Zoeken

GodDOG

marks in the snow ************************************************ IK GeloofNietIn goden Niet de westerseNiet de oosterseNiet de noordelijkeNiet de zuidelijke IkTrachtIedereDagEenBeetjeIn myTe geloven Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven. Even de hoofdlettertjes weg en het leest vlotter.Even de hoofdlettertjes weg en het leest vlotter.Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven.Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven.Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven. Even de hoofdlettertjes weg en het leest vlotter.Even de hoofdlettertjes weg en het leest vlotter.Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven.Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven. MaarWie benIkOmTe ontkennen Wat duizendenStemmenhoren In de stemmen In DIENS naam Voor wie men het steeds doet. Verf 2006-11-17   feedback van andere lezers fenkZoals je zegt: we kunnen niets ontkennen, maar gelukkig moeten we ook niets geloven. Zolang we maar mogen lachen!("ontkenen" -> "ontkennen")verf: nice dichtduvelMassahysterie en -waanzin : een draak met vele koppen. Jefverf: NIce miepeVerf, dit is goddelijk goed! verf: nederig DANKE DANKE AudaZou de laatste drie verzen gewoon schrappen. Is magnifiek in zijn eenvoud...verf: DANK U ERWEESpeciaal weer!Ga eens zoeken naar mijn Notities = 12/10verf: OK GhislainePrima. Een tip waar je mee doet wat je wenst: Ik tracht iedere dag een beetje in mezelf te geloven. Even de hoofdlettertjes weg en het leest vlotter. mariagarquezOverweeg dit eens: niet in god geloven maar je wel laten inspireren door (mythische) personen als jezus, de liefde van maria voor haar zoon, de liefde van maria magdalena, ... Neem ze niet voor waar, maar ze lezen of er over nadenken kan heel inspirerend zijn.verf: ik weet nog wel enkele bedenksels die niet alleen inspirerend zijn maar ook zeer bevredigend zijn SabineLuypaertik denk dat die doent doet bedoeld isof doemt zou ook leuk zijn in deze kontext(smile)vind hem leuk maar ben het wel eens met ghislaine over de hoofdletters stormvonkIk volg auda en die hoofdletters, tja ik hou er ook niet van maar dat is ieders vrijheid hé gonoZoals steeds, waarlijk geniaal of is het anaal? Heb soms last van verkeerd woordgebruik, waarvoor m"n exclusieve excuses je zult het mij waarschijnlijk niet ten euvel dulden, maar ik ben maar tot m'n 5 jaar naar school geweest, langer konden ze het met mij niet uithouden, ik was als kleuter al een arrogante zak, daar door schrijf ik soms wat speelfauten hé?verf: ik dank mijn vijanden voor de adrenalinegroeten VickyLievenswowwoowwooowwauwwaauwwaaaaaaaaaaaaauuuuuuuuuuuuuuuw!!!verf: ? ? ? ? ??? ???? ? ? ? ??? ? ??? ??? ? seppeHa!verf: nice spinvisinderdaadverf: XX Luckyde hoofdlettertjes in je leven...... Luckykronosje hoeft jezelf niet te overtuigen, luister naar de anderen ! RolandBergeysik volg je helemaal. Even over de verhalen die ik een tijdje geleden aanreikte: -over sexualiteit: Angelo, Eenoog -over SM: Magic Molly -over armoe: Gustje Vito, Ben, Sören -over tentoonstellingen en bootvluchtelingen: Manuel -over kerst; Pernod. Zie maar hé.   ***********************************************       

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
6 0

Panorama

Hier zitten we dan. Boven op de berg. De berg die we samen overwonnen. Lang geleden was een molshoop al te veel. Toen ik alleen was en toch niet. In de verte daar beneden, de stad. Ik ging het helemaal maken. Het leven was van mij. Ik wilde bruisend, spannend, fun! Niet dat saaie gedoe van school, 's avonds met z'n allen voor de tv, 's zaterdags naar ballet en 's zondags naar oma. Saai, saai, saai. Ik wilde weg, groots. Ik wilde. Wild. Wild wilde ik. Met tientallen waren ze, soms met honderden. Allemaal vrienden. Gefeest dat ik heb, gesnoven, gedronken, me laten nemen op toiletten, in goedkope hotelletjes, in de donkerste hoekjes van de grote stad. Jarenlang. De stad daar beneden. De stad die nog steeds mooi is. Dat is niet veranderd. Al die lichtjes. Die verte die ooit zo dichtbij was. Kijk hoe mama geniet. Dat trekje aan haar linkermondhoek. Herken ik uit mijn kindertijd. Als ik mijn kleine zusje aangekleed had. Of geholpen had met het plooien van de was. Ik had geen keuze. Ze hadden gezegd dat ik een mes onder het bed moest bewaren. Voor noodgevallen. Er lopen zoveel freaks rond. Gestoorde gekken. Ze ... de andere meisjes die werkten voor Carlo. Carlo zelf wist van niks. Niks mes, zou hij zeggen. Meisjes genoeg. Het was hij of ik. Hij wilde me doen stikken. Zijkant hals. Steken en goed doortrekken. Naar voren, zo zei Tilly. Vroeger vertrouwde ik iedereen, toen alleen Tilly. Ik deed exact wat ze zei. Klant, ongewassen dikkerd met stoppelbaard en slechte adem, dood. Alles vol bloed. Carlo woest. Ziedend. Nooit wilde hij me nog zien. Niet in zijn buurt, niet in de straat, niet in de stad. Of hij zou me kapot maken. Op dezelfde manier. Tilly weende, draaide zich daarna om en liep van me weg. Zoals iedereen.  De enigen die je vergeven op deze wereld zijn je ouders. Mama makkelijk, papa uiteindelijk ook. Zijn arm om me heen. Ik ben terug dat kleine meisje. 'God is mijn licht', de betekenis van mijn naam. Nora. Zoveel lichtjes daar beneden, maar ze zijn vals.  Niet meer nadenken. Gewoon genieten van het uitzicht. Hier en nu, tussen mijn ouders.

Danny Vandenberk
10 0

Dapper

Zaterdagavond.Ik ben doodop van een ganse dag ontspannen. Zo diep ontspannen dat het ijsbad op het einde een koud kunstje was.“Verbaast me niets!”, app je me.“Hoezo?”“Omdat ik je ken. Jij bent stoer en onverschrokken. En dapper.” Ik lach je woorden weg en zet koers naar mijn schoonouders.Ik koester de lange autorit, ook al ben ik geen held achter het stuur.Ik wil eigenlijk niemand zien. Laat me gewoon even zijn.Maar ik word verwacht voor het avondeten. We vieren meteen ook de verjaardag van mijn zoontje.Ik ben knullig in het organiseren van feestjes.Dit jaar valt zijn verjaardag bovendien tijdens onze zomerreis, dus ik heb het initiatief aan mijn schoonmoeder gelaten. En daar zit ik dan. Moe. Afweziger dan ik zelf fatsoenlijk acht.“Of het boeiend was, die opleiding?”Ik knik.Voor de vorm heb ik mezelf een dag op ‘opleiding’ gestuurd. Ik kijk rond. We zitten voor het eerst in de vernieuwde woonkamer.Wit en beige. Decoratie die ik niet snap.Het ziet er duur uit, maar de ruimte spreekt me niet aan.En ik hoor mezelf zeggen:“Het… mist wat karakter voor mij.” “Of ik de schildertechniek niet bijzonder vind?”Mijn man springt zijn ouders bij.Ik raak niet verder dan: “Njah.” Even later stuur ik jou:“Ik ben toch stoer. Net aan mijn schoonmoeder gezegd dat ik haar interieur niet mooi vind.”En ik voeg eraan toe:“Ik moest wel. Ze snapt de poëzie van het leven niet.” Dat was niet eerlijk.Natuurlijk beleeft ze op haar manier de poëzie — in de bodemloze liefde voor haar kleinzoon. Ze leeft voor hem.Maar dat bedoelde ik niet.Ik doelde op de verheerlijking van het functionele, door de mensen die mij omringen.Alles moet nuttig zijn. “Voor de vooruit.”En je mag natuurlijk niet vergeten ook eens 'leute' te maken.Het mag plezant zijn. Maar poëzie? Poëzie is iets voor op een kaartje bij speciale gelegenheden.Ze beleven ze niet, die schoonheid van geraakt worden —door een landschap, een sfeer, een blik, een woord. Ik leef voor die ontmoeting.Voor de schoonheid van het alledaagse. Vergis je niet, ik kom je niet vertellen dat ik me beter voel dan hen. Wel anders. Pijnlijk anders. Het doet me vrezen dat ik tekortschiet én te veel ruimte inneem.“Verrader! Ondankbaar wicht! Luilak!" Ik incasseer de snoeiharde zelfkritiek.“Wie denk je wel dat je bent?”Ik zet me schrap voor wanneer de woorden straks ook buiten mij zullen klinken. En dan herinner ik me:Jij bent onverschrokken. En dapper.Ik hou zo ontzettend veel van het leven! Ik richt me op, schraap alle liefde in mij samen en kijk mijn criticus zacht aan. “Denk er gerust het jouwe van, maar ik leef.” 

AnneliesPattyn
8 1

Stilvallen

We maakten van de feestdag gebruik om een dag vroeger op reis te vertrekken. Dit jaar zou onze vakantie beginnen zodra we in de wagen stapten. Geen haastig kilometers vreten, wel overnachten in het Château de la Bouchatte en onderweg de Puy-de-Dôme ontdekken. Alle stress achterlaten nog voor we goed en wel vertrokken waren. Stilvallen deden we. Om zes uur ’s avonds, op drie kilometer van onze voorziene tussenstop. Een pak abrupter dan gepland. Terwijl Arno in een kramp schiet, verbaas ik me erover hoe weinig informatief het dashboard vol lampjes is. Nog niet bereid de controle uit handen te geven, stel ik voor het knopje te zoeken om de motorkap te openen. Bij de aanblik van zoveel complexiteit moet ik lachen. Dapper ga ik op zoek naar het oliekannetje. Controleert niet elke zichzelf respecterende automobilist met pech het oliepeil? Een behulpzame buurman lijkt dezelfde mening toegedaan en voegt meteen de daad bij het woord. Hij wil er zelfs olie bij kappen, maar die blijkt helaas niet compatibel. Er komt een tweede buurman bij. Intussen bespeurt mijn zoontje een veel groter probleemgeval: met de buren komen ook katten mee… zwarte dan nog. Gefronste wenkbrauwen, gekrab achter de oren. En ook ChatGPT krijgt de motor niet aan de praat. Het begint me te dagen dat we dit niet zelf gaan verhelpen. Koppig kalm stop ik mijn man het nummer van de pechverhelping toe. Ze komen eraan — ten vroegste over anderhalf uur. De buurman biedt aan om Elias en mij alvast naar het kasteel te brengen. Arno blijft bij de wagen. De knoop in mijn maag trekt strakker aan; mijn buik weet dat we niet meer aan het stuur zitten. Ik doe mijn uiterste best die boodschap te negeren. Met een glimlach leg ik in verroest school-Frans uit waarom mijn man pas later zal aansluiten. Niet getreurd: we kregen een upgrade en mochten onze intrek nemen in de suite. Terwijl ik de specificaties van de massagestoel krijg toegelicht, verdiept Arno zich langs de kant van de weg in de beginselen van automechanica en verzekeringen — met de hulp van trouwe metgezel ChatGPT. En Elias? Die wil maar één ding: de spin in de hoek moet weg. Tegen elven maakt Arno niet onopgemerkt zijn entree. Je rijdt niet elke dag mee met een takelwagen. Uit het donker verschijnen overal helpende handen. Ik geneer me over onze rommelige bagage. In een recordtijd is de auto uitgeladen. Met elke koffer wordt mijn gemoed een beetje zwaarder. Alle info past op één enkel visitekaartje van de garage. De zorgvuldig bewaarde moeilleux au chocolat brengt weinig verandering in Arno’s zorgelijke gezicht. Ik kan je vertellen: een twijfelaar leent zich niet tot met twee liggen woelen. Bij het ochtendgloren ontsnap ik naar de tuin. Ik laat mijn ogen rusten op het vredige landschap. Blootsvoets hervind ik houvast in het verdroogde gras. Ik vul mijn longen met verse lucht. De zonnegloed ontspant mijn lijf als een warm bad. Langzaam lost de hoofdpijn op. De ochtendglans vervaagt wanneer Elias en ik ons ongemakkelijk installeren buiten op de stenen trap, wakend over de bagage. Meer dan anders struikel ik over mijn woorden, en mijn gevoel voor drama is ondermaats. Vier verhaaltjes van Panda en Eekhoorn later, nog steeds geen nieuws van Arno. “Er is geen auto!” De ontreddering in Arno’s stem laat geen twijfel bestaan. Hij maakt geen flauwe grap. Ik wil meer uitleg. Hij moest gewoon de geregelde vervangwagen ophalen. Wat kon er mislopen? Al te goedgelovig zijn dus. “Een reservatie door uw dossierbeheerder? Wij vinden niets terug, mijnheer. In deze periode een huurauto te pakken krijgen? Haast onmogelijk, mijnheer. Veel succes nog.” Blijven was geen optie. Alle kamers waren bezet voor het weekend. Bovendien voldeed het negentiende-eeuwse gebouw allerminst aan Elias’ ridderlijk concept van een kasteel. Hij wilde daar weg. We slenteren toch maar weer naar binnen om onze netelige situatie uit de doeken te doen. Heel even lijkt een lokale vertegenwoordiger wél iets gedaan te krijgen. Maar ons gebrek aan Franse bankcheques doet ons de das om. We grijpen opnieuw naast de wagen. De reisbijstand heeft een kamer in het Première Classe-hotel in de aanbieding. De recensies laten weinig aan de verbeelding over: vies, geen verse lakens, sauna, de deur gaat niet op slot. Dat wordt dus voor onbepaalde tijd kamperen op onze bagage — als we die überhaupt in die tien vierkante meter gepropt krijgen. Geen ridderlijk vooruitzicht voor Elias. Het getik van een antieke klok accentueert de ijzige stilte in de zitkamer. Arno’s lege blik verraadt een overvol hoofd. Ook bij mij dreigen de zorgen de spitsvondige ideeën te verstikken. Elias heeft zich overgegeven en ligt op mijn schoot te slapen. “Zou u geholpen zijn mochten we drie matrassen leggen in onze feestzaal?” We laten de tranen van opluchting stromen. Even later zijn we majestueus geïnstalleerd in onze ruimste logeerkamer ooit. Onze magen gevuld met een door onze gastheer geïmproviseerde lunch. Frikadellen met bonen uit blik. En dan rest ons niets dan voor de tweede keer stilvallen. Plots hebben we werkelijk niets meer om handen. Geen telefoontjes, nergens heen. Stilte. Terwijl Arno verbeten mogelijke scenario’s blijft uitdenken en Elias opgaat in zijn Lego-bouwwerk, rol ik mijn yogamat uit. Met de spanning laat ik ook mijn zelfmedelijden los. Tegenslag hoort bij het leven, dus ook bij dat van ons. Zeker lastig, maar niks persoonlijks. Bovendien zijn zowel mijn reisgezelschap als deze plek best charmant. Ik neem er vrede mee. Maandagochtend. Ik rol nog één keer mijn yogamat uit. Arno ijsbeert tussen zijn scherm en het toilet. Ik glimlach bij de gedachte dat we ons voorbereiden op de strijd met onze reis-‘bijstand’. Een nieuwe contactpersoon aan de lijn, uiteraard. “Uw wagen werd gesleept naar een garage waar ze er niet aan kunnen of willen aan werken… Een vervangwagen is budgettair niet mogelijk, mevrouw… Een oplossing, nee, die heb ik nog niet. Daarvoor bel ik u later terug… Blijft u vooral rustig, mevrouw, we zijn er om u te helpen.” Zijn communicatietrucjes werken als een rode lap op een stier. We schakelen alle hulpbronnen van het thuisfront in om de druk op te voeren. Iets na de middag zetten we koers naar onze vakantiebestemming, met een vervangwagen. Onze eigen wagen gaat alvast terug naar België. Onze vakantie kan beginnen. En nu pas voel ik het gewicht — van het verdriet. Ik mis iemand om bij thuis te komen met mijn verhaal.  De echo van eenzaamheid klinkt onverwacht luid. Ik weet dat zo voortaan scherper zal blijven horen.  Ik verstar. Ik herinner. Ademen volstaat. Ik probeer zachtjes te bewegen — met mijn pen over het papier.

AnneliesPattyn
4 0

een morgen op het plein

Een morgen op het plein    Deze dag rolt helemaal anders. Duizend gedachten flitsen door haar hoofd.Ze schakelt het espressoapparaat in op automatische piloot. Ze hoort hoe het verwarmingselement het water begint op te warmen. De zenuwen gieren door haar lijf.Het kan niet snel genoeg gaan vandaag. Wat elke morgen  een uitgebreid genotsritueel is, zal vandaag gechronometreerd verlopen.Ze probeert zichzelf wat te kalmeren door te denken aan oefeningen  die ze  verleden week in de yogales leerde bij  Celia. Ze neemt een wit kopje uit de keukenkast, plaatst het onder het koffiemachientje dat nu aangeeft dat het wil klare koffie schenken. Vragen schieten door haar hoofd. Maar ze weet dat ze geen pasklare antwoorden heeft. Hoe zal het gesprek verlopen? Staat ze tegenover een man of vrouw? Zou ze een  kans krijgen  om te bewijzen wat ze in haar mars heeft? Het  witte kopje wordt gevuld met de  geurige zwarte vloeistof  waar ze toch driemaal daags  echt nood aan heeft. Nee, deze morgen is  het niet echt genieten. Heel haar lijf siddert van opgehoopte spanning. Ze neemt een slokje en probeert een toastje naar binnen te werken. Heel even kijkt ze op haar polsuurwerk. Veel tijd  is er niet meer. Deze morgen is alles tempo, tempo. Ze slurpt nog de helft van haar kopje leeg, kiepert de rest  in de afwasbak. Ze zet het kopje op het aanrecht. “ Doodjammer van het gemiste kleine genot” denkt ze “Zo loopt het, dit kan even niet anders “.Ze neemt haar jasje van de kapstok in de gang. Monstert, zichzelf nog voor de grote spiegel in de inkom. “Veel geluk, meid” mompelt ze in zichzelf.Ze trekt de deur toe en wandelt met gezwinde pas de stad in. Tien minuutjes later staat ze op het centrale plein. Haar ogen knipperen heel even in het voorjaarslicht.

tjen1953
4 1