Zoeken

De Krant lezen en bellen tijdens de werkuren.

Mijn zesenzeventigjarige moeder belt me op zaterdag ochtend met de mededeling dat, voor de derde maal dit jaar, er een onvolledige krant in haar brievenbus zat. Vervelend. Ik moet dit weekend werken, dus ik vloek en vervloek de zogenaamde kwaliteitskrant en hun onnozele service. De wereld binnen handbereik? Vergeet het maar! Ik geef mijn moeder de goede raad naar de klantendienst te bellen en dit voorval te melden. “Maak u maar druk, maar blijf beleefd.” Plots besef ik dat ik dus geen Krant zal hebben om te lezen in het Stadsmuseum. Ik heb de gewoonte tijdens de werkuren -uiteraard- die dwaze gazet, of een deel ervan, te lezen. “Ik zal ook wel een boos mailtje sturen,” beloof ik haar.             ’s Namiddags zit ik in het museum. Er dagen geen bezoekers op. Dik tegen mijn zin -ik heb de voorkeur voor de papieren versie- lees ik op mijn Macbook pro de idiote recensies van mijnheer Depets. Het is zeer vermakelijk om zoveel onzin in één artikel te ontdekken. Om me toch nuttig bezig te houden, schrijf ik het beloofde mailtje. Mijn licht ontvlambare fantasie zorgt ervoor dat ik me geleidelijk opwind.  In. Uit. Rustig blijven Felix! Calm down. In. Uit. Voor de lol doe ik een kort maar krachtig Headspace meditatie oefeningetje. Daarna typ ik op mijn laptop de volgende e-mail:                           Geachte mevrouw, mijnheer,                         Beste Klantendienst,                  Dit weekend is het weer zover. Mijn achtenzeventigjarige moeder kreeg slechts een onvolledige krant bezorgd! (het weekblad, het magazine en alle andere bijlagen ontbreken!) Vervelend! Het is de vijfde keer dit jaar! Jullie ontvangen de euro’s en steken de schuld op een ander, de bezorger of Bpost. Dat is gemakkelijk én kinderachtig! Is hier niet een eenvoudig handelsprincipe van kracht? Ik bedoel het volgende: We spreken af welke goederen U zult leveren en wat dat mag kosten. U levert slecht een deel van de afgesproken goederen! Ik ondervind schade. Wat is de schadeloosstelling? Mijn moeder (al vijftig jaar klant!) en ik zijn dus de pineut. Graag Uw advies.                                                  Hartelijke groeten                                                  Felix Dekeizer   p.s. 1. Wij zijn allang geen Katholieke mensen meer en geloven ook niet in Toeval. p.s. 2. Het abonnement staat op naam van Tineke van Heul. Het adres is Ernest Claeslei 47 bus 2 in 9160 Lokeren.                 Een week later zit ik opnieuw in het Stadsmuseum en speel wat met m’n Huawei P20, want ook vandaag geen bezoekers. Ik stel vast dat de klantendienst van de Krant een voicemail heeft ingesproken met het verzoek terug te bellen. Ik weet niet waarom, maar eensklaps moet ik aan het sympathieke bevel ‘Hou u in stilte en zinvol bezig!’ uit de middelbare school denken. Ik bel dus tijdens de werkuren naar de klantendienst op het nummer 02/790 21 10.               “ Welkom bij De Krant. Heeft U een vraag over de digitale krant: druk 1. Om uw vakantieaanvraag door te geven: druk 2. Om uw abonnement op te zeggen: druk 3.” Onthoud dat Felix, optie drie!  “Heeft U andere vragen: druk 4. Om onze dienstverlening te verbeteren,” Welke dienstverlening? “wordt dit gesprek opgenomen.”  … tuut … tuut  … Onze medewerkers zijn allemaal in gesprek … Plots speelt er muziek. “I can see it in your eyes … and you know just what to do … Potverdikke, wie zingt dat ook alweer? Leuk nummer.  Out of the blue hoor ik een vrouwenstem.   “Goedemiddag, klantendienst van De Krant. U spreekt met Nathalie de Clercq” (gehaast én op automatische piloot) “Goedemiddag. U spreekt met Felix Dekeizer. Jullie spelen leuke nummers. Lionel Richie. Mooi zo!  Tof! De klantendienst van De Krant heeft me daarstraks gebeld.” (enthousiast) “Op welk nummer?” (nog steeds gehaast) “Dit.” (duidelijk) “Even kijken.” Het blijft een poosje stil en ik hoor getokkel op een toetsenbord. Na nog een poosje vervolgt Nathalie met “Waarom heeft men u gecontacteerd?” (vertwijfeld)  “Ik zal het even uitleggen Nathalie. Mijn negenenzeventigjarige moeder ontvangt regelmatig een onvolledige krant.” (vriendelijk) “Dus het abonnement staat op naam van uw moeder?” (verbaasd en geïrriteerd)   “Ja.” (kort en krachtig) “Even kijken.” Het blijft een poosje stil en ik hoor getokkel op een toetsenbord. “En wat is het adres?” (zenuwachtig) “Ernest Claeslei 47 bus 2 in 9160 Lokeren.” (helder) “We gaan is gaan kijken. Ja! Ik zie het hier. We gaan is gaan overlopen.” (opgelucht, gehaast en in slecht Nederlands) “Zeker.” (kordaat) “Op maandag dertien september heeft u een e-mail gestuurd naar de klantendienst.” (ongeïnteresseerd) “Neen Nathalie, op zaterdag elf september heb ik een e-mail gestuurd.” (corrigerend)   Maar jullie werken in het weekend niet, Ik wel. denk ik bij mezelf.  “Uw moeder heeft dat weekend een onvolledige krant ontvangen.” (verveeld) “Inderdaad.” (hulpvaardig) “U moet ons daarvan telkens op de hoogte brengen.” (zelfingenomen)   “Ik moet niks Nathalie.” (vriendelijk en kordaat) “Ik ga even de vakantieregeling nakijken.” (onverschillig) “Wat heeft die er mee te maken?” (geïnteresseerd) “In de periode van zesentwintig juni tot vier september was er geen bijlage.” (betweterig en onverstoorbaar)   “Weet ik. Het gaat over het weekend van elf en twaalf september.” (informatief en vriendelijk) “We zullen de bedeling opvolgen. Als u ons op de hoogte brengt dat de krant onvolledig is, zal De Krant contact nemen met de bedeler. Kent u ons gratis nummer?” (op automatische piloot) “Gratis? Dat hoor ik graag Nathalie. Mijn moeder ontvangt liever een volledige krant.” (laconiek) “0800/500 91” (onvriendelijk) “0800/500 91” (minzaam) “We verlengen het abonnement met één week indien u ons meldt dat de krant onvolledig was.” (als een kleuterjuffrouw)   “Mooi zo!” (super vriendelijk én dankbaar) “Heeft u nog vragen?” (routineus) “Ja.” (nadenkend) Er valt een korte stilte. “Zeg maar mijnheer.” (ongeduldig) “Mijn moeder vindt het vervelend dat ze al weken op voorhand e-mails aankrijgt met de vraag haar abonnement te vernieuwen.” (informatief) “Ik snap het.” (dom) “Dat doet zelfs Telenet niet.” (onverstoorbaar) “Dat is marketing.” (nog dommer) “Ik snap het. Irritante marketing, Nathalie. Dat werkt op haar gemoed.” (nog steeds informatief)   “We kunnen haar e-mail verwijderen uit de mailinglist. Laat het ons gewoon weten.” (professioneel) “Maar dan betaalt ze misschien te laat en is er helemaal niks. Helemaal geen krant.” (bezorgd) “Ik snap het.” (onbekommerd) Terwijl ik zit te bellen arriveert de locatieverantwoordelijke van het Stadsmuseum. Kortom, mijn leidinggevende voor vandaag. Hij kijkt een beetje sip, maar knikt vriendelijk. Ik knik terug. “Laat het ons gewoon weten als we haar e-mailadres moeten verwijderen.” (herhalend) “Zeker en vast.” (doortastend) “Heeft u nog verdere vragen?” (chagrijnig) “Neen, maar mag ik u een korte anekdote vertellen?” (verwachtingsvol) “Tuurlijk mijnheer.” (schijnheilig) “Zoals reeds gemeld zijn wij al meer dan vijftig jaar klant. Het eerste wat mijn vader ’s ochtends deed, na het inschenken van een tripel in une boule, was de krant lezen. Hij had dan altijd een kort potloodje en een dikke sigaar bij de hand. Hij verbeterde de taalfouten en maakte aantekeningen in de marge. Sommige delen van de tekst werden onderstreept, andere delen werden omcirkeld. Mocht ik als eerste de krant lezen? Neen, dat was het voorrecht van mijn vader. Hij is zes jaar geleden overleden aan de gevolgen van keelkanker. Zat er geen krant in de brievenbus, dan was het kot te klein, om het zachtjes uit te drukken.” (ontroerd) Lange stilte. “Ik snap het” (idioot) “Dat wilde ik u nog graag even meegeven Nathalie.” (even kinderachtig als Nathalie zelf) “Nog vragen?” (brutaal)  “Ja. Ik heb onlangs reclame gezien in de krant voor een cruise naar de Baltische Staten, Rusland en Scandinavië. Die boottocht was best pittig van prijs. Vanaf  tweeduizenddriehonderdnegenennegentig. Er stond ook bij ‘inclusief ‘Easy’ drankenpakket.’ Wat heeft dat te betekenen? of beter;  Wat moet ik me daar bij voorstellen? ‘Easy’?” (nieuwsgierig) Het blijft een poosje stil en ik hoor geen getokkel op een toetsenbord. “Euhm … euhm … met de publiciteit hebben wij niks te maken. Ik wens u …” (vertwijfeld) Ik onderbreek Nathalie. “Nog één ding Nathalie. Het allerlaatste. Echt. De wereld binnen handbereik? Vergeet het maar! Tot kijk Nathalie. Merci. Hartelijk dank.” (voor het eerst onvriendelijk) “Nog een fijne …” (de wanhoop nabij)   Beste lezer, Tot slot nog enkele krantenkoppen van de afgelopen dagen:   -     ‘Edelhert Hubertus wordt geserveerd in restaurant Hoge Veluwe.’ -     ‘Rwanda mag WK wielrennen in 2025 organiseren.’ -     ‘Johnson tijdens VN-speech: ‘Kermit de kikker was fout, het is wél makkelijk groen te zijn.’ -     ‘Antwerp-trainer Brian Priske verschijnt halfnaakt op de persconferentie na kwalificatie.’ -     ‘Abonnee zoo krijgt contactverbod met chimpansee.’ -     ‘Verbod op pet, hoofddoek of keppeltje in rechtbank verdwijnt.’ -     ‘Minder broeikasgas? Leer koeien naar het toilet gaan.’ -     ‘Twee wijnkastelen uit Saint-Emilion hoeven hun Grand Cru-classificatie niet meer.’   Wie wordt daar nu wijzer van?   Geef uw mening en maak kans op een e-bike!

Hubert Grimmelt
27 0

Pyjamadag

Het is toch verschrikkelijk, het lijkt wel of het nooit meer mooi weer wordt. Hij vindt er echt weinig aan. Iedere dag weer die regen. En dan ook gewoon de hele dag hè, niet dat er even een bui valt en dat je dan weer naar buiten kunt, maar echt constant regen. Hij kan niet eens met droge voeten door de tuin lopen. De fontein stroomt over en de paadjes staan gewoon blank. De plassen zijn volgens hem wel vijf centimeter diep. Het vrouwtje moppert er ook op, “je staat bijna tot je enkels in het water”. En het lijkt ook wel of het de hele dag niet echt licht wordt.  Wel fijn dat hij in ieder geval droog kan plassen en poepen. Hij weet het wel, het vrouwtje is niet heel gelukkig als hij zijn poot optilt tegen de tuintafel, maar onder de overkapping kan hij tenminste even rustig staan. Hij zorgt er netjes voor dat zijn poepjes een beetje aan de rand liggen. Eén keer had het vrouwtje er bijna ingetrapt toen ze in het donker naar de container moest. Gelukkig kon ze het ontwijken maar hij had toch wel behoorlijk op zijn kop gehad. Dus daar hield hij nu maar rekening mee. Want stel je voor dat het niet meer mag. Nee, het is echt geen feest, buiten. Normaal als het vrouwtje haar jas aan doet, gaat hij eens kijken of hij niet mee kan. Maar nu blijft hij maar stilletjes op de bank liggen. In de hoop dat ze niet bedenkt dat hij mee uit moet. Laatst kwam een vriend van het vrouwtje toen ze zelf niet thuis was. Dat is altijd supergezellig. Alleen had die nu bedacht dat ze een rondje gingen lopen. Het was net even droog. Ja, er viel geen regen uit de lucht inderdaad. Maar de bermen waren een grote sopzooi. Bah, bah, hij kreeg modder tussen zijn tenen, het was glad en het was ook koud. Hij had een paar keer verwijtend omgekeken maar ze waren gewoon doorgelopen. Het viel hem echt een beetje tegen. Gelukkig kreeg hij thuis snoepjes, dat maakte het weer een beetje goed.  Het is te hopen dat het snel weer beter wordt. Dat hij weer lekker op zijn zonneplekje tegen het tuinhuisje kan gaan liggen. En tot die tijd doet hij hetzelfde als het vrouwtje af en toe op zondag. Hij houdt pyjamadag. Maar dan lekker door de week.    

Machteld
13 1

tahiti

Hij pikt mij op en de auto stinkt naar natte hond en goedkoop bier. Vroeger een gloednieuwe bmw, ondertussen een tweedehands camionet waarvan de kilometerteller niet meer werkt. De drank heeft zijn geld opgedronken, en zijn ziel. Hij zweet en trilt. Wat hij gedronken heeft is blijkbaar nog niet genoeg, want zelfs wanneer zijn bovenlip begint te verdikken heeft hij nog ontwenningsverschijnselen. Ik walg ervan dat hij telkens meer en meer opzwelt, van de koolhydraten en het zelfmedelijden. Van de opgehouden tranen. Soms kan ik niet anders dan in een oneindige put van medelijden voor hem zweven, andere dagen veracht ik het dat hij het geen dag volhoudt.   Het zat achter het stuur kruipen was voor mij een omslagpunt in mijn beeld van hem. Het zat achter het stuur kruipen en zijn dochter oppikken deed me beseffen dat het vanaf nu niet meer zou beteren.    Hij stinkt en die halve bus tahiti maakt het alleen maar erger.    Laatst dacht ik nog dat het weg zijn van hem me goed zou doen, en ik kan niet ontkennen dat dat het geval is. Maar ik blijf achter met zijn verdronken leven. Ik ben boos want ik blijf achter met verantwoordleijkheden die niet van mij zijn, kamers en kamers vol rommel en slecht verstopte geheimen, hoekjes, tassen en kasten vol platgetrapte blikjes, het leven zonder vader en een richtingloze moeder. Ik blijf achter met een prop die als papier in mijn maag blijft zitten. Geen pil die helpt, geen masseur die hem eruit kan masseren. Ik blijf achter met een beeld van drank.    Hij stinkt en soms wacht ik tot hij sterft. Soms wil ik niet liever dan dat hij leeft.

Chloe synkineses
2 0

Opgeruimd

Hoe gezellig ik het ook vind in huis, ik kan niet wachten om de kerstspullen weer op te ruimen en naar zolder te brengen als de feestdagen voorbij zijn. Opruimen, heerlijk. Over tot de orde van de dag.  Want waar ik nooit bij stil heb gestaan, is hoe die stomme kerstreclames binnen kunnen komen. Al die supermarkten die je vertellen dat je gezellig samen met je geliefden moet eten met kerst. Dit jaar was er zelfs een reclame die riep “liefste ik kan je niet missen”. Het klinkt als een hele foute smartlap maar toch voelt het weer als een tik. Daar kunnen die mensen niks aan doen hoor, ik heb er zelf ook nooit bij nagedacht. Maar je wordt iedere keer weer met je neus op de feiten gedrukt. En er is geen ontkomen aan, je kunt geen zender kiezen of ze komen voorbij. Op de radio is het zo mogelijk nog erger, overal schallen de kerstliedjes door de ether. Driving home for Christmas, huhuh. Nee, het is prima zo. Nog even alle nieuwjaarsrecepties doorstaan en dan kunnen we weer verder. Het lijkt zelfs of de dagen dan zichtbaar weer wat langer worden. Maar dat kan natuurlijk ook idee zijn. Of wishful thinking, wie weet. Het maakt me niks uit. Ze worden in ieder geval niet korter. Een nieuw jaar, nieuwe ervaringen en nieuwe herinneringen.  Goede voornemens heb ik ook dit jaar weer niet gemaakt. Ik moet dan altijd denken aan de Loesje-spreuk, “Begon de dag met tien goede voornemens. Ze zijn nu al op.” Ik denk dat ik het komende jaar ga wennen aan dingen doen zonder daarbij af te stemmen. Toen ik met mijn maatje was, deden we dingen samen. En dan hou je toch rekening met de ander. Dat gaf niet, dat was fijn, dat zou ik heel graag nog willen doen, maar nu is dat niet meer. Afgelopen jaar ben ik geloof ik meer bezig geweest met overleven en proberen alles zo goed mogelijk op de rit te krijgen. Nu zie ik het jaar met wat meer vertrouwen tegemoet. Oh zeker, er zullen moeilijke momenten genoeg komen. Waarschijnlijk ook op momenten dat ik er niet op beducht ben. En dan zullen er ook best wel tranen zijn. Maar toch, ik denk wel dat ik het kan.                  

Machteld
12 0

de rehab ziet er zo uit

zonder al te veel nadenken, wordt de tekst toch alweer aangemaakt in de nog beschikbare headspace je wil beginnen met een gevoel & een gevoel dat me nauw aan het hart ligt is Coldplay muziek die ik meestal niet goed vind, komt ook van Coldplay koester je het wat te veel, en het wordt je dood koester je wat je te veel wordt, en het wordt al snel een obsessie beiden zijn onontkomelijk en als ik toch getroffen moet worden, waarom niet nu? maar de wereld staat niet stil - ze staat in feite nooit stil rondom je gekrijs van mensen gedreun van machines de wereld in vuur en vlam en actief wat is de volgende fase? de rehab is nooit eindig ik bevind me voor, in en na de rehab de grot van Plato maar dan van Dries de matrix van mijn eigen bestaan - waar ik in vastzit - moeten uitleggen aan de therapeut ik word gek van het onvermogen te kunnen bestaan maar dat maakt het net moeilijker ik wil iets voelen dat permanent energiek is zo gek lijkt me dat verlangen naar gedrevenheid nog niet daarom is 'het' wat het zichzelf aandoet net daarom stel je voor niet meer zomaar - alsof dat gratis is - op pauze te duwen pijn in hartstreek maar dan continu en prangend heel de tijd herrie daarom, een streepje muziek om de pijn te verzachten, en om iets dat toch al verdergezet wordt, te voorkomen het gedicht heet niet Coldplay het gebruikt Coldplay het is geschreven via een Dries die toekijkt en wacht op de juiste toonaard om te kunnen zeggen het is genoeg geweest om altijd maar weer opnieuw te kunnen beginnen

Dries Verhaegen
61 2

Smaakbommetjes

Specerijen die Kawtar koestert Anijszaad, cayennepeper, garam masala, gember, kaneel, kardemom, kerriepoeder, komijn, kruidnagel, kurkuma, nootmuskaat, ras el hanout en saffraan Garam masala, kardemom en kerrie doen haar dromen van kip tikka masala, samosa, chutney en saffraankleurige sari’s. De Happy Boeddha op het bijzettafeltje kijkt haar vragend aan. Ze voelt het kriebelen, de behoefte om Indië te verkennen in de herfst.   Kawtar's herfstfavorieten Het onzichtbaar verglijden van de Tijd die nooit maalt om wat voorbij is De oren spitsen bij het gekibbel van de eekhoorns in het Hallerbos Zich laten betoveren door het lichtspel tussen de kastanjebomen Spinnenwebben fotograferen Oesterzwammen plukken voor de soep Pindaslingers rijgen Zich onderdompelen in de magie van kortverhalen bij kaarslicht Dampende anijsmelk met honing slurpen   Gember, kruidnagel en nootmuskaat katapulteren haar naar de gezellige winteravonden als jong meisje omringd door de knisperende vlammen in de open haard. Terwijl de regen nu gezapig tegen de ramen tikt, nestelt ze zich in de schommelstoel, geborgen in de ruitjesplaid die ze ooit cadeau kreeg van Rabia, haar ma. Geurige kruidenthee en appeltaart vullen de woonkamer met kaneelaroma. Neus en maag snakken naar couscous met een extra dosis kaneel, poedersuiker, zoete ajuinen en gedroogde rozijnen. Energiek gaat ze op jacht naar de ingrediënten. En terwijl ze met haar vingers over het griesmeel rolt, mist ze haar.   Herinneringen aan Rabia De groene foulard gedrapeerd rond haar frêle schouders De afternoon tea met verse muntthee en amandelkoekjes De wandelingen in de rolstoel na het middagdutje Haar afkeer van sneeuw, vergeetmomentjes, afbrekende botten, groene vingers, nuchtere  adviezen en ongelovige blik wanneer Kawtar dingen vertelde die niet pasten in haar universum Hun koppige gesprekken en de vrije lach om onbenulligheden die nog nazinderen   Terwijl de couscous gaar stoomt, vist Kawtar een notitieboekje uit de keukenla. Dankbaarheid vloeit over in verzen die ze opdraagt aan deze bijzondere vrouw die de  strijd verloor in het najaar.

Fatiha Berrazi
19 1

PIEMELS IN DE FITNESSCLUB

Sinds een maand ga ik naar de fitness. Nee, het betreft geen goed voornemen, wel een slimme wissel. Daarvoor jogde ik namelijk, maar het was moeilijk om mezelf bij te houden. Mijn hart wilde te snel, mijn benen bleven achter. Drie keer per week werd twee werd één. Regen was eerst een goddelijke verfrissing tijdens het lopen, daarna een onoverkomelijke hindernis die strak geplande loopsessies in het water deed vallen. Na enkele bezoekjes aan de kinesist (lees het relaas hier) was ik het beu.Het lijkt een vorig leven toen ik voor het eerst een fitnesszaal betrad (en die na twee of drie weken weer paniekerig ontvluchtte). Ik voelde me niet thuis tussen trosjes volgepompte veelzwetende gewichtheffers die bij elke krachttoer een krachtboer lieten ontsnappen die de ramen en mijn mannelijkheid deden daveren. Sindsdien heb ik sport een aantal sporten lager gezet op de spreekwoordelijke hobbyladder. Muziek, theater, tekst, taal, film en spel verdrongen elkaar afgelopen jaren om alle vrije ruimte op te vullen. Omdat ik ook vond dat ik moest blijven bewegen werden vooral mijn verplaatsingen tot sport verheven. Ik bezit tot op vandaag nog steeds geen wagen en doe zoveel mogelijk te voet of met de fiets.Maar het is tijd voor iets anders. Het is nu volop zomer in mijn leven, dus geen beter moment om wat fitter te worden.De dame van de nieuwe fitnessclub blijkt een ex-cursist te zijn. Ze spreekt vloeiend Nederlands maar haar accent verraadt haar land van herkomst. Na een eerste kennismakingsgesprek vindt ze me een atypische man, en ze bedoelt het als een compliment. Ze is vriendelijk, ad rem en stelt me op mijn gemak. Buiten de enorm slechte koffie heb ik het dan ook naar mijn zin. Ze is enorm goed in haar job en wil onder mijn huid kruipen om mij een abonnement te laten tekenen. Dat ze er nog een speciale korting bovenop doet (die eigenlijk niet meer geldig is) klinkt onverschillig en niet dwingend. Ze veinst interesse in mijn roman in wording maar ze veinst heel oprecht. ‘En ik moet hem zeker meenemen als hij eenmaal af is, ‘Neem je boek zeker mee hé, als het af is’ zegt ze, alsof de hele fitnessfamilie wachtende is op een roman van een beginneling, zowel wat het schrijven als wat het fitnessen betreft.Terwijl ze een formulier haalt, leg ik alles wat ik zie, hoor en voel in de weegschaal, samen met de prijs die ik zou moeten betalen. Waarvan ik destijds wegliep met de staart tussen mijn benen, lijkt hier afwezig. Van drukte of chaos is hier geen sprake. De algemene sfeer voelt extreem menselijk, als de kerstbrunch met de schoonfamilie enkele dagen geleden. Het wekt bijna de indruk dat men hier alles voor mij in scène heeft gezet door een mooie doorsnee van de bevolking op de loopbanden te plaatsen. De club wil overduidelijk ook haar gebruiksgemak evoceren: talloze schermen onderstrepen het systeem waarmee ik zou gaan trainen als persoonlijk, volautomatisch en toegankelijk.Vandaag vier ik mijn vierde week. In die vier weken heb ik meer piemels gezien dan tijdens mijn bezoek aan het Louvre. De meeste mannen bewandelen daarin een fijne lijn tussen ‘niet iedereen hoeft per se mijn geslacht te zien’ en ‘ik bedek niet onnodig wat God me heeft gegeven’. Laatst zat er een man, toepasselijk Willy genaamd, in de kleedkamer. Hij zat ongegeneerd een krant te lezen met gekruiste benen, waartussen zijn ietwat geknelde eenogige slang piepte. Ik ben niet preuts, maar toen ik aangekleed was en hem nog een prettige dag wenste, voelde ik haast zijn teleurstelling dat ik geen opmerking had gemaakt over zijn enorme lef zich niet om zijn expliciete naaktheid te schamen. Ik noem hem vanaf nu ‘trotse nonkel Willy’. Tenslotte behoor ik nu tot de familie. 

Lennart Vanstaen
23 4

konijnentanden en navelstreng

Op een dag rond mijn achtste levensjaar merk ik voor het eerst op dat sterven een keuze kan zijn. Ik ben net uitgescholden voor mijn konijnentanden, die ik later nog zal missen wanneer mijn moeder ze zonder mijn toestemming laat kort slijpen. De belofte om niet te huilen verbreek ik, en later ook de tweede belofte, om niets tegen juf H. te zeggen wanneer ze met een rietje mijn gedachten uit me zuigt. Ik worstel maar ik vertel alles. Op dat moment heb ik mijn vrienden met mijn volle bewustzijn hun afgrond in gestuurd. Ik had het moeten slikken maar hun woorden waren als zandkorrels, ik zou het sowieso niet hebben kunnen verteren, en zelfs jaren later is mij bijgebleven dat hun idee van mij bestond uit mijn tanden en overmatige emotie. Alsof mijn enorme tanden als poort moesten dienen voor woorden die wel eens ongemakkelijk ozuden kunnen zijn. Mijn bolle jeukbeenderen waren een glijbaan om mijn tranen recht naar mijn oren te sturen. Zodat niemand ze kon zien en ik ze kon horen druppelen. Ik merk op dat ik dood kan. Ik weet alleen nog niet hoe. Ik stap buiten en word omringd door oude mijn-infrastructuur. Misschien als ik daarop klim en eraf vlieg, dat mijn lichamelijke vorm het wel op geeft. Zo zoet het idee ook mocht wezen, zo boos zouden mijn ouders zijn. En zo besloot ik vanaf dan elke dag om te leven, ook als ik eigenlijk niet wou. Zelfs mijn levenloos koud vel zou uiteen barsten bij het aanhoren van mijn moeders preek en mijn vaders alcoholisme. Mijn geboorte ontwikkelde zich als een soort contract. Ik wou zo graag uit mijn moeders harde, woelige, drukkende buik, maar daarmee ondertekende ik onbewust een soort belofte om in leven te blijven. De navelstreng leek bij ons nooit gescheiden te zijn. En hoe harder ik wegtrok, hoe sneller ik terug bij haar tegen de borst belandde. Mijn moeders binnenste zou volledig naar buiten keren moest ik sterven en dat is iets wat ik nog stees niet kan verdragen. Zelfs daar wil ik het haar niet toelaten om een bad te nemen in haar zelfmedelijden. 

Chloe synkineses
4 1

ezelbeet en de geest

5   Maar nu, al die jaren later, was een geest in een koffertje lachwekkend, of dat zou het zijn als ze niet voor een man stond die wel dubbel zo groot was als haar. Ondanks deze bijna bovennatuurlijke situatie was er maar 1 vraag die tegen de binnenkant van haar lippen bleef stoten en dat is waarom ze haar gekozen hadden. Ze had toch geen ervaring met geesten in koffertjes. Haar leven was pijnlijk eenvoudig geweest tot nu toe, en waarom zou iemand de moeite doen om daar verandering in te brengen? Er is een oneindigheid aan mensen met speciale gaven, een brein zoals een computer of spieren zo gespannen dat hun huid bijna openspringt, en Wilma behoorde tot geen één van die groepen. Het laatste wat er mocht gebeuren is mislukking, want dan zou het leven opnieuw de volle 180 graden draaien naar een onopmerkzaam en uitzichtloos bestaan.    “Wanneer u de opdracht voltooid mevrouw, krijgt u alles van ons wat u maar wilt. Een eenhoorn, knalgroene onderzeeër, een ruimteschip, elke dag kroketten voor de rest van uw leven? Alles kan, zolang het maar geen geld is.” En maar goed ook, dacht ze. Ze zou niet weten wat ze met geld zou moeten doen.  “nog vragen?” Haar vraag wilt met alle haast zijn uitweg tussen haar lippen door vinden, maar ze houdt haar kaken als verroest op elkaar gespannen. Haar angst om ondankbaar over te komen is groter dan haar nieuwsgierigheid.  “Wat voor verhalen lust de geest?” vraagt ze dan maar. “Alle verhalen die uit jezelf komen, kan hij wel smaken. Je leest best niets voor dat uit iemand anders’ brein gesponnen werd. Voor de rest maakt het weinig uit, je zal het zelf wel leren. En voor ik het vergeet, laat het kistje dicht tot wij bevelen dat het open mag.” Zijn gezicht is uitdrukkingsloos, maar niet gespannen. Het is een gezicht dat zelfs in volle ontspanning niet kwaad of opgewonden lijkt. Niet uitgeput of enthousiast. Anders dan zijn kleding was zijn gelaat compleet normaal. Zo normaal zelfs dat het er toch net weer ietsje uit sprong.     

Chloe synkineses
0 0

ezelbeet en de geest

4. Ze wist niet veel over geesten, maar het woord alleen deed haar huidoppervlakte lichtjes koelen. Haar ouders hadden haar er altijd van overtuigd dat die niet bestonden, maar als kind was ze eens meegenomen met haar grootouders naar een ander ouder koppel. Die staken een DVD van de snorkels in de speler als entertainment van de avond, maar het echte entertainment ontstond in het gesprek dat de twee koppels voerden over geesten. Het ging over een bewegend glas, verbrand leder en voorbij glijdende schimmen, wat heel wat nieuwsgierigheid opwekte voor datgene dat kinderen niet wisten en volwassenen blijkbaar wel, maar het meest verassende element voor haar was de zwijgzaamheid van haar grootvader wiens mond je normaalgezien zelfs met een klem kon dichthouden. Hij wist over alles het meeste, interessantste en daar was hij zelf nog het meeste van overtuigd. Maar nu, nu wist hij helemaal niets of net teveel. Na dat gesprek had ze maandenlang zo’n angst gehad voor geesten dat ze de slaap niet meer kon vatten en zelfs het woord niet meer durfde uitspreken, voor moest haar stem in combinatie met die 5 letters maar eens de magische spreuk zijn om de schimmen uit een ander universum naar dat van haar te brengen. “mama, ik kan niet slapen, ik ben bang voor de krokodillen”, was een verzinsel dat haar een ticket naar de kamer van haar ouders gaf. “maar kind, gij zijt nooit bang geweest, en nu opeens wel? Dat slaat toch nergens op”. Na een tijd werkte die smoes dus ook niet meer en bracht ze de nachten met opengesperde ogen onder het laken door.    Maar nu, al die jaren later, was een geest in een koffertje lachwekkend, of dat zou het zijn als ze niet voor een man stond die wel dubbel zo groot was als haar. Ondanks deze bijna bovennatuurlijke situatie was er maar 1 vraag die tegen de binnenkant van haar lippen bleef stoten en dat is waarom ze haar gekozen hadden. Ze had toch geen ervaring met geesten in koffertjes. Haar leven was pijnlijk eenvoudig geweest tot nu toe, en waarom zou iemand de moeite doen om daar verandering in te brengen? Er is een oneindigheid aan mensen met speciale gaven, een brein zoals een computer of spieren zo gespannen dat hun huid bijna openspringt, en Wilma behoorde tot geen één van die groepen. Het laatste wat er mocht gebeuren is mislukking, want dan zou het leven opnieuw de volle 180 graden draaien naar een onopmerkzaam en uitzichtloos bestaan.   

Chloe synkineses
1 0

ezelbeet en de geest

3.   Een 3-tal weken later stond ze plots weer voor mijn neus. Want ze beweegt zich alsof ze zich elke stap teleporteert naar de volgende, en deze keer belandde ze toevallig voor mij. Geen windel, pleister of ander overblijfsel van haar ezelbeet. Zoals gewoonlijk neemt ze de krant op, legt die op de tafel en blijft rechtstaan om te lezen, zodat ze moeiteloos heen en weer kan lopen om telkens een andere krant terug naar de tafel te brengen. Haar passen zijn geluidloos, maar toch lijkt het alsof ze haar voeten telkens diep de grond in duwt. Zo stevig stapt ze, alsof ze anders naar boven gaat zweven en nooit nog terug komt. Ze begint zachtjes te neurien, een liedje dat ik niet ken. Een wc-bezoek duurt altijd wel een tijdje, en soms bij sluitingstijd wacht ik daarom op haar voor ik de sleutel door de sloten van de deuren draai en naar huis ga.   Ze begint zachtjes tegen zichzelf te fluisteren. Rechtdoor is de vrouwen-wc, Rechts de mannen en links die voor gehandicapten, dat is de grootste dus daar stapt ze binnen. Ze schudt wat van de nervositeit en stapt wat rond. Het kamertje is groot genoeg om 3 stappen in elke richting te zetten, maar dan word je onderbroken door een WC en een wastafel. De spiegel breekt haar gedachtenloop en verplicht haar heel kort naar zichzelf te kijken. De tijd zuigt haar terug naar het nu en de missie die ze op dit eigenste moment hoort te volbrengen. “Maar 1 opdracht, Wilma, en dan zijt ge voor de rest van uw leven van de miserie af. Ge moet niks meer betalen, ze komen u overal met ne taxi halen” had hij beloofd. “Nee, die taxi moogt ge laten, ik rij graag met mijne fiets.” “ gij zijt toch een raar he, maarja, wat gij wilt, zolang ge uw opdracht maar volbrengt.” “Ja meneer, ik ga proberen.” “nee. Nu hebt ge mij verkeerd begrepen. Als die rat daar niet op z’n plekske beland, dan is er gene taxi, maar dan kunt ge uwe fiets ook beter wegdoen, want dan zorgen mijn mannen er wel voor dat uw korte beentjes geen stap of trap meer kunnen zetten” Moest ze nog niet zo’n ellendig leven gehad hebben, zou ze nu in tranen uitbarsten, maar ze beheerst zich, al wordt alles wat stiller, donkerder, en lijken haar organen haar langs haar benen en dan voeten te verlaten.   Even geleden, ze kan niet meer zeggen wanneer, werd er in haar kamer een brief onder de deur geschoven. Daarin werd ze verwittigd verkozen te zijn door het geheime Sinklaarse comité om een opdracht te volbrengen. Woensdag, 9 uur ’s morgens moest ze klaar staan aan de achterkant van de kerk om verdere instructies te ontvangen. “Een geheim comité?” dacht ze, “Weten die niet dat het woensdag marktdag is?”. Woensdag om half 9 stond ze klaar. Nog nooit had ze zo’n brief gekregen, nog nooit was zij persoonlijk uitgekozen, en dan wel nog door een geheim comité. Ze was geen vrouw om stil te staan, ze had grote handen en voeten, graafde daarmee graag in de grond, ging overal met de fiets naartoe, bleef zelfs rechtstaan bij het lezen, maar die woensdag bleef ze stijf staan, zo’n halve meter van de kerkmuur verwijderd. Hoe moest ze weten wanneer haar afspraak er was? En hoe kenden ze haar eigenlijk? Een belangrijke vraag die verdween in de gedachte dat ze eindelijk eens werd uitgekozen voor haar kwaliteiten, en niet uit compassie. 9.10 uur. Wanneer ze om de hoek kijkt ziet ze uit de menigte een figuur dichter en dichter komen. Het is een man minstens een 40 cm hoger dan de andere mensen op de markt, met strakke en lage, donkerbruine hoed, en donkere rubberen laarzen. In die laarzen zit een wijde broek gepropt en de kleren aan zijn bovenlichaam lijken maar wat lukraak geknoopte lappen stof. Of is dat fashion? Hij lijkt iets met zich mee te dragen in zijn linkerhand. Vreemd genoeg kijkt niemand op van zijn nogal ongewone gedaante. Maar zij, zij wordt onrustig en begint wat te giechelen, tot de man echt dichtbij komt.    “meneer” knikt ze. “Overbodige woordenuitwisseling is hier niet op zijn plek. Straight to the point. In mijn koffertje hier zit een geest. Jij zal ervoor zorgen dat die geest op de juiste plek in het stelsel terechtkomt, en dat doe je met de kaart die nu in je jaszak zit. Daarop heb ik aangeduid waar je precies moet zijn. Een maand lang ga jij wekelijks die plek bezoeken, en pas wanneer je een telefoontje van ons krijgt, laat je de geest los.”  In haar gedachten ontvouwt zich een eeuwigheid aan vragen, maar er is geen ruitme tussen de woorden van de reuzenman om ze te stellen. “In tussentijd houd je de geest in leven door hem verhalen te voeden en val je zo weining mogelijk op wanneer je de aangeduide plek gaat bezoeken. Dat is de essentie van je opdracht.”

Chloe synkineses
2 0

ezelbeet en trampoline

1. Langs de zijkanten is haar korte coupe spierwit, vanboven wordt het grijs. Haar gezicht heeft iets weg van een kleine cartoon-kikker. Of is het hij? Telkens wanneer ik haar zie draagt ze iets wat doet denken aan een motorjack, met daarover een fluovest. Ik lees “Vermarc sportswear”. Haar schoenen lijken wandelschoenen voor een wat makkelijkere ondergrond. Een te grote, rode fleece, een donkerbruine wandelboek en een bril met dunne, zwarte montuur voorkomen haar van de naaktheid. “ Ik heb een boete”. Wanneer ik denk dat er ruimte komt voor een antwoord lijmt ze een verhaal vast aan haar opmerking. “ de ezel heeft in mijn hand gebeten dus ik kon niet komen.” Ze is moeilijk te verstaan, maar ze steekt haar hand omwikkeld met wit verband in de lucht en dat gebaar maakt het iets duidelijker. Toch denk ik het verkeerd verstaan te hebben. Voor ik ernaar kan vragen ratelt ze verder; “ja, de ezel, hij heeft in mijn hand gebeten, ik heb ervan afgezien dus ik kon de boeken niet inleveren vorige week. En nu heb ik een boete. Ik was naar de ezels geweest. Ja, er had er ene mij gebeten.” Zonder nadenken glijdt “Kan gebeuren, Mevrouw” uit mijn mond. Blijkbaar kan zoiets gebeuren. Dat was meteen onze eerste ontmoeting. Ze is klein en loopt onhandig. Ik schat haar rond de 60. Na het voorval met de ezel kwam ik haar overal tegen. In de supermarkt, op de fiets door het stukje bos op weg naar huis, en natuurlijk, met een krant in haar handen aan de grote tafel in de bibliotheek, wanneer ik aan de balie zit. In het begin beschuldigde ik haar opmerkelijkheid ervan de reden te zijn dat ik haar zo vaak tegen kwam, maar later veranderde dat idee.   2. Mijn gedachten ratelen me wild vandaag. Een aantal keer probeer ik mijn ademhaling te controleren, maar het frustreert me enkel. Het doet me denken aan een ex-vriendin. Dat woord ex-vriendin gebruik ik voor het eerst en is dus met een speciale intentie. Het controleren van mijn ademhaling doet me denken aan haar trucje waarmee ze alle negativiteit omkeert tot iets positiefs, meer zelfs, ze maakt het een spirituele les. Haar trucje werkt heel erg goed en ze helpt er een hoop mensen mee, maar eens je de geheimen van de goochelaar weet is er nog maar weinig aan. Alle negatieve ideeën worden verzameld in een doosje binnenin haar lichaam. Ach, misschien leg ik het wel eens duidelijker uit, maar niet vandaag. Mijn gedachten ratelen me dus wild en mijn ademhaling controleren is niet mijn redding. Ik worstel minutenlang met het idee dat mijn bestaan alle rede op planeet aarde opslorpt, al is dat niet alleen een egocentrische, maar ook een belachelijk onnodige gedachte. Wanneer mijn innerlijke paniek zijn hoogtepunt bereikt, loopt er een jongen in een grijze jas voorbij. Ik herken zijn gezicht als de volwassen versie van het jongetje waarmee ik mijn vriendschap en liefde in de kleuterklas deelde. Hij had een fijn gezicht, met wallen onder zijn ogen, vooral als hij lachte. Hij zong elke pauze de liedjes van Cluseau met al de passie die hij bevatte, een Vlaamse groep met liedjes die geen enkele andere kleuter iets kon schelen. Het is een aantal keer voorgekomen dat hij zijn trui in de klas uitdeed en schrok van het feit dat hij zijn pyjama nog onderaan had. Eentje van spiderman, tijgertje of Mickey mouse. Ik vroeg me dan altijd af of zijn moeder hem niet hielp bij het aankleden voor school. We waren vrienden omdat hij net zoals mij altijd bij de kleinsten van de klas hoorde, en omdat we elkaar grappig vonden. Op mijn verjaardagsfeestjes nam hij jaar na jaar de nep-microfoon in handen voor een speech, waarbij vooral de volwassenen heel erg moesten lachen. Ik admireerde het dat hij middelpunt van de belangstelling op zichzelf durfde richten op plekken die niet zijn thuis waren, of de school. Nooit zou ik als kind mijn mond hebben durven opentrekken op iemands verjaardagsfeestje. Hij deed dat wel, en dus was het alsof hij voor ons twee samen praatte. Tijdens het zingen op de speelplaats sprong hij aan het einde van zijn optreden van het muurtje af en belandde met zijn hoofd recht op de koude kasseien. Hij kreeg een bult op zijn hoofd in de vorm van een planeet met wit-rozig slijm over, ik denk door het rekken van zijn huid. Hij huilde niet, maar zijn gezichtje trok wit en hij bundelde alle energie in zijn petieterig lijfje samen om zijn lip niet nog harder naar beneden te trekken. Bij andere kinderen werd ik wel eens jaloers wanneer de aandacht op hen gericht was, omdat ik dan zelf mijn tekorten ervaarde, maar bij Miko was dat nooit het geval. Ik keek er graag naar wanneer hij in het middelpunt stond. Het was als een soort toneel, dat speciaal voor mij werd opgevoerd, en het was nooit saai, tot de reden van zijn aantrekking van de aandacht veranderde. Op de lagere school zong hij en praatte hij minder. Hij was niet erg uitgelaten tijdens zijn verjaardagsfeestje in zijn ouders’ sportzaal. Vroeger kon hij uren en uren over de verschillende trampolines doorpraten en nu we er waren wou hij er niet eens op springen. Zijn zus, ging in tegenstelling tot hem, tot in de eeuwigheid door met het springen en de gymnastische oefeningen op de speelplaats. En ook later bleef ze altijd 2 gevlochten staartjes dragen met dikke gekleurde elastieken. Wanneer je haar zag, kon je je zonder moeite inbeelden hoe die staartjes recht omhoog gingen staan zoals ze dat deden bij het springen en de salto’s. Ze won Wedstrijd na wedstrijd en belandde zo op de zorgende schoot van haar ouders. Miko werd een krak in wiskunde en begon pijn in zijn hart te krijgen tijdens de lessen. Zo belde de school een aantal keer zijn ouders om hem op te halen, maar dat deden ze niet, dus bleef hij tot het einde van de schooldag zijn hand op zijn hart houden.   Een aantal jaar later veranderde hij van gedachte en besloot hij zijn ouders een laatste keer trots te maken door nog eens te springen. Dit keer zonder trampoline, van de brug die over de snelweg loopt. Minutenlang stond hij heen en weer te lopen langs de railing af te lopen tijdens spitsuur. Tientallen auto’s rijden voorbij en vragen zich niet af waarom deze jonge, tengere gedaante loopt te ijsberen op de brug. Of ze vragen het zich wel af, maar niet hard genoeg om het te vragen. Hij wordt eerst geraakt door een vrachtwagen, en daarna omver gereden door een zwarte wagen. De inwoners van het dorp weten er niets anders op te vinden dan over de mensen heen te verspreiden hoe de jongen uiteen lag op de straat. Zijn arm zou meters verder gevonden zijn, zijn gezicht onherkenbaar. Anderen beweerden dat dat onzin was. Voor mij was dat slechts een detail.

Chloe synkineses
0 0

Kerstfilms

Kerstfilms, heerlijk. Ik weet het, het is zoet, het is Hallmark en het is absoluut niet de werkelijkheid maar eens per jaar mag ik daar van mezelf ongegeneerd naar kijken. Een kerst zonder Scrooge is eigenlijk voor mij geen kerst. Het liefst kijk ik dan ook nog een beetje een oudere versie, waar de nostalgie vanaf druipt. Of natuurlijk de versie van de Muppets, maar dat is omdat ik een enorme fan ben van Waldorf en Statler.  Wat ook vaak voorbijkomt en waar ik dan toch ook weer naar kijk, is Love Actually. Hoe oud is die film inmiddels? Vast al wel twintig jaar. Maar het blijft leuk. Het is ook zo’n heerlijk vast format, jongen / meisje komen elkaar tegen, vinden elkaar leuk, krijgen ruzie (of worden op een andere manier uit elkaar gedreven) en op het einde van de film krijgen ze elkaar. Je zou denken dat we daar wel doorheen prikken maar nee, de bioscopen lopen nog altijd vol bij dit soort verhalen. De enige film waar ik dan wel weer allergisch voor ben, is Home Alone. Dat kan ik niet meer zien, dat is zo vreselijk uitgemolken. En zo vreselijk flauw. Die sla ik dan toch maar over. En dan is Kerst toch wel de uitgelezen periode om met dikke sokken en een dekentje naar deze romantische zoetigheid te kijken. Op zondag, als je niks te doen hebt en als het buiten dusdanig weer is dat zelfs Stef op de bank blijft liggen. En dan tegen het einde van de middag een glaasje port. Soms heb je helemaal niet veel nodig om het goed te hebben. Je moet er alleen niet te vroeg mee beginnen, dan gaat het op een gegeven moment ook tegenstaan. Net als de kerstliedjes op de radio, dat is ook alleen maar leuk op de kerstdagen zelf.  Ik heb nog niet gekeken wat er geprogrammeerd staat. Vast wel een of andere uitvoering van Scrooge. En wat dingen die de zakken van meneer Disney weer spekken. Ach, het is maar eens per jaar. Voor je het weet is het alweer januari.    

Machteld
3 0