Zoeken

Wie schaakt Beth Harmon?

Midden in de voorlaatste aflevering kan ik mezelf niet langer bedwingen, ik moet weten of het verhaal van schaakwonder Elisabeth Harmon waargebeurd was. Mijn ontgoocheling is groot wanneer ik ontdek dat het een fictief verhaal is, gebaseerd op een novelle van Walt Tevis. Elisabeth groeit op als een Roald Dahliaans personage in een weeshuis en leert daar haar schaaktalent ontwikkelen onder het toeziend oog van Mr. Shaibel. Waar hij initieel zijn norsheid inzet om haar af te schrikken (‘girls do not play chess’), ontwikkelt hij zich gaandeweg tot haar afstandelijke, maar liefdevolle mentor. Hij verliest zich niet in pushen of dwepen. Hij neemt haar onder zijn vleugels en zegt met een mengeling van verwondering en bewondering: ‘you have so much anger in you’. In het weeshuis ontwikkelt Beth een pillenverslaving. Mijn verontwaardiging was groot, omdat ik toen nog overtuigd was dat het verhaal waargebeurd was. Op volwassen leeftijd komt daar nog een alcoholverslaving bij. Ze slaat aan het comazuipen toen de term nog niet bestond. Het destructieve karakter van genieën wordt meestal opgevoerd als een noodzakelijke voorwaarde voor het ontwikkelen van hun genialiteit. Hier zien we Beth echter keer op keer schaakkampioen worden ondanks, en niet dankzij haar verslavingen. Genieën moeten demonen bedwingen en zoeken hiervoor hun toevlucht in verdoving of hallucinaties. Hun heldenstatus wordt onterecht geënt op de foute assumptie dat hun verslaving wonderlijke bijwerkingen heeft. Genieën zijn einzelgängers, zo laten veel verhalen en biografieën van genieën zich lezen. Dit versterkt hun heldenstatus, maar gaat voorbij aan de realiteit. De meest succesvolle genieën spenderen veel tijd alleen, maar ze laten zich ook omringen door motiverende en inspirerende gelijkgestemden. Beth heeft het geluk zich te kunnen omringen met een aantal ambitieuze, niet-jaloerse, Amerikaanse mannen die haar de titel van winnaar keer op keer gunnen. In de jaren ’60 en ’70 bestonden er blijkbaar geen glazen plafonds of plakkerige vloeren. Ze krijgt de kans om te blijven groeien en wordt geen strobreed in de weg gelegd, tenzij van zichzelf. Het ultieme schaakspel van de reeks, tegen de wereldkampioen Vasily Borgov, gaat door in de voormalige Sovjet-Unie. Beth gaat alleen naar Moskou, maar krijgt al snel telefonisch advies van haar Amerikaanse schaakvrienden. Beth Harmon is een vernieuwend vrouwelijk personage. Ze combineert haar vrouw-zijn feilloos met haar status als genie. Ze is een vrouw in een mannenwereld, maar verliest haar eigenheid niet. Ze laat zich niet intimideren door zelfingenomen tegenstanders: ‘I would say that it’s much easier to play chess without the burden of an Adam’s apple’. Het zou gratuit zijn om haar op te voeren als een emotioneel, hoogmoedig en destructief genie dat ten prooi valt aan roem, foute mannen en haar jeugdtrauma’s. In plaats daarvan schrijdt ze na elk gewonnen spel met een extra portie zelfzekerheid, maar ook met een uitgebalanceerde sereniteit naar het volgende schaakbord. Dat doet the Queen’s Gambit: het laat zien dat vrouwelijkheid en genialiteit op stijlvolle wijze kunnen samengaan. Het Wes Anderson interieur krijgt u er gratis bij. Geen wonder dat deze serie de meest bekeken Netflix serie ooit is. Ik keek ernaar en dacht: in die wereld wil ik ook leven. En ik kan niet eens schaken. Dochter: De queen is echt indrukwekkend. Moeder: Oh, kijk je naar The Crown? Dochter: Nee, The Queen’s Gambit.

Lore Dewulf
42 1

The Gatekeeper

‘Ik ben hier om alles bij elkaar te houden.’ was het antwoord toen ik vroeg naar zijn hoedanigheid.‘Dus zonder jou zou alles ineen storten?’‘Je hebt geen idee.’ grijnsde hij. Hij torende boven mij uit terwijl ik weerloos op het tapijt lag. Een vinger in mijn richting. ‘Zie jezelf daar liggen. Je moest je schamen.’ Woorden als een geseling. Misschien had hij gelijk. Maar halverwege het geautomatiseerde neerhalen van mezelf hield ik halt. Nee! Ik wou mezelf niet langer beperken volgens zijn eisen. Ik zou me verzetten tot hij monddood gemaakt was. Zijn oordeel was gefundeerd op mijn duistere gedachten. Met zijn hard uitgesproken mening hield hij mijn zelfvertrouwen laag. Schor geschreeuwd van woede beet ik in zijn enkels. Hij gaf geen krimp, volledig stijf doordrongen van zijn verantwoordelijkheid. ‘Je hebt mij nodig.’ ‘Waarvoor?’‘Om jou te beschermen.’ Plots zag ik wat zijn moeder zou kunnen gezien hebben. Dwars doorheen zijn pantser. Hij deed zijn uiterste best. Zijn intentie was eigenlijk heel mooi, bijna aandoenlijk. Zich niet bewust zijnde van de schade die hij aanrichtte, bewaakte hij mijn mentale grondgebied. Voor die taak was hij in het leven geroepen. Mijn zelfbehoud was zijn zorg. Gekalmeerd door een vernieuwde kijk op zijn bestaan, kwam ik hem tegemoet. Ik zou luisteren en hem bevestigen. Zijn advies ter harte nemen. Zijn kwaliteiten appreciëren. We konden zelfs bondgenoten worden. Meewerken in plaats van vechten, dat ik daar niet eerder op gekomen was. Maar in stilte besloot ik ook om mezelf het laatste woord toe te schrijven. Hij versperde de doorgang en ik vroeg nederig of ik mocht passeren.‘Het is te laat. Misschien een andere keer.’En ik wist dat dat moment zou komen.

KarolienDeman
40 0

Grote borsten kunnen gevaarlijk zijn

‘Ik werd hartstikke ziek van die borstimplantaten’. Lize Korpershoek vertelt openlijk over haar borstvergroting, van A tot Z (nee, dit gaat niet over haar cupmaat). Haar beweegredenen: ‘ik voelde me minder vrouw, omdat ik kleine borsten had. Ik voelde me onaf.’ Het voormalig fotomodel voelde zich onzeker in haar lijf. Puntjes voor het patriarchaat. De ingreep was ‘fokking pijnlijk’, het herstel ook. Alhoewel, herstel is een groot woord. De pijn verdween niet meer. Na een dure operatie, waarbij dokters sneden in haar borstweefsel om de siliconen in te brengen, was pijn een gratis extraatje. De kers op de taart, de tepel op de nepborst. Lize had, samen het haar grotere borsten, ook last van andere symptomen, gaande van heel erg vermoeid, tot hevige pijn in rug en schouders. De lijst met klachten werd alsmaar langer. Ze ging naar verschillende dokters en specialisten, op zoek naar iemand die haar kon vertellen wat de oorzaak was van haar afgepeigerde en pijnlijke lijf. Nee hoor, de implantaten zaten er voor niets tussen. Voor niets? Welja, ze hadden natuurlijk een handjevol geld gekost, maar de oorzaak van haar gezondheidsklachten kon ze best elders zoeken. Na lang zoeken kwam Lize via via bij Breast Implant Illness terecht. Ze leerde dat haar lichaam de borstimplantaten als iets lichaamsvreemd zag. Maar omdat de implantaten te groot zijn (in tegenstelling tot bijvoorbeeld een splinter), kan het lichaam ze niet afstoten. Tijd voor plan B: het lichaam kiest ervoor het implantaat in te kapselen in bindweefsel, wat bij veel vrouwen resulteert in pijnlijke borsten. En dit is nog niet alles: siliconen zijn giftig. Het is een aanslag op het immuunsysteem, het kan organen en klieren besmetten en het kan vele functies van het lichaam schaden. Lize deelt haar verhaal om meisjes en vrouwen te informeren, omdat ze zelf niet voldoende geïnformeerd werd. Ze voegt hier aan toe: ‘ik moet toegeven dat ik waarschijnlijk niet geluisterd had naar informatie over de risico’s verbonden aan de ingreep en aan het implantaat, omdat ik zo overtuigd was van mijn grote borsten-beslissing’. Vrouwen die hun borsten laten vergroten en implantaten laten zetten, krijgen standaard te weinig informatie. Ook al zijn artsen wettelijk verplicht om hun patiënten in te lichten, toch gebeurt het onvoldoende. De gevaren van borstimplantaten zijn onvoldoende bekend en daar zit de sterke lobby van de farma industrie voor iets tussen. Johnson & Johnson (niet te verwarren met het komisch duo uit de Kuifje Strips, Jansen en Jansen) speelt een vuil spel met de regelgevende instanties. Een Amerikaans gezondheidstoezichthouder vroeg in 2006 een tienjarige studie naar borstimplantaten, met 40 000 vrouwen. Op die manier zouden ze data verzamelen over de impact op de gezondheid en het lichaam. Drie jaar later had méér dan de helft van de vrouwen afgehaakt. Toeval of slechte wil? Dat laat ik in het midden. Het echte slechte nieuws: de gezondheidstoezichthouder liet het daar gewoon bij. Waar is Erin Brokovich als je haar nodig hebt? In 2010 was er in Frankrijk een schandaal met PIP (niet te verwarren met één van de twee hondjes uit Woezel en Pip): de borstprotheses waren gemaakt van slechte, irriterende gel en met een omhulsel dat kon scheuren. De Franse fabrikant Poly Implant Prothese (PIP) had de toezichthouder jarenlang misleid, waardoor de fraude onder de radar bleef. Het slechte nieuws: 150.000 slachtoffers moesten borstimplantaten laten verwijderen. Het slechtere nieuws: veel dokters konden niet vertellen welke van hun patiënten effectief PIP implantaten hadden. Die info ontbrak. Of vrouwen al dan niet een borstvergroting willen, is een persoonlijke beslissing. Maar ze moeten wel correct geïnformeerd worden over de gezondheidsrisico’s. Ook moeten ze serieus genomen worden wanneer ze met gezondheidsklachten bij de dokter komen. Nee, ze zijn niet hysterisch of paranoïde. Naast patiënten, moeten ook dokters geïnformeerd zijn over de risico’s en de klachten, zodat ze die sneller kunnen herkennen.Vergeet the X-files en hun onoplosbare dossiers. Tijd om u in te lezen in The Implant Files.   Moeder: Ik hoorde vandaag een mop op de radio. Het plekje tussen de borsten van Pamela Anderson heet Silicon Valley. Dochter: Wist je dat er in Silicon Valley heel veel giftige stoffen in de bodem zitten? Moeder: Oh, de mop is bijtender dan ik dacht.

Lore Dewulf
186 2

Manchego

Mijn vrouw heeft een geit geadopteerd - een mank weesgeitje, met drie poten en een aangenaaide sik, hoor ik u denken. Neen. De geit in kwestie is perfect gelukkig en gezond. Mijn vrouw liet zich overhalen tot het adopteren van de geit, door er in ruil drie kilogram Manchegokaas van te krijgen. Of beter gezegd: kaas gemaakt van de melk van de geadopteerde geit. Ik denk niet dat die geit – in hoogst eigen persoon - drie kilogram Manchego aan mijn echtgenote komt overhandigen. Nu, men weet maar nooit. Ik denk dat mijn vrouw een fout begaat. Over enkele maanden zal ze zich, bij elke hap Manchego, afvragen of de kaas wel echt van haar geit komt en niet uit een of andere Spaanse supermarkt, slordig omwikkeld in artisanaal bruin papier. Of erger, dat ze niet de kaas van haar geit aan het verorberen is, maar de kaas van een geit geadopteerd door een bejaard koppel uit Okselaar, terwijl haar kaas ergens in een koelkast in Beieren onaangeroerd blijft, omdat ze daar naar cheddar van een Engels geadopteerd rund zaten uit te kijken. Ook vrees ik de dag waarop we mensen met een adoptiekind ontmoeten, en dat ik het dan niet kan laten om te melden dat mijn vrouw een geit geadopteerd heeft, voor de Manchego, en dat die lieve mensen dan stiekem jaloers zijn, omdat een goed geweten wel lekker is, maar niet zo smaakt bij een plak chorizoworst. Toen onze dochter het nieuws over de geadopteerde geit vernam, wilde ze weten wat adopteren betekende. Ik zei dat het een omslachtige manier was om een hoop kaas te kopen. Onze dochter nam vrede met die uitleg en mijn vrouw gaf geen krimp. Wel wist ze nog te melden dat ze ook een bijenkorf geadopteerd had. Hiervoor wordt ze beloond met vijf kilogram honing. Waar eindigt dit, lieve mensen? Met de adoptie van een verwilderde hond en de belofte er rabiës van te krijgen? Ik houd u maar niet op de hoogte.

Levi Heusdens
23 0

Wat ik mis in de lockdown

Tijd voor een bekentenis. Ik was gisteren op zoek naar die mooie bloempot, toen ik mijn knalrode vaas terugvond. Die nam ik ooit als een soort trofee mee na een avondje stappen. De vaas is spuuglelijk, maar dat was op het moment van het ontvreemden wel het laatste van mijn gedachten. De vaas behoorde toe aan het interieur van een gloednieuw hotel. Het hotel opende net zijn deuren en dat moest natuurlijk feestelijk gevierd worden met mannen in maatpakken en vrouwen in avondjurken. Mijn lief en ik waren op wandel, op zoek naar een café in de stad dat ontdekt moest worden. Het was donker op straat, het tafereel binnen baadde in het licht. We zagen groepjes mensen in geanimeerde gesprekken, er waren bubbels (de goeie soort), er waren verfijnde hapjes op een lopende band en bovenal, er was niemand die zich bezighield met wie het hotel binnen of buiten ging. Mijn lief en ik wisselde een blik, grijnsden naar elkaar en glipten binnen. We dronken te veel en we aten om dat te compenseren. Ik bleef maar kirren hoe fantastisch ik het systeem van de lopende band vond, onderwijl het ene na het andere hapje van de band pakkend. We voerden gesprekken met wildvreemden ('hebben jullie de lopende band met hapjes al gezien?'). Sommigen fluisterden ons toe dat ze wel wisten dat wij niet uitgenodigd waren, anderen vroegen geïnteresseerd wat onze functie was (‘hij iets met sales, ik iets met HR’). Ik staakte mijn zoektocht naar mijn mooie bloempot en haalde de vaas van de plank. Ik kocht bloemen en zette ze op de tafel in de woonkamer. De vaas werd het symbool van al wat ik mis in deze tijden. Ik mis de spontane en onberekende plotwendingen van elke dag. Ik zou zowaar la casa de papel beginnen bingewatchen om toch maar verrassende, ja zelfs vergezochte plotwendingen mee te maken. Ik mis het aan de praat raken met iemand van buiten je cirkel. Onvoorspelbaarheid kan in de juiste dosis inspireren, scherp houden en energie geven. Ik zit gevangen in een keurslijf van voorspelbaarheid. Er is geen opening voor een toevallig gesprek en geen gesprek tijdens een toevallige opening. Tijdens het schikken van de bloemen in mijn rode vaas wist ik plots wat het is dat ik mis in deze lockdown: serendipiteit. En mocht u aan één bekentenis niet genoeg hebben, hier is er nog één. Ik voel me nog altijd schuldig over het ontvreemden van die vaas. Ik heb al een plan als deze lockdown voorbij is: ik breng de vaas terug naar het hotel en informeer intussen of die lopende band met hapjes nog in gebruik is.   Dochter: Ik las net in de krant dat een hotel in de stad failliet is. Check die foto. Hebben wij niet net zo’n vaas als in die lobby? Moeder: Ahja, inderdaad. Wat een toeval.

Lore Dewulf
34 1

Immostreken

Is het je de laatste tijd al opgevallen hoe immokantoren altijd maar arroganter uit de hoek komen? Meer en meer blijven te-koopborden van verkochte woningen weken staan, om misbruikt te worden voor de zelfophemeling van het kantoor in kwestie. Stickers in schreeuwerige kleuren verkondigen de recordtijd waarin het onroerend goed verkocht werd, alsof ze willen zeggen: 'Kijk eens wat onze Guillaume hier heeft klaargespeeld. Verdient dat geen applausje?' Zo heeft Immo Vermortel een charmante, instapklare eengezinswoning 'verkocht binnen de maand'. Vastgoedkantoor Van der Steen, zo vertelt de sticker me, deed het beter en wist een rustieke villa in volle natuur 'IN MINDER DAN EEN WEEK!!!' van de hand te doen. Mij doet het allemaal wat te hard denken aan de politiekers die, weken na de verkiezing, met een bek vol scheve tanden en een bedanktsticker naast hun voorhoofd nog altijd zielloos in de leegte hangen te grijnzen. Voor we verdergaan, moeten we het eerst even hebben over het begrip immotaal. Als copywriter heb ik best wat ervaring met het verbloemen van bepaalde producteigenschappen. Geloof me, ik heb mijn portie marketing bullshit al gezien en geschreven. Maar de met roze leesbril gepende poëzie waarmee de vastgoedverkopers hun zoekertjes vullen, is zo van de pot gerukt eufemistisch, dat zelfs mijn mond er elke keer opnieuw van openklettert. Want wie een rondleiding kreeg in die charmante, instapklare eengezinswoning van Immo Vermortel, weet ondertussen dat het een groot uitgevallen tuinhuis betreft, op een stuk grond dat te klein is om in are uit te drukken. Die rustieke villa in volle natuur? Boerderijruïne in overstromingsgebied. Nog enkele klassiekers die ik graag voor jullie vertaal van het Vastgoedvlaams naar het Nuchterlands: karaktervol (ouderwets), tijdloos (al lelijk toen het gebouwd werd), potentieel (8 jaar verbouwen met 90% kans op scheiding), te renoveren (kraakpand). Gaat er geen adjectief aan het woord woning vooraf, sluit dan onmiddellijk je browser want het pand huisvest hoogstwaarschijnlijk zoveel schimmel en asbest dat de advertentie bekijken alleen al je 10 jaar van je leven kan kosten. Goed, terug naar ons hoofdverhaal dan. Het beoogde effect van die stoefstickers is natuurlijk tweeledig. Langs de ene kant moet het huizenjagers aanzetten tot een gevoel van schaarste en tijdsdruk: 'Als zo'n krot al zo snel verkocht is, moet ik maken dat ik een hoog genoeg bod doe op die statige fermette (opgeknapte stal die tot het einde der dagen naar zeug ruikt) die dit kantoor ook aanbiedt.' Langs de andere kant vertelt het woningverkopers: 'Als wij zo'n bouwval kunnen verkopen binnen de week, dan weet je dat we jouw huis ook met gemak naar een nieuwe eigenaar versjacheren.' Tegendraads als ik ben, heeft die opgekleefde zelfverheerlijking op mij het omgekeerde effect. Ik heb hier geen reservehuis liggen om te verkopen, maar moest het zo zijn, zou ik met opzet kiezen voor de bescheiden kleine zelfstandige, in plaats van duizenden euro's te sponsoren aan Ignace Van Goedenhuyze of Jean-Philippe Debardeurmans zodat ze ook de onbetaalbare zetelverwarmingsoptie kunnen pakken op hun tweede lease-Porsche. In kostuumbroek op de leren zetels van je Porsche moeten gaan zitten in putje winter is nu ook wel geen pretje natuurlijk. Maar karma lijkt de zichzelf op de borst kloppende vastgoedsector te grijpen, want huisbezoeken zijn in deze tweede lockdown officieel niet meer toegestaan. De verkopers die het dus niet stiekem doen, zitten zich nu stierlijk te vervelen in hun luxueuze herenhuizen (geen immotaal). Vastgoedborden staan stickerloos langs de kant van de weg. En ook in de verkocht-binnen-de-maand-stickerfabriek vielen er al heel wat ontslagen. Nu zou ik kunnen zeggen 'hoogmoed komt voor de val', maar ik leef behoorlijk met hen mee. Niemand verdient het om te leven in de onzekerheid of hij de lease van z'n Porsche nog kan betalen binnen enkele maanden.

Hans Verhaegen
41 0

Herfstchrysanten en angstschreeuwen

Daar lig ik, op de behandeltafel van de dokter, in mijn ondergoed, met de buitendeur open. De verpleegster heeft corona al de schuld gegeven (een open deur, als u het mij vraagt) en gaat de dokter halen, met de woorden ‘ze komt er zo aan, mevrouw’. Twintig minuten wachten op een laattijdige dokter in je BH en slip valt niet onder de categorie ‘tien activiteiten die je moet doen nu het herfst is’. Bij het binnenkomen trekt de dokter, weinig verrassend, ook de coronakaart. Ik wil haar erop attenderen dat corona aan veel zaken schuldig is, maar niet aan het feit dat zij haar niet aan de afgesproken uurregeling houdt. Na vijf minuten onderzoek neemt ze afscheid op gepaste wijze: ‘dat is dan 75 eurootjes, mevrouw’. Verkleinwoorden, het is een kunst te weten in welke context ze te gebruiken. In de herfst, het seizoen met een disproportioneel aantal medeklinkers, is het tijd om weer muren op te trekken tussen de binnen- en de buitenwereld. In de zomermaanden vervaagt het onderscheid tussen binnen en buiten. Of om het met de woorden van mijn jeugdvriendin te zeggen: ‘het verschil tussen een gesloten en een open glazen deur merk je pas als je er met je gezicht tegen loopt’. Welke les ik daaruit leerde? Poets nooit glazen deuren in de zomer. Ik voegde er nog aan toe: of ramen. U weet maar nooit. In de herfstmaanden is er een duidelijke scheidingslijn tussen binnen en buiten. De buitenwereld is een wereld op zich, één met een eigen dresscode (een passe montagne of apenmuts, iemand?) en specifieke activiteiten (paddenstoelen fotograferen met stip op één). Bepaalde buitenactiviteiten kunt u toekennen aan een specifiek seizoen (gooien met waterballonnen of sneeuwmannen maken), maar wandelen kan werkelijk in elk seizoen. Enkel de randactiviteiten zijn seizoensgebonden. Gezellige picknick op het gras versus op dat ene droge plekje op dat bankje gaan zitten voor wat snelle suikers en merken dat dat plekje toch niet zo droog was. Of u beslist om buiten te komen ondanks of dankzij de herfst, laat ik aan u over. Maar zoals David Lynch zegt: ‘Just slow down and it becomes more beautiful’. Ik zou maar snel mijn apenmuts en wandelschoenen aantrekken. Dus geen angstschreeuwen de komende tijd, wel het tellen van herfstchrysanten. Mocht u het spelletje ‘woorden met de meest opeenvolgende medeklinkers’ spelen op één van uw wandelingen, dan heb ik net de twee topantwoorden uit mijn wollen mouw geschud. Geen dank.   Moeder: Ga je mee naar buiten? Dochter: Wacht even, ik ben bezig. Moeder: Wat ben je aan het doen? Dochter: Ik poets jouw bril, zodat je niet nog eens tegen de glazen deur loopt.

Lore Dewulf
34 2

Er is thee tussen hemel en aarde

Ik voel me een winnaar. Niet om de resultaten die ik de voorbije 20 jaren behaalde in de vele en uiteenlopende dingen die ik ondernam, maar een winnaar in het vinden en delen van plezier en geluk. Mijn geldingsdrang en competitiviteit zijn vooral daarop gericht. Een spel moet plezant zijn en voor mij is dat het pas wanneer ik me vol overgave kan smijten, kan uitleven, kan zot doen zonder te moeten streven naar een overwinning. Mijn kinderen vinden dit geweldig. Vooral mijn dochter, die de winnersobsessie van haar vader heeft geërfd en met mij aan de speltafel dus al één tegenstander minder heeft, maar ook mijn zoon die op die manier toch wat plezier beleeft wanneer zijn vader en zus als freaks hun doel willen bereiken. Ik hoef niet de meeste straten of het meeste geld bij Monopoly, ik wil vooral dat het een fair en leuk spel is voor alle deelnemers, ik wil kunnen lachen om mijn eigen succes of miserie. Die euforie voelen om niets te hebben en toch telkens nog net te overleven, de spanning wanneer ik het zoveelste risico neem en alles dreig kwijt te geraken en dan de totale ontlading wanneer het eindelijk zover is, dat is waarom ik speel. Een bezoek aan een casino of spelen op de loterij zou voor mij pas plezant zijn als ik mijn hele hebben en houden op het spel mag zetten en laten we aannemen dat ik daarvoor voorlopig net niet krankzinnig genoeg ben. Ook wedstrijden op sociale media laat ik meestal liggen. Een bericht sharen en dan wachten tot ik verkozen word om dat droominterieur te winnen bezorgt me weinig plezier. Helemaal anders wordt het wanneer ik door een bericht te delen een ander in de prijzen kan zetten. Dat heb ik gisteren dan ook gedaan. “Er is thee tussen hemel en aarde” prijkt in zwart kalligrafisch geschrift op een crèmekleurige theepot. Een kunstwerkje van mijn vriendin die oproept om dit te delen en vriendinnen te taggen die de theepot dan kunnen winnen. Ik bedacht onmiddellijk voor welke van mijn theedrinkende vriend(inn)en dit een passend geschenkje zou zijn en deelde het. Nu is het wél spannend afwachten wie de winnaar wordt, maar het wordt zeker een vrouw. In mijn zoektocht naar een passende match voor het theepotje probeerde ik een genderevenwicht te voorzien om het stereotype van theedrinkende breiende vrouwen te doorbreken, maar tot mijn verbazing vond ik geen uitgesproken theedrinkende mannen onder mijn dichtste vrienden. Heeft thee dan toch iets gay? Als je de serviezen bekijkt zou je zeggen van wel, met uitzondering dan van de neutrale theepot die mijn vriendin wegschenkt. Een espresso in een flinterdun gebloemd kopje met bijhorend schoteltje heb ik nog niet ontdekt. En koffie wordt volgens mij ook in reclamespotjes nog steeds met mannelijkheid geassocieerd. Ik vraag me af of daar al een studie over bestaat? De genderkwestie bleef in mijn hoofd zitten ik geraakte niet in slaap. Ik bedacht dat ik in het verleden wel theedrinkende vrienden had. Allen waren ze lang en slank met lange haren of een woeste baard, een zachte stem en eeuwige glimlach, vegetarisch avant la lettre, vredevol, tolerant en aanhangers van de vrije liefde. Tot ik ze beter leerde kennen en ontdekte dat de vrije liefde slechts in één richting geldig was of gepaard ging met een zeer christelijke opvatting en voortplantingsdrang waarbij voorbehoedsmiddelen uit den boze waren. De glimlach werd al gauw een ijzig wapen om steeds hun zin te krijgen en de tolerantie en vredelievendheid waren uiterlijke schijn waarachter egocentrisch gedrag zegevierde. De herinneringen alleen al deden me huiveren. Misschien voelden vele vrouwen ten tijde van Jane Austen diezelfde rilling na een theekransje of stel ik me het leven eind 18de eeuw te kil voor? Net voor ik in slaap viel besloot ik dat de enige theedrinkende mannen die ik vertrouw gay zijn of verkouden. Wanneer mannen kiezen voor een hete thee met honing omdat de rum die ze de dagen voordien achterover geslagen hebben (in de hoop de microben tegen te houden) niet het gewenste resultaat bereikte, en ze snotterend en hees op de bank liggen alsof het einde nabij is, dan vertonen ze genoeg mannelijkheid om hen te vertrouwen. Dan ben ik overtuigd dat ze me niet sluw gaan onderdrukken onder een ijskoude zachtheid zoals achttiende eeuwse theedrinkende mannen dit deden. Met veel liefde vervoer ik de snotterende mannen tussen hemel en aarde waar ze met thee kunnen aansterken om dan verder te doen alsof ze het sterke geslacht zijn. Spontaan denk ik aan een oud Canadees scheppingsverhaal, waarbij een godin naar een eiland werd gestuurd en daar zo eenzaam was dat ze al het snot die ze uitgehuild had opving in een paardenmosseldeel die ze dan zo goed verzorgde dat er uiteindelijk een man uit ontstond. Misschien moet mijn vriendin de volgende theepot van een kalligrafisch opschrift voorzien “de man ontsproot uit de liefdevolle zorg van de vrouw voor haar eigen snot”? Wanneer dan opnieuw een wedstrijd wordt gedeeld zal ik uit mijn vriendenkring drie stoere mannen taggen die dan bij de volgende novemberdagen ziek op de bank misschien (nog) meer respect voor hun zorgende vrouw tonen. Laat ik er vandaag maar van uitgaan dat ik pech had en er in de toekomst betere theemannen mijn pad kruisen. Voorlopig prijs ik me gelukkig met mijn koffieverslaafden en geheelonthouders die enkel naar thee grijpen als het einde nabij is en schenk ik de overwinning aan één van mijn sterke zorgende vriendinnen.

Fien SB
80 0

Gezond verstand

'We rekenen op de Belgen om hun gezond verstand te gebruiken.' Hoe vaak hebben we die zin niet gehoord de laatste tijd? Ik ben alleszins de tel kwijt. En ik begrijp het hoor. Want wij Belgen zijn geen Japanners. Wij houden niet zo van regeltjes. Dus in plaats van alleen maar met het vingertje te wijzen en te zeggen wat niet mag, wat overigens al genoeg gebeurt in deze periode, proberen onze leiders in te zetten op iets anders. Iets wat meer inspeelt op trots, dan betutteling: de Belg en zijn boerenverstand. Maar laten we niet vergeten dat de Belgen waarover we het hierboven hebben, dezelfde Belgen zijn die tegen 90 over de pechstrook sjezen als er file staat. Die gas geven wanneer de flitspaal ver genoeg in de achteruitkijkspiegel zit. En die zich, ondanks de geruststellingen van de supermarkten en depots, zo lieten opzwepen door andere Belgen, dat ze rijdende torens wc-papier naar de kassa duwden. Want blijkbaar is dat het allerbelangrijkste om de kelder mee te vullen in tijden van oorlog. Gezond verstand? Hmm. ’t Is niet dat we als volk zo subversief zijn dat we regels willen schenden gewoon om ze te schenden. Nee, wij zijn regelinterpreteerders. Wij zetten de regels naar onze hand en zijn in ons gat gebeten als iemand ons erop wijst. We zijn kantjes-aflopers. En we zijn nonchalant, vooral als het op veiligheid aankomt. Want veiligheid is niet stoer en wij zijn niet goed in het inschatten van gevolgen op lange termijn. Wij werken in den bouw tot onze rug kapot is omdat de rest dat ook zo doet. Wij leven met oorsuizingen omdat de gehoorbescherming in de andere kamer van onze renovatiewoning lag. Als het gevaar, zoals in de huidige situatie, dan ook nog eens onzichtbaar is, is het helemaal af. Het verbaast me dus niets dat een dag voor de lockdown de Meir overspoeld werd door Belgen die ervan overtuigd leken dat Het Grote Virus zich aanpast aan onze planning. Koopzondag is koopzondag en pas mórgen gaat de lockdown in. Vandaag kunnen we nog massaal op straat komen. Het verbaast me niets dat Belgen tijdens de herfstvakantie de grens oversteken naar regio’s waar er nog wel iets te beleven valt. Dat jongeren feestjes houden in hotels. En dat onze reeën en herten stress krijgen van de drukte in bossen waar mensen en masse de rust komen opzoeken. En tegelijk zijn het diezelfde Belgen die een warmte verspreiden die het gezond verstand ver overstijgt. Want de ene sector helpt de andere. Mensen die tijdelijk zonder werk zitten, vinden manieren om vreugde te brengen bij ouderen die tijdelijk zonder bezoek zitten. Nooit waren mensen zo creatief om elkaar te helpen. Er is dus nog hoop. Misschien kunnen De Croo en co het eens proberen door in te spelen op ons goed hart in plaats van ons gezond verstand. Zolang het maar niet klinkt als een regeltje.

Hans Verhaegen
87 1

Gratis therapie en stylohandjes

Mijn moeder is handig: ze vernist, schildert en stukadoort. Ik erfde haar handigheidsgenen niet. Toen ik toch eens een poging waagde, zag ze het met lede ogen aan. ‘Lore, je hebt stylohandjes’. Ik veinsde verontwaardiging en kreeg de slappe lach: ‘Wát heb ik?’. Iemand met stylohandjes is niet handig in het uitvoeren van ruwere handenarbeid. Desbetreffende personen kunnen beter bureauwerk doen met behulp van stylo’s en andere ongevaarlijke bureau artikelen. For the record: mijn moeder had uiteraard gelijk. Zonder air quotes. Wat je wél kan met stylohandjes? Schrijven, bijvoorbeeld. Dat ontdekte ik al als kind, toen ik een dagboek bijhield. Mijn eerste exemplaar was bloemig en voorzien van een hartvormig hangslot. Ik schreef met mijn tienkleurige balpen over vriendinnetjes, uitstapjes en mijn kat, in het geel, het roze en het paars.Later maakte het bloemige exemplaar plaats voor A5 schriften. Ook de toon veranderde: mijn kat maakte plaats voor bijna-liefjes, liefjes en niet meer liefjes. Daar valt heel wat over te schrijven, zo leerde ik onlangs van mijn 16-jarige zelf. Ik schreef hele schriften vol, maar in wezen is de samenvatting van die periode simpel: ik staarde afwisselend naar jongens en naar mijn eigen navel. Daarna volgden enkele jaren van schrijfonthouding – enter studeren en kinderen baren - maar ik keerde terug naar mijn oudste liefde. Het was Julia Cameron die me met haar boek The Artist’s Way terug over de streep trok. Mijn dagboeken werden Morning Papers en mijn schriften werden zwart, elegant en ingebonden. Het dagboek is een ondergewaardeerd genre, omdat het vaak gezien wordt als iets meisjesachtig. Ik hoorde gisteren een man op de radio die met tegenzin toegaf dat hij een dagboek bijhield. Het leek alsof hij zich schaamde voor zijn schrijven. Nochtans gingen mannen van divers allooi hem voor: Charles Darwin, Kurt Cobain, Che Guevara, Franz Kafka. Allemaal dagboekschrijvers. De man op de radio noemde zijn dagboek een journal, om zijn zelfverklaarde imagoschade te minimaliseren.Ook vrouwen mijden de term dagboek. Connie Palmen kiest voor het bijhouden van een logboek, ze noemt een dagboek regressief en de handeling omschrijft ze als ‘dat machteloze schrijven’. Misschien is de naam van de verpakking van ondergeschikt belang. De handeling van het schrijven verdient de aandacht. Schrijven is verhelderend. Het helpt om gedachten vast te grijpen of af te maken (afmaken als in ‘mijn buurman maakt kleine katjes af’ en afmaken als in ‘mijn buurmeisje maakte de theaterschool af’). Schrijven kan u in het ergste geval existentiële crisissen bezorgen en in het beste geval die crisissen bedwingen. Schrijven laat u zien dat u niet alles moet geloven wat u denkt (‘ik zal nooit een serieuze job vinden omdat ik stylohandjes heb’). Schrijven is, in tegenstelling tot spreken, een minder impulsieve daad. Met schrijven kunt u tijd kopen en oordelen uitstellen. Toen ik onlangs mijn zolder opruimde, kwam ik een bananendoos vol dagboeken tegen. Ik bladerde in mijn schriften en las flarden tekst opnieuw. Het voelde vreemd en soms gênant. Er de spot mee drijven lijkt me gratuit. De fik erin, dacht ik. Ik stookte een vuurtje in de tuin en gooide één voor één mijn dagboeken erin. De dag erna schreef ik erover in mijn Morning Papers. Dochter: Mag ik eens voorlezen uit mijn dagboek? Moeder: Ja hoor, graag. Dochter: ‘Vandaag gingen we zwemmen. Ik deed een gekke truc, te gek om uit te leggen hoe het zat. Binnen een kwartiertje doen we een aperitiefje. PS: mama is al begonnen’. Moeder: Ah, ik heb geen dagboek meer nodig. Mijn belangrijkste activiteiten worden al geregistreerd.

Lore Dewulf
24 2

Oudedagstraining (2)

Lees hier deel 1 van hoe ik me één week per maand klaarstoom voor mijn apathische oude dag. Op vrekkige vrijdag parkeer ik mij voor een paar uur in de zetels van het kapsalon dat zonder afspraak werkt. Hoewel ik altijd op hetzelfde moment ga en perfect naar salons op afspraak kan, heb ik er deugd van om drukbezette mensen teleurgesteld te zien omkeren bij gebrek aan vrije plaatsen. Ik herinner de kapster nog eens aan wat vorige week beter kon, vraag een tweede koffie en zeg dat ze er iets aan moet doen dat de door haar aangeraden shampoo m'n permanent een paarse schijn geeft. Wanneer ik voor een tijdje onder de droogkap dreig te verdwijnen, vraag ik de enige jonge vrouw die toch een plek kon veroveren of ik de TV Familie die ze vastheeft mag lezen omdat ik de rest allemaal uit heb. Nee heb je, ja kan je krijgen. Aan de kassa laat ik terloops vallen dat het leven zo duur is geworden en dat het niet makkelijk is om rond te komen met een klein pensioen. Ik sluit af met '... maar ja, jij hebt er dan toch een mooie auto van kunnen kopen, hè.' De rest van de dag kijk ik televisie uit het raam en maak ik veronderstellingen over de buren die ik verder vertel als waarheid. Daarna zet ik een opname van Familie op, want tijdens de week kijk ik live naar Thuis. Na tien minuten val ik in slaap, terwijl de vraag door m'n hoofd zweeft waarom Véronique van Familie in de boekskes Sandrine genoemd wordt. Voor ik naar boven stommel om echt te slapen, neem ik m'n portemonnee en maak ik me nog eens druk om hoeveel geld ik wekelijks aan de kapster overhandig. Daarna leg ik de vaste 20 euro klaar om morgen mee te doen met de Lotto. Het weekend begint met zorgenrijke zaterdag en mezelf die een half uur vooraleer de krantenwinkel opent voor de deur staat met een ingevuld Lottoformulier en de angst om naast de weekendkrant te vissen. Ik maak een praatje met de andere vijf bejaarden in de rij over de corona, het rotweer van de laatste week en de zwarte vrouw met de hoofddoek die voorbijfietst. Waar moet die zo vroeg al zijn? Wanneer de uitbaatster haar rolluik een minuut na 7 met een 'goeiemorgen' opent, antwoord ik: 'Eerder late morgen, precies'. Na de middag bak ik een appeltaart voor wanneer de familie morgen op bezoek komt. Terwijl ik dat doe maak ik me dik in de gedachte dat er toch weer niemand langskomt – ik heb nochtans veel zegeltjes voor de knuffels die de kleinkinderen sparen – en ik de taart in de vuilbak ga moeten kieperen. Ik hou me nog net in om het niet nu al te doen. Nadat ik me heb opgeboeid in respectievelijk Het Journaal (waarom komen al die zwarten massaal op straat?), Het Weer (mossel!) en Iedereen Beroemd (waarom filmen ze nooit eens in mijn straat?), maak ik me kwaad omdat ik weer geen winst heb met de Lotto. De rest van de avond kijk ik opgenomen afleveringen Familie. 't Is te zeggen, na tien minuten dommel ik in en drijf ik weg richting de zondag. Of beter, zuchtende zondag. De eerste zucht van velen valt wanneer mijn vaste plek in de kerk is ingepikt door die trees van een Francine van Sus van Lowie van den Dikken Bakker. Volgende keer kom ik een uur vroeger (in plaats van drie kwartier) en zullen we eens zien van wie die plek op de tweede rij is. De pastoor ontroert me met zijn prachtige preek over verdraagzaamheid. Eens buiten doe ik zo luid mogelijk mijn beklag over Francine tegen de enige twee andere kerkgangers. Terwijl zie ik een zwarte vrouw met hoofddoek passeren en, er automatisch van uitgaand dat het dezelfde is als gisterochtend, vraag ik me opnieuw af waar die zo vroeg al moet zijn, en dat op een zondag. Met de snelheid van een obese slak met een enkelblessure rij ik achterwaarts uit mijn parkeerplek, om de rest van de rit naar huis in 2de versnelling tegen 5000 toeren te doen. Onderweg maai ik 5 voetgangers en 3 fietsers nét niet van de baan. Uit hun reacties blijkt dat geeneen van hen begripvol genoeg is over het feit dat de dode hoek van m'n goudkleurige Toyota Yaris groter is dan de auto zelf. Corona of niet, na de middag zit mijn kot vól familie. Het was te denken, kan ik mij op de Dag des Heren nog afjagen door garçon te spelen ook. De kleinkinderen zijn veel te rumoerig, maar muisstil wanneer ik hen met zegeltjes overlaad en een simpele dankuwel afdwing. De volwassenen praten meer met elkaar dan met mij. Wanneer ik de helft van het bezoek bediend heb, is de appeltaart op. Ik zucht. Terwijl de laatste van die profiteurs een uur of twee later de deur achter zich dichttrekt, laat ik een 'eindelijk!' ontsnappen en begin ik voor de derde keer aan dezelfde aflevering van Familie. Vijf minuten later, vlak voor ik in slaap val, beslis ik m'n kinderen volgende keer te vragen hun eigen gebak mee te brengen. Dat zal er wel af kunnen, met hun bedrijfswagens en al. Nee heb je, ja kan je krijgen. Ik zucht nog een laatste keer en glijd weg in een diepe slaap, klaar om morgen terug wakker te worden als een respectvolle dertiger. Nog een jaar of 40...

Hans Verhaegen
23 1
Tip

Spoiler alert: vrouwen hebben ook namen

‘U bent de mama van….?’, vraagt de leerkracht aan het onthaal. Ik zeg mijn naam, maar weet dat hij die niet zal onthouden. Ik heb geen naam, ik ben de naam van mijn kinderen, met ‘mama van’ ervoor. Sommige volwassenen gaan een stapje verder, zij spreken mij aan met mama in het bijzijn van mijn kinderen (zonder aanwezigheid van mijn kinderen zou dit het moment zijn waarop een stemmetje in mijn hoofd zou roepen: ‘lopen!’). Ik vind dat niet alleen tenenkrullend, het is ronduit akelig. Vorige week nog zei de kindertandarts tegen mij: ‘Dan mag je volgende week opnieuw een afspraak maken, mama’. Eigenlijk wil ik dan graag zeggen dat ik zijn moeder niet zou kunnen of willen zijn, dat hij uiteraard ook recht heeft op wat moederliefde en dat ik het jammer zou vinden mocht hij geen moederliefde krijgen en dat… ‘Lukt volgende week dinsdag, mama?’. ‘Ja hoor, geen probleem’. Vroeger, toen ik nog niet de surrogaatmama van de kindertandarts was, maar zelf nog een kind, kreeg ik vaak de vraag: ‘Ah, ben je dan de dochter van H.’? De naam van mijn vader deed belletjes rinkelen. Mijn eigen naam bestond niet op zich, die werd vastgehaakt aan de naam van mijn vader. Barack Obama erkent deze gevoelige kwestie en geeft een speech waarin hij zichzelf aankondigt als: ‘For those of you who don’t know me, I’m Michelle’s husband’. Zijn uitspraak wordt onthaald met luid applaus. U zult Barack Obama de kneepjes van het vak niet leren. Maar u en ik weten allebei dat de man van Michelle Obama eerder aan de progressieve kant van het spectrum staat. Kranten en boeken staan vol met dochters, moeders en vrouwen van. Deze week nog ‘vriendin van Stijn Steels fotografeert de blote buik van de zwangere vrouw van Wout Van Aert’. Welkom in 2020, jongens. Wat dacht u van ‘Layla Vancompernolle fotografeert de blote buik van Sarah De Bie’. Nogmaals, welkom in 2020. Kunnen we gezamenlijk afspreken dat we vanaf 2020 vrouwen bij hun naam noemen en hen niet meer aanspreken via de naam van hun vader, zoon en broer? In de naam van de moeder, de dochter en alle heilige vrouwen. Amen.   Dochter: Ik vind het raar dat de tandarts mama tegen jou zegt. Moeder: Ik ook! Dochter: Zal ik hem de volgende keer broer noemen?

Lore Dewulf
119 12

Oudedagstraining

Dat het weeral die tijd van het jaar is, zeg. Het seizoen waarin je een middagdutje doet, een kwartier later opstaat en vaststelt dat de zon al onder is. Het seizoen waarin we op het kerkhof aankomen en terstond beseffen dat we de bomma niet meer weten liggen. En het seizoen waarin de middenstand zoveel grijnzende pompoenpropaganda tegen onze knikker keilt dat we niet anders durven dan onze koters in verkleedkleren steken. In mijn tijd viel carnaval nog enkel in het voorjaar. Maar mijn tijd tikt verder en verder het verleden in. Want behalve voorgaande ongemakken komt de herfst standaard met een ander gebeuren waar ik niet onderuit kan. De jaarlijkse hiphiphoerering van ondergetekende. Wat nog een extra ongemak meebrengt, want hoe moet ik verkocht krijgen aan al die dames dat het dit jaar écht niet kan om kusjes te geven? Een paar jaar geleden vielen die verjaardagen me nog zwaar. Niet heel lang terug, schreef ik tenslotte nog over mijn voortijdige midlifecrisis. Die zorgen zijn ondertussen van de baan. Tegenwoordig kan ik niet meer wáchten tot ik oud ben. Tot die gelukzalige dag arriveert dat het plots toegelaten is om geen energie meer te steken in futiliteiten zoals je beurt afwachten in de winkel, de waarheid verbloemen om andermans gevoelens te sparen of je scheten inhouden terwijl je met mensen praat. Ik kan natuurlijk niet onvoorbereid in de derde leeftijd stappen. Daarom stoom ik me elke maand één intensieve week lang klaar voor deze geweldige toekomst van overassertiviteit en apathie. In zeven themadagen tracht ik alles te vergeten wat me als kind geleerd werd en focus ik op hoe ik in mijn oude dag zal staan. Of hangen, zitten, en in het slechtste geval kermend liggen, met een waardeloze heup en een afstandsbediening waarvan de batterijen plat zijn. Mijn trainingsweek start met wat tot voor kort marktmaandag heette. Op de eerste dag van de week strijken de marktkramers namelijk neer in Heist om de honderden uniformen van grijs en beige te voorzien van hun drie sneetjes kaas en hun anderhalf sneetje hesp, met niet zoveel vet aan de rand als vorige week, hetgeen ze vorige week ook al uitdrukkelijk gevraagd hadden. Maar met de corona is niks nog zeker en om mezelf de desillusie van een marktloze gemeente en verloren oefendag te besparen, doopte ik de eerste dag van de week om tot misnoegde maandag. Op die dag stap ik met het verkeerde been – maar het enige dat nog fatsoenlijk mee wil, zo fantaseer ik – uit bed, trek ik de rol op en onderwerp ik het weer aan een grondige inspectie. Typisch! Het is alweer te warm. Of te koud. Of te droog, te nat, te glad, te bewolkt, te wisselvallig of te winderig. En als het dan toch eens perfect is, is het te mooi om waar te zijn en zal het wel rap terug KVLV-leden regenen. Want die nieuwe weerman op één zit er nog meer naast dan Frank en de jongen heeft het charisma van een uitgehagelde mossel. De rest van de dag maak ik me druk in de postbode die het parochieblad tien minuten later dan anders aflevert, de kleinkinderen van de buurvrouw die teveel plezier maken 's middags en de finalist in de heruitzending van Blokken die het woord niet kan vinden, terwijl ik het al zeven keer geroepen heb. Op demente dinsdag weet ik meestal niet goed wat er allemaal gebeurd is. Dat is de miserie met die dementie. Wat ik mij die dag wel herinner is hoe nonkel Ronny vroeger op familiefeesten in de speelkamer kwam zitten en we allemaal Medisch Centrummeke moesten spelen. Laat dat juist het enige zijn wat ik wil vergeten. Daarop volgt winderige woensdag, de dag dat ik boodschappen doe en je mijn volledig afgelegde parcours in de winkel kan volgen door op de geur van slecht verteerde schorseneren en de verre brrrrrap brrrrrrrrrrrrrrrrattatap-geluiden af te gaan. Aan de kassa lukt het me net niet om de vrouw met dreadlocks voor te schieten. Terwijl ze haar wisselgeld nog aan het wegsteken is, zeg ik tegen de kassier: 'Amai, heb je dat gezien? Ik hoop dat het kind geen magneten tegenkomt op weg naar huis. Die had meer ijzer in haar steken dan onze lieven heer aan 't kruis. En die coiffure, precies Medusa. Is dat tegenwoordig mode, ja?' Ik sluit af met een brrapbrrapbrapp, betaal op m'n duizendste gemak met een karrevracht muntjes en zeg dat hij de dubbele hoeveelheid zegeltjes mag geven omdat de kleinkinderen graag alle knuffels verzamelen, maar dat dat niet lukt met mijn beperkte wekelijkse boodschappen van een brood en een doosje Senseo-pads. Donderdag is het demente donderdag en word ik kwaad als mijn vrouw zegt dat dinsdag al dementiedag was. Verder sla ik als een razende met de vliegenmepper naar de inbrekers die voor de deur staan en bij hoog en laag beweren dat ze mijn ouders zijn. De rest van de dag lig ik onophoudelijk te huilen omdat ik, hoe hard ik ook op m'n vuist blies, nooit geslaagd was in het Medisch Centrum van nonkel Ronny en ik altijd extra controles moest krijgen terwijl mijn neefjes en nichtjes al lang taart aan het eten waren. Volgende week lees je hier het vervolg van mijn trainingsweek. Tenzij Tom Van Grieken de komende week uitglijdt over een bananenschil en met z'n gezicht recht in een berenklem valt. Want dan moet ik daarover schrijven. Een mens mag dromen, toch?

Hans Verhaegen
24 2

Het is oké

Zucht. Het radionieuws vertelt me barslechte coronacijfers. Mijn blik naar buiten vertelt me barslecht weer. Hele diepe zucht. Ik had vanochtend nog niet in mijn verse croissant gebeten of ik wenste vurig dat de dag al voorbij was. Op naar morgen. Of doe maar ineens volgende week. Voor mijn part maken we een tijdsprong naar 25 oktober 2021. Maar helaas: we kregen zelfs nog een extra uur cadeau. Isn’t it ironic, denkt niet alleen Alanis Morissette.  Dipjes moeten er zijn: niemands leven is elke seconde van elke dag een knallende goednieuwsshow. Ups en downs, zoals ze dat zeggen. Na regen komt zonneschijn (behalve vandaag dan). Alles komt goed. Maar het wordt potverdekke moeilijk om dat te geloven. Jezelf oppeppen in crisistijden is geen simpele opdracht. ‘Stoeme corona’ werd zowaar mijn stopwoordje.  Na een halve dag probeer ik mezelf bijeen te rapen. Want ik ben geen artiest die pas na een half jaar voor amper 200 mensen mag optreden – laat staan een artiest die in grote producties staat en nog steeds niet mag spelen. Ik ben ook geen horeca-uitbater die haar laatste reserves in overkapping en terrasverwarmers heeft geïnvesteerd, om nu opnieuw de deuren dicht te doen. En niemand van de 10.737 mensen die sinds maart hun leven verloren aan het coronavirus, ken ik persoonlijk. Jep, laat dat getal maar even doordringen. Komaan Marthe, praat ik op mezelf in. Want ik ben geen zorgverlener, huisarts of laborant die al maanden tegen de klok en tegen de druk werkt. Ik ben ook geen risicopatiënt die zelfs in de luttele weken dat het beter ging uit angst in haar kot bleef. En geen enkele dag heb ik me zorgen moeten maken over mijn job, mijn spaarrekening of mijn thuissituatie. Geen enkele dag was ik helemaal alleen. Dingen die tegenwoordig niet zo evident zijn - en dat is een understatement.  Droevig wordt stilaan dankbaar. Want ik hoef als student geen keuze te maken tussen mijn studentenstad of mijn thuis om de hele dag naar lessen op een scherm te staren. Ik zie ook mijn communie, trouwfeest, proclamatie, stage of eender welke mijlpaal niet in het water vallen. En ik moet niet als leidster in het jeugdwerk oneindig creatief zijn om alternatieve activiteiten te organiseren en mijn leden ondanks alles toch te laten spelen. De cijfers zijn nog even slecht, het weer nog even druilerig. Ik probeer me voor te stellen hoe diep de dipjes moeten zijn van de mensen die wel in al die schuitjes zitten, probeer me te bedenken hoe zij zich nog oppeppen. Ik zou hen allemaal een kaartje willen sturen dat alles goed komt. Dat het de moeite is om uit die put te kruipen. Dat 25 oktober 2021 er sneller zal zijn dan we denken. Als het mocht, promoveerde ik ze allemaal tot knuffelcontact.  Het is oké om jezelf even slecht te voelen, ook als dat alleen om iets banaals als een lege agenda is. Stoeme corona. Blèt dan eens goed, ventileer. Om daarna je zelf bijeen te rapen en er toch gewoon het beste van te maken die dag. Kijk ook rond. Mensen vallen in dipjes als herfstblaadjes op de natte grond. Laat elkaar niet liggen. Wees lief, hou het veilig. Alles komt goed.

Marthe Van Loy
11 1

Waarom kinderen en jongeren geen goesting meer hebben om te lezen

De helft van de Vlaamse vijftienjarigen vindt lezen tijdverlies. Dat lees ik in het internationaal PISA-onderzoek van 2018, een onderzoek waarbij 5.000 Vlaamse leerlingen uit verschillende onderwijsvormen bevraagd werden. En dat is nog niet alles: van alle 79 onderzochte landen en regio’s noteert Vlaanderen de laagste score op leesplezier. Schrijnende cijfers? Ik dacht het wel. Kinderen en jongeren krijgen geen kans om leesplezier te ontwikkelen. De consequenties hiervan zijn veel ruimer dan u aanvankelijk zou denken: kinderen die meer plezier halen uit lezen, presteren op schools vlak significant beter dan andere leerlingen. Van waar komt die negatieve houding tegenover lezen? Het zou makkelijk zijn om met de WhatsApp vinger (de vroegere sms duim) te wijzen naar de smartphone. Dat gaan we even niet doen, want dat brengt ons niet tot de kern van de zaak. Het zou ook makkelijk zijn om met de vinger te wijzen naar het onderwijssysteem. Laat ons dat wel even doen, want hier ligt met zekerheid een groot deel van het probleem. Ons Vlaams leesonderwijs is achterhaald en verschillende wetenschappers zien dit als oorzaak voor het belabberde leesplezier. Leerkrachten blijven kennisgerichte vragen stellen over fictieteksten waardoor leerlingen niet echt kunnen genieten van het lezen. Vraag dus niet what is poetry?, maar verleg de focus meer naar het plezier waarvan O captain, my captain uitgaat. Robin Williams zal u dankbaar zijn. Het fnuiken van het leesplezier begint al vroeg. Want vanaf het eerste leerjaar wordt gewerkt met het AVI systeem. Kort door de bocht: Dat. Systeem. Werkt. Niet. Ook al hoor ik al vijf jaar over AVI-niveaus, het is maar sinds kort dat ik weet dat deze afkorting staat voor Analyse van Individualiseringsnormen. Ik dacht tot voor kort dat het stond voor Afwijzen Van Interesse. Het bepalen van het AVI-niveau heeft een negatief effect op het leesplezier. Alle wetenschappelijke geledingen zijn het daar over eens. Lezen wordt door leerlingen te veel geassocieerd met werken. Daarnaast is het systeem afstompend. Kinderen moeten tegen de klok een tekst lezen om een bepaalde score, een bepaald niveau te halen. Maar wat doe je met kinderen die heel graag lezen, maar traag zijn in hardop lezen? Of een kind dat struikelt over zijn woorden, alleen omdat het een toets is? Mijn dochters kregen in het eerste leerjaar AVI-niveaus, de ene passend bij haar effectieve leesniveau, de andere totaal niet passend. Maar zelfs na het correct toekennen van het passende leesniveau bij mijn ene dochter, gaf de juf niet op. Ze moest en zou het leesplezier ondergraven. Zo kreeg mijn dochter op een dag te horen dat ze het verkeerde boek had gekozen uit de klasbibliotheek. Ze wou het gekozen boek graag lezen omdat het een leuk boek leek. De juf verbood het boek te lezen, omdat het niet tot het juiste AVI-niveau behoorde (for the record: het was één niveau boven of onder haar eigen leesniveau). Tot zover het stimuleren van leesplezier. Een juf met een missie, zo heb ik ze graag. Andere dochter, ander verhaal: ze kon op school geen plezier voor lezen ontwikkelen omdat ze werd ingedeeld in een veel lager leesniveau dan haar effectieve niveau. Zo ziet u maar: er zijn verschillende strategieën om kinderen het leesplezier te ontnemen. Het is een kwestie van kiezen. Gelukkig hebben mijn dochters het geluk om ook juffen en meesters te ontmoeten die hen het plezier in lezen voorlezen en voorleven. Mijn dochters lezen ontzettend graag, maar dat is ondanks en niet dankzij de AVI-niveaus.   Dochter: moeder, waarom lezen wij? Moeder: omdat we niet op dezelfde leest geschoeid zijn als jouw juf van het eerste leerjaar.

Lore Dewulf
90 0

Seksuele energie

Het hoogtepunt van seks is niet een orgasme, maar een bewuste connectie die alle woorden, gedachten en gevoelens overstijgt. Voeg daar dan nog een orgasme aan toe en je hebt het summum van wat seks zou kunnen zijn. Seksuele energie wordt zwaar onderschat. Seks is een krachtig creatieproces en dan heb ik het niet over het creëren van een kind. Door seks te hebben, zowel met jezelf als met een ander, worden er dingen het leven in geroepen. De energie manifesteert zich in de tastbare realiteit en juist daarom is het van belang om bewust te zijn van de aard van deze energie. Veel mensen hebben seks zonder zichzelf te eren of lief te hebben. Zo vond ik vroeger de gedachte om gebruikt en overmeesterd te worden erg opwindend, tot het tot mij doordrong dat ik hiermee een zelfdestructief patroon in stand hield. Mijn idee over seks is doorheen de tijd drastisch getransformeerd. Nu ben ik meer bewust van de manier waarop ik mezelf open stel en de waarde die ik mezelf toeschrijf. Het is veel meer dan een vleselijke lust. Seks is een uitwisseling van energie, idealiter met een evenwicht tussen geven en nemen. Door seks te hebben met iemand, kunnen verschillende energieën samengebald worden tot één krachtige generator. Deze kan ingezet kan worden om dromen te verwezenlijken en verlangens te vervullen. De visualisatie die aangedreven wordt door twee samensmeltende zielen heeft een bijzonder grote slaagkans. Net zoals bij meditatie is aandacht voor de ademhaling van essentieel belang tijdens het seksuele creatieproces. De adem fungeert immers als een portaal tussen lichaam en ziel. Wie staat er stil bij de krachtige hoeveelheid energie die uitgeblazen wordt tijdens een orgasme? En wie weet dat je die energie eveneens naar binnen kunt trekken (inademen) in plaats van ze de wereld in te sturen? En welke ideeën, gevoelens en verlangens zitten er achter die energie? Vlak voordat je zulke kracht naar buiten loodst of naar binnen trekt, zou je ze kunnen laden met een intentie. Dit kan een beeld of een gevoel zijn. Iets dat je graag wil manifesteren in je leven. De seks waarover ik spreek, ook wel tantra genoemd, is niet alleen een fysieke connectie maar evenzeer een mentale. Warm en veilig verstrengeld zitten in elkaars bewustzijn is een extra dimensie die door veel mensen overgeslagen, afgewezen of ontkend wordt. Niet iedereen verlangt naar dit soort van verbinding. Ik begrijp best dat veel mensen tevreden zijn in een relatie met seks die louter fysieke bevrediging brengt. Op zich is dat al heel wat. Maar het kan ook zijn dat dit op een gegeven moment in de persoonlijke ontwikkeling niet langer als ‘voldoende’ wordt beschouwd en dat er een verlangen naar meer diepgang ontstaat. Ik ervaar persoonlijk dat dit verlangen slechts matig en tijdelijk onderdrukt kan worden. Het steekt hoe dan ook van tijd tot tijd de kop op. Seks hoeft niet altijd een spirituele ervaring te zijn, er is niets mis met seks die puur gericht is op bevrediging. Het zou wel fijn zijn als meer mensen bewust waren van de mogelijkheden en kracht die er achter seksuele energie zit. Want het is een prachtige menselijke capaciteit om dankbaar voor te zijn.      

KarolienDeman
220 1
Tip

Donald de Stomme, een parlement uilen en woordarmoede

Groepen dieren krijgen specifieke namen. Denk maar aan een kolonie mieren, een kudde koeien, een meute wolven, een roedel honden. Minder bekende voorbeelden zijn een vendel ganzen, een toom kippen en een parlement uilen. Ik moet toegeven dat de namen van de meeste groepen mij onbekend waren. Maar ik kom nu eenmaal niet dagelijks in contact met een vendel of een toom. Laat staan een parlement. Over hoeveel woorden de Nederlandse taal kent, is geen eenduidigheid. Er gaan verschillende stemmen op: van 1 tot 5 miljoen woorden. Discussies gaan dan over het al dan niet meetellen van samenstellingen, afleidingen, … Ik zocht het even op: er bestaat ook een Taaldatabank van het Instituut voor de Nederlandse taal. In deze computer worden alle woorden en woordvormen (lezen: lees, leest, las, lazen,…) opgeslagen van de 12de tot en met de 21ste eeuw. Die bevat al meer dan 60 miljoen woorden. En toch, toch heb ik soms het gevoel dat de mogelijkheden van de taal  ontoereikend zijn om mijn gedachten te verwoorden. Daar bestaat een mooi woord voor: woordarmoede. Ook al is een taal nog zo uitgebreid, soms schiet ze tekort. Ik hou van het zoeken naar het meest geschikte woord. Juist en accuraat omschrijven van gedachten, situaties, omstandigheden is voor mij soms geen middel, maar een doel op zich. Dat is niet alleen zo in het Nederlands, ook de Engelse taal heeft zijn limieten. Ene meneer Trump zei namelijk, and I quote: ‘I’m highly educated. I know words. I have the best words. I have the best, but there is no better word than stupid’. Daaruit zouden we kunnen concluderen dat we het niet altijd te ver moeten zoeken met die woorden. Less is more, ziet u. Het less is more-advies wordt al eeuwen toegepast. We spreken over Karel De Stoute, Alexander De Grote, Filips De Goede en Jan Zonder Vrees. Als er ooit een stemming komt over een gelijkaardige naam voor Trump, dan hoop ik oprecht dat de Amerikanen kiezen voor Donald De Stomme. Stom is niet enkel een synoniem voor dom, het betekent ook ‘niet in staat om te spreken’. Now we’re talking.   Moeder: Waarover vertelden ze in Karrewiet? Dochter: Over de nieuwe regering. Ze hadden het ook over het parlement. Wat is dat eigenlijk? Moeder: Een parlement is een ander woord voor een groep uilen.

Lore Dewulf
287 6

blog - deel i

nadat ik mijn blik eindelijk afwend nadat ik wederom zogezegd achteloos ongemakkelijk door die kutspleten en splinters in dat vermolmde hout gezeten op een bank in een niet nader te noemen winkelstraat want dat zijn uw zaken niet maar eigenlijk stiekem baarmoederkankerveroorzaker lelijkaard geheimlijk naar konten van veel te jonge vrouwen filles fatales heb gestaard al keurende als in een wijvenslachterij vrouwelijk-vlezige-slagerij met dat stel vetbollen van mij die mij mij MIJ VERDOMME zo vaak gedesillusioneerd en wezenloos in de steek laten met hun dramafragma en vettige vliezen gescheurde onschuld verliezende vliezen die mij vangen in hun net net net een spinnenweb of is het spinneweb taalverkrachter reet-van-Tina stroomt het vocht mij over de rood aangelopen wangen vol knetterende puisten want ik krijg mijn ogen godverdomme niet niet niet meer gesloten afgesloten dicht omdat de verleiding onweerstaanbaar is onvermoeibaar is mij achtervolgt mijn ganse lijf en leden hoop verschroeide botten met teveel pus smurrie waar gij ik mij rood slagerood slagerrood bloedend moet doortrekken sleuren mijn ik ik mezelf MIJ VERDOMME ik ikke dus geraak vermoeid onvoldaan hopeloos sta ik dan toch maar onhandig recht door die nu veel te spannende broek onderdebuikbroek onderhuidse fletse zonder avonturenbroek met dwaze gedachtenlozige lozen-doet-hij-niet stijve piet haha-grappig-is-het-niet ontsnapt toch ontspant u nu toch niemand weet het tenzij gij dit alles neerschrijft met naam en toenaam en plaats timestamp algorithm triangulation fucking profiling om mij te vinden te slaan in harde stijve koudstalen boeien om te rotten in de cel van mijn eigen bestaan gij onbeschaamde klootzak met één-wandeling-per-dag stijve spieren en geen intiem bezoek voor u gast tuurlijk niet misschien wel een brief van zo'n zot Dutrouxmens die u zielig vindt omdat ze zelf zielig is zonderzielis leeghaarzielis gelijk die van u stapt verder nu weg van die straat weg van die wij er is geen wij enkel wijven-zien-mij-niet-graag en waarom schrijft gij dat nu toch neder neergezetene gedaalde afgezakt in uw krochten die gij zelve niet kent uw diepere diepste verlangens die niet lang maar kort tekort te kort zijn op blank maagdelijk niet-gerecycleerd-gerecupeerd-tis-toch-naar-de-kloten-al-dat-papieren en de bomenzijndesdoods omdat het moet moet er is geen dwang geen bleiten blaten mak schaap tis kindergezang maar zo jong wil ik ze niet toch enigszins volgroeid vol-gerotte-gewassen komaan stapt trekt u verder nu naar uw kot met boekskes ge-weet-wel-wat-voor-boekskes gestolen boekskes van dat oud vertraagd weduwwijf in het boekskesmagazijn al van u 14 veertien ? ja 14 veeronkundigtien jaren ! dat ge daarin kijkt en trekt en scheurt en mama-stur-lelijk-beer-t gij léleken in-de-put-gezetene-zieligen beer die ge zijt omdat ge niet aan uw trekken komt zielige poot-blijft-van-mijn-lijf kijkt zelfs niet gij nu niet nooit niet nimmer never niet zelfs niet alleen in de woestijn zelfs niet naar ne fotto van eentje die u in techt in real life facetofacekentgijtochniet in lelijke-levenden-lijve lijven niet wilt natuurlijk-zijt-gij-niet wat-gad-gat-gij-gedacht allé gast komaan stapt nu verder zonder kijken en komt morgen terug nog geen 24 vierentwintig uren later terug want gij ik kunt er niet aan wederstaan weerstaan gezulterweerstaanenzittengaan zal ik nadat ik mijn blik dan eindelijk heb afgewend en rechtgestaan heb en naar mijn kot gegaan heb ben whatever waar ik alles geprepareerd heb om haar te ontvangen zij-die-er-niet-is natuurlijk maar fictief als in een verhaal of in een film B-film C-film maakt niet uit welke kutfilm zal ik daar wachten om misschien iets te doen dat daarop rijmt maar ik mag het niet luidop zeggen of schrijven of alleen in braille want die zien mij niet want anders gaan onbestemde zij ze de-geuniformeerde-mensen monopolie-op-geweld mensen mij MIJ VERDOMME opsluiten afzonderen institutionaliseren psychiatriseren want dat kunnen ze goed doen ze graag omdat dan Foucault Ducpétiaux gevangen-is-hij gedetineerde en kinderbezoekrecht kromme recht een recht dat ik niet heb natuurlijk wat had ge nu plots gedacht gij die dit leest en stiekem geniet maar politiek correct denkt ze-moeten-die-toch-opsluiten wat-voor-gedachten-heeft-die-nu ziekte ziekemens dat ik kinderen zou willen biografische kopijen om mijn geslachtte geslacht voort te zetten te parasiteren en iedereen en alles te besmetten ? hoe zoudt zout dat nu kunnen hebt-gij-zonet-nietzonetjes-is-het-niet over MIJ VERDOMME een oordeelkundig oordeel geveld ? geeft het maar toe dat-doet-toch-goe om u verheven te voelen tegenover uw mede-meestalnietintelligente-mens of toch dommerdangij-uzelve-mens? liken of niet liken 't-zijn-toch-maar-woorden en geen daden zoals bij een psychoanaalytische sessie waar ge tegen betaling galspuit ge kunt evengoe uw gat met 50 euro afvegen en 't luidop roepen vanuit uw strot met onstemkundige banden maar kom daar moogt ge dan eens alles zeggen wat ge wilt denkt denkt te denken en u afvragen of ge twel echt denkt als in techtevalseleven en dan krijgt ge tips van Ode-an-die-door-seks-geobsedeerde-Freude door jonge-ja-jong-verdomme-zo-heb-ik-ze-graag-maarniettejongzoalsikalzei dus door JungGestalt-getheoretiseerde veel te geleerde afgeleerde ontleerde zielenknijpers waar ge niets-mee-zijt en kijk toch eens naar MIJ VERDOMME want nadat ik eindelijk mijn blik heb afgewend en mijn rug heb gerecht en rechtgestaan ben en weg weg weg van die winkelstraat ben en terug alleen in mijn kot ben denk ik al terug opnieuw willend lillend smachtend aan die kut-kuttige-kutjesplek die vanMIJ VERDOMMEis en alleen eenzaam ben ikMIJ VERDOMMEniets meer vanMIJ VERDOMMEniets niet nie niemand is van mij of van u of vanMIJ VERDOMMEwant dat is mijn bank mijn plaats mijn uitkijkpost en ik-slaag-u-deraf-als-gij-daar-gaat-zittenpost voelt gunu ongemakkelijk als gijditleest gebterzelfvoorgekoze omvoorttelezen gij stiekemerd merde die ge zijt ge zijt dezelfde alsMIJ VERDOMMEen wendt uw blik nu ook maar af hoewel hoewel tiswellekesgeweest gezijtzeikternognietvanaf want er komt nog een vervolg dat gaat zo bij verslavingen dat gij die dat dier smerig strontdier dat ge zijt er een hebt zoals ik mijn verslaving is vanMIJ VERDOMMEik hoop nu echt dat ook gij jij je eens ongemakkelijk opeenongemakgeïnstalleerd voelt onrustig zieledraaikolkend voeltnietsvoelt zoals ikMIJ VERDOMMEconstant ik-voel-niets-voel-niet beseft 't maar tis-tisch nog ni gedaan er komt nooitnooitgeen einde aan die stream-of-fucking-consciousness-no-fucking-Joy-voelende-Joyce voeljustniets en lacht gij maar niet te luid want ik hoor u wel fluisteren luisteren horen hoorns met die oren van u en kijken en zien en wijzen met gans uw hand gij strontzak ik trap u plat zelfs niet dood opdat gij zou lijden want dit komt alleen van mij is alleen voor mij bedoeld mij mij niet gijikmijMIJ VERDOMMEen nietdiekutmaandmei maar mij die ik die tijdens dat seizoen dat alles weeral opwelt in mij want nadat ik mijn blik eindelijk afwend van alleseniedereenisteindelijkgedaan metgijenikenmijmijmijMIJ VERDOMME

F&D
13 0