Hete Lucht
Wat een geluk bij een ongeluk. Onze oven bevindt zich immers op ooghoogte. Op die manier kan ik zonder nek-, rug-, of andere problemen het bakproces van de hapjes volgen. Toen ik zo-even in zeven haasten de verpakking openscheurde omdat ik deze nog snel bij het papierafval wilde proppen voor ze het kwamen ophalen, sloeg ik geen acht op de bakinstructies aldaar vermeld. Papier opgehaald en verpakking weg. Geen idee dus van het aantal graden en de baktijd. Eigen schuld, dikke bult. Last van opruimwoede? Ja. Boos op mezelf. Nee. Geen paniek. Wir schaffen das.
Die mini loempia’s zien er verrukkelijk uit. Nu al. Ze doen me denken aan dat geinige zangeresje, Loempia Zadora, die in de jaren tachtig aan de zijde van Jermaine Jackson een monsterhit scoorde met ‘When the Rain Begins to Fall’. Die regen begon hier twee maanden geleden al te vallen en dat doet ie nog steeds. Met bakken uit de lucht zelfs, om in de context te blijven. Na regen komt zonneschijn. En warmte. Zoals ik al zei: alles onder controle, behalve mijn gedachten. Deze kok kan bij zijn oven nog van alles bekokstoven.
Ik hou van een propere en opgeruimde keuken. Geen man overboord dus bij het schoon schip maken. Integendeel. Ik dobber rustig op mijn eigen hittegolven en voel me ontspannen en behagelijk, zo met mijn kin tegen de ovendeur, me verkneukelend op al het lekkers en genietend van het zachtjes opwaaien van de randjes van het bakpapier. Zalige warmte, afgewisseld met een zwoel, deugddoend windje. Met mijn ogen dicht lijkt het alsof ik op een of ander idyllisch strand rondhang. Heerlijk.
Het is en blijft natuurlijk een bakoven. Honderdtachtig graden is toch wat van het goede te veel. Ongeveer het zesvoud van wat ik aankan. Ik hoop trouwens dat ik dood ben als ik daadwerkelijk in een oven beland. Dat hoeft nog niet meteen, hoor. Geduld is een schone deugd. Om de kosten te dekken, mogen ze me zelfs samen met anderen in de oven gooien, dat bespaart energiekosten. Ja, dat lijkt me wel gezellig, zo samen. Als ovenhapjes, maar dan nog veel intenser.
‘De groepscrematie was heel goed meegevallen,’ zou de begrafenisondernemer achteraf zeggen, ‘iedereen was aangenaam verast’.
Ik hoef overigens niet verstrooid te worden. Dat ben ik nu al. Hapjes verbrand.