Zoeken

Mijn zoon in 7 uitspraken

Uitspraak 1: En daar dan toch bewust voor gekozen. Om maar ineens met de deur in huis te vallen, mijn tweede zoontje heeft downsyndroom. En ja, wij wisten dat al tijdens de zwangerschap. Maar nee, wij hebben hier niet bewust voor gekozen. Wij hebben voor de zwangerschap geen vragenlijst gekregen en daar bij de vraag 'wat wil u in uw kind' het vakje 'down' aangekruist. Wij wilden een tweede kind en hebben bewust geprobeerd zwanger te worden. En toen we dat waren, bleek het een zoontje met down te worden. Kregen we de keuze om hem weg te laten halen? Ja. En kozen we er bewust voor om dat niet te doen? Voor zover je bewust kan kiezen vol hormonen en met een actief stampend en strekkend kind in je buik. Ja, misschien. Uitspraak 2: Hoe kan je jezelf zo in nesten werken?  Ik heb nooit echt begrepen welke nesten de persoon in kwestie bedoelde. Een tweede zwangerschap? Ik ben gelukkig getrouwd en we hebben samen al een geweldig kereltje rondlopen en de middelen om nog een kindje te onderhouden en op te voeden. Dus dat lijkt me niet. Zijn de nesten dan het zwanger worden van een zoontje met down? Opnieuw, alsof dit een bewuste keuze is. Eerlijk is eerlijk, ook ik heb me, na de mokerslag, ook regelmatig afgevraagd wat ik fout had gedaan. Maar het is niet mijn schuld. Er sloop ergens een foutje in de cellen voor of tijdens de zwangerschap. Dat gebeurt. Zonder reden, zonder oorzaak. Zeg ik. Geloof ik. Weet ik. Maar het voelen... het schuldgevoel blijft. En uitspraken als deze helpen niet. Of zijn de nesten om ons kereltje geboren te laten worden? Wat impliceert dat hij alleen voor problemen zal zorgen. Terwijl we op voorhand enkel te horen kregen dat hij down heeft. In welke mate, wat hij wel zal kunnen of niet, hoe de beperking zijn en ons verdere leven zal veranderen, dat wist niemand. Dus ook de spreker niet. Uitspraak 3: Waarom zou je het willen houden? Een vraag die me meerdere keren werd gesteld. En waar ik maar 1 antwoord op had. Het is mijn kindje, ook al zat hij nog maar in mijn buik. Ik voelde zijn leven in mij en kon dat niet bewust eindigen. Ik wilde dat niet bewust eindigen. Ook al werd ik om de oren geslagen met argumenten tegen. Wat als dit, en wat als dat, ... alle mogelijke beperkingen, fysiek en mentaal passeerden de revue. En het enige dat ik terug kon stamelen was: het is mijn kindje. En dat is genoeg.  Uitspraak 4: De cijfers geven je weinig kansen. Want, 95% van de mensen laat een foetus met down wegnemen. Die gegevens waren van het internet geplukt en bleken, alvast voor ons land, niet te kloppen. Mijn gynaecoloog, die me tijdens we zwangerschap heel erg steunde, zocht het op. Het is maar 75%. Wat nog veel is. En ieder kiest voor zich natuurlijk. Ik kan niet beslissen voor iemand anders. Maar dat houdt ook in dat niemand anders voor mij kan beslissen. Dus al liet 100% die foetus wegnemen, ik kon dat niet. Want, 80% van de gemengde huwelijken eindigt in een scheiding en dan sta je daar alleen met twee kinderen, waarvan 1 met een beperking. Wat ik nog vergat te melden, mijn man is moslim met Turkse roots. Ik ben dat niet. In het begin van onze relatie zorde dat voor een aantal onzekerheden, dat klopt. Vanzelfsprekendheden in andere relaties waren dat nu ineens niet meer. Maar juist daarom waren we vanaf het begin verplicht om goed en veel te communiceren. De beslissing om uiteindelijk te trouwen is er niet zomaar gekomen. De beslissing om aan kinderen te beginnen ook niet. Zal deze relatie er voor de rest van ons leven zijn? Geen idee. Maar ik ben er wel zeker van dat we er voor de rest van ons leven samen voor onze kinderen zullen zijn. Uitspraak 5: Je moet aan je oudste kind denken. Je gaf hem al een vreemde naam, een onveilige buurt om in te wonen (de Seefhoek), een gemengde achtergrond en nu nog een broer met een beperking. We geven hem ook liefde en genoeg vertrouwen om op dit moment een geweldige tweejarige te zijn. Zo slecht ging het dus niet. En zal de komst van zijn broertje voor aanpassingen zorgen? Ja, zeker. Maar elk tweede kind knabbelt aan de tijd, centen en energie die de ouders in hun eerste kind kunnen steken. Maar elk tweede kind zorgt ook voor andere kansen en andere sterktes bij dat oudste kind. En dat zal bij ons niet anders zijn. Uitspraak 6: Andere vrouwen kunnen zelfs geen kinderen krijgen, wees jij nu maar tevreden met dat ene gezonde kind dat jij hebt. Diezelfde persoon vroeg enkele minuten na deze uitspraak doodleuk wanneer ik haar tweede kleinkind kwam bezoeken. Alsof aan mij vragen de zwangerschap te stoppen nog niet pijnlijk genoeg was, moest ik ook nog naar haar gezond kleinkind komen kijken. Mijn man en ik wilden 3 kinderen. Een derde komt er nu niet meer. Een zwangerschap als deze wil ik niet meer meemaken. En ik duim echt voor alle mannen en vrouwen met een kinderwens dat hun zo gehoopte kinderen er komen. Zonder moeilijkheden en de daarbij onbeholpen uitspraken van de omgeving. Uitspraak 7: Jij verdient dit niet. Opnieuw houdt deze uitspraak in dat de geboorte van onze jongen het begin van iets slecht is. Terwijl... het is dankzij hem dat ik op deze site terecht kwam, dat ik op schrijfcursus ga, dat ik met de oudste jongen in onze buurt naar een speelklasje trek, ... Allemaal zaken die ik niet gedaan zou hebben mocht ik niet zwanger zijn geweest en een uitlaatkllep gezocht hebben. Dus misschien is dit exact wat ik verdien.   Natuurlijk gaat geen enkel van bovenstaande uitspraken echt over hem. Het kereltje is nog geen 3 maanden. Hij eet goed, groeit goed, blijkt fysiek geen extra problemen te hebben en lacht al vrolijk naar iedereen die hem in zijn of haar armen sluit. Meer uitspraken vallen er over hem nog niet te doen. En ook al heb ik zelf ook een aantal van bovenstaande uitspraken gedacht tijdens de zwangerschap - we leven nu eenmaal in een maatschappij waarin een beperking een beperking is - als ik nu mijn kereltje vast hou, zie ik vooral een toekomst met een hoop kansen. Net als bij zijn broer.

PetraAli
7 1

Verhalenverteller

Soms ontmoet je mensen die je later gaat zien als een icoon. Een oom van mijn maatje was zo iemand. Goedlachs, gul en altijd vriendelijk. En met een eigenschap die hij duidelijk had geërfd van zijn vader. Hij was een geboren verhalenverteller. Je moest die verhalen niet altijd toetsen aan de waarheid. Daar waren ze ook niet voor bedoeld. Zijn vader, de opa van mijn maatje, was de meesterverteller. Jager, stroper, boer, de verhalen hadden altijd te maken met zaken die in de huidige maatschappij niet meer passen. Maar wel heerlijk om naar te luisteren. Oom Bart was wat moderner. Hij stroopte niet maar had een moestuin. Oké, de kroppen sla waren niet zo groot als bij zijn vader. Daar was met twee kroppen sla een hele kruiwagen vol. Maar de groente mocht er zeker zijn. Wat ook zijn eeuwige strijd met de vogels bewees. En handig als hij was, bedacht hij een ingenieus systeem om de aanvallers uit de buurt te houden. Sowieso was hij heel handig en altijd bezig. Maar er was wel altijd tijd voor een praatje. Met zijn armen gekruist op de bezem of schoffel stond hij op zijn gemak te luisteren naar wat je te vertellen had. Mijn maatje en ik luisterden altijd graag naar zijn verhalen. We zagen hem veel te weinig, zo gaat dat. Druk, druk, druk en dan zijn er zo weer een paar maanden voorbij. Gelukkig ben ik er nog niet zo lang geleden nog geweest. Natuurlijk samen met Stef, ondenkbaar dat ik op bezoek ging zonder de hond mee te nemen.  Vorige week, op de verjaardag van mijn maatje, is hij overleden. Weer een icoon minder. Mijn maatje maakt het niet meer mee maar ik ga zeker afscheid nemen. En hoewel ik niet geloof, stel ik me toch voor dat ze elkaar weer zijn tegengekomen. Dat de sterke verhalen weer met verve worden verteld. Tenslotte moet je een goed verhaal nooit verpesten met de waarheid.    

Machteld
6 1

Wat een drukte

Ik was toch wel even vergeten hoe druk het is om een pup in huis te hebben. Kaatje woont nu bijna vier weken bij mij en ze houdt mij en Stef heel goed bezig. Het is een enthousiast en heel nieuwsgierig meisje. Ze stapt overal op af en heeft nog niks ontdekt waar ze bang van is. Ik kan er uren naar kijken. Gelukkig heb ik toch heel veel hulp van Stef, hij speelt en corrigeert en leert haar onbewust een heleboel dingen.  Maar ach, het gaat allemaal niet vanzelf hoor. Als ik thuiskom, moet Kaatje eerst naar buiten. Niet eerst even je tas neerzetten en je jas ophangen, nee, Kaatje uit de bench en hup, naar buiten. Want ze doet het heel goed, maar als ze een tijdje in de bench heeft gezeten en ze komt je enthousiast begroeten, tja. Dan wil ze nog wel eens vergeten dat dat plasje toch echt buiten moet. En dan ga ik weer, met mijn keukenrol en mijn chlorixdoekjes.  ’s Nachts slaapt ze inmiddels bijna door. Maar de eerste week moest ik er toch echt twee keer per nacht uit. Sta je dan, op je slippers en in je badjas, in het donker. “Heel goed meisje, grote plas gedaan.” En maar hopen dat de buren niet toevallig ook even wakker zijn.  Ze begint zich ook al erg zeker te voelen. En daardoor probeert ze ook steeds meer hoe ver ze kan gaan. Superleuk, om rond te zwieren aan de rokken van het vrouwtje. Ik vind het minder, vooral als ik de stof hoor kraken. Dus “los!” en een snoepje onder haar neus. Toch probeert ze dan stiekem in mijn hand te bijten, want dat zwieren is leuker dan dat snoepje. Kleine heks. Ze probeert echt een plekje op te schuiven in de roedel. Toch, als ik dan ’s avonds zit, televisie kijk of een boek lees, en ze komt dan bij me staan om op schoot te mogen, dan kan ik haar moeilijk weerstaan. En als Stef dan lekker ligt te tukken op de bank, mag Kaatje op schoot. Zo’n klein hondje dat dan haar neusje onder je oksel stopt en lekker in slaap valt. Het is te lief. Dus ik heb het ervoor over. En, zoals een collega me terugpakte met mijn eigen woorden, je krijgt er zoveel voor terug…..      

Machteld
5 0
Tip

Paniek

Ik zag paniek in  haar ogen. Het kan ook mijn reflectie geweest zijn, want haar stem klonk rustig en sterk. We hadden het er vaak en veel over gehad. Over hoe ze zich erbij voelde, over hoe het zou zijn, over hoe vaak ze me nog zou zien. Het lag altijd ergens in de toekomst. Vandaag was het dan zo ver. Mama haar koffertje stond klaar. De meubeltjes hadden we al een paar dagen eerder geïnstalleerd. Ik had m’n best gedaan om het zo gezellig mogelijk te maken, met schemerlampjes en haar persoonlijke spulletjes. ‘Zullen we gaan?’ Weer zag ik paniek. Of was het mijn paniek? Mijn leven lang was het woord ‘bejaardentehuis’ taboe geweest. Mijn ouders zouden daar nooit naartoe gaan. Stel je voor. De laatste halte van het leven. Opnieuw voelde ik paniek. Schuldgevoel. Vandaag moest ik haar laten gaan. Mijn belofte gebroken. Het ging niet meer thuis. De afgelopen jaren, tijdens covid, was ik er altijd geweest. Fulltime verzorging. Van rolstoel tot nachtemmer. Drie maaltijden per dag. Vandaag was alles anders. Het leven verandert en de tijd om al haar noden in te vullen was in het gedrang gekomen. ‘Dag huis, wie weet kom ik nog een keer bij je eten.’ De moed zakte in m’n schoenen.‘Maar mama toch, natuurlijk kom je nog bij me eten. We gaan nog leuke tijden tegemoet.’ Huichelaar zei ik stilletjes tegen mezelf. Ik die altijd zo minachtend had gesproken over het bejaardentehuis moest nu alles uit de kast halen om het in een positief daglicht te stellen. Maar het moest. Het kon niet anders meer. Het leven vroeg nu andere dingen van mij. Een dikke knuffel en een onderdrukte traan. Daar zat ze dan in haar nieuwe kamer. Ze keek me geruststellend aan en zei: ‘ik denk dat ik het hier wel naar m’n zin ga hebben.’  Weer zag ik paniek. Of verbeelde ik het me? Toen ik terug thuis kwam en haar vertrouwde stoel zag staan, leeg, was er weer paniek. Het was mijn paniek. Mijn pijn. Mijn loslaten. Een whatsapp oproep van mama... Met een blij gezicht liet ze me zien dat ze op het terras in het lentezonnetje zat. Ze was blij. Ze had eindelijk uitzicht op een groene tuin. Ik zag geen spoor van paniek…

Heidi Schoefs
119 2

De lekkerste

Je hebt echt de lekkerste mond..  Met stip de lekkerste.  Je smaakt naar warme zomerdagen, te lang bewaarde koffie en als ik goed proef dan zit er nog een vleugje munt in.  Van die blauwe munt, die je op restaurant vaak krijgt bij het afrekenen. Daar vind ik ze vies.  Bij jou zou ik het missen mocht het er niet zijn.  Je mond opent zich heel terughoudend alsof je niet zeker bent dat je wil aangeraakt worden. Maar eenmaal onze warmte versmelt, worden je lippen vloeibaar en je tong indringend.  Je wil alles.  Mijn hele zijn wordt gulzig opgedronken in die ene lange, natte zoen.   Soms proef ik de bronstigheid nog voor je lippen weten dat ze mij willen kussen.  Het smaakt naar natte klei en paardenbloem.  Vol, verslavend en aards.  Ik lik langs mijn tanden en voel hoe mijn hart in het topje van mijn tong klopt. Alsof het een lied dreunt, de trom roffelt voor wat komen gaat. Wanneer je me loslaat, veeg je steeds met je mouw langs je neus. Je kan het niet laten, je lichaam dwingt je.  Alsof je zeker wil zijn dat het geen leugen was en je neus nog steeds zijn kleine, wipperige zelve is gebleven.  Ik moet er om lachen, jij kijkt schaapachtig.  Ik ruik je nog maar ik wrijf niets weg.  Zo hou ik je bij mij.   Net als het zachte fruitsnoepje dat de bakker in mijn hand stopte als klein meisje.  Ik mocht het niet opeten, maar ik rook er aan.  De zoetigheid, de fruitgeur, een zweem van plastiek en bakkerslucht.  Ik rook telkens weer.  Inhaleerde als een kettingroker, liet de geur smaak worden en in mijn mond ronddraaien als een topsommelier.    Uiteindelijk was het moment daar, het snoepje raakte mijn tong. Het was als de apotheose van een urenlang vuurwerk.  Intens.  Het broodnodig inlossen van een verlangen.   Jij hebt écht de lekkerste mond.

VeerleDegrieck
6 0

2023 (ziet er zo uit) (2)

In het kleine het grote vinden. 2023 ziet er zo uit.Doen we het niet allemaal? In 2023 was het continu vervagen en dan daarover vertellen. Tegen de stroom in vindt men iets dat al dood is. Ik wilde weer Dries genoemd worden. Zonder jou is het stil waar de stilte voordien nog leek te ontbreken. Niet iedere zin in het gedicht hoeft tot iets te komen. Soms is het ook de opbouw naar iets. En soms laat je het na, meer te weten te komen. Ik wil alles behalve dat er niets van af hangt.  In het kleine begint het grote. Hoe spreekt het gedicht tot je? Met welke stilte is het?Ik begon verandering in de status quo te zien. Niet bepaald een vrolijk zicht.We moeten al het saaie opnieuw beoordelen, het voordeel van de twijfel geven. Toch mis ik je. Zonder jou is het even waanzinnig als met. Dat is het punt net. Het is niet omdat zonder kan, dat je zonder moet. Dat blijf ik mezelf zeggen. Dit jaar is grotesk, op zijn zachtst uitgedrukt.Een rampenjaar, zoals alle andere jaren. Ik hoef dat niet te verantwoorden, en jij kan daarmee verder. Soms, wil ik meer dan enkel weemoed van een kunstwerk. Gelukkig maar. Soms wil ik dat alles samenhangend is. Alles, buiten het gedicht.  Als ik naar buiten kijk, word ik treurig. Ik zie dat de buurt in mij zit verweven. Ik kan niet kijken zonder daarna mezelf in te beelden. Willen we dat de omstandigheden zelfstandiger worden of afhankelijker? Het heeft beiden z'n voordelen. Nochtans spreek je niet zonder trilling in je stem meer. Je twijfelt. Want wil je vergeten, nog voor het gezegd is?

Dries Verhaegen
25 2

Hoezo, een mes mee?

Je kunt tegenwoordig geen nieuwssite bekijken (of krant openslaan) of je komt weer een verslag tegen van een steekpartij. Jong en oud, het maakt niet uit, geschillen worden niet meer uitgesproken maar “uitgestoken”. Ik verbaas me er over. Zeker als het gaat over daders die nog heel jong zijn. Hoe komen die dan aan een mes. Zeggen die ’s morgens tegen hun moeder “mam, ik neem even je vleesmes mee.” En zegt die moeder dan tegen haar kind “dat is goed hoor jongen, kijk uit dat je je er niet aan snijdt.” Waarbij de jongen het mes vrolijk tussen zijn wiskundeboek en zijn tablet opbergt. Hup, in de rugzak. Hoezo neem je een mes mee naar school? Onlangs las ik dat op een middelbare school in Frankrijk een lerares was doodgestoken. De dader, een leerling van 16 jaar, had stemmen in zijn hoofd gehad. Hij zou lijden aan een psychische stoornis. Oh, nee, maar dan kan hij er niks aan doen. Dan heeft die lerares gewoon pech gehad. Maar je zult die jongen maar net tegenkomen. Want die dame zal waarschijnlijk ook een relatie hebben gehad. En misschien ook kinderen.  Vorig jaar schreven jongeren ongeveer 70 steekincidenten op hun naam. Waarbij 10 mensen om het leven kwamen. Zelfs op oudejaarsdag werd er nog een 18-jarige knul doodgestoken. Gelukkig nieuwjaar, zou ik zeggen. Of wat te denken van die jongen van 16 die zijn schoolgenootje van 14 doodstak. Wat is er mis met ouderwets knokken. Waarbij dan een leraar tussenbeide kwam en de kemphanen allebei strafwerk kregen. Ze hadden wat blauwe plekken en schrammen maar ze overleefden het in ieder geval wel. Een geknakt ego is nog altijd minder erg dan een geknakt leven. Oh, en steekincidenten zijn van alle tijden, dat weet ik heus wel. Maar wat me toch een beetje beangstigt, is het schijnbare gemak waarmee jonge mensen met een steekwapen rondlopen. En het ook gebruiken. En je kunt wel denken, dat overkomt mij niet, maar je weet nooit naast wie je in de bus zit. Of wie je tegenkomt in het park als je de hond uitlaat. En dat vind ik helemaal geen prettig idee.        

Machteld
12 1