Zoeken

Mijn goeie vriend. Bij de hulpverlening. heroïne 1

poul Cadovius lives with living, design,1950, 60, ********************************************************************* Het was koud ijskoud net voor nieuwjaar dat ik hem terugzag hij zag er vaal uit, zijn huid was grijs, maar hij was in volle moed. Ik kwam net, de goedkoope winkel, de krak in de korte koepoortstraat uit toen ik hem ontmoete. Ik had wat spulletjes gekocht voor het Nieuwjaarsfeestje samen met mijn broer. Het was een van de beste nieuwjaarsfeestjes die ik sedert lang meemaakte. Toen ik terug kwam in mijn 1 kamer werd er aangebeld mijn goeie vriend of hij een tijdje kon komen logeren. Dat kon hij op een voorwaarde geen heroïne als hij wilde dan bood ik mijn hulp aan. Hij beloofde. De dag daarna vertrok hij en stond des avonds terug aan de deur. Compleet weg. Ik liet hem staan. Drie dagen beantwoorde ik de deurbel niet. Buiten was het ijskoud. De vierde dag liet ik hem terug binnen. Hij aanvaarde alle hulp. Ik belde een opvangcentrum omdat we samen beseften dat er hulp bij nodig was. Op dat moment was hij voor honderd % bereid om te stoppen. Ik wist als de drang weer te sterk werd dan was ik hem weer kwijt.Maar in het centrum ALLE centra werden we afgescheept want een of ander genie in de hulpverlening had besloten dat men pas na 14 dagen een voor intakegesprek kon uitgenodigd worden. IK vroeg hen wat er zou gebeuren wanneer ik hem op hun stoep zou achter laten. De hoorn werd neergegooid. Ik belde dokters, hulp verleners overal kreeg ik hetzelfde antwoord. Ik lei hen mijn dilemma voor.Mijn vriend was niet zomaar verdwenen. Hij was bezig de gehele buurt te bestelen. De GB op de groenplaats was toen een welwillend slachtoffer. Met een eenvoudige schroevendraaier brak men er binnen. Toen ik vroeg aan de hulpverleners of ze wel beseften wat er zou gebeuren wanneer de eerste behoeften om heroïne zich zouden aandienen. Hij zou weer binnen een paar uur de deur uitgaan om te stelen en te schoren. Laat hem maar stelen zeiden sommigen en binnen 14 dagen mag hij voor een intakegesprek komen. Ten lange laatste belde ik de BRT Panorama op ze hadden net een reportage over een wanhopige moeder uitgezonden die nergens hulp had gekregen voor haar dochter. De gewillige mensen van de BRT zeiden dat de vrouw nog nergens hulp had gevonden. Maar ze wisten wel een vrouwelijke dokter die hulp bood.Ik maakte contact met de arts en omdat ze de problemen begreep zorgde ze direct voor een consultatie. Ze schreef onmiddellijk, net voor de sluiting van alle apotheken, een middel voor die de behoefte aan heroïne zouden temperen. Dat deed het middel en ondertussen werd het avond. Na het innemen van het middel viel hij in slaap. Hij sliep de dag rond. At een beetje en viel terug in slaap. Hij was uitgeput. Iedere week gingen we een uurtje op consultatie bij de dokter. Eindelijk vond hij rust in een voor hem veilige omgeving. Hij sliep een maand lang.Na twee maand werd hij meer en meer waker. Mijn eenpersoonskamer was een veilig kleine knusse kamer. In de straatjes rondom liepen de dealers rond. Hij kon niet buiten of hij dreigde een van de velen te ontmoeten.

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
10 0

Open Brief

Hallo aan iedereen;  Mijn naam is Kiya Lee. Ik ben 36 en langdurig werkloos. Ondertussen zal het bijna 2 jaar zijn.  Deze open brief dient om niet alleen mijn persoonlijke ervaringen te delen. Maar ook om vele ogen te openen.  Laat ons ten eerste al eens beginnen met de stigmatisering van werklozen en minderbedeelden. Maar ook migranten, allochtonen, bejaarden, zieken en daklozen. Of zoals ik ons de bijnaam geef: “The Unlucky Seven”. De zeven favoriete groepen om te gebruiken als schandpaal en slachtoffer door zowel politici als de maatschappij. De armsten en meest kwetsbaarste mensen in onze maatschappij die zogezegd verantwoordelijk zijn voor alles dat op één of andere manier fout zou lopen.  Wij zouden niet willen werken. Wij zouden geen motivatie hebben. Leven als Goden in Frankrijk. Lui zijn. Profiteren. Of, in de woorden van onze eigen Eerste Minister: “professionele doppers”. Een mening die wordt geadopteerd door de maatschappij. Waaronder, jawel, ook aanwervers bij horen. Mensen die ons aan een job kunnen helpen, maar door de stigmatisering ons zelfs nooit een uitnodiging sturen voor een sollicitatie. En dan kijkt de maatschappij naar jou. Want jij bent werkloos. “En als je wil werken, dan vind je werk”.  Ik heb 6 jaar ervaring in de verkoop. Maar die volledige 6 jaar is via art. 60 (sociale tewerkstelling), vervangingscontracten en dagcontracten. Aannemers kijken zelfs niet eens naar zo een CV. Mijn laatste uitnodiging om op sollicitatie te gaan dateert al meer dan 9 jaar geleden. Desondanks heb ik méér dan 5000 uitgaande sollicitaties.  Maar het zal dan mijn schuld zijn?  Wij worden verweten te profiteren.  Maar vertel mij eens, werkend Vlaanderen dat kreunt onder de vergrote betaal druk; als jullie al klagen onder de betaal druk, en al moeite hebben jullie hoofd boven water te houden .. hoe kan je dan in Godsnaam denken, en zelfs overtuigd zijn, dat mensen met een véél lager inkomen een beter leven hebben dan u?  Waar zit de logica daarin?  Ik krijg maandelijks (officieel) 1400/maand. (In real life ligt dat vaker dichter tegen 1300/maand).  De gemiddelde huurprijs in België bedraagt 900-1000/maand. De regering is ook van plan om de huurprijzen voor sociale woningen omhoog te trekken. Elektriciteit en gas zijn luxe producten geworden. (Ik gebruik mijn verwarming al 4 jaar niet meer; en dit jaar werd ik ook geforceerd mijn tv te ontpluggen en mijn lichten niet meer te gebruiken. Ik was mezelf dagelijks met ijskoud water. Slechts 1 keer per maand in de warme douche. En ik betaal me nog blauw). En dan heb je nog geen eten. Waar je vroeger met 50 euro best een eindje kwam in de winkel, is dat nu met moeite genoeg voor een dag of 2, 3 als je héél zuinig bent.  En dan moet je nog vaste rekeningen betalen, schulden, en geld proberen te sparen. Én moet je nog op één of andere manier een budget opzij houden om werk te zoeken. Want jawel, werk zoeken kost ook geld.  En dan krijg je te horen, live in het Nieuws, van de leiders van ons land dat mensen als ik profiteren en onze uitkering niet verdienen. Lees je online de meest gruwelijke comments van mensen die ons vervloeken. Die hopen dat we alles kwijt spelen. Dat we dakloos worden. Want men ziet ons als niks meer dan “vuile werklozen” en “ze verdienen het”.  Nét omdat ze die misinformatie meekrijgen van menig politici. Generatie na generatie. Een haat die telkens groter en heviger wordt. Vooral nu social media erbij betrokken is. Ik heb zelfs al doodsbedreigingen ontvangen omdat ik vaak verdedig en de waarheid probeer te vertellen op sociale media omtrend dit soort onderwerpen. Omdat het mijn leven beïnvloed. Omdat het deuren voor mij sluit die voor anderen altijd open zullen blijven staan. Omdat ik als een zesde-rangs burger wordt behandeld. En dan ga ik me ook zo voelen. Want om de duur ga je ook bij jezelf de schuld gaan zoeken. Begin je jezelf de kop vol te schelden. Ga je iedere onbeantwoorde sollicitatie persoonlijk gaan opnemen. Ga je solliciteren voor jobs die onder jouw mogelijkheden liggen, en word je zelfs daarvoor afgewezen en afgedankt. Dat neem je allemaal persoonlijk op. Het gaat in je hoofd leven. Het gaat je gevoel beïnvloeden en over tijd word je depressief, en die depressie wordt alleen maar erger, en erger. Omdat er telkens méér druk komt. Omdat men constant nieuwe wetten maakt die net jou gaan viseren. Dus verdubbel je je dagelijkse sollicitaties, ga je nog vaker langs bij interims, ga je vaker langs bij dezelfde winkels met je CV. Tot het zo vaak wordt dat men je vraagt om niet meer terug te komen. Tot het zo erg wordt dat je weigert een interim buiten te gaan zonder een job, en men de politie belt om jou buiten te halen.  En dan word je opnieuw verweten dat je niks doet. Dat je niks wilt. Dat je geen moeite doet. Dat je profiteert. Omdat dat stereotype zodanig is ingeburgerd dat het voor vele mensen een waarheid is geworden. Men weigert te zien, of zelfs te erkennen, dat jij moeite wil doen. Dat jij vooruit wil gaan. Want het enige dat men ziet is die optelling van werkloosheid. Het enige dat men erkent is een profiteur. Een minderwaardig lid van de maatschappij, neen, zelfs dat ben je niet. Want voor hen maak je geen deel uit van de maatschappij. Ook niet voor politici. En dat merk je aan iedere nieuwe wetgeving waarin werklozen en laaggeschoolden compleet en volledig over het hoofd gezien worden. Omdat niemand wat geeft om minderbedeelden. Omdat niemand aan ons denkt. Tot het te laat is. Ik was het kotsbeu. En wanneer ik zeg dat ik het kotsbeu was mag je dat letterlijk opnemen.  Ik was het beu dat ik mezelf in depressie liet vallen omdat ik het beeld wilde nastreven dat jullie zien als “menswaardig”. Ik vergat mezelf. Ik vergat mijn eigen ambities, mijn dromen. Mijn talent. En dus koos ik voor mezelf. Voor het eerst in mijn leven koos ik voor mezelf. Voor mijn eigen mentale gezondheid. Om mijn eigen leven te redden. Want ik was al zo ver heen dat ik enkele keren zelfmoord probeerde te plegen. Want ik was toch niks meer dan een last voor de maatschappij en mensen rondom mij. Ik geloofde dat écht. Ik was er van overtuigd. Want al mijn hele leven werd mij dat gezegd. Maar vooral; ik had mezelf net voor 1000% gesmeten in mijn nieuwe job. Er was mij een vast contract beloofd. Dus smeet ik me nog harder. Ik wilde bewijzen dat ik het waard was, dat ik vooruit wilde. Dat ik dat contract wilde. Zodat ik eindelijk al die stress achter mij kon laten. Zodat ik eindelijk als een mens behandeld zou worden. En dan ging het plots allemaal mis. De persoon die mij een vast contract beloofde ging in zwangerschapsverlof. Voor haar verlof werd iemand gepromoveerd. Die persoon haatte mij. En die persoon heeft mij vervolgens 8 maanden lang dagelijks gepest. Ik was hoofdmagazijnier, en dat nam hij me af. In de plaats daarvan moest ik wc’s kuisen en jobs doen die normaal aan nieuwe mensen werden gegeven. Ik werd weggehouden van de werkvloer en mijn collega's. En als centerpiece van zijn pestgedrag was de zomer. Hij had “per ongeluk” het verlof van iedereen goedgekeurd. Wat ervoor zorgde dat er te weinig mensen waren om alle afdelingen te vullen. En aangezien ik in iedere afdeling thuis was moest ik 4 afdelingen overeind houden. 2 ervan in mijn eentje. Ik moest iedere dag komen werken, van opening tot sluiting, dat is 6 dagen op 7. Bovendien moest ik vervangen in de eerste pauze, én de tweede pauze en was er geen pauze voor mij gepland. Het was toen ook een bloedhete zomer. Ik heb dat bijna 2 maanden helemaal alleen gedaan. Toen iedereen terug was en ik doodmoe was, vroeg ik zelf 2 verlofdagen aan. Toen ik de maandag erna terug kwam werken, werd ik meteen opzij geroepen. Daar werd mij verteld: “Je contract wordt niet meer verlengd, aan het einde van de maand mag je vertrekken”. De reden? “Te vaak onwettig afwezig”. Ik werd ontslagen. Mijn laatste loon werd voor 70% ingehouden, nadat ook mijn voorlaatste loon voor 50% was ingehouden. Ik zat met 2 maanden huurachterstand en moest mijn huisbaas vertellen dat ik geen job meer had. En die zette mij op straat. Ik werd dakloos. Ik leefde in een bos voor bijna 11 maanden eer ik eindelijk opvang kreeg.  Toen ik dan weer een appartement vond, nam ik de beslissing om deze keer op mezelf in te zetten. Ik meldde dit aan mijn begeleidster bij de VDAB. Waarna mijn dossier werd overgemaakt naar GTB en er een akkoord werd gemaakt om een werktraject te maken dat mij 100% liet focussen op mijn talent: novels schrijven (in de Engelse taal, sorry, maar ik schrijf gewoon niet graag in AN.. Het is zo saai). Het einddoel was publiceren. Dus, ik schreef een boek van bijna 300 duizend woorden. Ik meldde aan mijn vakbond dat ik via GTB in begeleiding een boek heb geschreven en dat nu graag wilde publiceren. Ik vroeg hen wat ik daarvoor moest doen.  Ik kreeg geen antwoord. 2 weken gingen voorbij. Dus ik publiceerde mijn boek via Amazon’s KDP. Een zelf-publicatie uitgeverij. Nog een week ging voorbij. Ik verkocht enkele boeken en verdiende 7 euro. Een nieuwe maand begon en mijn uitkering was niet gestort. Ik wachtte nog een dag, voor de zekerheid, en stuurde dan een mail met de vraag waarom. Het antwoord dat ik kreeg was het volgende: “Ah, omdat u een boek schreef. Dat is illegaal. "U bent werkloos”. (Het is trouwens niet illegaal, ik was gestraft zonder dat daar een reden voor was). Wat volgde was een zeer donkere, depressieve en stresserende maand December zonder inkomen, zonder eten. Dagelijks stuurde ik mails om te zeggen dat ik mijn boeken offline had gehaald. Dat ik niet wist wat ik fout had gedaan, dat ik hen zelf op de hoogte had gebracht en niet had gefraudeerd. Dat ik amper 7 euro had verdiend. En dan krijg ik telefoon van de baas van de vakbond-branche in dit deel van West-Vlaanderen. En zegt die, dood serieus: “7 euro is een volwaardig inkomen, mnr Goethals”.  Ondertussen ben ik al meer dan een jaar bezig om toestemming te ontvangen om mijn boeken te kunnen publiceren. Zodat ik mij een auteur kan noemen. Zodat ik niet langer werkloos zal zijn. En dit zijn de opties die mij zijn voorgesteld; en als “eerlijk” worden beschreven; Optie 1: Kunstwerkattest Starter. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je voldoen aan 3 voorwaarden. Voorwaarde 1: Je moet beschikken over een hoger diploma, of bachelor, in de kunst (al meteen worden alle kansen voor laaggeschoolden weggenomen) of je moet gelijkgestelde professionele ervaring kunnen bewijzen (en zo verliezen alle werklozen hun kansen want een werkloze mag niet werken in de kunst zonder éxact dit attest). En al meteen doen de 2 andere voorwaarden er helemaal niks toe want iedereen die vooruit wil, maar minderbedeeld is, is al meteen alle kansen ontnomen. Ik zit hier nog steeds met afgewerkte novels waarmee ik niks kan doen. En opnieuw word ik dan verweten dat ik niks doe, dat ik niet vooruit wil en dat ik profiteer. Door zowel politici als de maatschappij.  Gewoon voor de volledigheid: Voorwaarde 2:  Je moet kunnen bewijzen dat je in loopbaanbegeleiding bent, of een carrièreplan hebt. (Dit is werkelijk de enige eerlijke voorwaarde). Voorwaarde 3: Je moet kunnen bewijzen dat je minstens 300 euro hebt verdiend met je kunst in de afgelopen 3 jaar (opnieuw worden werklozen uitgesloten want wij mogen geen geld verdienen in de kunst zonder éxact dit attest). Of je moet 5 professionele activiteiten kunnen aantonen (en ik val in herhaling: een werkloze mag niet professioneel in de kunst werken zonder éxact dit attest. Een novel schrijven, een volledig novel schrijven; telt trouwens maar als 1 activiteit. Dus niet alleen verwachten ze dat je 5 volledige novels schrijft voor je aanmerking kan komen, ze ontnemen ook nog eens de kansen van beginnende artiesten en dit terwijl dit éxacte attest een ‘starter’ wordt genoemd).  Optie 2: ‘Springplank naar Zelfstandige’. Hiermee neem ik het statuut aan van zelfstandige en kan ik mijn novels in eigen beheer publiceren (zelf-publicatie dus). Klinkt allemaal mooi, he? Tot je opnieuw de voorwaarden hoort die daaraan verbonden liggen en je meteen merkt dat een artiest hier nooit mee geholpen is. Je krijgt 1 jaar. That’s it. Je krijgt 1 volledig jaar om “een volwaardig en egaal maandloon te verdienen”.  Ten eerste verdien je als auteur geen maandloon. Je wordt betaald in royalties. Als ik het bedrag van mijn uitkering wil halen, 1400/maand. Dan moet ik zo’n 700 boeken per maand verkopen. Ik zou dit moeten doen als debutant, in mijn debuutjaar, met mijn debuut novel zonder enige naamsbekendheid en zonder promotie behalve wat ik zelf post online?  En lukt het niet in dat jaar, dan “mag je deze activiteit nooit meer uitvoeren als hoofd- of bijberoep”. Dus opnieuw worden mijn vleugels geknipt. En nu dan?  Ik vind nog steeds enkel werk als vervanger, of via dagcontracten.  Geen van beide telt mee om mijn uitkering te behouden. Weet u nog over de 6 jaar ervaring waarover ik u vertelde? Wel, in de ogen van de nieuwe regering heb ik nog nooit een dag in mijn leven gewerkt want vervangingscontracten en dagcontracten tellen niet mee. Ook mijn novels gaat men niet zien als werk. Ik mag er nog 500 schrijven. Ik kan niet eens de toestemming krijgen om ze te publiceren, en doe ik een poging word ik behandeld als een crimineel en fraudeur omdat ik er 7 euro aan verdiende, én verlies ik een hele maand aan inkomen en eten.  Maar dan doe ik niets.  Dan wil ik niets.  Dan wil ik niet vooruit.  Dan ben ik lui. Een profiteur.  Een niksnut. Toch, werkend Vlaanderen? Want “als je wil werken, dan vind je werk”, toch?  Want aanwervers discrimineren niet. Het zijn werklozen die niet solliciteren, toch?  Het is niet de wet die discrimineert. Het zijn minderbedeelden die gewoon criminelen zijn, omdat ze minderbedeeld zijn, toch?  Hoe moet ik nu verder?  Ik kon ondertussen al een carrière als auteur hebben, zonder al die belachelijke en zéér specifieke wetten die zéér specifiek werklozen en laaggeschoolden viseert en verbiedt iets van hun leven te maken.  Ik heb me kapot gewerkt voor anderen en het was niet goed genoeg. Ik heb me kapot gewerkt voor mezelf, en mijn kansen worden weggenomen. En nu dreig ik mijn hele leven te verliezen omdat Bart De Wever vindt dat ik een “professioneel dopper” ben, omdat rijke mensen niets anders zien dan stereotypes.  De rijke politici zijn zo out-of-touch door hun riante lonen dat men niet meer in staat is om een land op een eerlijke manier te leiden.  Wij uitkeringsgerechtigden worden verweten te profiteren. Met onze inkomens die lager liggen dan de armoedegrens van België (die vorig jaar op 1520/maand lag). Maar wat dan met politici die betaald worden uit dezelfde pot met geld? 1 van hen krijgt per maand méér dan wij ontvangen in een volledig jaar. Daarbovenop krijgen menig politici vergoedingen voor hun huur en boodschappen, ook een bedrag dat aan 1000 euro en hoger ligt.  Én men krijgt auto's, chauffeurs en soms zelfs woningen (waar ze dan nog eens quasi gratis in wonen). Sommigen hebben dan nog eens meerdere jobs, en dus meerdere lonen. Én ze geven zichzelf ieder jaar bonussen en loonsverhogingen. IEDER jaar. Of wat met de Koninklijke familie? Die krijgen 44 miljoen PER JAAR. Waar is dat in godsnaam voor nodig!? Smeren ze goud op hun boterham misschien?  Dat zijn dan géén profiteurs?  Daar moet dan niet in bespaard worden?  Neen. Het moet allemaal gehaald worden bij mensen die met moeite nog kunnen overleven in dit land van, en voor, de rijken? Wij verliezen onze uitkeringen, of krijgen lagere uitkeringen. En zij geven zichzelf opnieuw een loonsverhoging…  Hoeveel daklozen gaat dit wel niet maken? En als iemand die zowel recent, en zowel als 17 jarige, dakloos is geweest voor zéér lange periodes. (11 maand als 30 jarige, en 18 maanden als 17 jarige); de hulp voor daklozen is zelfs nog erger. Je staat er zo goed als alleen voor. En probeer maar jobs en verhuurders te overtuigen dat je deftig persoon bent als je niet eens een adres hebt, of paspoort hebt.  Het maakt echt niet veel uit wat je doet, of hoe je leeft, als minderbedeelde. Want je zal er altijd uitzien als een profiteur in de ogen van iedereen die zich boven jou waant in de sociale rangorde.  En waarom, eigenlijk?  Hoeveel verhalen hebt u ooit al gehoord over minderbedeelden die uitkeringen misbruiken en er geweldige levens mee leiden? In uw hele leven, hebt u ooit in het Nieuws, of in de krant, of in een magazine, of documentair/talk show gezien, met bewijs en getuigenissen, dat minderbedeelden frauderen?  Weet u hoeveel verhalen over frauderende politici, OCMW directeurs, zorghuismedewerkers, dokters, etc ik al heb gehoord in mijn leven? Het is quasi een wekelijks fenomeen.  Maar toch wordt nog steeds die beschuldigende vinger naar ons gewezen?  En niemand stelt zich hier ooit vragen bij?  Want het is makkelijker om neer te schoppen dan om de spreekwoordelijke “glass ceiling” te breken, he? En dus verandert niemand van mening. Want niemand respecteert de minderbedeelden. Niemand denkt aan ons, en iedereen denkt al slecht over ons. Dus waarom zou jij om onze gevoelens moeten geven en recht staan tegen een steeds elitair wordende regering, persoon die dit leest?  Goh, ik kan u enkele voorbeelden geven waarom. Voorbeelden uit het verleden, uit andere landen. Waar mensen te laat reageerden en dan plots gevangen kwamen te zitten in een systeem waar ze niet origineel voor hadden getekend. Maar als ik deze zeer bekende historische slechte figuren benoem met naam, kan dat ook tegen mij gebruikt worden als zijnde laster en eerroof tegenover onze elite politici (alsof dat niet net is wat politici doen met werklozen, maar niemand straft de rijken, he.. Want niemand geeft wat om de armen). Maar ik denk dat de meesten van jullie wel weten welke personen ik bedoel.  Om 1 recent voorbeeld te geven:  De oranje Amerikaan. Dat is waar wij naartoe gaan als land. Het zijn altijd de armsten die het eerst merken. En niemand neemt ons ooit serieus. Maar fascisme groeit snel.  5 jaar geleden waarschuwde ik mensen nog online dat de anti-woke movement enkel een terugkeer van fascisme zou teweegbrengen. En ik werd bespot.  En kijk nu. De aanval op, en de theoretische uitroeiing van, de minderbedeelden is begonnen door de elite van ons land. En als ik degene moet zijn die u moet vertellen dat de elite niet uw vriend zijn, werkend Vlaanderen, dan kan ik enkel maar zuchten en mijn hoofd schudden. Want dan is het al te laat. Blijkbaar bestaat geschiedenis dus niet om ervan te leren ….  En ik ben dan degene die geen werk vind en die niet eens een boek mag publiceren …  Unreal. De kans dat deze brief mij zuur zal komen te staan, want hoe durf ik zo'n toon aanslaan (right?), is zeer groot. Maar ik zal het toch posten. Ik heb veel weggelaten, veel niet meegegeven. Maar ik ben bereid om altijd in gesprek te gaan, beleef en hier, op dit bericht, in het openbaar, als iemand vragen heeft. Wat vraag ik? Het onmogelijke. Eerlijke hulp. Geen laster en eerroof meer vanuit de politiek tegenover minderbedeelde groepen. Begrip. Toestemming om mijn boeken te publiceren. Leefbaardere uitkeringen, of lagere winkelprijzen. Terugkeer van sociale tarieven!!! (Wiens idee was het zelfs om dat af te schaffen? Hoe erg moet je minderbedeelden haten om dat te doen?) en als laatste; respect voor mensen wiens levens vele malen harder zijn dan die van jullie. Mensen die al hun hele leven in survival mode leven, en dit in 1 van de rijkste landen ter wereld. Schandalig is niet eens een volwaardige beschrijving daarvan. (Respect is gratis, btw. En toch zijn het de rijksten die het nooit kunnen uiten).

K.L. Runaya
42 1

De foute vrouw

Als ik naar haar kijk, gaat mijn hart sneller slaan. Haar onbedoeld sensuele bewegingen, vooral als ze aan het roken is, winden me op. Ze weet wat ze wil en dat laat ze graag merken. Haar sterke wil schrikt mannen af, vooral omdat ze niet weten hoe ze ermee om moeten gaan. Anderzijds maakt net dat haar nog aantrekkelijker.  Waar ze gaat, doet ze hoofden draaien. Mannen kijken haar na en worden in hun arm gepord door de jaloerse vrouw aan hun zijde. Het geeft haar vleugels, maar ze blijft met haar voeten op de grond. Mannen gaan gretig op haar avances in, maar voor haar zijn ze niet meer dan marionetten die ze bespeelt om aan haar eigen verlangens te voldoen.  Ik zal nooit vergeten hoeveel moeite het me heeft gekost om haar voor mij te winnen. Bloed, zweet, tranen en een kus met een knappe blondine om haar jaloers te maken, al was dat laatste geen straf. Eerst ongelofelijk hard to get, nu kan ik haar al zeven jaar de mijne noemen. Het fladderen is ze nooit verleerd en haar drang naar aandacht van andere mannen blijft. Hoe ze wulps door het leven danst, brengt kleur in onze relatie. Al zijn sommige dagen grauw en somber als ze weer eens in overdrive gaat en het gevoel heeft dat ze tekortschiet. Plots is ze niet meer zo zelfzeker als enkele dagen geleden en zou ze liefst met haar dekentje versmelten met de bank.  Complimentjes en knuffels ontdooien haar beetje bij beetje en geven haar opnieuw zelfvertrouwen. Daar staat ze weer. Zelfbewust, knap, sexy en uitdagend, klaar om haar volgende prooi te verslinden. 

Joni Motmans
11 0

Hondje

Op een bankje in de hal van het station zit een vrouw met een klein wit hondje. Ze is van het gezette type, draagt een broek met motiefjes en een zwarte regenjas. Op haar voorhoofd staat een zonnebril. Het regent. Ze lurkt aan een koffie die ze gekocht heeft van de hippe barista met man bun en tattoos. De meeste mensen kijken op hun gsm, zij niet. Ze staart naar het bord met de vertrektijden, of ze er echt naar kijkt weet ik niet want ze heeft de zonnebril op haar neus gezet. Met haar hondje heeft ze geen oogcontact. Er staat een bekertje aan haar voeten. Ze ziet er toch niet uit als een dakloze? Er is water in voor het hondje. Naast haar zit een oudere dame die ook niet op haar gsm kijkt maar ze kijkt wel naar het hondje. Ze steekt haar hand uit om het te aaien maar wordt meteen afgesnauwd. ‘Dat mag u niet doen, hij vindt het niet leuk, u wil toch ook niet dat ze dingen doen met u die u niet leuk vindt!’ Ik voel medelijden met de oudere dame. Zij wilde alleen maar vriendelijk zijn en ze houdt duidelijk van hondjes. Misschien heeft ze ook een hondje gehad en is het gestorven. Misschien wil ze gewoon met iemand praten en bij het eerste wat ze doet, ze heeft zelfs niets gezegd, wordt ze afgeblaft. De vrouw met het hondje richt haar blik weer naar het bord, de oudere vrouw staart voor zich uit. Ik kijk ook naar het bord. Mijn trein komt over vijf minuten op spoor acht. De oude vrouw is eenzaam. Haar man is net gestorven. Ze had een hondje maar dat heeft ze moeten laten inslapen. Ze weet niet wie van de twee ze het meest mist, haar man of het hondje. Het hondje was lief, het was altijd blij haar te zien, met haar man had ze wel eens een woordenwisseling. Ik mis Gitte. We gaan opnieuw een kat adopteren. Nu zitten ze er nog, in dezelfde positie. Ik wil wel met haar praten. Wanneer is de trein er? Ik zou ook een koffie willen, ik zal het maar niet doen. Niet leuk voor de tandarts, boren in een koffiemond. Straks misschien na de tandarts een cappuccino en een stukje cake? Hmm cake. Ik moet nog eens cake bakken. Spoor acht, vier minuten. De Panos. Bewerkt voedsel. Had ik in de krant gelezen. Heb ik mijn abonnement al betaald? Straks Dancing with the Stars op VTM. Die slechtziende man, hoe heet die ook weer? Hans, Bart? Karl, dat is het. Hij heeft misschien dezelfde oogziekte als Oddvar, het is genetisch, zei Elisabeth. Bij Oddvar en Elisabeth logeren in Zweden, ik kijk er naar uit.Ze hebben ook een wit hondje, zou dat hetzelfde ras zijn? Mijn rug doet pijn, kine, niet vergeten afspraak te maken, briefje niet vergeten. Waar zijn mijn sleutels, waar is mijn gsm? Oef, hij zit in mijn jaszak. Ik heb toch een kaartje gekocht?  De vrouw met het hondje is verdwenen maar de oudere vrouw zit er nog. Ik loop naar het perron. Mijn gedachtentrein dendert verder en de trein naar Kontich komt eraan.      

Ilse Janssens
5 0

In de arena

Thuis in mijn veilige cocon verwerk ik het leven, de oude en nieuwe indrukken die het naliet, en laad ik weer op voor de volgende ronde in de arena. Met de arena bedoel ik iedere ruimte waar ‘anderen’ zijn. Anderen die mogelijk triggers, uitdagingen en oncontroleerbare waanzin op mijn pad gooien. Of anderen met hun verwachtingen, oordelen, conventies en ongeuite maar voelbare energie. Ik kan die ander natuurlijk niet verantwoordelijk stellen voor mijn gevoelens en ervaringen, zo ver ben ik gelukkig al. Het is echter de alchemie van mijn persoonlijke energieveld met dat van een ander waaruit een mix ontstaat die mij ofwel smaakt, voedt, op de maag ligt of doet kotsen. Rustig gecentreerd in mijn eigen authentieke energie zie ik alles klaarder dan ooit. Daar ontstaan de inzichten, levenslessen en de voornemens. In mijn eigen stille veld heerst er een helderheid die mij onthecht van verhalen en materie. Het gebeurt natuurlijk dat ik de verhalen en materie van de arena in mijn cocon meeneem. Dan is er tijd nodig om alles uit te zuiveren. Ik lijk dubbel zoveel tijd nodig te hebben als wat het conventioneel aangenomen werk- en levensritme predikt. Naast de tijd die ervaringen in de arena innemen, heb ik ook minstens dezelfde hoeveelheid tijd nodig om die ervaringen te verwerken, verteren en plaatsen. Daar zijn de agenda’s in deze wereld niet op voorzien. Na een ervaring in de arena, die ook wel het ‘werkveld’ genoemd kan worden, komt er meteen nog één en nog één en nog één. Als ervaringen routineus verlopen, als in voorspelbaar, dan valt er niet zoveel te verwerken, zou je kunnen denken. Dan kan er dag na dag urenlang in de arena vertoefd worden. Ja misschien wel, maar is dat leuk?  Nee Karolien, maar is dit leven gemaakt om leuk te zijn? Het tegendeel laat zich frequent zien. Het hele routineuze en zogezegd comfortabele westerse systeem is er niet voor ons plezier.  Het is er voor ons eigen bestwil, hoor ik het in raamloze kamers galmen. Kamers zonder het uitzicht op ‘iets anders’. Uitzicht op iets alternatiefs? Nee, op iets oorspronkelijk.  Ik heb gemerkt dat veel mensen die zich gevangen voelen in de ratrace getriggerd raken door het idee van een persoonlijk natuurlijk ritme. Omdat zij geen tijd hebben om dieper in te gaan op de authentieke verlangens die in hun persoonlijke centrum liggen, mogen anderen dat ook niet. Iedereen gelijk voor de wet, zeggen ze. Miserie is er om gedeeld te worden, maar mag niet worden aangekeken of benoemd, laat staan aangepakt. Als iemand zegt dat die kiest voor een rustig leven, dan hoor je het briesen in de stallen van de werkpaarden. Welvaart is werken. Comfort is geluk hebben. Tijd is niet altijd vrij. Vrijheid kost geld. Geld is schaars. Het zijn slechts enkele mantra’s die achter de tralies van het systeem weerklinken. Helaas ook overtuigingen die diep geprogrammeerd zitten in vele afgeleide en vermoeide hoofden.   Ik merk dat de tekst zichzelf weer schrijft, zoals wel vaker gebeurt. Ik was eigenlijk niet van plan om het alweer te hebben over dat kromme systeem dat lichtwezens tot slavernij dwingt, maar over het contrast tussen de helderheid en rust in mijn veilige plek en de verwarrende ruis die daarbuiten lijkt te liggen. En hoe uitdagend het is om de inzichten en lessen die in mijn cocon ontstaan ook daadwerkelijk in de arena te belichamen. De arena is het werk- of oefenveld waarin ik mijn opgedane inzichten en levenslessen kan testen in de praktijk. Zo ben ik onder andere scherp gaan inzien dat eerlijkheid een prominente kernwaarde is in mijn leven. Daarnaar leven betekent mijn waarheid, gevoelens en grenzen durven uitspreken. In de cocon klinkt het meestal simpel, maar in de arena lijk ik alles weer vergeten. Wanneer ik mij middenin een praktische uitdaging bevind, je zou het een test of oefening kunnen noemen, dan nemen voorgeprogrammeerde overlevingsmechanismen het al snel over. Had ik me bijvoorbeeld voorgenomen om te spreken, dan betrap ik mezelf in de arena op pleasen en zwijgen. Of als ik voor de zoveelste keer besloten had om mijn grenzen te respecteren, ongeacht wat anderen doen of vinden, dan zie ik mezelf later toch weer een uitzondering maken. De oefeningen in de arena blijven oneindig komen, dus ik heb ook evenveel kansen om het telkens opnieuw te proberen en het dan ‘beter’ te doen. Authentieker en eerlijker. Naarmate ik steeds beter mezelf kan zijn in de arena, des te complexer en slinkser de uitdagingen worden. Soms denk ik een bepaalde wederkerende uitdaging nu wel onder de knie te hebben. Het hoofdstuk omtrent grensoverschrijdende mannen, bijvoorbeeld. Na ettelijke valkuilen meen ik een sterk afgestelde radar te hebben ontwikkeld voor zulke types. Ze kwamen in alle vormen en maten: van transparant en voorspelbaar, tot sluw en vermomd als iemand met inzicht. Maar toch lijkt dat hoofdstuk maar niet afgerond. Keer op keer moet ik constateren dat ik voorgevoelens en intuïtie in de wind heb geslagen en ben ik boos op mezelf dat ik er niet naar heb gehandeld. En waarom niet? Vaak uit angst. Angst om verkeerd te zijn, angst voor oordeel, angst om te kwetsen, angst om af te schrikken, angst om iets te verliezen, enzovoort. Ik word wel steeds geduldiger met mezelf. Het is niet zo dat ik ‘faal’ als ik mijn voornemens en inzichten niet belichaam in cruciale praktische situaties. Als er achteraf in de veilige cocon voldoende aandacht is voor de gevoelens die voortkomen uit de ervaringen in de arena, dan kan dit de inzichten en levenslessen alleen maar bekrachtigen. Dit hele proces van zelfontwikkeling met praktische oefeningen berust op een evenwicht van mentale contemplatie en het bewust doorvoelen van gevoelens. Met dit tweede heb ik het lang moeilijk gehad, wat zich uitte in ziektesymptomen. Dankzij dat ziekteproces werd me duidelijk hoe belangrijk het is om zowel in als buiten de arena te durven voelen. Harde klappen in de arena hadden ervoor gezorgd dat ik het voelen systematisch uitschakelde en verving door overmatig denken en pleasegedrag. Een ziekmakende strategie om te overleven. Natuurlijk wil ik meer dan overleven. Ik wil écht leven. Mezelf niet beperken. Durven authentiek spreken en handelen zonder bang te zijn voor gevolgen. Het besef dat de veilige cocon veel meer is dan mijn knusse thuis dringt steeds dieper door. Het is geen fysieke plek die onderhevig kan zijn aan destructieve krachten, maar het is een ongenaakbaar centrum in mezelf dat ook in de arena toegankelijk is. Dat centrum terugvinden en betreden, te midden van overweldigende of triggerende indrukken, is een procesmatige uitdaging die ik aanga. Ik heb de tijd om de kunst eigen te maken van het gecentreerd blijven, ongeacht welke vertoning er op mijn pad wordt gegooid. En ik weet nu dat dat ‘gecentreerd blijven’ geen neutraal en gevoelloos standpunt is, maar dat het draait om eerlijk voelen en daarmee in het reine zijn.  Het is tegelijk mijn intentie om de spelen in de arena minder gewichtig op te nemen. Om niet langer verontwaardigd en gefrustreerd te zijn bij wat ik de absurditeit, onwetendheid en waanzin van de wereld noem. Ik wil het waarachtige van de afleiding kunnen onderscheiden. Het authentieke van de overlevingsmechanismen. En handelen vanuit de helderheid van mijn centrum. Karolien DemanFoto door Toni Meert

KarolienDeman
12 1
Tip

Vandaag, die dag

Vandaag is de dag waarop je het lijkt te willen goedmaken met je persoonlijke toekomst,die verderop uitgestreken op je ligt te wachten,en die onaangeraakt tot dusver nog ontoegankelijk is gebleken.De autobiografie ervan doet pijn. Persoonlijke data en patronen waarmee je de dagen tot uitvoeren brengt,branden op je geweten,want ook jij bent nog jongmaar ook jij verdoet de tijd (die je had).Je bijt in je lip, de binnenkanten van je handpalmen voelen klam. Vandaag, later, straks, maar vandaag, wanneer ook deze dag je verlaten heeft,rest er onvoldoende daadkracht om nog ouder te worden.Er rest enkel nog de toestanden die is kil voor je. Ik moet traag heropleven en de eerst nog gedempte, hoogst noodzakelijke klanken eruit gooien.Denk ik. Vandaag lijkt een ik wel nog steeds te hunkeren naar wat er ooit mogelijk had geleken.Er is veel meer dan wat ik alleen maar verloren heb zien gaan in de progressiedie we niet meer zullen kunnen meemaken. Jou heb ik meegemaakt; de sterren de nachten.Maar ook jouw aanwezigheid in het ‘tot dusver’ van m’n leven is slechts een opgebrande, kwaadaardige herinnering op het netvliesvan wat zich inwendig weet op te werkentot waarachtig en daadwerkelijk daar. Is het voor het grijpen,maar zonder bewijzen?Bel me. Wanneer het zover is, is het al gedaan.Momenten vliegen voorbij als waren ze luchtledig, maar ik blijf bestaanen dat is in zekere zin problematisch van aard.Waarom op reis gaan nu, als je jezelf meeneemt?De psychologie van het alles vertelt je dat het intergenerationele geheel ervanniet zomaar te pas en te onpas ge-traumadumped mag worden.Toch niet bij vreemdsoortige voorbijgangers, die mensen die in je dagen lijken te passeren.Als je denkt aan het sociale vangnet dat je nodig lijkt te hebben,heb je het eigenlijk over jaren aan ontmoetingen.Het kost dus toch kracht en strijd! Wat ook nog voorbijkomt, namelijk live en rechtstreeks in mijn oren nu, is London Grammar.D.w.z dat London Grammar dit gedicht mede mogelijk heeft gemaakt. Persoonlijke revoluties komen tot stand, seizoenen ronden af.Belachelijk mooie ontwikkelingen als persoontje in de wereld van vandaag,zijn als een toevluchtsoord voor je kwetsuren. Altijd is er wel weer een plek die zeer doet.Altijd weer meer is er een zeer die plek genoemd wordt.Tussendoor definieer je jezelf naargelang de condities en de symptomen.Daardoor zie je door de bomen het bos.Denk je.Niet dus. Jij bent als dag en nacht voor de therapeut.Er bestaat geen nulpunt in de hiërarchie van dom zijn.Als je het niet wil snappen, snap je het vooralsnog niet. Tussen mij en de therapeut is er enkel geen gesprek meer dat onvolkomen onaf is.Waar schrijf ik dat dan even neer, als ik dan toch het relaas van persoonlijke revolutieafsteek?Aftellen maar. 321Nu is het nieuwjaar.Alle conventies moeten overboord.Radicaal mistig vandaag.Dan weer blakke zon.Dit is 2025, maar dan te gast in mijn denkwereld, vormgegeven door de letters op het scherm. Noem het een schaduwbestaan, maar ik heb mezelf uitgespeeld:op de tafel voor mij rusten mijn armen.Ik ben klaar.Ik hoef niet langer iets te willen bewerkstelligen.Kon nu alles blijven zoals het was, noemde Dries Dries.Maar wat ‘ben’ je nog zonder naam? Ik ben verdomme mijn symptomen, mijn tekortkomingen & winstmarge,mijn berekend, overgehouden geluk over enkele decennia,mijn kwetsuren & overwinningen. Allemaal vandaag,die dag dienet zoals het schrijven van dit gedicht,moeite kost. Dan, later, straks en dus vandaaglijkt die dag, steeds meer op zichzelfen zo ook een ik.Ik ben in vrede gekomen, en zal zo ook gaan.Volledig in rust gekeerde symfonie steekt af,en zo hoort een dag als deze dan ook te gaan.

Dries Verhaegen
95 2

Slechts brokstukken

Het overweldigende gevoel, zich vertakkend in verwarring, stamt uit alle mogelijkheden, beweringen en waarheden die rond mij samentroepen. De ene al dwingender dan de andere. Als straatkinderen die in mij een rijke toerist zien, met zakken vol aandacht en ander snoepgoed. Ik ben in het verleden gul geweest, maar wil mij niet langer laten pluimen. Mijn strategie klinkt simpel: voelen wat voor mij klopt, de rest negeren. Alleen nog focus op het intuïtieve gevoel, geen verstrooiing door verhalen. De verhalen bonzen op de poort van mijn heiligdom. Ik zet daarom het volume van mijn innerlijke wereld hoger zodat ik ze niet hoor. Het duurde even voor ik die volumeknop vond. Het gebeurt nog dat ik hem even kwijt ben. Een illusie wordt niet altijd doorprikt door haar te doorzien. Weten dat er een illusie is, verandert de illusie niet. Het verandert voor mij wel de handvatten in hoe ermee om te gaan. Handvatten die ik eigenhandig uit mijn kern heb moeten beeldhouwen. Want het onechte diende zich aan zonder grip. Of: ik was het die zich aandiende in het onechte, om redenen die ik vergeten ben. Kwetsbaar, puur en open arriveerde ik ergens waar ik niet thuishoor, maar blijkbaar wel dien te zijn. Met alle informatie in mijn wezen, behalve de verhalen van deze wereld. Er werd mij geleerd hoe te denken en te spreken, en de verhalen overschreven systematisch wat ik wist zonder woorden. Denkend en sprekend in een taal die de mijne niet is, tracht ik, decennia later, te herinneren wie ik oorspronkelijk ben. Om het echte van het onechte te onderscheiden, is mijn gevoel er dus als enige betrouwbare leidraad uitgekomen. Uit het oneindige kluwen van redeneringen trek ik aan de lijn die me rechtstreeks naar ‘binnen’ leidt. Mijn houvast, mijn handvatten, zijn niet langer tastbaar. Ik vind tegenwoordig meer grip in de leegte, in het vacuüm van het zinloze. Wat ooit chaos leek, voelt nu bevrijdend. Ik verkies chaos boven gestructureerde verwarring. Wat zich in het onechte als logisch en normaal voordoet, maakt deel uit van een artificiële zingeving. Het is die zin, verzonnen, opgelegd of pijnlijk ontbrekend, die het leven van gewicht voorziet. Zonder die zin is er alleen maar bewegingsruimte. Zonder zingeving is er geen agenda of planning, enkel maar het aanwezig zijn in het moment. Deel uitmaken van de leegte. De onechte structuur waarin ik scheef groeide, maakte mij tot een samenhangsel van onbewuste stukken en vastgekoekte angsten. En zo bewoog ik mij doorheen oneindige raadsels van informatieve zingeving. Er openbaarde zich een oneindige zee aan mogelijkheden die ik kon ‘benutten’, waar ik iets mee kon ‘doen’, iets over kon ‘denken’ en ‘zeggen’, iets van kon ‘maken’. Allemaal met het achterliggende idee dat het ‘iets’ is. Dat ‘iets’ beter is dan ‘niets’. Maar met vallen en opstaan wist ik mezelf recht te trekken uit deze illusie en herinnerde ik weer dat ‘niets’ aan de basis lag van alles. Ik kan natuurlijk altijd ‘iets’ neerzetten waarvan ik weet dat het ‘niets’ is, om mijn tijd hier enigszins vermakelijk door te brengen, vandaar ook deze tekst. Het belang van materiële aanwezigheid reduceert enorm wanneer het besef van zinloosheid zijn licht, dat soms als een schaduw voelt, werpt op de dingen. Ik heb gegraven en gewroet in de bodem van wat mijn fundering zou moeten zijn; ik dacht er wortels te vinden, maar vond er vooral verhalen en verwarring. Dan maar in het ijle drijven en zien waar de stroom mij brengt. Er is nog weinig waarop ik mij kan vastklikken dat van waarde is. Ik moet mij in nauwe hoeken wringen om de normaliteit van de simulatie mee te spelen. Het comfort dat mensen in deze onechte wereld denken te vinden, is iets waar ze in hun naakte bewuste essentie nooit voor zouden tekenen. Maar hier, in de overweldigende beperking, geeft het schijnrust. Die schijnrust is een muur die ik al jaren aan het afbreken ben om te zien wat erachter ligt. En nu verschijn ik tijdens sociale interacties met slechts brokstukken, waarmee ik snel opnieuw een schamele constructie maak die het even volhoudt. Hoe lang nog? Mijn lichaam geeft nu duidelijker dan ooit aan dat de muur afgebroken is en ik quasi naakt in de leegte sta. Opnieuw kwetsbaar en puur. Ik ben dus niet langer bestand tegen interacties die niet authentiek voelen. De beperkende middelen en taal die ik nu gebruik om deze tekst te construeren, zijn tools van de matrix. Deze woorden zijn niet meer dan vage schimmen van het ‘niets’ dat nu in ‘iets’ gepropt wordt. Maar misschien valt er te snoepen van een glimp echtheid die uit de lege omhulsels lekt? Dat hangt natuurlijk ook af van het bewustzijn dat over deze letters dwaalt. De meeste mensen zullen op hun honger blijven zitten. Dat komt onder andere omdat ze in een omgekeerde wereld leven. Ze hebben zich daaraan aangepast. Ik blijf het lastig vinden, zo ondersteboven, en vind het in veel ‘normale’ situaties niet gemakkelijk om mijn maaginhoud binnen te houden. Ik voel me ook vaak moe. Moe van hier dag in, dag uit te zijn. Of te doen alsof ik hier ben. Schipperend tussen misschiens en mogelijkheden, het minimum uitvoerend, want ‘je weet nooit’. Veel schrijven en lezen omdat niet schrijven en lezen misschien ramen en deuren sluit. Ramen en deuren in de muur waarvan slechts brokstukken overblijven. Tekst door Karolien DemanFoto door Toni Meert

KarolienDeman
12 0