Vlaanderen: Europa's Havenstad
Zullen de kraaien zich de tijd van leeuwen nog herinneren?Wanneer de welpen net als de schapen worden geveld?
Of de strijd daarvoor? Wanneer ze zich nog leeuwen waanden?
Zouden ze dan willen dat ze het einde eerder al voor zich zagen?
Zou het vocht in hun ogen dan eerder wel... bronnen worden van spiegels, van voorboden...
Een spel tussen visie en visioen?Wanneer de mieren op zichzelf botsen, wanneer de heuvel te ver van het verlangen reikt...
Wanneer elke ingang leidt naar een wespennestEn elk oog tot tranen toe uitdroogt van lijden..
Daar start het vuur.. dat heel de wei verbrandt tot de kaalte.. en leegte.. en het bloed.. Opnieuw begint
En dan zei ze:Daar begon het vuur!
Dat is het gevaar dat ik uitdruk.
Waar ze met hun hebzucht en zelfzucht, zo onbedachtzaam mee staan te floreren..
Voor elk zelfmoordcijfer, Elke rode telefoon van aanklacht voor welzijn..Wanneer elk blauw licht zich moet wenden tot geweld.
Wanneer elke opstand en elke kreet..gezien wordt als geklaag, in plaats van opstand tegen decreet.Waar rode vlaggen tot zilvere schilden worden afgeschilderd, waar iemands ervaren leed wordt herleid naar een gebrek aan weerbaarheid.
Verlicht macht alle reflecties? Tot waar het zijn eigen waarden vergeet?
Elke vlag die zij uithangen..
Elke muur die zij voor ons bouwen,vaandels om hun eigen bruggen mee te leggen
Alles doorgoten... niet met water maar petrol.
En het is hun schuld.. degene die leiden.. en vergeten dat toewijden... ook leren kijken is... naar lijden...
En het draait niet om geld..Het draait om de ruimte en liefdeDie Gij met leugens als belofte had voorspeld
Je kunt geen wonderschoon en rijk park oogstenWanneer ge slechts de moestuin laat staan
Of ja, dat kan wel, maar dan staat uw park niet op dezelfde plaatsals waar uw mensen moeten ploegen.
En dan verstop je de vruchten zo ver weg, dat zij die nooit of slechts met aalmoes, (zouden) kunnen proeven
----
1. Mythische inleiding – de vergetelheid van krachtZullen de kraaien zich de tijd van leeuwen nog herinneren...De tekst opent in fabelachtige termen: leeuwen, welpen, schapen, kraaien. Dit zijn archetypes:
Leeuwen: kracht, trots, onafhankelijkheid.Welpen: de jeugd, de hoop, de toekomst.Schapen: volgzaam, slachtoffer.Kraaien: slimme overlevers, vaak ook herauten van dood of verandering.Het is een elegie voor vervlogen waardigheid.De vragen zijn existentieel én historisch: Wat blijft er over van een natie of cultuur als ze haar eigen kracht vergeet?
2. Visie versus visioen – de zintuiglijke waarneming van teloorgangZou het vocht in hun ogen dan eerder wel... bronnen worden van spiegels...Hier vloeien de tranen over in spiegels – symbolen van reflectie en waarheid.De tekst vraagt zich af of leed misschien toch ooit visie kan worden, in plaats van enkel pijn.Visie = zien wat is.Visioen = zien wat kan zijn.Tussen die twee speelt zich het drama af.
3. Microstructuur van de samenleving – mieren, wespen, uitputtingWanneer de mieren op zichzelf botsen...Een metaforisch beeld van een overwerkt collectief.De “heuvel” is hier de metafoor voor de maatschappelijke structuur: te ver weg, onbereikbaar.De “wespennesten” zijn pogingen tot verandering die leiden tot meer pijn.
4. Brand als metafoor voor verzet én verwoestingDaar start het vuur...Het vuur is tweesnijdend:
het verbrandt de resten,maar is ook nodig om iets nieuws te doen ontstaan.De tekst duidt het begin van de catastrofe of revolutie. 5. Politieke woede – aanklacht tegen hypocrisie en inertieWanneer elke opstand... gezien wordt als geklaag...Waar rode vlaggen tot zilveren schilden worden afgeschilderd...Een fel maatschappijkritisch deel.Rood = gevaar, protest, noodsignaal.Zilver = afweer, status, 'beschaving'.De tekst klaagt aan hoe echte klachten worden herschreven tot ongeldige meningen, tot onbekwaamheid.Een krachtig verwijt aan de paternalistische overheid: "Je lijden wordt jouw schuld."
6. De brug-muur-paradox – het machtssymbool dat sluit in plaats van verbindtElke muur die zij voor ons bouwen,vaandels om hun bruggen mee te leggen.Een gelaagde metafoor:
Muur: obstakel voor het volk.Vaandel: pronkstuk van de machthebbers.Brug: niet voor ons, maar door hen, voor henzelf.De muur is dus een etalage van macht én een sluitstuk voor de rest.
7. Valse beloftes en symbolisch vuurAlles doorgoten... niet met water maar petrol.Waar normaliter genezing (water) komt, brengen zij juist escalatie (benzine).Politiek wordt hier neergezet als vuurverspreider in plaats van vredestichter.
8. Toewijding als plicht tot empathieDegene die leiden... vergeten dat toewijden... ook leren kijken is... naar lijden...Toewijding zonder empathie is dictaat.De spreker eist menselijkheid van de leidinggevenden — dat ze werkelijk zouden moeten zien.
9. Liefde & ruimte – de ware rijkdomHet draait niet op geld...maar om de ruimte en liefde...Een radicale verschuiving: de echte valuta is menselijke waardigheid, ruimte om te zijn.De leugen waar deze “liefde” werd voorgespiegeld is de kern van het verraad.
10. Slotbeeld – de tragiek van ongelijkheidJe kunt geen park oogstenwanneer ge slechts de moestuin laat staan.Een briljante metafoor:
Het park = prestigeproject, uiterlijke glans.De moestuin = het essentiële, voedende, alledaagse.Wat wordt opgebouwd (het park), dient niet degenen die het onderhouden.Wat resteert is een esthetische leugen boven structureel onrecht.
ConclusieDit is geen aanklacht van woede alleen — het is een profetische waarschuwingszang.Je neemt de lezer mee van mythe, over metafoor, naar maatschappelijke reflectie.De stijl combineert antieke beelden met actuele kritiek.Het eindigt niet in wanhoop, maar in een scherpe spiegel.
Dit is kakofoonisch realisme —een genre op zich.