kin snijden.  Eenmaal ik haar gezichtsomtrek afgebakend heb, zou ik beginnen met het lospeuteren van haar gezicht. Als er enkele bloedvaten springen en scheuren, dan is dat maar zo. Stukje bij beetje zou ik het vel lostrekken, haar lippen zou ik slordig lossnijden en haar neus trek ik desnoods los met een kniptang. Haar oogleden zou ik gemakkelijk moeten loskrijgen, deze zijn tenslotte zacht. Enkel de botox in haar voorhoofd kan een uitdaging vormen, ik heb nog nooit iemand met een botox hoofd opengesneden.  Eenmaal ik die vod van een gezicht loskrijg, zou ik die in haar keelgat proppen om te verzekeren dat er nooit nog een geluid uit ontsnapt. Daarna zou ik een zwierig vreugdedansje doen terwijl zij stikt in haar eigen gezicht.  Als ik maar zou mogen doen wat ik niet laten kan… 

Delphinus
5 1

Schuurpapier

Er waren eens 6 hitsige vrouwen op een onbewoond eiland. Wanhopig maar tevergeefs droomden ze van mannelijk gezelschap. Dagen, maanden, seizoenen en jaren gingen voorbij maar helaas, er was geen man te bespeuren. Op een dag besliste vrouw 1 om haar verbeelding te gebruiken. Ze zocht een boom, maar niet zomaar een boom. Ze zocht een perfect verticale boom, liefst niet te grillig van schors. Vrouw 1 was echter een nogal kieskeurig mens en toen haar zoektocht haar steeds dieper en dieper de jungle in jaagde, verdween ze en men vond haar nooit meer terug. Vrouw 2 besloot om in de voetsporen van vrouw 1 te treden maar vrouw 2 was helaas niet zo snugger. Zij redeneerde dat als de perfecte verticale boom niet bestond ze misschien wel een perfecte horizontale boom kon vinden. Ook haar zoektocht leidde aanvankelijk tot niets, tot ze uiteindelijk arriveerde bij een grote kloof. Aan haar linkerzijde lag een boom horizontaal over de kloof gespreid en haar geluk kon niet op. Meteen besprong ze de boom maar helaas kon die haar gewicht niet dragen en beidden stortten ze de dieperik in, hun einde tegemoet. Vrouw 3 was niet zo groot van gestalte, dus zij zou met kleinere zaken ook tevreden zijn. Zij besloot om op zoek te gaan naar de perfecte tak. Ze speurde elk toegankelijk deel van de jungle af tot ze de perfecte tak vond. Deze tak bevond zich echter, zoals de meeste takken, bovenaan een boom. Geen hoogte te hoog voor onze kleine vrouw 3, dus begon ze te klimmen tot ze de top van de boom in kwestie bereikt had en haar tak kon pakken. Helaas vielen haar plannen in het water toen ze in één hap verorberd werd door een hongerige arend. Vrouw 4 had geen zin in bomen, zowel verticale als horizontale als bomen met veel takken prikkelden haar niet. Zij voelde zich meer aangetrokken tot fruit en huilde tranen van geluk toen ze een grote tros welgerijpte bananen spotte. Ze plukte de hele tros maar toen ze eindelijk terug op de begane grond stond, werd ze genadeloos kapotgeslagen door een groep hongerige chimpansees. Vrouw 5 observeerde haar eilandgenoten aandachtig en besloot om nieuwe gebieden op te zoeken. Ze bouwde een vlot en vertrok met goede moed richting de oceaan. Ze had echter geen ervaring met vloten bouwen en toen ze wegdreef zonder zeil en zonder roeispanen besefte ze dat ze heel misschien een kleine fout gemaakt had. Ze dreef weg en werd, net zoals vrouw 1, nooit meer teruggezien. Vrouw 6 was een gelukkige vrouw, altijd blij met de eenvoudige dingen in het leven. Toen haar honger naar mannen haar te veel werd, besloot zij om niet dezelfde fouten te maken als haar voorgangers. Ze nam genoegen met een ietwat kromme boom die een beetje aan de ruwe kant was. Toen schuurde ze erop los, tot haar huid losliet en ze meer bloedde dan schuurde. Voldaan plofte ze neer, maar helaas stierf ze anderhalve week later aan een geïnfecteerde wonde. En niemand leefde nog lang en gelukkig. Einde.

Delphinus
8 1

Rage Room

Voor mensen zoals jij heb ik een speciaal kamertje in mijn huis. Wees welgekomen. Ik sluit de deur achter ons, jij kan niet meer ontsnappen nu. Een rechthoekige zaal, in elke hoek staat een mens op een aangescherpte kapstok gespietst. Arme stakker, je had mij nooit de rug moeten toekeren.  Ik plaats jou centraal in de zaal en haal mijn arsenaal aan middeleeuwse moordwapens en marteltuigen boven.  In de rechterhoek achteraan staat een vrouw die niet wist wat voorrang betekent en liever frontale botsingen met de tegenrichting veroorzaakte dan haar fouten te accepteren. Ze wou haar gelijk halen via verkeersagressie maar eindigde op een stokje. Voor haar haal ik mijn favoriete turkoois geverfde kruisboog uit. Ik doop de pijlen in benzine en steek deze in brand vooraleer ik mijn kruisboog laad. Ik druk zachtjes het knopje in en lanceer nog een scherpe stok in haar lichaam. Pijl per pijl doorzeef ik haar lijk terwijl de geur van brandende trut mijn speciale kamertje vult. Er drupt een beetje oud bruin bloed op de grond en wat gesmolten lichaamsvet maar voorts blijft het voorlopig redelijk proper. Dat is goed want dan moet ik minder opkuisen straks! In de hoek links achteraan staat een agressieve pee die m’n vaders keel wou oversnijden om z’n bloemetjes mee te hydrateren. In plaats daarvan hydrateerde hij z’n door de hittegolf bruin geblakerde gazon met urine wanneer hij mij en mijn intimiderende blik op hem zag afstappen met een kukri. Zijn hoofd hangt nu wat te bengelen aan zijn gespietste lijf maar hij merkt er toch niets van en ik ben niet zo kieskeurig met mijn speelgoed. Ik haal mijn speciale collectie scalpels uit de renaissance boven en besluit om hem nog een paar keer te snijden. Ik kerf een bloemetjespatroon in zijn dikke rug hoewel ik die eerst heb moeten gladscheren want het leek oorspronkelijk alsof ik een bontjas hangen had. Ik haat bont want ik ben tegen dierenleed en het maken van een bontjas is puur sadisme.  In de rechterhoek vooraan staat een dokteres die haar diploma vast en zeker op de zwarte markt heeft gekocht. Ze heeft net iets te veel fouten gemaakt om nog het excuus van menselijkheid te kunnen inschakelen, dus besloot ik om haar de les te spellen en ze eindigde hier. In mijn prachtige rechthoekige woman cave. Ik haal mijn speer boven die ik uit het graf van een Schotse ridder gestolen heb. Wat volgt is een zwierige sperendans zoals die nog nooit eerder uitgevoerd werd. Lapjes huid vliegen in het rond, paniek slaat toe wanneer mijn speer even blijft steken in haar bekkenbodem maar ik weet deze gauw en behendig weer los te wrikken. Ondertussen ligt het hier al zo proper niet meer.  In de linkerhoek vooraan staat een jobstudente die niet wist hoe ze een broodje boulette moest prepareren terwijl de ingrediënten zich op een plakkaat boven haar hoofd bevonden. Als kers op de taart wist ze ook helemaal niet wat een boulette was en kon ze bruine en witte broodjes niet uit elkaar houden. Wat een spektakel. Ik besloot het broodmes uit haar handen te nemen en dit in haar voorhoofd te planten, zo hebben alle klanten aanwezig in de zaak ook eens een eenhoorn gezien. Nu staat ze hier, nog altijd met het broodmes in haar schedel. Ik moet even denken wat ik met haar van plan ben maar dan zie ik mijn goeie ouwe zwaard staan tegen de muur alsof het wacht tot ik het ten dans vraag. Ingelegd met goud en zilver en geslepen smaragden, saffieren en robijnen en alles wat glanst en glimt, ik vond het ergens in een steen achter een struik. Hoewel zwaarden over het algemeen een beetje cliché zijn kan een klassieker af en toe geen kwaad, dus besluit ik om er haar ledematen mee af te hakken. Op hun beurt hak ik deze ook nog eens in kleine stukjes. Bot is nogal taai om door te geraken maar het lukt me wel, ik zie het als fitness.  Tot slot ben jij aan de beurt. Je was daarnet nog vers, dus sta je daar nu in een knalrood plasje van je eigen bloed. Je hoofd hangt futloos naar beneden en het lijkt alsof je heel triestig naar je reflectie aan het staren bent. Ik zou ook triestig zijn met een hoofd als het jouwe. Voor jou neem ik mijn tijd, maar ik zal absoluut niet voorzichtig zijn. Ik kies een wapen uit mijn brutere collectie, namelijk mijn gepersonaliseerde morgenster. In plaats van de gemiddelde eenzame bal heeft de mijne er drie. Ik test even het gewicht van het wapen en voel aandachtig hoe het in de hand ligt. Daarna mep ik erop los! Een schijnbaar eindeloze reeks slagen laat ik los op jou, het bloed spettert in het rond. Zelfs mijn plafond blijft niet gespaard, ik mep al je botten en vlees tot brokkenpap. Heerlijk! Een stukje onderarm plakt aan mijn kaak, ik pauzeer even om het eraf te vegen. Daarna sla ik nog een beetje door. Wanneer ik de berg afgemat vlees voor me zie liggen, besef ik dat het nog niet genoeg is. Dus neem ik een vleeshamer uit mijn keuken en begin weer te slaan en te kloppen en te motten en te beuken op de kleurrijke hoop die daarnet nog een lichaam vormde. Het moet vloeiend zijn. Na enkele uren pure agressie word ik toch wel een beetje moe. Op een paar botsplinters na ben je helemaal zacht nu.  Ik besluit om mijn meditatief momentje af te ronden want ik moet de hele zooi nog opruimen ook. Ik heb te veel respect voor poetsvrouwen om hier iemand voor in te huren. Gelukkig heb ik vorige week via Bol.com  een nieuwe stomer besteld, het bloed zou dus wel snel uit mijn tegels moeten geraken. Het plafond ziet eruit als een Pollock, maar dat laat ik dan wel zo.  

Delphinus
8 1

Legeschedelsyndroom

Beste patiënt Na een grondige analyse van voorgaande onderzoeken kwam ik tot de conclusie dat u last hebt van het legeschedelsyndroom. Dat houdt in dat de wind dwars door uw schedel vliegt, het ene oor in en het andere oor weer uit. U zal een fris briesje voelen maar er verder niets achter zoeken. Het houdt in dat u filosofie studeert aan de hand van HLN-commentaren en de ochtendwijsheden van alcoholverslaafden aan de toog van het lokale volkscafé. Ook zorgt het syndroom ervoor dat u spreekt zonder te denken want denken lukt u niet, dus veel zinnige dingen hebt u niet te zeggen. Dit zorgt er dan weer voor dat uw sociale kring geen positieve groei ervaart want elke intellectueel verdoet zijn/ haar/ hun tijd niet met u, en elke mededommekloot vormt helaas geen waardevolle verrijking voor uw leven. De diagnose lag echter voor de hand: men ziet de dode blik in uw ogen en men weet al genoeg. Medicinaal valt er niet veel tot helemaal niets aan te doen, maar hier zijn enkele creatieve manieren om u uit de nood te helpen en vooral ook om de maatschappij van u te verlossen:  -          U kan met een aardappelmesje de slagaders in uw nek doorsnijden.  -          U kan gaan joggen op het treinspoor, gelieve vriendelijk te zwaaien naar de treinbestuurder zodat die zich na het voorval iets beter voelt. -          U kan op zondagnamiddag een tukje doen in een gesloten auto op de parking van de Delhaize wanneer het buiten 34 graden Celsius is.  -          U kan uw polsen in een stevige blender stoppen. -          U kan met een vork in het stopcontact zitten koteren terwijl je net uit de douche komt.  -          U kan uw hoofd in versgegoten beton doppen en blijven zitten tot het droog is.  -          U kan uzelf in prikkeldraad wikkelen en van een berg rollen, pas echter op bij het toepassen van deze techniek want die is niet altijd dodelijk.  -          U kan een paringsdans gaan uitoefenen met een zilverruggorilla in de zoo.  -          U kan uzelf met een gespreid rectum bovenop een spiets placeren en langzaam doodbloeden.  -          U kan met een voorwaartse saltotechniek van de trap springen en ervoor zorgen dat u op uw nek belandt. Dit kan mogelijks ook eindigen in enkel verlamming.  -          U kan accupunctuur uitoefenen op uw wekedelengebied met verroeste metalen brochettestokken. -          U kan een fles wasverzachter drinken, die uitkotsen en dan een fles bleekwater drinken. -          U kan uzelf ingraven in het aardappelveld van de lokale boer wanneer het tijd is om de grond om te ploegen.  -          U kan uw dagelijkse cornflakes verwisselen voor lekkende alkalinebatterijen.  -          U kan Dokter Bibber spelen op uzelf. Wordt dikwijls gedaan op spelletjesavonden met vrienden en familie erbij. -          U kan gaan bungeejumpen met een tuinslang vanop een kerktoren.  -          U kan solliciteren voor een job als assistent van een bejaarde stuntman met motorische problemen. -          U kan uw typische spaghetti bolognaise vervangen door sliertjes gebakken oude fietsband met olijfolie, brokken asfalt en knoflook. -          U kan uw organen aanbieden op de zwarte markt en uw adres erbij plaatsen. -          U kan uzelf ophangen met uw dikke darm. -          U kan uw pas gestorven nonkel na 3 weken opgraven en zijn vlees op de BBQ gooien als je honger hebt.  -          U kan aan rioolratten gaan likken. -          U kan een week onder de zonnebank gaan liggen en dan je huid scrubben met gemalen brokstukken uit Tchernobyl. -          U kan een oude bloedzak uit een container voor medisch afval halen en die leegslurpen met een rietje. Als u dit doet op halloween, hoeft u ook geen verwarde blikken te incasseren.  -          U kan uzelf laten vierendelen door 4 monstertrucks.  -          U kan uzelf villen met een scheermesje en daarna een bad nemen met extra veel, welriekend badzout.  -          U kan blijven eten tot u 300 kilo weegt en daarna in het kanaal springen.  -          U kan uw gehele voorraad korte drank opdrinken en daarna een brandende kaars proberen inhaleren.  -          U kan in bad kruipen samen met uw autobatterij.  -          U kan uw voeten afzagen en een marathon gaan lopen. Let wel op, deze techniek is ook niet altijd dodelijk.  -          U kan Tarzan spelen met een hoogspanningskabel.  -          U kan in een winkelkarretje een steile berg afrijden.  -          U kan uzelf bij het nekvel laten grijpen door de roedel hongerige chihuahua’s van uw pas gestorven nonkel. -          U kan uzelf opgeven als bloeddonor voor hobbyvampiers en liegen over hoe vaak je dit per dag doet, zodat ze u onbewust helemaal leegslurpen.  -          U kan gaan kamperen in een testgebied voor Noord-Koreaanse kernwapens. -          U kan een buffet van verschillende soorten schimmel en rotte zaken degusteren, zoals bijvoorbeeld oud en bedorven vlees. Ook rauw slachtafval is een goede keuze. Qua schimmels kan u kiezen voor beschimmeld fruit of beschimmelde boterhammen. Alles wat oud en bedorven is voldoet. Slik op voorhand enkele Motiliums zodat u zeker alles binnenhoudt.  -          U kan een blinde uw borsthaar laten verwijderen met een grasmaaier.   -          U kan uw ledematen in mootjes hakken en uzelf verkopen aan de lokale slager. -          U kan dagelijks 6 liter espresso drinken om slaap te vermijden tot u vanzelf doodvalt. -          U kan in de diepvries kruipen en uzelf invriezen.  -          U kan de beerput van uw lepralijdende overbuur uitlepelen.  -          U kan microplastics injecteren in uw bloedbaan tot uw aders verstopt geraken.  -          U kan dode kwallen van het strand rapen en hier carpaccio van maken.  Zoals u ziet zijn er tal van manieren om van uw problemen af te geraken. Indien u kiest voor een van de hierboven vermelde opties, is het wel sterk aangeraden om ervoor te zorgen dat u uw testament en andere officiële zaken eerst in orde brengt. Indien dit u niet lukt, wat hoogstwaarschijnlijk zal blijken wegens uw medische aandoening, dan kunt u hier ook hulp voor krijgen via de notaris. Indien u nog vragen of twijfels heeft, kan u mij altijd contacteren via onderstaande e-mail adres: megaprofessionele.dokter@gmail.com   Met vriendelijke groet, Dokter De Cock

Delphinus
8 1

Klaas ligt hier Vaak

Als de avond valt, zit hij naast mij in de zetel te staren alsof hij iets verwacht van me. Ik weet wat ik moet doen en kruip mijn bed in. Hij komt naast me liggen en begint luidkeels de Habanera te zingen waardoor ik de slaap niet kan vatten. Ik schop hem mijn kamer uit maar hij schopt tegen mijn deur tot ik hem weer binnenlaat en hij zich verontschuldigen kan, samen vallen we in slaap. Rond 3.00u ’s morgens is hij nergens meer te bespeuren en lig ik te woelen in mijn bed, in plaats van schaapjes tel ik nu vloekwoorden maar het levert niks op. Uiteindelijk sta ik op, maak me klaar en spring op de trein om mijn recente oude bekende voor mijn neus te zien zitten. Ik wens hem een goeiemorgen, hij gooit kilo’s zand in mijn gezicht. Enkele haltes voorbij de halte die ik nodig had maakt een werknemer van de NMBS me wakker om mij op de feiten te wijzen. Ik koop een treinticketje om verdere boetes te vermijden en keer terug. Daarna breng ik een bezoekje aan een lokale koffiezaak met mijn herbruikbare beker om deze op te vullen met welriekende koffiebonendrank. Als ik vraag wat hij wil drinken, stormt hij halsoverkop de koffieshop uit. Vol medelijden en verwarring biedt de barista mij m’n koffie gratis aan, ik geloof graag dat dit ter compensatie van mijn treinticket is.  Een productieve voormiddag later komt hij zich na het middageten naast mij in de aula positioneren. Ik vraag excuses en een verklaring maar in plaats daarvan grijpt hij me bij de nek. Door z’n stevige wurggreep verlies ik het bewustzijn, terwijl ik me afvraag waar hij dit soort Aziatische vechtsporttechnieken heeft geleerd. Wanneer ik de volgende ochtend m’n ogen open doe en een gillende poetsvrouw voor me zie staan, dan besef ik dat het tijd is om huiswaarts te keren. Ik stop nog snel even bij de supermarkt om een sixpack Red Bulls te halen en spring weer op de trein. Bibberend maar voldoende gehydrateerd wandel ik naar huis, de ochtendspits zal starten wanneer mijn hoofd de ganzenveren raakt. Ik draai me om en mijn blik grijpt de zijne vast, enkel om hem grijnzend uit mijn bed te zien klauteren en in het felle ochtendlicht weer te zien verdwijnen.  Een wispelturige man maar ik kan helaas niet zonder. 

Delphinus
18 1

Gladiator

Het begint bij een paar afgehakte benen.  Het linkerbeen behoorde tot een vrouw die zichzelf creatief waande en het normaal vond om haar pupillen te vernederen tegenover hun klasgenootjes. Ze kon vlechtjes maken in haar okselhaar en plastieken kerstdorpjes ondersneeuwen met het roos uit haar haren. Ik nam haar linkerbeen en gooide de rest in het zuur bad in mijn kelder om te verteren en te verdwijnen. Het rechterbeen behoorde tot een andere vrouw die zichzelf geniaal waande en het ook normaal vond om haar pupillen te vernederen tegenover hun klasgenootjes. Haar decibels varieerden evenveel als haar gemoed, nu komt er niet veel geluid meer uit. De roodgloeiende ogen van een medewerkster uit een frietkot nestelen zich nu in iets anders dan haar oogkassen. Het laatste wat ze gezien hebben toen ze nog huisden in de schedel van hun voormalige eigenaar is een glanzende soeplepel en een boze klant. De kleuterjuf die één specifieke kleuter haatte; zij mocht oogsten wat ze gezaaid heeft, en dat zonder haar pezen en haar tenen. Vanaf nu schreeuwt het ook via de geïmplanteerde stembanden van een radiopresentatrice die bij elk zinloos gesprek medelijden en pijn verheerlijkt ten bate van goedkoop entertainment. Nu heeft ze medelijden met zichzelf, maar dit gebeurt in stilte. Elke dasjesman uit de sekte van de Vlaamse Leeuw mocht betalen met een arm. Nu is er een collectie van 26 armen, niet minder en niet meer want mijn kapmes ging stuk. Een zekere barista uit de Starbucks mist nu een hoofd, de scherpte van haar jukbeenderen paste perfect bij het paar roodgloeiende ogen uit het frietkot. Haar eigen ogen mocht ze houden voor zover ze er nog iets mee kon aanvangen. En een willekeurige sporenloper uit een bende van vervloekte sporenlopers mocht zijn zonden afbetalen met z’n intacte romp.  De diepvrieskast ziet er gruwelijk uit wanneer deze uiteindelijk leeg achterblijft. Bevroren bloed en ijskristallen vergezellen de vrieskou, een herinnering aan stabiel vlees.  Wanneer ik oog in oog sta met mijn huisgemaakte wrokmonster denk ik aan hoe ik haar het leven gegeven heb. Ze zou mijn dochter kunnen zijn maar dat is ze niet. We cirkelen rond elkaar in een arena van eigen maak en we bestuderen, we wachten af. Ze weet dat ik haar gecreëerd heb om opnieuw te sterven en dat ze boeten zal voor wat ze is of was. Dit wist ik maar al te goed toen ik besloot om nauwkeurig met naald en draad elk stukje vlees uit mijn collectie rotmensen te assembleren tot één verschrikkelijk opperrotmens. Botten heeft ze om te breken, spieren heeft ze om te scheuren, bloed heeft ze om te lekken en een bewustzijn heeft ze om af te kunnen zien. Ze stormt op me af met die lompe benen die nog aan wandelen na de dood moeten wennen maar ik ontwijk haar eerste aanval want degene die de eerste slag slaat schijnt altijd in het nadeel te zijn. Dus ik ontwijk en de kop is eraf. Figuurlijk dan. Een mes in de rug is al lang niet origineel meer, dus plant ik heel lenig mijn rechterschoen tussen haar schouderbladen waardoor ze frontaal op het grind valt, enkele kiezels hebben zichzelf nu tussen haar tanden geplaceerd. Wanneer kiezels en tanden naar me grijnzen overvalt me een lichte vorm van angst en realiteitsbesef.  Haar benen leren snel en ze rent me tegemoet vol spierkracht en toewijding en anarchie tegenover haar lot. Zeven van haar linkerarmen stuwen hun vuisten voort met de snelheid van molenwieken tijdens een storm. Ik buk en rol eronderdoor en tijdens het proces van instinctieve beslissingen ruk ik twee van haar armen af. Ik hoor die radiostem schreeuwen en moet toch toegeven dat het zeer muzikaal klinkt. Die vier seconden plezier komen me duur te staan wanneer ze een derde arm afscheurt en deze richting mijn hoofd slingert.  De horizon schommelt even maar wanneer er drie linkerarmen en zes rechterarmen op mij afkomen duik ik vooruit om mijn monster te rugbytackelen. Nu het op haar rug ligt spring ik recht om meteen een trap op haar gezicht te geven maar voor ik dit kan verwezenlijken grijpt een krachtige rechterarm me bij mijn enkels en gooit me naar de overkant van de arena. Ze recht haar harige mannenrug, imiteert een dominante zilverruggorilla en is nog kwader dan voordien. Met haar aan sneltempo ontwikkelende dijbenen stormt ze op me af, ze scheurt nog een rechterarm van haar torso en springt een tweetal meter de lucht in om met haar afgescheurde arm mijn schedelpan kapot te proberen slaan. Als ik een vlieg was, dan was zij de vliegenmepper. Helaas voor haar doet er zich een ander scenario voor wanneer ik vliegensvlug aan de kant spring om daarna nog een paar van haar armen af te scheuren en haar hoofd te sandwichen tussen twee pezige maar taaie handpalmen. Door de klap is ze even volledig gedesoriënteerd, een voordelig paar seconden voor mij. Ik grijp een handvol zand en kiezelstenen en lanceer de hele zooi in haar lelijk samengestelde gezicht. Haar roodgloeiende ogen zien nog roder door de rommel die zich op haar netvliezen vastgehaakt heeft. Nu is het weer mijn beurt. Verdwaasd staat ze te stuntelen op kiezels, zand en dieprood glanzend bloed. Ik sla mijn linkervuist met een brede, krachtige zwaai tegen haar rechterkaak. Ze wankelt even op haar benen waardoor ze mijn rechtervuist in vliegende vaart niet ziet aankomen. Deze raakt succesvol haar linkerkaak die even een krakend geluid maakt, wat mij een serieuze dosis dopamine oplevert. Ik stomp mijn linkervoet frontaal in haar maag en wanneer ze razend op haar rug valt ,trek ik er met al mijn macht een been van af. Verbazingwekkend lenig, voor een aan elkaar genaaid monster met enkele ontbrekende armen en een afgescheurd been, springt ze weer recht en grijpt me bij de haren om me zoals de propeller van een helikopter aan hoge snelheid rond te zwieren. Ik moet even mijn maaginhoud legen maar laat het hier niet bij. Ik spring recht, hoewel ik sterretjes zie, en lanceer mijn stalen vuist tegen haar kin. Ze noemen dit een uppercut, en deze blijkt heel effectief te zijn aangezien haar schedel aan een hoge snelheid naar de overkant van de arena vliegt, rechtstreeks het publiek in, en het gaat helemaal los. Ik ben mij volledig bewust van mijn spontane overwinning en groet vrouwe Victoria met nog een laatste afgescheurde arm.  Wanneer ik de arena in volle glorie verlaat, glijd ik uit over een plasje vers bloed en land frontaal op mijn afgematte tronie. Met een bloedneus, twee zwart geklopte ogen en een ontwricht kaakbeen blaas ik de aftocht. Om mijn moment van pure catharsis te kunnen afronden neem ik een tuinslang, sluit deze aan op een benzinepomp en spuit de hele arena onder. Inclusief het publiek. Ik neem een lucifertje en brand de volledige boel plat tot het assen regent.  Nu zijn er geen rotmensen meer.   

Delphinus
5 1

Soldaten en Prostituees II

(Zo is het hoofdstukje netjes afgerond. Deeltje 1 uit een klein Epos, als dat kan, getiteld 'NIX') De mensheid timmerde al een kleine eeuwigheid aan een weg doorheen het Barre land. Dat stukje wereld pronkte op geen enkele kaart. De zware tochten eisten doorheen de jaren een hoge tol: men mocht al van een geslaagde expeditie spreken als er iemand levend terugkeerde om te melden dat de anderen het niet gehaald hadden. Het Barre Land herbergde vele geheimen en liet zelden getuigen achter. Iedere expeditie bracht waaghalzen, avonturiers en professoren wat dieper de asvelden in, waar soldaten op een nieuwe plek een basiskamp uit de grond stampten.  Vandaag was de dag, glimlachte Cas tevreden bij zichzelf. Vandaag begon de eindsprint naar de voet van De Berg. Een tocht van enkele weken. Van kamp naar kamp, zeulend met al het materiaal en op het tempo van de trage professoren. Maar op het einde van de tocht zette iemand, de koploper van de expedities, voor het eerst voet op de helling. In gras. Groen gras. Dik, groen gras. Hij kon het zelf met moeite geloven. Glooiende hellingen vol groen gras, zo beloofde de folder. Niet dat hij deel zou uitmaken van die laatste groep, Cas' job was om de professoren te begeleiden naar het laatste basiskamp en geen stap verder.  Maar toch... hij zou het kunnen zien, dat gras. Misschien zelfs ruiken. Hij sloot zijn ogen en ademde heel diep in. De geur van gemaaid gras was hem onbekend maar zijn grootmoeder kon er lyrisch over doen. Cas' eigen moeder had hem ooit wel verteld dat de wereld overheersend groen was geweest, in een vaag en ver verleden. Cas kon zich daar niet eens een beeld bij vormden: hij was opgegroeid tussen as en stof. Niemand die nog wist hoe het kon gebeuren, wat er gebeurd was. De wereld verging. En toch niet helemaal. Cas verlangde wel naar iets groens en misschien wat betere lucht want hier op de Rand van de Wereld ademde hij vooral stof in. Alles smaakte een beetje zout. Hij maakte zijn rugzak, hij was intussen een ervaren pakker en tien minuten later verscheen hij op het appèl. Tot zijn stomme verbazing was hij niet de eerste. De jonge prostituee stond er ook, met een versleten rugzak over zijn schouder en een muts over zijn hoofd. Hij droeg een bril met licht getinte glazen en glimlachte verontschuldigend. Cas keek overdreven rond en kreeg een onaangenaam voorgevoel. De jongeman raadde zijn gedachten. Hij haalde gelaten zijn schouders op. 'Sorry, soldaat. Ik moet mee.' 'Mee?' Cas nam hem ongelovig op. De jongeman droeg een paar oude all-stars, een vuile broek en dito shirt dat hem weliswaar goddelijk stond maar verre van geschikt was voor de trip. 'Het vriest daar 's nachts en overdag regent het zure assen. Heb je niks meer geschikt?' 'Ik heb niets warm. De mannen willen me zonder kleren zien, soldaat, niet ingeduffeld.' Hij schonk Cas een blik waarop Cas kon opmaken dat hij dit ook wel moest weten. De hoer bezorgde hem een ongemakkelijk gevoel. 'Dit is het en dit zal moeten volstaan.' De jongeman kauwde op zijn onderlip zonder oog te hebben voor Cas' afdwalende gedachten. 'De heren officieren willen zo tussendoor hun pleziertje en huren mijn lijf voor de komende weken tegen een verzacht prijsje voor het aangedane leed deze ochtend, dus ik ga mee en vries waarschijnlijk dood. Niet dat het iemand iets kan schelen.' Hij zei het zo nonchalant dat Cas bijna lachte. Maar de jongeman maakte geen grapje. Hij vervolledigde de gastenlijst, samen met de oude, kranige veger. 'Sloms, meneer,' salueerde de veger met een sardonische blik. 'Ik ben gehuurd om het de officieren comfortabel te maken.' De dikke, felblauwe, nieuwe jas stond hem belachelijk. Zijn dunne schouders konden het gewicht van de parka nauwelijks dragen maar de grijsaard was duidelijk in zijn nopjes. Hij loerde verlekkerd naar de hoer.  'Vergeet het maar, Sloms. De eerste keer dat je een vinger naar me uitstak, kostte die ondoordachte handeling jou een oog, weet je nog? Jij kunt me niet permitteren, man, en voor geen geld ter wereld ga ik met jou naar bed dus kijk niet zo, ik krijg er rillingen van,' gooide de jongeman achteloos op. Sloms blafte een soort lachje. De hoer slaakte een hemeltergend diepe zucht. 'Alleen in jouw dromen, ouwe man,' mompelde hij. 'Alleen in jouw dromen.' 'Als ik mijn werk goed doe,' de veger stond op de toppen van zijn tenen en bracht zijn tandloze mond tot bij Cas' gevoelig oor. 'Dan is hij mijn beloning.' Hij maakte een bijzonder suggestief gebaar. Cas mompelde iets en maakte zich uit de voeten. De anderen druppelden uit het hotel, de ene al meer geladen dan de ander. Ze namen de nieuwkomer ongelovig op. 'Hij gaat mee,' blafte De Officier met het blauwe oog en smoorde met een woeste blik, dat teniet werd gedaan door dat blauwe oog, alle verdere opmerkingen in de kiem. 'Ik zoek een degelijke outfit voor hem,' wierp Cas op. 'Hij kan zo echt niet mee.' 'Jij blijft hier, soldaat, die hufter is mijn zorg, niet die van jou,' beet De Officier hem toe. Cas klemde zijn kaken op elkaar. De hoer gluurde vanuit zijn ooghoeken naar Cas en knikte, dankbaar voorde poging. 'Iedereen klaar?' De expeditie werd uitgezwaaid door het voltallige hotelpersoneel en een hoop smachtende jongemannen die stuk voor stuk met tranen in de ogen hun gezel uitzwaaiden. De jongeman liep de vierde in de rij, vlak achter De Officier. Hij beschikte over een verrassend goede conditie, zag Cas tevreden. Hij hield moeiteloos het tempo bij, met een energieke tred en rechte rug. Als een kind op dagtocht. Cas zelf sloot de rij, zijn vaste plek. In zijn hand rustte een stevige bijl, het enige nuttige wapen op zo'n tocht en handig voor allerlei andere klusjes. Hij kon over de koppen kijken, tot helemaal vooraan. De rij telde 23 leden: tien geoefende soldaten met een goede staat van dienst in het Barre Land, vijf hogere officieren op zoek naar eer en glorie, één jongeman op all-stars om de bedden warm te houden, één veger zonder duidelijke taak en zes professoren op de missie van hun leven: op zoek naar die ene plant die vrouwen terug in staat stelt om dochters te krijgen voordat de mensheid alsnog uitstierf...   

Kat.
43 2

VERHALEN  VERTELLERSCOLLECTIEF.

Toen ik de oproep brief van het collectief las, toen dacht ik schrijven, ja wel maar lezen, zou iedereen mijn gelispeld kunnen aanhoren? Ik dacht liever een thee dansant, lekker swingen met miep en consorten. Met een neut van de plaatselijke abdij. Maar een vergissing ten spijt kwam ik uit in een tandartsen praktijk. Toen het mijn beurt was, om te gillen, "ik wil geen spuit en geen pillen, ben al genoeg verdoofd, door de woorden en de zinnen. Die ik na een lekkere joint genoot." Hoe meer tijd er verstreek hoe bleker ik wegtrok, van de wens, mijn ego te laten exploreren. Niets hielp en alras zat ik samen met het collectief, in het moeras. Waar gillende dellen, bronstige kerels, mij zeer genegen. Dat, lekkere beesten, is het paradijs. Waar zinnen, woorden vervangen door, gesteun, gehijg, de ter hemelopneming tot een akkefietje word herleid. Geloven was niet meer nodig. Ik steeg op in praktijk. Over torens velden hagen netjes geschoren/gevormd. Ik daalde neer in een geurige roze, rozenstruik. Toen opeens, werd ik wakker. Van een gil "DE VOLGENDE." Op wankele benen zwalpte ik de praktijk binnen. Waar tandarts Jan vroeg" wat is er hier aan de hand?" Verbaasd keek ik hem aan. Toen ik hem vertelde, van miepe haar idee. Toen keek hij geschrokken, zei "hebben ze me eindelijk gevonden?" verslagen zakte hij neer in zijn fauteuil zei" begin maar te pijpen." Met een stralende glimlach vertrok ik, mij van deur vergissend, zodat ik weer de kamer instapte waar nog iedere zat. Al meer bedeesd, de deur was opengebleven. Zag de geweldige schok toen de tandarts riep, "DE VOLGENDE." Na die schok kwam de vlucht. Allen samen door één deur was wat moeilijk wringen. Zo kwam het dat ik samen met de rest, op een orkest, stond te swingen. Daar zaten we, rechtover de tandarts praktijk. Aan een tafeltje aan het venster, te loeren naar de tandarts die glimlachend, met ferme pas, het thee dansant binnenstapte. Paniekerig , zochten sommigen al naar de nooduitgang. De tandarts schoof binnen recht naar het orkest, die hij met een samenzweringen blik begroete. Het orkest viel meteen stil, en na het obligaat gefluit van de muziek installatie, evenals de eerste woorden 'TEST TEST'. Sprak de here, tot de aan de nok gevulde zaal toe, “dank u voor het komen, en sorry voort de list. Het uitvoerend comité van het collectief heeft besloten, jullie verzameling geschriften met zijn allen te colloceren."  Op het zelfde moment hoorden we op straat, het gedreun van enkele legercamions. Waarmee we in rijen van twee werden afgeleverd in de verlaten gebouwen aan de steenweg op Wortel. Zo kon het gehele land weer rustig gaan slapen. De opruiers waren gevat, En het varkentje met de zwarte snuit zei "het vertelselke is uit." Het varken lag alras met een sinaasappel onder zijn geel zwart gestreepte snuit te braden op de feest tafel. Het collectief likkebaarden “dat zwijn dacht, in een moslimland te wezen” zei één schaterlachende schrijver “beschermd door hun rites” zei diezelfde schrijvende kapoen. Wat was er dan gebeurd: wel toen de legercamions de steenweg op wortel opreed stoten ze op de revolterende bruinen, die zoals we weten schrijver en dichters vereren. Toen als een vurige brand het bericht was rondgegaan dat er schrijvers en dichters aankwamen. Toen was bij die heren een verontwaardiging opgestoken zodanig dat zelfs de bewakers moesten gaan lopen, de bruin zeiden tegen het collectief “vreet dat zwart gele gestreepte varken maar op het zal ons niet deren." Zo kwam het dat het collectief nog wat onwennig om het gerief een gedicht begonnen te placeren. Varkens zijn voor mij ………….. Het varken hing dood met zijn achterpoten HOOG vastgebonden De grijze stekelige vacht werd verschroeid door een laaiend heet vuur. Door droog stro in brand te steken verkreeg men een laaiend HEET vuur. Daarna werd het bloed afgetapt. Een donkerrode vloeistof in een aluminium emmer. "Daar word bloedworst van gemaakt" zei mijn moeder. Ik wist meteen waar die donkere worsten die regelmatig op ons menu stonden vandaan kwamen. Met een geweldig applaus van de voornamelijk bruine gedetineerden, werden de worsten in hun sissend pan nog eens rondgedraaid. En toen, stak er een van de dichters tot iedere verbazing een bord omhoog waarop stond JEZUS REDT ter verbijstering van de rest. Met angstige ogen keek het collectief de bruine vrienden aan, die tot aller verbazing zeiden ja het is waar maar Allah is de grootste. Toen de man met, bloeddoorlopen vurige ogen met zijn bordje probeerde te kloppen. Toen reageerden het collectief. “Maar man toch Allah betekent GOD en uw GOD is toch dezelfde GOD als die van ons nieuwe vrienden, leer eens wat talen.” De man met zijn bordje zijn ogen schoten vol tranen “dat wist ik niet” zei hij. Begon zich uitvoerig te excuseren voor zijn haat tegenover de andere volkeren. Hij begon met de kruistochten en eindigde met zijn huidige broodheer die hij bijna fluisterd. De vroegere nazie idioot noemde. Maar het was bijna te laat want het varkentje was al flink afgekoeld, ons gemoed zeer bekoeld. Zodat de agnosten bij ons zich begonnen te roeren, “het zijn altijd dezelfde om onrust te stoken. Laten we nu allen te saam beginnen met ons maal.” Na de flinke eetpartij. Kwamen ons nieuwe vrienden nabij met dat had ik meteen herkend een flinke toeter in hun hand. Zo werd het feest op vreedzame wijze besloten, en kon ik met een van mijn nieuwe bruin vrienden geheimzinnig wegsluipen waarna ik begon te dichten als een van de besten. ieder ontmoeting een nieuw avontuuriedere lippen een andere smaakhoe leukop de drempel van mijn woonstiedere huid een andere kleurom aan te likkenzijn spraakeen ander gezoemuit een andere taalwat een gelukdit mogen belevenin mijn straat in mijn huis voor dat avontuurhoef ik niet meer te reizenmijlen gaan in mijn dorpin mijn wereldzijn ogenzijn huidvooralhij begreep mij meer dan die burenachter hun gordijnenhun achterdochtvenijn hun tuinhun bomen hun natuurdie beperkt bleeftot de liefdevoor hun hond   Nu dat er grote beroering is in Nederland over een of ander vignet die Nederlanders moeten op plakken wanneer ze ons land bezoeken. Kunnen we misschien een geste doen. Laten we de bijeenkomst in Amsterdam organiseren, het geeft voor mij het voordeel dat ik dan niet per se aan den trappist moet. Vlaanderen huurt daar toch een of ander pand? Het zou een bijkomstig voordeel geven dat de Vlaamsche schrijvers al direct in een grootser taalgebied zitten, altijd meegenomen. Als we nu met zijn allen ergens een witte hotelkamer huren en samen vredesliedje repeteren, en dan samen naakt in een bed gaan liggen. Dan zal Jan niet moeten smeken voor wat persbelangstelling. Wedden dat ons collectiefje, de voorpagina haalt. Altijd meegenomen, zeg ik altijd. Toen we de bewakers hadden overtuigd dat ons bruine vrienden alleen jointjes wilden smoren, lieten de bewakers, met schaamrood achter hun oren, hen gaan, toen we daarbij nog zeiden dat we het land zouden verlaten om naar Amsterdam te gaan, gooiden sommigen van hen de middeleeuwse knelbanden en boeien van zich af en besloten de schrijvende feestende dichtende meute te vervoegen. De Tobbaks van hun land vervloekend die al zoveel leed had veroorzaakt. We vroegen met zijn allen politiek asiel aan in Nederland. De grootste bek van het land, van het wetenschappelijk socialisme, heeft het bewijs gevonden dat schrijven en dichten, zeer ongezond is, daar bij de verraders zit zelfs een janet waarvoor nog altijd geen wetenschappen lijk bewijs is gevonden. Ieder sportclubje liep netjes in rijen te betogen riepen heel luid, "bij ons geen schrijvers, dichters, jeannetten of smoren," op het eind was het krijsen niet meer te aanhoren. Alras kwam er een nieuw bordje bij "Arbeid macht frei!" En zo brak weer een gouden eeuw aan in Nederland. Terwijl ons vroeger vaderland verziekt door de bordjes verboden, overspoeld werd door zwart geel gestreepte varkens.

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
3 1