Beestige poëzie
Wie zijt gij en wat zoekt gij hier, raar paard met zwarte lijnen? Die strepen zijn niet zwart maar wit, gij dier daar in de wei. Ik ken je niet, heb ik het goed, hoor jij bij de konijnen?Ik ben een schaap, zie je dat niet? Kom dan wat dichterbij.
Nu dat g’ het zegt, dat is geen vacht, dat lijkt wel zachte wol.Dat zie je goed, paardengeval, wat brengt ge hier naar toe? Ik ben op zoek naar mijn vriendin en naar haar nieuwe hol.Hoezo, een hol? 't Is dus geen paard en zeker ook geen koe.
Is dat de nieuwe mode met die strepen op je huid?Een tattoo is het niet, die zou onbetaalbaar wezen. Zebra’s zijn met lijnen geboren, maar dus niet geruit. Naar ’t schijnt is ’t camouflage, ik heb dus niets te vrezen.
Ik dacht het al toen ik je zag is het nu zwart op wit?Of is het wit op zwart? Feit is: het maakt mij horendol. Maak je niet dik en spin je wol, vertel mij hoe het zit. Ken je de weg? Zeg me dan snel, waar vind ik nu dat hol?
Want deze nacht vieren wij feest, dat weet toch ieder mens Wij hebben tickets voor het vuur en ook voor het gezang Het eten dat is niks voor ons, wie lust nu paardenpens? Maar lekker dansen met elkaar, dat is wel van belang
Blijf kalm, jij bronstig strepenpaard, het hol ligt hier rechtuit.Maar volg mijn wijze raad: trek eerst dat pyjamaatje uit.