Programma eerste jaar

Vanaf oktober heb je twee vrijdagen per maand les. 

Lesmodules

Groepsdynamica:

Hoe maak je een groep warm om aan de slag te gaan? Hoe ga je om met verschillende persoonlijkheden? Hoe bouw je aan een veilig klimaat binnen de groep?

 

Verbindende communicatie en deep democracy:

Hoe zorg je dat je deelnemers binnen de groep op een verbindende wijze met elkaar communiceren? Hoe ga je om met conflict? Hoe communiceer je zelf binnen de groep?

 

Algemene didactiek:

Hoe ga je didactisch aan de slag met een groep? Hoe kan je leren aanleren? Hoe zorg je dat verschillende leerstijlen aan bod komen?

 

Didactiek poëtica:

Je schrijft zelf al een tijd, maar ken je je eigen poëtica? En hoe kan je de zoektocht naar een eigen poëtica begeleiden bij anderen?

 

Genre, proza: 

In deze module bekijken we de verschillende elementen die bij narratieve teksten een rol spelen en wat dat betekent als je hier les over geeft. Op welke manieren kun je bijvoorbeeld een personage laten spreken? Hoe zorg je ervoor dat losse gebeurtenissen uiteindelijk een verhaal worden? Deze gereedschappen bouw je verder uit, zodat je met basiskennis aspirant-verhalenvertellers kunt begeleiden.  

 

Genre, poëzie: 

Door de juiste klanken, het juiste ritme en de juiste woorden staat of valt poëzie. Wat doe je, regels hanteren of juist regels breken? En hoe begeleid je deelnemers in dit leerproces? Hoe wakker je het talige vermogen van deelnemers aan? Tijdens deze module besteden we aandacht aan de vele verschillende verschijningsvormen waarin poëzie kan komen en hoe je daar het beste cursisten in begeleidt.

 

Genre, autobiografisch schrijven:

Autobiografisch schrijven is vaak kwetsbaar; de persoon en de tekst zijn sterk met elkaar verbonden. Hoe ga je om met die kwetsbaarheid? En hoe kun je mensen helpen om hun verhaal vorm te geven? Hoe kijk je zelf eigenlijk tegen autobiografisch schrijven aan? Bij deze module kijken we naar hoe jij als docent of coach ruimte aan jouw cursisten kan bieden.

 

Genre, literaire non-fictie:

‘Echt gebeurd is geen excuus’, zei Gerard Reve. De werkelijkheid waarover je wil schrijven mag vervormd, geordend en bijgevijld worden, als het daardoor meer literair wordt. Non-fictie is meer dan zakelijk schrijven. Non-fictie kan in een literaire vorm meer lezers aanspreken. 

 

Kijkstage

Tijdens de kijkstage loop je mee met een schrijfcoach of –docent om je te verdiepen in de praktijk van het lesgeven. Hierbij is het mogelijk om de stage te laten aansluiten bij je eigen interesses, qua genre of juist qua doelgroep. Een kijkstage volg je in minstens twee verschillende genres of bij twee verschillende groepen.

 

Intervisiebijeenkomsten

Gedurende het jaar zijn er buiten de lessen enkele intervisiebijeenkomsten om uit te wisselen over en te reflecteren op je docentschap. Tijdens deze momenten bespreek je interessante casussen en aanknopingspunten, al dan niet voortkomend uit labo’s en stage-ervaringen, zodat je er na het eerste jaar klaar voor bent om in het tweede jaar zelf les te geven tijdens een stage.

 

Labosessies

Lessen ontwerpen is een belangrijk onderdeel van het docentschap. Tijdens het traject organiseren we daarom enkele labosessies, zodat je een schrijfcursus of -workshop kan ontwerpen en uitproberen bij de andere studenten en een gastdocent.

 

Logboek

Doorheen de twee jaren gebruik je een persoonlijk logboek om je bevindingen en groeiproces te noteren. Deze notities kan je gebruiken in het portfolio dat je op het einde van het tweede jaar indient. 

 

Intervisiegesprekken

Tijdens het jaar heb je recht op enkele individuele gesprekken met de coördinator van de opleiding. Zo krijg je inzicht in je groeiproces.

 

 

Ontdek het programma van het tweede jaar opleiding tot schrijfdocent.