Zoeken

Twizted

Musicbardude’s log :stardate 01/12/21 – 19:46 Ik trek dat blijkbaar aan, onbekende mensen vertellen me soms ongewenst en ongepast hun diepste zielsroeselen. Dingen die ik soms echt niet wil weten.Mijn vrienden en kennissen mogen dat natuurlijk, graag zelfs, maar wildvreemden die dat doen, het is een eigenaardig gegeven. Misschien is het een soort uitstraling die ik heb, ben ik soms te vriendelijk, te open ? Ik heb het daarnet nog gecheckt… nee ik heb geen tattoo-tekst op mijn voorhoofd die zegt “vertel uw problemen enzoo aan mij. Ik los dat op.”Achter de toog werd dat ook soms van mij, als part of the job, vereist. En zeker als ik mensen kon bijstaan met wat levenservaring, goede raad enzo. Echt geen probleem.Voor de toog heb ik daar minder behoefte aan. Een paar weken geleden was het weer zover. In Zwijndrecht, in de buurt van de kerk waar ik een volkscafé was binnengestapt. Het terras was open en alhoewel het een frisse dag was, besloot ik toch maar om me daar te zetten, zicht op het kerkplein en de grappige menselijke activiteiten. Begrijpelijk, dat er geen bediening was op het terras en ik binnen aan de toog mijn koffie moest bestellen. Met alle plezier, snuif je ook wat van de sfeer van het café op en maak je ineens kennis met de cafébazin. We geraakten in afwachting van mijn koffie wat aan de praat over de horeca, wat er allemaal bij kwam kijken, de problemen enz. Ik liet me in een onbewaakt moment ontvallen dat ik ook een café had uitgebaat en gestopt was, maar ik trad niet teveel in detail. Er waren buiten mij op dit middaguur slechts 2 klanten, allebei éénzaam en apart gezeten aan een tafel aan de muur tegenover de toog. Een verfrommelde man maakte zich plots los van zijn tafel en kwam bij ons staan. Hij had natuurlijk wat van onze conversatie opgevangen. Na mij een iets te stevige hand te geven en zijn voornaam te prevelen. Stortte hij een woordvloed uit, waarvan ik slechts flarden in verstaanbaar Nederlands kon verstaan. Vroeger dokwerker geweest, hard moeten werken altijd, niet zoals de jeugd tegenwoordig. Hij kwam vroeger graag in ‘t stad, zuipen en achter de vrouwen lopen, op auto’s dansen. Ik moest eens weten hoe dat het er vroeger aan toe ging. Enz. Enz. Je weet wel de straffe verhalen van een gemiddelde buitenstedelijke man. Af en toe knikte ik wat meelevend maar na enkele minuten was ik het wel beu, bovendien stond mijn koffie gereed en die mag je niet koud laten worden.Ik onderbrak zijn verbale diarree met een kort, “tot straks ik ga even eerst mijn koffie drinken” en stapte naar buiten.Twee microseconden later stond hij bij mij zijn monoloog verder te zetten, maar zijn toon werd wat agressiever, flarden van dat hij goed kon vechten en dat hij meermaals had moeten tussenkomen hier in het café. Amai, toen hij nog zo jong was als ik, had hij me eens moeten tegengekomen. Hij begon ook wat met zijn vuisten te zwaaien…Ik sipte rustig verder van mijn koffie en uiteindelijk bedaarde hij en ging terug naar binnen.Een klein kwartiertje later toen ik ging afrekenen aan de toog, zat hij alweer op zijn vertrouwde stek. Nog snel even naar de toiletten. Daar hing de liefstelijke toiletgeur die ik ooit geroken had, ik ben zelfs enkele malen binnen en buiten gelopen om de ervaring over te doen. Ik heb de cafébazin bij de afrekening het merk van die airfreshener dan ook doen noteren. Mooie fooi achtergelaten zoals het hoort.Ik had de buitendeur al in mijn hand toen ik me toch nog even wendde tot de oldtimer (was zijn naam reeds vergeten).“Hoe oud ben je eigenlijk, als ik je zo bezig hoorde was dat allemaal precies lang geleden” “Ik ben al 52 en jij ?” “Al 43” loog ik tevreden.

The Musicbar-Dude
3 0

Carrefour Blues

Musicbardude’s log :stardate 29/11/2021 – 17:46 Lijstje voor aankopen in de supermarkt op papier geschreven. Check Elektronische back-up van dit lijstje op mijn smartphone Xiaomi Rednote. Check Back-up van dat lijstje in de Google cloud. Check Lijstje nog daarvoor nog eens doublechecked. Check Kleding aangetrokken opdat mensen geen aanstoot zouden nemen. Check Schoenen, Muts over warrige haardos, tanden gepoetst, kleine hoeveelheid deodorant, geen dringende lichamelijke uitscheiding behoeften klein of groot. Check Baardje toch wat bijgeknipt. Alhoewel ik een trimmer ga afhalen in het ingebouwde postpunt bij Carrefour. Barcode Bpost op smartphone voor Coolblue. Check Niets dat op het vuur stond te pruttelen, gaskranen dicht. Check Nakijken e-mail nog eens snel. Check TV/PC/Verlichting uit. Check Sleutels / Portefeuille. Check Mondmasker. Check Een laatste keer aankooplijstje overlopen : 2 repen pure Chocolade Cote D’Or 3 of 4 (naargelang voorradig) blikjes cola zero 1 lang gesneden brood 1 middelgrote bus slagroom, voor divers gebruik, maar bedoeld voor Irish Coffee Check.   Kordaat stapte ik mijn huis uit en ging gedecideerd richting nieuw gerechtshof. Dit moest goed aflopen, geen weg naast, wat voor fysieke of mentale obstakels ik ook zou tegenkomen. Het weer werkte licht tegen maar 200 meter naar de Carrefour is zelfs in deze niet ideale omstandigheden maar een kleine afstand. Aan het einde van mijn straat, bij het nieuwe gerechtshof splitst het Zuid zich in het nieuwe en oude Zuid. Zou ik oversteken naar het nieuwe zuid waar je via het Zillionpad de poort naar deze nieuwe nog ongure wijk nemen. Ik vermande me, ik was vroeger al eens op het slechte pad geraakt en dankzij goede vrienden en uren therapie gered. Aan de Zillion waar ik vroeger sporadisch wel eens was geweest had ik geen goede herinneringen. Telkenmale was ik daar nogal hardhandig buitengewerkt.Ok, ik had niet in dat Aquarium mogen duiken tussen die zeemeerminnen, die achteraf dan ook nog eens gewoon schaars geklede meisjes bleken. Ik had ook geen badmuts op. Die andere keer was ook nogal onfair, iets te weinig bollen gepakt, een ervaren buitenwipper had dat in het snuitje. Ik viel wat uit de toon met mijn minder sobere dansstijl.   Nope ik vervolgde gewoon onverstoorbaar mijn weg via de Jan Van Gentstraat tot aan de hoek met de Pacificatiestraat. Carrefour : schuifdeuren open, mondmasker op, naar het postpuntloket. Daar sta je dan een kwartier achter een gele streep voor die toog. Hopende dat iemand aan de kassa je in de gaten krijgt en via de P.A. omroept dat er iemand het Postpunt moet bemannen of bevrouwen, maakt niet uit. De analyticus in mij maakt zich tijdens die voortschrijdende minuten niet druk maar observeert het Carrefour-markt gebeuren. Mensen die komen en gaan, sommigen nerveus, sommigen rustig, soms onhandig met zakken of dozen sleurend. Leuterend aan hun phone, vijandig naar mij kijkend, vriendelijk kijkend, nieuwsgierig kijkend. Mijn gedachteanalyse begon de romantische richting uit te gaan bij het observeren van een dame met een paar wel heel grote meloenen in haar mandje dat ze voor zich uit hield. Tot een cassiere zich losmaakte uit de buik van de supermarkt (het gedeelte voor de kassa’s).Ze nam plaats achter de Postpuntkassa en vroeg me tamelijk kortaf de barcode van de zending. Ik was nogal verstoord maar ze streelde wel mijn ijdelheid door, na mij het bewuste pakket overhandigd te hebben, om mijn handtekening te vragen.Een mand gepakt, het niet te grote pakket er in, en ik was klaar om de rest van de lijst af te werken. De indeling van de Carrefour dwong me om eerst het brood te kopen. Lang wit gesneden. Nope, was uitverkocht. Broodjes dan maar, voor de afwisseling ook. Mmm daar paste het beleg dat ik thuis had, niet lekker tussen. Jonge gesneden kaas van het huismerk, ontvette hesp van Herta, salami met look (ik ben geen pussy) preparé ,en voor misschien een smos te maken. Salade, Tomaten, Een bokaal augurken, Lichte Mayonaise (die was thuis ook op), een paar uien om te snipperen. Ondertussen moest ik mijn mand inwisselen voor zo een volwassenen kar.   Het tweede op mijn lijst was een bus slagroom, dat ging vlot maar voor alle veiligheid nam ik er toch maar twee mee. Mijn oog viel daarbij ook op een aanbieding voor fruityoghurt van Danone. Twee en één gratis, je weet wel. Een gewoon brik met room voor mijn White Russians kon ook altijd van pas komen.De rayon waar de chocolade zich bevond was de gevreesde snoep rayon maar daar hadden de uitgestalde waren geen effect op mij. Behalve de doos stroopwafels van Meli en de voordelig verpakte Melo-cakes. En nog wat Marsen.   Alleen nog maar het laatste item op mijn lijst voltooien. Enkele blikjes cola zero. Eitje. Ah ja misschien toch nog wat eieren voor die smos. De blikken waren per 6 verbonden dat vond ik dan weer handig. De toch wat volrakende kar in. Nog wat rollen Tesla-tape, kan je nooit genoeg van hebben. En ik bedacht me ook dat die Fa ananas douchegel die ik laatst gekocht had niet echt een succes was. Ondanks mijn aan de waanzin voorliefde voor alles Ananas.En waarom niet, een forse flacon appeltjesbadschuim. Om de hamsterwoede die er ongetwijfeld weer aankwam voor te zijn pakte ik ook nog snel een 24 tal rollen wc papier, 12 rollen keukenrol, en 6 dozen van die vochtige babydoekjes met aloë vera voor de gevoelige huid mee. Aan de kassa gekomen kwam ik tot de constatatie dat mijn schamele maar mooie boodschappentas niet volstond. Bruikbare kartonnen dozen waren er alweer niet dus zag ik me verplicht tassen bij te kopen. De vriendelijke cassiere verwerkte met de hulp van barcodes mijn kar, ik rekende gezwind af en stond seconden later voor de deur van het filiaal, omringd door veel te veel gevulde zakken. Dit kon ik zeker niet in één keer naar huis brengen, gelukkig was er de Antwerp Taxi app op mijn smartphone en de taxi liet niet lang op zich wachten. Oef, eind goed al goed tot de dag daarna in de krant dit verscheen en ik me verslikte in mijn broodje preparé smos. Vandaag om 11:21 Preparé uit de rekken gehaald bij meerdere supermarkten: mogelijk besmet met salmonella Het vleesverwerkend bedrijf Norenca uit Geel neemt uit voorzorg americain preparé en americain preparé martino uit de handel en roept het product terug van bij de consument wegens mogelijke aanwezigheid van salmonella. De producten werden vanaf 24 november verkocht in verschillende filialen van Makro, Metro, Spar, Carrefour, Alvo en Leaderprice. Het gaat om americain preparé, americain preparé martino en americain natuur met houdbaarheidsdata tot 30/11, 01/12 en 02/12. Ook de rund beefburger met diezelfde houdbaarheidsdata wordt teruggeroepen. Het bedrijf vraagt klanten het product niet te consumeren en terug te brengen naar het verkooppunt. De kwalijke dosis preparé snel teruggebracht en ik kreeg zonder probleem een vervang-preparé in de plaats. Thank God voor die timing, dat ik er nog niet van gegeten had. Salmonella wil je echt niet krijgen en ik spreek vanuit een Spaanse vakantie ervaring. Liever nooit meer. Dit was wel een soort teken van Karma. Ik beloof om het personeel van de Carrefour nooit meer een Mind-Fuck te geven. Ja, ik had me daar vroeger wel eens aan bezondigd en het verbaasd me nog altijd enorm dat ik niet op hun zwarte lijst stond. Éen van mijn routines was vroeger wel eens de één aankopen, één betalen routine.Ik nam demonstratief de grootste winkelkar die ik kon vinden, gooide daar een handvol shoppingbags in (tot grote tevredenheid van de winkelmanager die mij soms in de gaten hield).En dan kocht ik slechts één item. Een wortel, een tomaat, een courgette, een druif, een sneetje belegen kaas, een sneetje brood, één Nacho chip,.. je kan dit zelf, mits wat fantasie ook makkelijk aanvullen. Het vroeg soms wel wat prutswerk, vooral bij zwaar verpakte goederen. Het meest ondeugende was ik wel die keer dat ik gewapend met slechts één (wel nog verpakte) condoom me aanbood bij de kassière. Ze keek heel bedenkelijk maar die blik was nog niets vergeleken met de vuurspuwende ogen die ze op mij richtte toen ik een klein uurtje later me terug aanbood bij haar kassa met identiek dezelfde aankoop. Sorry Carrefour medewerkers, ik ga dat zeker nooit meer doen.  

The Musicbar-Dude
0 0

Midnight at the Oasis

Een nachtje stappen in internationaal gezelschap recht en totaal onverwacht de onderbuik van Antwerp City in. Die avond (halverwege de jaren ‘90) was ik op stap met Erica en Marco. Erica was een Duitse vriendin uit Dortmund en regelmatig kwam ze me opzoeken om hier in Antwerpen uit te gaan en van andere, vooral mijn benefits te genieten en omgekeerd. Ik was in die periode niet toe aan een vaste relatie en bracht haar regelmatig een tegenbezoekje in het nog niet eens zo verre Dortmund. Dat was toch wel onze deal ; een soort culturele uitwisseling die ooit zou eindigen als één van ons zich over zijn bindingsangst kon zetten. Maar dat was vannacht nog zeker niet aan de orde. Ik had haar leren kennen tijdens een concert van Firehose in de Effenaar in Tilburg. Ze stond een beetje verder, wiebelend van de muziek te genieten. Ze droeg een T-shirt van Screaming Trees en ik vond haar ook wel heel mooi. Na een beetje onhandig aan de praat geraakt te zijn was ik er het na het optreden in geslaagd om haar naar Antwerpen te ontvoeren. Haar beduusde Duitse vrienden ten spijt. Erica zag er trouwens helemaal niet cliché Duits uit (grote volle borsten, blonde lokken, blozende kaken). Ze had gewone mooie borsten en was een brunette met sluik haar dat ze soms sexy over één oog liet vallen. Geen klassieke schoonheid misschien maar ze had een brutale gelaatsuitdrukking die me elke keer deed smelten. Slank maar niet mager, altijd combatboots aan, droeg nooit een rok of jurk en was spaarzaam met make-up. Een mooie oorbel had ze ook, twee verstengelde slangen. Marco was bi, wat hij me bij onze eerste kennismaking aan de toog in mijn stamkroeg onmiddellijk toevertrouwde. Ik schudde zijn hand, vertelde hem ook mijn naam en voegde er aan toe dat ik straight was, maar niet te fanatiek. Hij kon er smakelijk om lachen, en ik kon eerlijkheid wel appreciëren we werden snel de beste vrienden. We hadden dezelfde weirde humor, bijna dezelfde smaak in muziek, films en boeken. Altijd hadden we wel een onderwerp om over te palaveren. Marco was ook nog niet echt relatie gebonden. We converseerden onderling, ik en Erica in het Engels, maar zeker geen Oxford Engels. Mijn gebrekkige kennis van het Duits en haar compleet afwezige kennis van het Nederlands hadden tot deze compromis geleid. Marco deed natuurlijk ook mee in het Engels en had een ware encyclopedische kennis van schunnige woorden en uitdrukkingen in die taal. Waar had hij die opgedaan ? Ikzelf was dus tamelijk straight, maar net zoals Erica wel avontuurlijk. Altijd bereid om nieuwe zinnenprikkelende ervaringen op te doen. Zou deze avond leiden naar de verhoopte trioseks waarop Marco al heel de avond, en een beetje tot vervelens toe, aan het alluderen was ? Geen idee, maar ik was wel zeker dat ik op dit moment nog niet dronken genoeg was. Blijkbaar waren we daar naartoe aan het werken. We zwalpten van café tot café en belanden uiteindelijk in een kroeg waar we, eigenaardig genoeg nooit eerder geweest waren. Geen naambord. We namen plaats aan de toog en we voelden instinctief alledrie aan dat er iets mis was aan deze kroeg. De kroegbaas sprak met een Nederlands accent maar dat was niet de enige reden dat we ons ongemakkelijk voelden. De rook in de kroeg dreef even doelloos rond als de meeste mensen die hier gestrand waren. Ik probeerde te achterhalen wat me verontrustte, dat we hier nog nooit geweest waren was inderdaad vrij uitzonderlijk. De kroeg lag nabij de Hoogstraat, midden in het epicentrum van de horeca. Er was niets bijzonders aan, de obligate reclame voor frisdranken en bieren was aanwezig, een bingokast naast de deur, enkele mensen aan een tafeltje ernaast. De inrichting getuigde van weinig smaak en nog minder geld. Achter de Nederlander, naast de glazen enkele ansichtkaarten van stamgasten die het zich konden veroorloven op reis te gaan. De muziek was ok, geen Nederlandse Schlagertoestanden maar smaakvolle Acid Jazz. Galliano, the James Taylor Quartet, Jamiroquai, US3 kwamen aangenaam door de speakers gegalmd maar brachten hier, op deze plaats geen sfeer. Misschien moesten we hier na een snel drankje toch maar verkassen naar één van de vele danscafés in de buurt.We zetten ons op een barkruk aan de ruime toog, van ideale hoogte. Ik bestelde een Rum coke, Erica hetzelfde en Marco hield het bij een pilsje. Prima spul die Rum coke, geen Bacardi maar Havana club, met veel ijs, een maantje limoen en twee rietjes. De sfeer zat er in onze kleine kring ondanks alles toch goed in wat duidelijk niet bij iedereen in het café het geval was. Er zaten er een paar heroïnejunks bijeen aan een tafel rechts van ons, een dakloze vrouw wat verder, en aan de andere kant een al wat oudere man, lichtelijk voorovergebogen boven zijn pint. Hij zag er te oud uit voor wat ik zijn vermoedelijke leeftijd schatte. Links, rechts losjes verspreid over het café nog wat schimmige figuren.Tijd om een bezoek te brengen aan de mannen-wc vertelde mijn overspannen blaas me. Ik liep links van de toog naar de deur met daarop, niet mis te verstaan : “toilets”. “Erica, can you watch my Rum Coke, before Marco steals it from me in my short absence”, flauwgrapte ik nog alvorens de deur open te trekken. Een korte, slechtverlichte gang, en op het einde van die gang een deur met daarop “Ladies”, rechts daarvoor een deur met daarop “Gents”. Dat was duidelijk. De deuren hadden een patina van overschilderde sticker -en posterrestanten en ingekerfde schunnigheden. Overschilderd in verschillende lagen en kleuren verf. Ik verwachte achter de deur naar de mannenruimte en afgaande op het huidige cliënteel een hels tafereel aan te treffen.Kraak maar dan ook kraaknet het mannengedeelte. Geen spoortje graffiti op de witte metro-tegels, geen bespatte vloer, drie porcelijnen urinoirs op de perfecte afstand van elkaar gescheiden met een schaamtussenschot. Geen schaamhaar in die urinoirs, wel in elk van die drie een heel schattig obligaat geurblokje. Geen schunnigheden op de muren, binnenkant van de deur, of op de spiegel bij de handwasbak. Onwaarschijnlijk, in tal van veel chickere zaken had ik al veel abominabeler toestanden aangetroffen. Het zag er hier uit alsof het net, 10 minuten geleden, grondig gereinigd was. Wat een aangename verrassing. Met plezier deed ik mijn ding en vervoegde even later terug mijn gezelschap. Toch daarvoor nog snel even bij het vrouwengedeelte binnengekeken, en daar hetzelfde tafereel.. alles pico bello, alsof klaar voor een hygieneinspectie. Ik bracht Marco en Erica op de hoogte van mijn bevindingen maar stuitte en misschien terecht op een dosis ongeloof. Een van de Junkachtige figuren was ondertussen ook door de deur naar de sanitaire vertrekken geglipt. Midnight at the oasis van the brand new heavies weerklonk. Come on, till the evening ends'Til the evening endsYou don't have to answerThere's no need to speakI'll be your belly dancer, prancerAnd you can be my sheik De euforie over het propere sanitair was bij mij al wat aan het tanen en eigenlijk vond ik de paradox om dat hier in dit café aan te treffen zelfs nog meer verontrustend. Als de wc’s verloederd en smerig waren geweest had dit beter in mijn plaatje gepast. We bestelden nog wat drankjes, hetzelfde, en ik gaf de bartender een compliment voor de muziek en de prima staat van het sanitair. Op een beetje vreemde, niet echt uitbundige manier, nam hij het compliment in ontvangst. Marco was weer bezig.“Erica, you ‘re sure you don’t need a helping hand with him, or more than a hand” Zijn blik op mij gericht. “No Marco, I can handle it just fine” antwoordde ze onverstoorbaar “It’s a bit unheimlig here, don’t you think my friends”, gooide ik er tussen “Nah, I think we’re just not drunk enough”, Marco stond op “But first, I’m going to visit those already legendary restrooms” En hij stond op, een halve erectie nauwelijks verbergend. Normaal zou Erica al lang aan het dansen zijn op deze muziekvibe, ongeacht de omgeving. Daar gaf ze echt niet om. Rustig dronken we verder onze rum op en wisselden wat kroegobservaties uit.Marco was snel terug en ik vroeg hem of hij de kerel die voor hem de wc’s had betreden hem niet lastig gevallen had. Tja dat gebeurde soms.Hij had niemand gezien, ook niet in de damestoiletten waar hij eerst per ongeluk was binnengestapt maar bevestigde wel de kraaknette staat. Ik had ondertussen nog iemand zien binnenstappen maar de andere was nog steeds niet buitengekomen. De conversatie kabbelde rustig verder maar ondertussen hield ik toch een oog op die deur gericht. Mensen gingen binnen maar er kwamen er duidelijk veel minder buiten. Marco was er helemaal niet meer mee bezig en zelfs Erica was al in een goede stemming aan het komen. Ze hadden een intense conversatie over een nogal expliciete film die ze beiden gezien hadden. Ik verkaste naar het rechtse uiteinde van de toog, waar normaal altijd de favoriete vaste klanten stonden. Een perfecte plaats om de bartender in vertrouwen te nemen. Die stond driftig met zijn roze Vileda glazen te poetsen. Ik wenkte hem.In mijn beste Nederlands Antwerps. “Er is hier iets niet pluis denk ik, ik zie hier veel mensen de WC binnenstappen maar veel minder terug buiten komen” “Nou, welnee hoor, waar heb je het over” En hij poetste driftig verder. Hij hield zich van den domme, terwijl ik altijd dacht dat in hun ogen de Belgen dom waren. Ook was hij voor een Nederlander wel heel weinig spraakzaam. “Ik ben het al heel de avond aan het observeren, ik heb nog geen drugs genomen en nog altijd een beperkte hoeveelheid alcohol geconsumeerd”Mijn Rum coke was ondertussen wel nogmaals leeg en ik plaatste het glas op de toog.“Het klopt niet” ging ik verder, “ook zijn de toiletten veel te proper voor dit café”Mijn nieuwsgierigheid was groter dan ik dacht, ik deed echt niet graag vervelend tegen Barmannen.Toch deed ik er nog beschamend schepje bovenop “Misschien moet ik toch eens de politie inlichten, ik heb nog twee getuigen”Een onwaarschijnlijke bluf, nooit zou ik de politie bellen, slechte ervaringen mee. En mijn twee getuigen waren, zoals ik in lichte staat van dronkenschap. Ik stond op het punt om het op te geven, maar plots stopte hij met driftig poetsen, legde de Vileda neer en drukte op een knop aan de onderkant, links van de toog.“Ga maar eens kijken, mijn barman instinkt zegt me dat jullie wel ok zijn” Te perplex om te antwoorden, knikte ik maar wat. Ik haalde Erica en Marco uit hun vibe en ze volgden mij, toch ook nieuwsgierig geprikkeld, de bewuste deur in. Een kleine meter voor de echte deur van de mannenvertrekken was een opening in de muur. Een valse wand die netjes gecamoufleerd was als muur. Echt prima trompe l’oeuil werk. De knop aan de bar had die lichtjes verschoven, genoeg om je hand tussen te steken. Ik schoof die verder en dat ging verrassend vlot. Een kleine plaats verlicht door een flikkerende TL lamp liep uit op een rotonde trap die de diepte in ging. Stevige leuningen. Zorgvuldig sloot Marco de wand achter zich, leek ons ook het beleefde ding te doen. En verwachtingsvol, een beetje angstig daalden we de trap af.Beneden aangekomen stonden we in een prachtig oud tongewelf. Niet ongewoon in deze buurt maar je verwacht het even niet. Ongeveer 6 meter breed en 3 meter hoog was de ruimte. Links van ons stonden, achter een traliehek, vaten, flessen acid, bakken bier , frisdrank en nog wat cafébenodigdheden. Op een paar meter rechts van ons was het luik waardoor de brouwer zijn waren binnenbracht. Je kon het gedempte rumoer van de stad horen. De ruimte was goed verlicht, maar niet te fel, door enkele goed geplaatste spots. Aan het einde van de kelder, aan de andere kant was een stevige houten deur die ons leek te wenken. Niemand zei een woord en behoedzaam stapten we erop af.   De deur opende niet zo als ze er uit zag, belachelijk makkelijk, goed onderhouden. De geur van sandlewood wierook kwam ons tegemoet. Erika, ondertussen mijn hand vastgenomen en Marco volgden me behoedzaam naar binnen. De ruimte was het verlengde van het tongewelf, we moesten ons ergens onder de cafévloer bevinden. Ze liep dood een 25 tal meter verder tegen een muur, waarvoor een antiek bureau stond met daarachter een grijzende man. Hij had ons gezien en kwam naar ons toe.De rest van de ruimte was gevuld met zetels, her en der willekeurig een mat op de grond, geïmproviseerde bedden, hier en daar een tafeltje met tijdschriften en her en der daarop uitgestrooid wat op het eerste zicht dakloze mensen leken. Niemand keek op. Affiches van muziekoptredens tegen de muren, spaarzame verlichting van enkele satanlampen maar het was er kraaknet en aangenaam warm. Niet killig zoals je in zo’n kelder zou verwachten. Een kleine Sony Hifi installatie speelde klassieke muziek, maar niets te dramatisch. De man was ondertussen tot bij ons genaderd (een frisse zestiger). Spraakwaterval Marco was al even stilgevallen en nam ook de omgeving in zich op.“Ik denk dat jullie verkeerd gelopen zijn” “Jouw barman heeft ons binnengelaten, het viel ons op dat er mensen verdwenen in je toiletten” Erika drukte zicht tegen me aan. “Ha, Bas heeft jullie binnengelaten, op zijn mensenkennis kan ik wel vertrouwen, ja je ziet wel wat er hier aan de hand is zeker” “Mmm, niet helemaal.. een soort daklozen opvang ?” Ik vertaalde ondertussen snel voor Erika. “Mijn naam is Jacob”, en hij stak zijn hand uit, we stelden ons allemaal voor en schudden zijn hand. Kom er even bij zitten en hij wenkte naar enkele leegstaande rode fauteuils rond een kleine bamboe salontafels.Uit zijn bureau nam hij een fles 15 jarige Appleton Rum, vulde voor elk van ons een glas met een beschaafde portie en gaf ze aan ons. Nice “Nee, ik doe hier niet aan daklozenopvang maar ik begrijp de verwarring”Zijn ogen werden wat doffer en hij streelde zijn witte baard. De Appleton was heerlijk en het warme gevoel verspreidde zich door mijn lichaam. “De mensen hier zijn Heroïne verslaafden, normaal zouden zij zich buiten op straat of in één of ander vunzig kraakpand bevinden. Hier geef ik ze een warme schuilplaats, ze krijgen propere naalden, proper sanitair en de mogelijkheid om zich wat op te frissen. Soms krijgen ze boven nog een goede kom soep. Enkele ex-verslaafden helpen me hier bij de plaats proper te houden en een oogje in het zeil te houden”Ja, ik had ze natuurlijk ook al gezien in Antwerpen, Heroïnejunks. In de stadswaag, sommige gore cafés, de Groenplaats ...zelfs hier in de Hoogstraat. Het was geen prettig zicht, je zag het onmiddellijk, de lege ogen, te oude gezichten. The Living Dead.   Hij vervolgde, “Het café is een perfecte dekmantel, overdag durven hier wel eens toeristen binnenwaaien en passanten. Geen probleem. Zo gauw de nacht valt komt mijn ander cliënteel binnengesijpeld en automatisch zetten de anderen hier niet dadelijk een stap binnen. Behalve uitzonderlijk, zoals jullie.”   De vraag is natuurlijk waarom. Erika stelde die vraag in haar onvervalst Duits, maar dat is perfect verstaanbaar in onze taal.   “Tja, mooie dame, dat is een lang en ellendig verhaal. De korte versie is dat ik mijn zoon verloren ben aan die verschrikkelijke gesel ; Aids. Hij had ook de habit en een vuile naald heeft hem besmet. Ik beloofde hem op zijn sterfbed om deze mensen, in de mate van het mogelijke te helpen. Deze paria’s van de maatschappij hier toevallig aangespoeld. De overheid, de stad Antwerpen, niemand anders doet iets voor deze mensen. Misschien weten ze het wel en laten me ze betijen, hoeven ze zelf ook minder te doen” Een beetje verder was iemand juist zijn naald aan het aftikken en op zoek naar een ader om een shot te zetten.Wow, dit had ik echt niet verwacht, dat de avond zo’n wending zou nemen. We dronken bedachtzaam onze Rum op. Bedankten Jacob en wensten hem het allerbeste. Een halfuurtje later, na het afrekenen en Bas de barman nog een ferme fooi te geven, stonden we buiten in de kille nacht voor het café. Marco moest de andere kant uit en ik en Erica gingen richting mijn flat. Ik nam haar hand en loste die niet meer tot we er waren. Ik hoopte van harte dat ze toch nog even wat bindingsangst had, ze was een soulmate, eigenlijk zoveel meer dan een friend with benefits.   Enkele maanden later kwam ik nog eens voorbij de bewuste kroeg. Gesloten, dichtgetimmerd en werd gerenoveerd door de BVBA Van Goethem zoals de schreeuwerige borden het adverteerden. Ik wenste dat alles goed was met Jacob.  

The Musicbar-Dude
0 0

Broodje duif

De queeste om het dagelijkse brood te versieren neemt een kwalijke bocht. Met een stadsduif in een dramatische bijrol. Nee ! Bij die mensen zet ik nooit een voet meer binnen.Onderweg naar mijn favoriete bakker was ik aan de Vlaamse Kaai toch, tegen beter weten in, binnengestapt in zo’n nieuwe trendy bakker. Het was wel een stuk dichter bij mijn appartement dan de andere, dus zou ik minder lang onderweg zijn. “Le Pain Quotidien” stond er in sierlijke letters op de raam en op de luifel boven diezelfde raam. “Broodjes en delicatessen” stond er op de raam nog bijgeschreven. Er hing ook nog een bordje bij met de gebruikelijke onzin van openingsuren en andere overbodige informatie. De koeltoog was volgestouwd met exotische en minder exotische salades, netjes in witte bakjes met een lepel erin. Ook een hoop belegbenodigdheden ; gesnipperde uien, augurkjes, mayo, salade, tomaten in schijfjes, kappertjes, boter , mosterd ... Na een kleine 10 minuten was het aan mijn beurt. “Een grof gesneden a.u.b.”, vroeg ik vriendelijk“Dat zal niet gaan mijnheer, wij hebben geen gewoon brood hier, alleen broodjes om te beleggen.”, antwoordde ze vriendelijk terug “misschien een gewoon wit gesneden”. Probeerde ik nog. “Ik kan wel een Baguette of zelfs een Chiabatta voor je regelen, maar gewoon brood nee, we zijn een broodjeszaak, niet echt een bakker”. Was de nu toch ietwat geprikkelde respons. In sommige situaties moet je gewoon beseffen dat het beste is om het zo te laten en geen hopeloze strijd, een strijd die je nooit kan winnen aan te gaan. Vriendelijk zei ik : “nog een goede dag verder, ik zal mijn klandizie ergens anders verder moeten zetten”“Dank u wel mijnheer, goede morgen nog” was de automatische respons.   Het hele voorval had me een beetje kregelig gemaakt. Toen ik in de Kloosterstraat het plein overstak met het Peter de Grote standbeeld stampte ik naar een tamelijk domme duif die was komen aanvliegen in de veronderstelling dat ik iets eetbaar had meegebracht. Groot was mijn verbazing toen het dier in tegenstelling tot zijn soortgenoten niet onmiddellijk wegfladderde. Ik stampte met links en dat is mijn beste voet, volgens mijn vroegere voetbaltrainer, alhoewel ik met mijn rechtse hand schrijf. Typen doe ik met twee handen. Dit schot was een voltreffer ; de duif spatte uiteen op mijn Dr.Martins, zonder zelfs een kik te geven. Met mijn bottin vol duivenvlees ging ik op een bankje zitten zodat ik het kon afvegen aan een stuk krant dat achteloos in de openbare vuilniscontainer was gegooid. Het is niet mijn gewoonte mijn schoenen veel te poetsen maar zo kon ik toch moeilijk de bakker binnenstappen. Terwijl ik hiermee bezig was kwam een oudere dame op me afgelopen, net het type dat dagelijks duiven komt voederen en ze allemaal koosnaampjes geeft. “Ik heb het gezien, rotzak, jij hebt Rafaël doodgetrapt, ik haal de politie erbij moordenaar !!!” “Mevrouw, het was een ongelukje, die duif zat daar en ik kreeg plots een kramp en ...” “Een ongelukje, tierde het mens, hoe kan je nu per ongeluk op een duif stampen, je hebt Rafael kapotgemaakt” Mijn kwade bui was ondertussen al volledig uitgeregend en ergens had ik al een spijtig gevoel. Ik hield van dieren en zou zelfs niet de kleinste vlieg kwaad doen, muggen zijn wel een uitzondering. Ons geanimeerd gesprek had ondertussen de aandacht van passanten getrokken die in een vage cirkelvorm rond ons waren komen staan. Ik ging verder met het reinigen van mijn linkerschoen en zij ging verder met tieren. Uit de menigte steeg af en toe een goedkeurend gemompel op. Een plaatselijk randverschijnsel moeide zich in de discussie. “Is het waar wat ze zegt, heb jij die mevrouw haar duif doodgestampt?”Nu was het al mevrouw haar duif en ik die dacht dat duiven vrije dieren waren. Niet dat het haar eigendom was. “Ik heb het al gezegd, het was een ongelukje” “Tegen duiven kan je het wel halen, vervolgde het randverschijnsel, maar kan je het tegen mij ook halen” Hij sprong in de cliché-boksershouding, voeten lichtjes uiteen en over en weer wiebelend. Ik had totaal geen zin in een vechtpartij zo tamelijk vroeg in de ochtend en zeker niet om een stadsduif. Bovendien was de ander duidelijk struiser en groter dan ik (dat was al de tweede vandaag). De mensen hadden de kring iets groter gemaakt om ons, vechters ruimte te geven, maar ik zat nog steeds op de bank en mijn linkerschoen was properder dan ooit. Ik wierp het krantenpapier terug in de vuilbak en maakte aanstalten om weg te gaan. “Wel kom op, duivenkiller.” riep de bokser. Nog altijd met gebogen armen, gebalde vuisten en wiebelend op zijn benen. “Ik heb echt geen zin om over een domme duif te vechten, als je zo nodig wilt vechten zoek dan maar iemand anders.” De oude dame was nergens meer te bespeuren, ze was opgeslokt door de menigte die nog steeds aangroeide en aanmoedigingskreten riep. Een plaatselijk ijsventer had zijn kraam al opgesteld en de caféhouders rond het pleintje zetten hun terrasstoelen en tafels buiten. Een cameraploeg van ATV was ook al beginnen filmen.Ambiance op het pleintje, het was al een tijdje geleden dat ze dat nog eens mochten meemaken. Politie viel er gelukkig, zoals gewoonlijk, nog niet te bespeuren, niet dat ik angst had van de politie maar als zij zich ermee bemoeiden zou ik mee moeten komen om een verklaring af te leggen en de politieadministratie kennende zou dat wel eens een hele tijd kunnen duren. Ik moest nog altijd de eerste politieagent tegenkomen die met meer dan één vinger tegelijk kon typen. Ondertussen was de ander nog steeds bezig zich op te peppen voor het gevecht. “Ik ga niet met je vechten, dat ligt niet in mijn aard maar misschien is er hier wel iemand anders die met jou wil vechten als je zo nodig moet” Ik richtte me tot het aandachtige publiek. “Is er iemand hier die met deze mijnheer wil vechten?”Een man maakte zich los uit de menigte en kwam op me af. “Wel, als je er niets op tegen hebt, het is al een tijdje geleden dat ik nog eens goed gevochten heb”, zei hij schuchter. “Geen probleem ik heb andere dingen te doen.” Ik liet de twee boksers en de geïmproviseerde mensenkring voor wat ze waren en vervolgde mijn weg naar de bakker. Het zonnetje scheen nog steeds even welgemutst. Bij de bakker kocht ik een grof gesneden. Hopend dat ze niet aan mijn gelaatsuitdrukking konden zien dat ik net daarvoor een duif naar de duivenhemel (die zal voor hen niet veel verschillen van de gewone aardse hemel) had gestuurd. Maar nee, geen probleem. Ik ging terug naar mijn appartement langs een andere weg, via de Nationale straat die uitkomt in de Volkstraat, de uitslag van de bokswedstrijd interesseerde me maar matig. Toen ik aan het meisje dat samen met mij de ontbijttafel deelde vertelde wat me onderweg overkomen was en waarom ik zo lang weg gebleven was, geloofde ze me niet. Ik zei haar dat ik enorm veel van haar hield, dat geloofde ze wel.

The Musicbar-Dude
0 0

De heldhaftige strijd om het dagelijkse brood

De eerste werkervaringen lopen niet altijd van een leien dakje. Als het geen zaterdag of zondag is ga ik soms wel eens werken. Meestal niet want ik houd het niet lang uit bij een “baas” en vice versa. Met heimwee denk ik dan wel eens terug aan de oertijd : je ging een weekje op jacht met de vrienden, bracht een mammoet, wat konijntjes, en eventueel als het mee zat wat vis mee en de stam kon weer een maandje voort. Ondertussen hield je je onledig met rotswanden te beschilderen, rare kruiden in je thee doen en kleine doch nuttige gebruiksvoorwerpen te fabriceren. Je kon toen nog ongegeneerd, en liefst zelfs naakt als het kon, achter de vrouwen of mannen lopen (het is onwaarschijnlijk dat er geen gay holbewoners bestonden). Enig nadeel is dat voor vuur te maken je geen aansteker had, want die was (zeggen ze) toen nog niet uitgevonden. Momenteel gaat het er lichtelijk anders aan toe en moest ik af en toe gaan werken om geld te verkrijgen. De eerste stap in een succesvolle carrière is een goede, niet aflatende wekker kopen en die op een plaats zetten, liefst enkele meter van je bed, waardoor je er uiteindelijk van misère echt naar toe moet. De stap naar de badkamer is dan al veel kleiner en lichter te nemen. De volgende stap is het maken van een lunchpakket. Een zeer moeilijke opgave, hoe kan je op voorhand weten waar je 's middags zin in zult hebben ? Een moeilijke vraag die me soms wel even bezig hield. Soms zo lang dat ik ondanks het succesvol volbrengen van stap 1, ik toch nog eens sporadisch te laat kwam. Als dan de tijd gekomen is gooi ik mijn lunchpakket en een fles water in een geschikte tas en kus mijn vissen gedag (vissen zijn heel gevoelig op dit punt). Meestal neem ik de tram, de bus, de fiets of de trein naargelang waar ik moet gaan werken. Als je het hele traject naar je job te voet gaat is er teveel afleiding onderweg.   Zo had ik eens werk gevonden in de Antwerpse haven, officieel als magazijnier, in realiteit als sjouwdier. Het was werk als dokwerker, alleen betaalde men mij minder omdat ik niet als dokwerker geregistreerd was (ik had gene boek, zoals de andere dokwerkers het licht smalend plachten uit te drukken). Maar ik zat in acute geldnood dus besloot ik er maar het beste van te maken. Op weg met mijn Sony Walkman die gewapend was met een BASF C90 cassette : ik had de motivational werkmix2 door mijn oortjes. Oh, it's a dirty job but someone's gotta do itSaid it's a dirty job but someone's gotta do itWe care a lot!We care a lot!We care a lot!About the gamblers andThe pushers and the geeksWe care a lot!   Om 7.00 uur stipt bood ik me vol goede moed aan bij Edmond Depaire aan de Scheldelaan. Het grauwe magazijn was immens groot en alle poorten waren nog gesloten. Links van het gebouw was een kleine deur waar ik vermoedelijk door moest gaan om binnen te geraken. Met mijn lunchtas in mijn handen geklemd opende ik de deur en ging ik, door niemand gestopt het magazijn binnen. Het magazijn bevatte een onaanzienlijk aantal goederen, gaande van kartonnen dozen, balen katoen, meubelen, enkele auto's, jutte zakken, en een hoop dingen die ik niet kon thuis brengen. De enorme ruimte zat propvol en alles was meters hoog gestouwd.Rechts van mij een dozijn enorme garagepoorten waardoor vrachtwagens in en uit konden rijden om containers af te zetten. Daarachter enkele meters overslagplaats en daarachter niets dan die enorme volgestouwde rekken. Honderden meters diep.   Aan de linkse kant waar ik me bevond was een kleine vrije strook waar ik in de vaagte enkele menselijke gedaanten zag manoeuvreren. Het eerste wat je doet als nieuwe werknemer is vragen naar de ploegbaas en hopelijk kom je dan van hem te weten wat je taak inhoudt. Ik was het papier dat ik van het interimkantoor gekregen had met de naam van de ploegbaas echter vergeten. Ik hield beleefd een man tegen die mij kruiste. "Joew, ik zoek de baas, ik moest me komen aanbieden als interimmer.""Ha, je zoekt de baas, sorry hoor maar die manne zitten allemaal in Brussel." Zo'n scherp en politiek antwoord had ik niet echt verwacht. "Wel, de ploegbaas is ook al goed", antwoordde ik onverstoorbaar."Kom dan maar mee naar ons kot, daar zit iedereen" Ik volgde de grapjas naar het ander eind van de loods, waar men enkele muren tegen de buitenmuren van de loods had geplaatst had en daar bovenop enkele golfplaten had gelegd. Kot was de enige juiste benaming voor die verzameling van baksteen en golfplaat. De ander ging mij voor, het kot binnen. Daar waren ze dan de collega's, gezeten op gammele stoelen en onder het licht van een 60 Watt Phillips lampje.Ongevraagd stelde mijn gids me voor. "Dit is de nieuwe interimmer mannen, benieuwd hoelang deze blijft." Hij zette zich neer op een stoel en opende zijn tas om een grote thermos koffie uit te pakken. De ploegbaas stelde zich voor en zei dat hij hoopte niet te veel klachten van mij te krijgen want hij was geen gemakkelijk iemand waarschuwde hij me. Ik zei dat dat wel zou meevallen want dat ik ook geen gemakkelijke was, maar op de één of andere manier ontging hem de pointe van mijn antwoord. Hij ging de deur uit en liet me over aan de genade van het werkvolk. Ik wou duidelijk laten blijken dat ik geen watje was en zette me op de dichtstbijzijnde stoel, om niet uit de toon te vallen nam ik mijn fles water uit mijn zak en plaatste ze op de tafel naast de andere hun lunchpakketten en toebehoren. "Zeg gast, je zit op de Jef zijn stoel", zei de lelijkste van de hoop. Het was te verwachten als er een nieuwe bijkwam moesten ze eerst uittesten hoe ver ze konden gaan, zien welk vlees ze in de kuip hadden. "Ja, en waar is die Jef dan", antwoordde ik zo droog mogelijk."Wel, die zit momenteel op Paul zijn plaats, want die is in ziekteverlof maar zijn stoel is veel beter", zei de lelijke."Oh, wat voor ziekte heeft hij dan", ik maakte totaal geen aanstalten om op te staan."Paul heeft last van zijn meniscus, en moest vandaag onder het mes", dat antwoordde Jef die op Paul zijn plaats zat. Ik anticipeerde op zijn antwoord. "Mijn nonkel Frans heeft zich enkele maanden geleden ook laten opereren aan zijn meniscus, dat is nooit meer goed gekomen. Een meniscus-operatie is zeer delicaat en de chirurg die hem opereerde had de dag daarvoor de trouw van zijn dochter gevierd, blij dat die eindelijk het huis uit was. Hij heeft er een knoeiboeltje van gemaakt. Nonkel Frans kan niet meer lopen of zelfs nog maar gaan.De lelijke bekeek me peinzend, zijn hand over zijn kin wrijvend."En die chirurg wat hebben ze daarmee gedaan.""Ach, je kent dat, dokters, chirurgen, politiekers ze dekken elkander altijd, er is niks van gekomen, hij opereert nog altijd." Uit de rangen van de dokwerkers klonk instemmend gemompel en echo's van "Ja die grote mannen...en de kleine man...politiekers...geld...altijd de klos..."Ze waren allemaal aan het denken aan die arme Paul die misschien nooit meer zou komen werken. Dat leidde hun gedachten af van mij en de stoel. De hoorn blies zeer onaangenaam dat het tijd was om te werken en ik volgde mijn collega's naar buiten nog steeds niet wetend wat ik zou moeten doen. Gelukkig kwam de ploegbaas naar me toe, hij wees me twee mannen aan en zei dat ik gewoon moest doen wat zij deden. Ik twijfelde nog even of ik ook in zo'n dokwerkerspas moest lopen, de armen 30 cm naast het lichaam, de borst licht vooruit en met korte hevige stappen. Maar ik bedacht me, dit jobje had ik even nodig en de ploegbaas had weinig gevoel voor humor. Het werk bestond erin om een container die voor de loskade gezet werd uit te laden. Dit gebeurde op palletten en de kunst bestond erin de dozen of andere rommel die uit zo'n container kwam zodanig te schikken dat het bouwsel niet omver viel en het veilig vervoerd en in rekken kon gezet worden. Tevens moest gecontroleerd worden of de lijst die je bij de container kreeg overeenstemde met de inhoud ervan. Al snel kende ik de naam van mijn twee collega's zodat ik ze niet meer moest aanspreken met 'A' en 'B' ,ze heetten Fons en Marc. Stevig tempo hielden ze erop na, routineus, en tussen elke pallet door nog een pintje aan het drinken. Mijn respect groeide met de minuut. Na een uurtje was ik eigenlijk al uitgeput Tegen de middag hadden we zo enkele containers uitgeladen en was het tevens etenstijd. Allemaal het kotje in. De één na de ander laadde zijn middagmaal uit op tafel. Ik volgde hun voorbeeld en plaatste mijn boterhammen in aluminiumfolie gewikkeld en mijn fles Evian eerbiedig op tafel. Dit gebaar deed sommigen in een hilarisch lachen uitbarsten. De reden van dat gelach en gegrinnik was duidelijk, ze hadden allemaal genoeg eten bij om een peloton soldaten op kamp, een week van voedsel te voorzien. Mijn lunchpakketje viel in het niet bij zoveel culinair geweld.Intimiderend was het zeker. "Als je zo weinig eet zal je hier niet veel kunnen uitsteken ofwel kunnen we je hier binnen een paar dagen met de ambulance zien buitendragen." Het bleef evenwel een onthutsende vaststelling wat sommigen in de tijdspanne van een halfuur naar binnen staken. Jef begon met twee tassen thee (ik wist dat het thee was want in een onbewaakt ogenblik was ik naar het kot gegaan en had ik van iedereen zijn thermos gedronken, je kunt nooit genoeg weten over de relatie tussen vloeistoffen en de personen die ze tot zich nemen). Vervolgens at hij een viertal boterhammen met allerhande beleg. Terug een tas thee, een appel, een blikje worstjes in tomatensaus (Zwan), en als dessert nog een volwassen stuk pure chocolade. De restanten van deze maaltijd bergde hij zorgvuldig op in zijn nu lege brooddoos en hij opende een andere doos waar zich een bokaal met pekelharingen in zuur bevonden, hij viste er een paar uit met zijn vork en stuurde ze op weg naar zijn maag. De maaltijd ronde hij af met een bus yoghurt uit te drinken. De enige die niet lachte met mijn sobere maaltijd was Ahmed, die was namelijk volop in de Ramadan en mocht geen hap eten overdag. Hij zou dan ook al snel een goeie vriend van mij worden.Na de maaltijd en in afwachting van het volgende horensignaal werd er veel gezeken en gezeverd over van alles en nog wat maar het meeste over vrouwen en de daar blijkbaar bijhorende seks. Als ik moest aanvaard worden in deze kring ruige lieden was het duidelijk dat ik af en toe ook wat seksistische praat zou moeten aanwenden. En grotere lunchpakketten meenemen. Tja, niemand heeft ooit gezegd dat werken een pretje is.

The Musicbar-Dude
22 0

Koffie !

Een avondje stappen in de Antwerpse nacht loopt volledig uit de hand. "Koffie" , vroeg ze. Ik knikte instemmend en voegde er aan toe "Suiker en melk, en misschien nog een paar koekjes liefst Petit Beurs van de Beuckelaer of is het Lu" (het zijn niet mijn favoriete koekjes maar in deze situatie, wanneer je pas iemand interessant leert kennen lijken ze me het meest geschikt) Ze verdween even in de andere kamer en kwam terug met een dienblad dat de goederen waarom ik verzocht had torste. Ze had zelfs een tas voor zichzelf meegebracht. "De koffie staat hier altijd klaar", verklaarde ze zich nader"Laten we maar onmiddellijk ter zake komen, mijnheer ...." Het was duidelijk dat ik de puntjes moest invullen. "Verreckt", vulde ik in. Ze keek me een beetje niet begrijpend aan. "Johnny Verreckt, dat is mijn naam" "Oh, excuseer, ik dacht even,..." "Ja, het is een tamelijk eigenaardige naam, mijn moeder had tijdens haar zwangerschap geen tijd gehad om een naam te bedenken, mijn vader interesseerde zich niet aan een naam voor mij. En dus kwam mijn tante met de naam Dirk opzetten en zo werd ik steeds, overal waar ik kwam Dirk genoemd. In de lagere school zat ik echter tot mijn verbijstering met vier Dirken in de klas en na een stakingsactie van de leraars werd beslist om mijn voornaam te veranderen in Johnny. De andere Dirken mochten hun naam houden want er was een dikke, een magere, een rosse en een lange Dirk. Ik was ook ros maar eerder blondros." "Mijn naam is Vera, mijn achternaam is van mijn man, die mag ik zomaar niet aan iedereen doorgeven""Behalve aan je kinderen natuurlijk" ,voegde ik er aan toe"Natuurlijk, maar mijn man is heel bezitterig en daarom heb ik nooit kinderen gehad" Ik hoorde een verdrietige toon in haar stem."Het spijt me""Ach ik ben er nu al een tijdje overheen" De suiker in de koffie was van een uitstekende kwaliteit proefde ik. Wat hieraan vooraf ging De zon beet een stuk uit mijn nek toen ik de straat opwandelde. De zonnebril, nu echt een verplicht accessoire, milderde de pijn van het felle licht en was ook ideaal om mijn rood doorlopen ogen te verbergen, eigen aan een enorme kater. Deze specifiek kater was geen ordinaire doordeweekse straatkater maar had een mooie internationale stamboom. Een vertakking naar de Franse Bourgogne streek, een paar liter gerstenat uit de lage landen, wat exotische ruminvloeden uit Cuba. Maar de laatste glazen Laphroaig, die Schotse bastaard, in café Bal Marginal waren er waarschijnlijk teveel aan.   Ik had mijn bebloede kleren weggemoffeld in een verzamelcontainer van kleding voor Afrika. Een DNA analyse hel. Het was niet mijn bloed en weefsel maar toch.. Een kater ; dat licht grieperige gevoel, bonzende slapen, een droge mond en een schreeuwerige hoofdpijn ergens in de verte die af en toe wat dichterbij kwam. Zoals de Amerikanen tijdens de oorlog zeiden, “walk it off”. En daarmee was ik bezig. Montignystraat, rechts de Cuylitstraat in. Mijn oog viel plots op een huis waar ik nochtans al honderden keren was voorbij gelopen zonder verdere aandacht aan te besteden. Maar zoals je kan hebben met een vage bekende, plots raakt die je, zie je die pas echt en krijg je die onzichtbare connectie. Ik bestudeerde het uitgebalanceerde palet van oker waarin het huis was geschilderd. Het was netjes onderhouden, mooie inheemse planten voor de deur, hoge verdiepingen en zo (door de raam te zien) verfrissend sober ingericht.Ik kon maar tot één conclusie komen, in dit huis, met nummer 64, moesten interessante mensen wonen. Mensen die je graag te vriend hebt, die je kan uitnodigen op een barbecue zonder dat ze brand proberen te stichten. Mensen ook die je zonder risico het onderhoud van je planten en aquarium toe kon vertrouwen wanneer je op reis bent. Ze zouden niet gaan snuffelen in je persoonlijke zaken. Deze mensen moest ik leren kennen en ik twijfelde dan ook geen moment langer om te drukken op de onderste naamloze bel. Een vrouw die misschien net niet exact 40 jaar eerder was geboren deed niet al te lang later de deur open. Ze vroeg me onmiddellijk en volkomen begrijpelijk natuurlijk waarom ik aangebeld had. Ik bracht haar op de hoogte van de situatie zonder al te veel in details te treden. Begrijpend knikkend vroeg ze me om binnen te komen. Ik stak mijn zonnebril weg en heupwiegend ging ze me voor; door de gang, eerste zijdeur rechts naar de leefruimte. Ik nestelde me in de zetel die ze me aanwees. "Koffie" , vroeg ze. Wat nog eerder vooraf ging "Koffie" , zei ze. De mooie dame, aan de andere kant van de toog, maakte een lelijke deuk in mijn door alcohol opgewekte euforie. Een antwoord dat je niet wil krijgen als je een beetje baldadig vraagt om een dranksuggestie. Een antwoord ook dat erop wijst dat het in je huidige toestand niet aangewezen is om je nog verder te verdiepen in glazen. Of in haar… “Je hebt gelijk schat. Tijd om te gaan” Ik weekte me los van de bar en verliet het etablissement. Troostte me met de gedachte dat ik alsnog een goede indruk had gemaakt. Ze zou me zich niet herinneren als de zoveelste smachtende dronkenlap, als ze me nog ooit zou herinneren. Proberend zo natuurlijk mogelijk te stappen maar de blikken van enkele tweevoetige passanten wezen erop dat het geen succes was. Botsingen met spookgangers (er zijn toch ook spookrijders) ternauwernood vermijdend rijpte in mijn beneveld brein een geniaal plan. Een stop bij het legendarisch, tot in de zeer vroege uren, geopend frituur nr. One. Dat zou me zeker terug bij mijn positieven brengen, bovendien was ik sinds enige tijd vergeten te eten en mijn maag maakte me daar met krolse geluiden attent op. “Dag Maria”, riep ik al van ver, over de hoofden van een hoop Nederlandse toeristen die voor het frituur samenhokten om onze unieke delicatesse te proeven. Of misschien ook allemaal een beetje dronken als ik. Iemand had de inhoud van zijn pak frieten al voorverteerd en demonstratief op de kasseien achtergelaten. Moeiteloos weerstond ik aan de verleidelijke aanblik en bestelde me toch een verse portie. Zou trouwens ook niet goed zijn voor de zaken van het frituur.Een kleine met tartaar, zonder zout, een cervela special en een blik cola later voelde ik me in de perfecte staat om toch nog een laatste glas te drinken in mijn stamkroeg “Bal Marginal”. Handig gelegen op kruipafstand van mijn flat (wel even de tramsporen in het oog houden) en ook wel de hoofdreden dat ik daar een flat had gekocht. Het was ondertussen ongeveer vier uur in de ochtend en de kroeg baadde in de onwezenlijke sfeer die eigen lijkt te zijn aan dit uur. Het café had meer weg van een slagveld dan van een plaats waar men vrienden ontmoet en de dorst lest.Glas op de vloer begeleidt krakend mijn weg naar de toog. De walm van verschraald bier en sigaretten irriteert mijn neusgaten. Zonder veel omhaal, haal ik mijn vertrouwde bartender achter de toog uit de schemerzone tussen waken en slapen door te bestellen. “Laphroaig, dubbel en zonder ijs, zoals gewoonlijk”Lichtjes kregelig en verstoord in zijn halfslaap zet hij me het glas voor en noteert het in zijn kasboek. Geen woorden. De barkruk die ik genomen heb is nog lekker warm van het achterwerk van de vorige bezitter. Ik laat mijn blik door het etablissement glijden. Enkele, duidelijk aangeschoten, vrouwen staan ritmisch op een geïmproviseerde dansvloer te zwalpen, de dreun van de bassen fungeert als pacemaker. De vrouwen worden getaxeerd door enkele mannen in verschillende staat van dronkenschap en geilheid, verspreid rond de tafels en tegen de muren. Een gedegenereerde paringsdans.Een koppel aan een tafel zou het zich makkelijker kunnen maken door een bed, zetel, of zelfs tafel te gaan opzoeken om hun copulatiepoging toch iets te vergemakkelijken. Links naast me aan de toog zit een vrouw te grienen. Een man duidelijk nog nagenietend van een verlossende trip naar het toilet komt op me af. “ He, ik zat hier “, zegt hij, wijzend op de barkruk die ik genomen heb.“Maar heu... blijf maar zitten hoor. Ik neem hier wel een andere.” De gedachte om hem zijn barkruk terug te geven was zelfs nog niet bij mij opgekomen.Hij nestelt zich naast mij. “ Hoi, ik ben Didier “, stelde hij zich voor, “ Didier Verstreke .”Ik schud zijn klamme hand die hij heel demonstratief naar me uitsteekt.“Mijn naam hoef je niet onmiddellijk te weten “, repliceer ik.Mijn kordaat antwoord schrikt hem niet af, integendeel hij biedt me nog een Laphroaig aan.“Ben”, zeg ik nog tegen de barman, “dubbel hé”Ik breng de nieuwe aanwinst naar mijn lippen en maak routineus een zegenend gebaar in zijn richting. Terwijl het vocht zich door mijn keel een weg naar duistere oorden baant nam ik hem op.Didier was een slachtoffer van roos, de confectie-industrie en slechte eetgewoontes.“Ik ben vertegenwoordiger” , zegt Didier ongevraagd “Vertegenwoordiger van Intelex IT Solutions, je hebt er zeker al van gehoord “.Onverstoorbaar ging hij verder.“Interessante markt ... nog volop in expansie ... wagen van de firma ... eigen baas ...bla bla bla” Als een gehersenspoelde dramde Didier zijn lesje op. Hij begon te zweten.“Ik verdien soms 6.000 euro op een maand.” Het irriteerde hem dat ik niet onder de indruk was en hij deed er nog een schepje bovenop. “ Netto “ Een geeuw net niet onderdrukkend nam ik nog een slok.De speakers spuwden ondertussen een nummer van de Godfathers uit. Didier keek de naamloze vreemdeling aan die , hij zag zijn lichtgrijze ogen nu op hem gericht. Hij opende zijn mond, maar wat hij ging zeggen ( wat ging hij zeggen ? ) bleef in zijn keel steken. Iets zwelde in zijn hoofd en hij voelde onmiddellijk dat zijn hoofd te klein geworden was. Zijn hersenen vormden een kreet die zijn stembanden nooit zou bereiken. BLOP Een dof kreunend geluid.Didier spatte als een zeepbel uit elkaar. Alles ging plots in slow motion. Bitsig en in real time debiteert Chris Coyne zijn tekst.Birth – School- Work-Death And heroin was the love you gaveFrom the cradle to the graveBoys and girls don't understandThe devil makes work for idle hands Plots was Didier overal ; op de grond, de marmeren toog, tegen het vergeelde plafond, de pastelkleurige muren, op het gezicht en kleren van de laatste klanten en zelfs in mijn glas. Het was een spektakulair schouwspel. Een macabere action painting.De vrouw links van mij was gestopt met huilen maar van diep in haar keel zwol een klaagkreet aan.Verder, en tegen de klok in, was Ben de barman rood bespat en lijkbleek reflexmatig naar zijn telefoon aan het zoeken. Zijn werkblad, het afwaswater, de glazen, de flessen op het rek achter hem, de Lenco’s, het mengpaneel, alles was bezoedeld met Didier’s bloed en weefsel. Naast de toog, tegen de muur was een uitgeknipt silhouet van een kerel die nu op zijn knieën gevallen was. Nu hij zich losgemaakt had van de muur zag je haarscherp waar hij gestaan had. Yeah I been high and I been lowAnd I don't know where to goI'm living on the never never neverThis time it's gonna be forever Verder aan een tafel was iemand halverwege het binnengieten van zijn bier, halverwege met die handeling gestopt. De man naast hem was nog rustig aan het slapen, om waarschijnlijk straks in een real-life nachtmerrie te ontwaken. Tot aan de voordeur reikten de spatten, de raam ernaast, de Sanseveria's, de spiegels aan de rechtse muur. Geen plekje in de Bal Marginal was nog maagdelijk, gespaard van bloed. I'll live and die don't ask me whyI want to go to paradiseAnd I don't need your sympathyThere's nothing in this world for me De licht aangeschoten vrouwen waren gestold in hun toch al niet zo levendig dansje. En dan kwam er die verschrikkelijke stank vrij ; de geur van bloed en ingewanden heeft een metalige ondertoon. De geruststellende zure bierwalm was nergens meer te bespeuren. Rechts naast me zat het onderste gedeelte van Didier, zowat vanaf de middel, na te lillen op de barkruk. Ben had puur instinctief de telefoon gegrepen en het alarmnummer ingedrukt. Hij probeerde echter tevergeefs te formuleren wat er zich even tevoren had afgespeeld. De meeste cafébezoekers, zij die nog op de been waren, ontwaakten uit hun verdoving en stormden gillend en vloekend naar buiten. Ik proefde het lauwe bloed op mijn lippen. De smeerlap was er goed in geslaagd mijn nacht te verbrodden. Ik stap even later het café uit, de frisse Antwerpse nacht in. Voorzichtig fluitende vogels, Politie- en ambulancesirenes achter mij in de verte.Ik open de deur van mijn flat, neem toch nog maar een douche en laat me daarna gewillig in de wurggreep van Morpheus vallen.

The Musicbar-Dude
7 0

De waarheid

Dat ze niet bestaat, althans niet in de duale realiteit die wij ervaren, luidt de som van mijn doorgedreven (zelf)bevredigende contemplaties. Want hier* is elke ervaring subjectief. Elke interpretatie van het leven vindt plaats vanuit een uniek perspectief, een persoonlijk kader dat de authentieke grenzen afbakent. Objectiviteit is niet meer dan de bereidheid om daarmee rekening te houden. Aangezien niets kan bestaan zonder zijn tegengestelde, is geen enkele bewering absoluut (ook deze niet). Niets is geheel waar of onwaar. Het omgekeerde van elke uitspraak leeft evenzeer en is evenwaardig. Toch spelen wij mensen graag een spel dat Verdeeldheid heet. De ene zegt iets en de ander doet een tegenbewering. We doen alsof iemand het bij het rechte eind kan hebben. En schrijven de ene waarheid meer waarde toe dan de ander. Maar de ‘waarheid’ is dat ze niet zonder elkaar kunnen. Elke bedenking, bewering en beweging die ik maak, werpt een contrasterende schaduw. Dat hoort onlosmakelijk bij het creatieproces. Mijn handelen stamt voort uit de bron van mijn persoonlijke waarheid. Het is een kern waarop ik mijn keuzes afstel, rechtstreeks gelinkt aan mijn gevoelswereld. Sommigen zullen mijn waarheid herkennen, waardoor we elkaar zullen aanduiden als gelijkgestemd. Anderen zullen erop botsen en ze als onzin afdoen. Als de waarheid niet bestaat, dan is er niets afgebakend. Dan is werkelijk alles mogelijk. De combinaties en variaties zijn oneindig. De scheppingskracht (God, natuur, universum, …) sluit niets uit. Deze onbegrensde inclusie zouden we absolute liefde kunnen noemen. Dualiteit is zowel een overkoepelende wetmatigheid als een eigenschap van iedere schepping. Zo is iedere mens begrensd, alsook onbegrensd. Dit inzicht druppelde via verschillende (om)wegen bij mij naar binnen. Op sommige momenten werd ik er haast door overspoeld en vond ik mezelf vrolijk plenzend te midden van stralen klaarheid. Het diepgaande besef dat alles bodemloos paradoxaal is, kan anderzijds ook verlammend werken. De notie van oneindigheid heeft dat effect op onze beperkte vleselijkheid. Om succesvol te overleven, zijn hokjes handig. Net als iedereen, dien ik mezelf af te bakenen, te bepalen tot waar ik reik, doch weet ik dat ik tegelijkertijd onbegrensd doorstroom in alles rondom mij. Dit maakt dat ik geen externe schade kan toebrengen zonder daarmee ook mezelf te raken. Mijn intenties naar de buitenwereld toe weerspiegelen hoe ik met mezelf omga. Alles waarvan ik mij afscheid, zorgt ervoor dat ik mezelf (her)ken. Elke scheiding baart een verbinding, net zoals juist altijd op zoek zal gaan naar fout. De dwarsliggende waarheid van een ander, houdt de mijne overeind. * in dit universum of tot waar onze ervaring reikt. Daarbuiten kunnen er andere wetten gelden.https://www.karoliendeman.com/blog/2021/12/13/de-waarheid

KarolienDeman
10 1