Zoeken

Het is oké

Zucht. Het radionieuws vertelt me barslechte coronacijfers. Mijn blik naar buiten vertelt me barslecht weer. Hele diepe zucht. Ik had vanochtend nog niet in mijn verse croissant gebeten of ik wenste vurig dat de dag al voorbij was. Op naar morgen. Of doe maar ineens volgende week. Voor mijn part maken we een tijdsprong naar 25 oktober 2021. Maar helaas: we kregen zelfs nog een extra uur cadeau. Isn’t it ironic, denkt niet alleen Alanis Morissette.  Dipjes moeten er zijn: niemands leven is elke seconde van elke dag een knallende goednieuwsshow. Ups en downs, zoals ze dat zeggen. Na regen komt zonneschijn (behalve vandaag dan). Alles komt goed. Maar het wordt potverdekke moeilijk om dat te geloven. Jezelf oppeppen in crisistijden is geen simpele opdracht. ‘Stoeme corona’ werd zowaar mijn stopwoordje.  Na een halve dag probeer ik mezelf bijeen te rapen. Want ik ben geen artiest die pas na een half jaar voor amper 200 mensen mag optreden – laat staan een artiest die in grote producties staat en nog steeds niet mag spelen. Ik ben ook geen horeca-uitbater die haar laatste reserves in overkapping en terrasverwarmers heeft geïnvesteerd, om nu opnieuw de deuren dicht te doen. En niemand van de 10.737 mensen die sinds maart hun leven verloren aan het coronavirus, ken ik persoonlijk. Jep, laat dat getal maar even doordringen. Komaan Marthe, praat ik op mezelf in. Want ik ben geen zorgverlener, huisarts of laborant die al maanden tegen de klok en tegen de druk werkt. Ik ben ook geen risicopatiënt die zelfs in de luttele weken dat het beter ging uit angst in haar kot bleef. En geen enkele dag heb ik me zorgen moeten maken over mijn job, mijn spaarrekening of mijn thuissituatie. Geen enkele dag was ik helemaal alleen. Dingen die tegenwoordig niet zo evident zijn - en dat is een understatement.  Droevig wordt stilaan dankbaar. Want ik hoef als student geen keuze te maken tussen mijn studentenstad of mijn thuis om de hele dag naar lessen op een scherm te staren. Ik zie ook mijn communie, trouwfeest, proclamatie, stage of eender welke mijlpaal niet in het water vallen. En ik moet niet als leidster in het jeugdwerk oneindig creatief zijn om alternatieve activiteiten te organiseren en mijn leden ondanks alles toch te laten spelen. De cijfers zijn nog even slecht, het weer nog even druilerig. Ik probeer me voor te stellen hoe diep de dipjes moeten zijn van de mensen die wel in al die schuitjes zitten, probeer me te bedenken hoe zij zich nog oppeppen. Ik zou hen allemaal een kaartje willen sturen dat alles goed komt. Dat het de moeite is om uit die put te kruipen. Dat 25 oktober 2021 er sneller zal zijn dan we denken. Als het mocht, promoveerde ik ze allemaal tot knuffelcontact.  Het is oké om jezelf even slecht te voelen, ook als dat alleen om iets banaals als een lege agenda is. Stoeme corona. Blèt dan eens goed, ventileer. Om daarna je zelf bijeen te rapen en er toch gewoon het beste van te maken die dag. Kijk ook rond. Mensen vallen in dipjes als herfstblaadjes op de natte grond. Laat elkaar niet liggen. Wees lief, hou het veilig. Alles komt goed.

Marthe Van Loy
11 1

Waarom kinderen en jongeren geen goesting meer hebben om te lezen

De helft van de Vlaamse vijftienjarigen vindt lezen tijdverlies. Dat lees ik in het internationaal PISA-onderzoek van 2018, een onderzoek waarbij 5.000 Vlaamse leerlingen uit verschillende onderwijsvormen bevraagd werden. En dat is nog niet alles: van alle 79 onderzochte landen en regio’s noteert Vlaanderen de laagste score op leesplezier. Schrijnende cijfers? Ik dacht het wel. Kinderen en jongeren krijgen geen kans om leesplezier te ontwikkelen. De consequenties hiervan zijn veel ruimer dan u aanvankelijk zou denken: kinderen die meer plezier halen uit lezen, presteren op schools vlak significant beter dan andere leerlingen. Van waar komt die negatieve houding tegenover lezen? Het zou makkelijk zijn om met de WhatsApp vinger (de vroegere sms duim) te wijzen naar de smartphone. Dat gaan we even niet doen, want dat brengt ons niet tot de kern van de zaak. Het zou ook makkelijk zijn om met de vinger te wijzen naar het onderwijssysteem. Laat ons dat wel even doen, want hier ligt met zekerheid een groot deel van het probleem. Ons Vlaams leesonderwijs is achterhaald en verschillende wetenschappers zien dit als oorzaak voor het belabberde leesplezier. Leerkrachten blijven kennisgerichte vragen stellen over fictieteksten waardoor leerlingen niet echt kunnen genieten van het lezen. Vraag dus niet what is poetry?, maar verleg de focus meer naar het plezier waarvan O captain, my captain uitgaat. Robin Williams zal u dankbaar zijn. Het fnuiken van het leesplezier begint al vroeg. Want vanaf het eerste leerjaar wordt gewerkt met het AVI systeem. Kort door de bocht: Dat. Systeem. Werkt. Niet. Ook al hoor ik al vijf jaar over AVI-niveaus, het is maar sinds kort dat ik weet dat deze afkorting staat voor Analyse van Individualiseringsnormen. Ik dacht tot voor kort dat het stond voor Afwijzen Van Interesse. Het bepalen van het AVI-niveau heeft een negatief effect op het leesplezier. Alle wetenschappelijke geledingen zijn het daar over eens. Lezen wordt door leerlingen te veel geassocieerd met werken. Daarnaast is het systeem afstompend. Kinderen moeten tegen de klok een tekst lezen om een bepaalde score, een bepaald niveau te halen. Maar wat doe je met kinderen die heel graag lezen, maar traag zijn in hardop lezen? Of een kind dat struikelt over zijn woorden, alleen omdat het een toets is? Mijn dochters kregen in het eerste leerjaar AVI-niveaus, de ene passend bij haar effectieve leesniveau, de andere totaal niet passend. Maar zelfs na het correct toekennen van het passende leesniveau bij mijn ene dochter, gaf de juf niet op. Ze moest en zou het leesplezier ondergraven. Zo kreeg mijn dochter op een dag te horen dat ze het verkeerde boek had gekozen uit de klasbibliotheek. Ze wou het gekozen boek graag lezen omdat het een leuk boek leek. De juf verbood het boek te lezen, omdat het niet tot het juiste AVI-niveau behoorde (for the record: het was één niveau boven of onder haar eigen leesniveau). Tot zover het stimuleren van leesplezier. Een juf met een missie, zo heb ik ze graag. Andere dochter, ander verhaal: ze kon op school geen plezier voor lezen ontwikkelen omdat ze werd ingedeeld in een veel lager leesniveau dan haar effectieve niveau. Zo ziet u maar: er zijn verschillende strategieën om kinderen het leesplezier te ontnemen. Het is een kwestie van kiezen. Gelukkig hebben mijn dochters het geluk om ook juffen en meesters te ontmoeten die hen het plezier in lezen voorlezen en voorleven. Mijn dochters lezen ontzettend graag, maar dat is ondanks en niet dankzij de AVI-niveaus.   Dochter: moeder, waarom lezen wij? Moeder: omdat we niet op dezelfde leest geschoeid zijn als jouw juf van het eerste leerjaar.

Lore Dewulf
90 0

Seksuele energie

Het hoogtepunt van seks is niet een orgasme, maar een bewuste connectie die alle woorden, gedachten en gevoelens overstijgt. Voeg daar dan nog een orgasme aan toe en je hebt het summum van wat seks zou kunnen zijn. Seksuele energie wordt zwaar onderschat. Seks is een krachtig creatieproces en dan heb ik het niet over het creëren van een kind. Door seks te hebben, zowel met jezelf als met een ander, worden er dingen het leven in geroepen. De energie manifesteert zich in de tastbare realiteit en juist daarom is het van belang om bewust te zijn van de aard van deze energie. Veel mensen hebben seks zonder zichzelf te eren of lief te hebben. Zo vond ik vroeger de gedachte om gebruikt en overmeesterd te worden erg opwindend, tot het tot mij doordrong dat ik hiermee een zelfdestructief patroon in stand hield. Mijn idee over seks is doorheen de tijd drastisch getransformeerd. Nu ben ik meer bewust van de manier waarop ik mezelf open stel en de waarde die ik mezelf toeschrijf. Het is veel meer dan een vleselijke lust. Seks is een uitwisseling van energie, idealiter met een evenwicht tussen geven en nemen. Door seks te hebben met iemand, kunnen verschillende energieën samengebald worden tot één krachtige generator. Deze kan ingezet kan worden om dromen te verwezenlijken en verlangens te vervullen. De visualisatie die aangedreven wordt door twee samensmeltende zielen heeft een bijzonder grote slaagkans. Net zoals bij meditatie is aandacht voor de ademhaling van essentieel belang tijdens het seksuele creatieproces. De adem fungeert immers als een portaal tussen lichaam en ziel. Wie staat er stil bij de krachtige hoeveelheid energie die uitgeblazen wordt tijdens een orgasme? En wie weet dat je die energie eveneens naar binnen kunt trekken (inademen) in plaats van ze de wereld in te sturen? En welke ideeën, gevoelens en verlangens zitten er achter die energie? Vlak voordat je zulke kracht naar buiten loodst of naar binnen trekt, zou je ze kunnen laden met een intentie. Dit kan een beeld of een gevoel zijn. Iets dat je graag wil manifesteren in je leven. De seks waarover ik spreek, ook wel tantra genoemd, is niet alleen een fysieke connectie maar evenzeer een mentale. Warm en veilig verstrengeld zitten in elkaars bewustzijn is een extra dimensie die door veel mensen overgeslagen, afgewezen of ontkend wordt. Niet iedereen verlangt naar dit soort van verbinding. Ik begrijp best dat veel mensen tevreden zijn in een relatie met seks die louter fysieke bevrediging brengt. Op zich is dat al heel wat. Maar het kan ook zijn dat dit op een gegeven moment in de persoonlijke ontwikkeling niet langer als ‘voldoende’ wordt beschouwd en dat er een verlangen naar meer diepgang ontstaat. Ik ervaar persoonlijk dat dit verlangen slechts matig en tijdelijk onderdrukt kan worden. Het steekt hoe dan ook van tijd tot tijd de kop op. Seks hoeft niet altijd een spirituele ervaring te zijn, er is niets mis met seks die puur gericht is op bevrediging. Het zou wel fijn zijn als meer mensen bewust waren van de mogelijkheden en kracht die er achter seksuele energie zit. Want het is een prachtige menselijke capaciteit om dankbaar voor te zijn.      

KarolienDeman
206 1
Tip

Donald de Stomme, een parlement uilen en woordarmoede

Groepen dieren krijgen specifieke namen. Denk maar aan een kolonie mieren, een kudde koeien, een meute wolven, een roedel honden. Minder bekende voorbeelden zijn een vendel ganzen, een toom kippen en een parlement uilen. Ik moet toegeven dat de namen van de meeste groepen mij onbekend waren. Maar ik kom nu eenmaal niet dagelijks in contact met een vendel of een toom. Laat staan een parlement. Over hoeveel woorden de Nederlandse taal kent, is geen eenduidigheid. Er gaan verschillende stemmen op: van 1 tot 5 miljoen woorden. Discussies gaan dan over het al dan niet meetellen van samenstellingen, afleidingen, … Ik zocht het even op: er bestaat ook een Taaldatabank van het Instituut voor de Nederlandse taal. In deze computer worden alle woorden en woordvormen (lezen: lees, leest, las, lazen,…) opgeslagen van de 12de tot en met de 21ste eeuw. Die bevat al meer dan 60 miljoen woorden. En toch, toch heb ik soms het gevoel dat de mogelijkheden van de taal  ontoereikend zijn om mijn gedachten te verwoorden. Daar bestaat een mooi woord voor: woordarmoede. Ook al is een taal nog zo uitgebreid, soms schiet ze tekort. Ik hou van het zoeken naar het meest geschikte woord. Juist en accuraat omschrijven van gedachten, situaties, omstandigheden is voor mij soms geen middel, maar een doel op zich. Dat is niet alleen zo in het Nederlands, ook de Engelse taal heeft zijn limieten. Ene meneer Trump zei namelijk, and I quote: ‘I’m highly educated. I know words. I have the best words. I have the best, but there is no better word than stupid’. Daaruit zouden we kunnen concluderen dat we het niet altijd te ver moeten zoeken met die woorden. Less is more, ziet u. Het less is more-advies wordt al eeuwen toegepast. We spreken over Karel De Stoute, Alexander De Grote, Filips De Goede en Jan Zonder Vrees. Als er ooit een stemming komt over een gelijkaardige naam voor Trump, dan hoop ik oprecht dat de Amerikanen kiezen voor Donald De Stomme. Stom is niet enkel een synoniem voor dom, het betekent ook ‘niet in staat om te spreken’. Now we’re talking.   Moeder: Waarover vertelden ze in Karrewiet? Dochter: Over de nieuwe regering. Ze hadden het ook over het parlement. Wat is dat eigenlijk? Moeder: Een parlement is een ander woord voor een groep uilen.

Lore Dewulf
287 6

blog - deel i

nadat ik mijn blik eindelijk afwend nadat ik wederom zogezegd achteloos ongemakkelijk door die kutspleten en splinters in dat vermolmde hout gezeten op een bank in een niet nader te noemen winkelstraat want dat zijn uw zaken niet maar eigenlijk stiekem baarmoederkankerveroorzaker lelijkaard geheimlijk naar konten van veel te jonge vrouwen filles fatales heb gestaard al keurende als in een wijvenslachterij vrouwelijk-vlezige-slagerij met dat stel vetbollen van mij die mij mij MIJ VERDOMME zo vaak gedesillusioneerd en wezenloos in de steek laten met hun dramafragma en vettige vliezen gescheurde onschuld verliezende vliezen die mij vangen in hun net net net een spinnenweb of is het spinneweb taalverkrachter reet-van-Tina stroomt het vocht mij over de rood aangelopen wangen vol knetterende puisten want ik krijg mijn ogen godverdomme niet niet niet meer gesloten afgesloten dicht omdat de verleiding onweerstaanbaar is onvermoeibaar is mij achtervolgt mijn ganse lijf en leden hoop verschroeide botten met teveel pus smurrie waar gij ik mij rood slagerood slagerrood bloedend moet doortrekken sleuren mijn ik ik mezelf MIJ VERDOMME ik ikke dus geraak vermoeid onvoldaan hopeloos sta ik dan toch maar onhandig recht door die nu veel te spannende broek onderdebuikbroek onderhuidse fletse zonder avonturenbroek met dwaze gedachtenlozige lozen-doet-hij-niet stijve piet haha-grappig-is-het-niet ontsnapt toch ontspant u nu toch niemand weet het tenzij gij dit alles neerschrijft met naam en toenaam en plaats timestamp algorithm triangulation fucking profiling om mij te vinden te slaan in harde stijve koudstalen boeien om te rotten in de cel van mijn eigen bestaan gij onbeschaamde klootzak met één-wandeling-per-dag stijve spieren en geen intiem bezoek voor u gast tuurlijk niet misschien wel een brief van zo'n zot Dutrouxmens die u zielig vindt omdat ze zelf zielig is zonderzielis leeghaarzielis gelijk die van u stapt verder nu weg van die straat weg van die wij er is geen wij enkel wijven-zien-mij-niet-graag en waarom schrijft gij dat nu toch neder neergezetene gedaalde afgezakt in uw krochten die gij zelve niet kent uw diepere diepste verlangens die niet lang maar kort tekort te kort zijn op blank maagdelijk niet-gerecycleerd-gerecupeerd-tis-toch-naar-de-kloten-al-dat-papieren en de bomenzijndesdoods omdat het moet moet er is geen dwang geen bleiten blaten mak schaap tis kindergezang maar zo jong wil ik ze niet toch enigszins volgroeid vol-gerotte-gewassen komaan stapt trekt u verder nu naar uw kot met boekskes ge-weet-wel-wat-voor-boekskes gestolen boekskes van dat oud vertraagd weduwwijf in het boekskesmagazijn al van u 14 veertien ? ja 14 veeronkundigtien jaren ! dat ge daarin kijkt en trekt en scheurt en mama-stur-lelijk-beer-t gij léleken in-de-put-gezetene-zieligen beer die ge zijt omdat ge niet aan uw trekken komt zielige poot-blijft-van-mijn-lijf kijkt zelfs niet gij nu niet nooit niet nimmer never niet zelfs niet alleen in de woestijn zelfs niet naar ne fotto van eentje die u in techt in real life facetofacekentgijtochniet in lelijke-levenden-lijve lijven niet wilt natuurlijk-zijt-gij-niet wat-gad-gat-gij-gedacht allé gast komaan stapt nu verder zonder kijken en komt morgen terug nog geen 24 vierentwintig uren later terug want gij ik kunt er niet aan wederstaan weerstaan gezulterweerstaanenzittengaan zal ik nadat ik mijn blik dan eindelijk heb afgewend en rechtgestaan heb en naar mijn kot gegaan heb ben whatever waar ik alles geprepareerd heb om haar te ontvangen zij-die-er-niet-is natuurlijk maar fictief als in een verhaal of in een film B-film C-film maakt niet uit welke kutfilm zal ik daar wachten om misschien iets te doen dat daarop rijmt maar ik mag het niet luidop zeggen of schrijven of alleen in braille want die zien mij niet want anders gaan onbestemde zij ze de-geuniformeerde-mensen monopolie-op-geweld mensen mij MIJ VERDOMME opsluiten afzonderen institutionaliseren psychiatriseren want dat kunnen ze goed doen ze graag omdat dan Foucault Ducpétiaux gevangen-is-hij gedetineerde en kinderbezoekrecht kromme recht een recht dat ik niet heb natuurlijk wat had ge nu plots gedacht gij die dit leest en stiekem geniet maar politiek correct denkt ze-moeten-die-toch-opsluiten wat-voor-gedachten-heeft-die-nu ziekte ziekemens dat ik kinderen zou willen biografische kopijen om mijn geslachtte geslacht voort te zetten te parasiteren en iedereen en alles te besmetten ? hoe zoudt zout dat nu kunnen hebt-gij-zonet-nietzonetjes-is-het-niet over MIJ VERDOMME een oordeelkundig oordeel geveld ? geeft het maar toe dat-doet-toch-goe om u verheven te voelen tegenover uw mede-meestalnietintelligente-mens of toch dommerdangij-uzelve-mens? liken of niet liken 't-zijn-toch-maar-woorden en geen daden zoals bij een psychoanaalytische sessie waar ge tegen betaling galspuit ge kunt evengoe uw gat met 50 euro afvegen en 't luidop roepen vanuit uw strot met onstemkundige banden maar kom daar moogt ge dan eens alles zeggen wat ge wilt denkt denkt te denken en u afvragen of ge twel echt denkt als in techtevalseleven en dan krijgt ge tips van Ode-an-die-door-seks-geobsedeerde-Freude door jonge-ja-jong-verdomme-zo-heb-ik-ze-graag-maarniettejongzoalsikalzei dus door JungGestalt-getheoretiseerde veel te geleerde afgeleerde ontleerde zielenknijpers waar ge niets-mee-zijt en kijk toch eens naar MIJ VERDOMME want nadat ik eindelijk mijn blik heb afgewend en mijn rug heb gerecht en rechtgestaan ben en weg weg weg van die winkelstraat ben en terug alleen in mijn kot ben denk ik al terug opnieuw willend lillend smachtend aan die kut-kuttige-kutjesplek die vanMIJ VERDOMMEis en alleen eenzaam ben ikMIJ VERDOMMEniets meer vanMIJ VERDOMMEniets niet nie niemand is van mij of van u of vanMIJ VERDOMMEwant dat is mijn bank mijn plaats mijn uitkijkpost en ik-slaag-u-deraf-als-gij-daar-gaat-zittenpost voelt gunu ongemakkelijk als gijditleest gebterzelfvoorgekoze omvoorttelezen gij stiekemerd merde die ge zijt ge zijt dezelfde alsMIJ VERDOMMEen wendt uw blik nu ook maar af hoewel hoewel tiswellekesgeweest gezijtzeikternognietvanaf want er komt nog een vervolg dat gaat zo bij verslavingen dat gij die dat dier smerig strontdier dat ge zijt er een hebt zoals ik mijn verslaving is vanMIJ VERDOMMEik hoop nu echt dat ook gij jij je eens ongemakkelijk opeenongemakgeïnstalleerd voelt onrustig zieledraaikolkend voeltnietsvoelt zoals ikMIJ VERDOMMEconstant ik-voel-niets-voel-niet beseft 't maar tis-tisch nog ni gedaan er komt nooitnooitgeen einde aan die stream-of-fucking-consciousness-no-fucking-Joy-voelende-Joyce voeljustniets en lacht gij maar niet te luid want ik hoor u wel fluisteren luisteren horen hoorns met die oren van u en kijken en zien en wijzen met gans uw hand gij strontzak ik trap u plat zelfs niet dood opdat gij zou lijden want dit komt alleen van mij is alleen voor mij bedoeld mij mij niet gijikmijMIJ VERDOMMEen nietdiekutmaandmei maar mij die ik die tijdens dat seizoen dat alles weeral opwelt in mij want nadat ik mijn blik eindelijk afwend van alleseniedereenisteindelijkgedaan metgijenikenmijmijmijMIJ VERDOMME

F&D
13 0

Mannen in stofjassen en de schokkende waarheid van Milgram

Hoeveel pagina’s heeft een inleiding? Draagt uw boekenkast ook het boek ‘Psychologie: een inleiding’? Het is een knoert van een inleiding: het duurt een slordige 916 pagina’s vooraleer je ingeleid bent in de psychologie. Toen ik het boek voor het eerst in handen kreeg, spraken de psychologische theorieën en de sensationele experimenten tot mijn verbeelding. De vrouw die de lessen algemene psychologie verzorgde (ik kan me haar volledige naam niet meer herinneren, alleen nog dat die op een –y eindigde), kondigde aan dat een groot deel van dit boek cursusmateriaal was. Dat is meteen ook de reden waarom ik nog steeds weet hoeveel pagina’s dit boek telt. Mevrouw Y droeg voor de gelegenheid een truitje met een glinsterend vliegend paard op. Was het een verwijzing naar een optische illusie uit het boek? Ik durfde het haar niet te vragen. We hadden het over Pavlov en zijn kwijlende hond, Skinner en zijn hongerige duiven, Milgram en zijn gehoorzame proefpersonen. Vooral de experimenten van Milgram lieten me geschokt achter (pardon my french). Milgram passeerde de revue, ik passeerde mijn examen. Milgram verdween naar mijn achterhoofd tot ik het boek De meeste mensen deugen: een nieuwe geschiedenis van de mens las. Rutger Bregman legt in dit boek bevattelijk uit waarom de resultaten van heel wat populaire wetenschappelijke experimenten niet kloppen; zo ook de experimenten van Milgram.   De schokkende waarheid van Milgram Stanley Milgram vroeg twee proefpersonen een lootje te trekken om te bepalen wie leraar en wie leerling zou zijn in het experiment. De leraar moest plaatsnemen aan de schokmachine. De leerling moest vragen van de leraar beantwoorden. Bij elk fout antwoord moest de leraar de leerling een stroomschok toedienen met behulp van de schokmachine. Bij elk fout antwoord van de leerling, gaf een man in een grijze stofjas de leraar opdracht om een schok toe te dienen. De schokken werden gradueel opgebouwd: de voltage werd steeds hoger. De leraar startte bij 15 volt, maar bouwde via sprongen van telkens 15 volt (30 – 45 - …) op tot 450 volt. De stroomschokken waren nep en de leerlingen waren medewerkers van Milgram. Milgram wou onderzoeken hoe ver de leraar zou gaan in het toedienen van de schokken. De leraar kon de leerling niet zien, enkel horen. De leerling schreeuwde wanneer de steeds hevigere schokken toegediend werden, bonkte op de muur of smeekte om te stoppen.   De man in de stofjas De New York Times kopte in 1963 ‘Sixty-Five Percent in Test Blindly Obey Order to Inflict Pain’. Los van het feit dat het storend is dat ze hun titel verneuken door het overdreven gebruik van hoofdletters, kunnen we gerust stellen dat ‘Blindly Obey Order’ ‘Ietwat Scherp Geformuleerd’ is. Milgram zelf gebruikte zijn onderzoeksresultaten als ultieme verklaring voor de Holocaust. Hij schilderde de menselijke soort af als wezens die klakkeloos bevelen opvolgen door een autoritair persoon (a.k.a. de man in de stofjas). Bregman onderzoekt het onderzoek en belicht een aantal flagrante fouten. Milgram was eerder een theatermaker dan wetenschapper. Wie zich niet aan het script hield, werd zwaar onder druk gezet. Leraren die geen schokken wilden toedienen, werden tot 9 keer door de man in de stofjas gedwongen om verder te gaan (a.k.a. The People Who Blindly Obey Order). Er is ook bewijs dat bijna de helft van de leraren niet geloofden dat de schokken echt waren. Dat is niet verwonderlijk: hoe zouden marteltechnieken in een onderzoeksetting ooit door de ethische beugel kunnen in een prestigieuze universiteit als Yale?   De mediageile wetenschapper Milgram maakte zijn onderzoekresultaten wereldkundig. Hij beschreef de resultaten als ‘diepe en verontrustende waarheden over de menselijke natuur’ (a.k.a. de mediageile wetenschapper). In zijn dagboek vroeg hij zich echter af of de onderzoeksresultaten verwezen naar significante wetenschap of alleen naar effectief theater? Hij schreef: ‘ik ben geneigd de laatste interpretatie te accepteren’. Het experiment van Milgram en de tot de verbeelding sprekende resultaten zijn bekend bij een heel breed publiek. De conclusie ‘mensen volgen blindelings bevelen op door een autoritair persoon’ is ongecompliceerd en geeft mensen een houvast om verklaringen te geven aan genocides, zoals de Holocaust. Hoe graag we dit ook willen geloven, de waarheid is vaak genuanceerder en gecompliceerder.   Durf denken Ik heb al gans mijn leven een fundamenteel en quasi onverwoestbaar geloof in de kracht van de wetenschap. Het lezen van Bregmans boek dwingt me mijn visie bij te stellen. Ik ben niet sceptisch tegenover wetenschap, eerder nog kritischer dan voorheen.Mijn Alma Mater, de Universiteit Gent, vat het mooi samen: ‘Durf Denken’. Als u beslist ongenuanceerd te zijn in hetgeen u van dit betoog wil opsteken, kies dan voor het toepassen van deze slogan.   Moeder: heb je al je woordpakket gestudeerd? Dochter: ja, maar ik weet niet wat het woord ‘stofjas’ betekent. Moeder: dat is een jas voor mannen die denken dat ze door het aantrekken ervan anderen kunnen commanderen.    

Lore Dewulf
241 0

En toen sloeg Sara drie keer

Ze zit tegenover me aan de houten tuintafel in de oude herfstzon, knijpt haar winterjas dicht over haar hals. De bries, het seizoen, de hele wereld; ze heeft zoveel vijanden gemaakt dat ze er niet meer wil zijn. Dat zegt ze ook, tot drie keer toe. Ik weet niet wat ik voor haar kan doen, elk plezier wordt afgewezen. We verschillen zo. Ze vertelt, keer op keer, hoe ze elke dag de mindfulness oefeningen doet uit het boek dat ik haar gaf, op het matje naast haar bed. Het lijkt haar laatste houvast aan het leven. Zullen we? Wil je? En als je nu eens? Nee, allemaal niks voor haar.Ik zie hoe mager ze is geworden, gerimpeld ook. Alle kleur heeft haar gezicht verlaten. Haar omhelzen durf ik niet, want er is corona.En zo blijven mijn woorden tussen ons in op het tafelblad stuiteren, als pingpongballetjes die niet worden teruggeslagen. De zon schijnt hard op mijn achterhoofd en ik voel hoofdpijn opkomen, denk erover mijn truitje uit te trekken. 'Maar heb jij het nu niet koud?' vraagt ze voor de tweede keer vol ongeloof. Ik besef dat dit de laatste keer is dat ik haar kan zien voor lange tijd, want vanavond houdt de zomer ermee op. Ik ben overprikkeld, al weken. Het minste geluid is een aanslag op mijn lichaam. Als ik niet ineen zit te krimpen onder het urenlange geblaf van de hond van de buren, ver weg maar monotoon enerverend in mijn allesomvattende hoofd - als een waterdruppel die daar eindeloos op wordt gedropt, of de elektrische zaagmachine van andere buren jammerend door mijn ingewanden gaat, dan wandel ik, ren ik, wèg van dat hoofd, want mijn lichaam is de kracht die alles overeind moet houden. Dan denk ik: kom maar hoofd, verstop je in de bossen, in je adem, in de mantra op het ritme van mijn stevige tred. En 's nachts, ach, 's nachts, met dat bonzende hart en jakkerende longen als liep ik voor mijn leven.Vannacht was een stukje pil mij net tot bedaren aan het brengen, ik las nog wat zinnen uit 'Such small hands', en toen kroop er plots een vlieg in mijn oor. Op mijn yogamat in de grote donkere zaal, een van mijn laatste toevluchtsoorden, voelde ik me veilig. Geen facebookvenijn, geen chauffeurs die me van de weg willen maaien, niemand die me beschuldigt, geen vrienden die een verbaasde emoticon onder rampspoed zetten maar nooit eens vragen hoe, of het met me gaat, geen coronaontkenners, geen egoïsten, geen coronaontkennende egoïsten, geen berichten waarop ik niet weet hoe te reageren, geen onheilsmeldingen, geen afwijzing, geen onbegrip, een lichaam dat eindelijk uitgedobberd is aan het einde van het uur.En toen sloeg Sara drie keer op haar klankschaal, en de trillingen zongen door de zaal, kropen mijn rugliggende, overgegeven lijf in, en trilden het bijna tot tranen. Ik besefte: dit is alles wat ik nodig heb, dit is geluk.

Katrin Van de Velde
19 0
Tip

Borstvoeding

Sommigen menen dat het doel van ons verblijf op aarde bestaat uit werken tot we erbij neervallen. Anderen zoeken de zin van het leven in de voortplanting. En nog anderen geloven dat we alleen hier zijn omdat dat vat Jupiler zichzelf niet kan opdrinken. Nonsens uiteraard, en ik zal je vertellen waarom. De enige reden waarom we over deze zwevende bal slijk mógen strompelen van Het Opperwezen, is natuurlijk, no pun intended, om te borstvoeden. Borstvoeding is het hoogste goed, het summum der moederschap, het ultieme genot voor de jongsten der aardbewoners. Dat wij mannen nog steeds niet geleerd hebben hoe het te doen, bewijst dat onze taak hier nog lang niet volbracht is. Vraag het aan eender welke kersverse moeder en ze zal zeggen: 'Mooi is het zeker, moeder zijn. Maar ook wel pittig.' Je moest dan ook net de zwaarste daad uit je leven tot een goed einde zien te brengen. De hormonen jagen door je lijf, onzekerheid zwaait de plak in je hoofd: 'Doe ik het wel goed?' Want dat wezentje ligt daar weer te krijsen, terwijl je nochtans elke mogelijke reden waarom hebt afgecheckt en uitgesloten. Daarbij komt dat elke vrouw die ooit een kind baarde, hoeveel decennia terug dat ook was, een lidkaart kreeg om kritiek te geven, vermomd als raad, die haaks staat op wat een andere kinderbaarster je gisteren aanraadde. En dat elke dag opnieuw, op de weinige momenten dat je niet gegijzeld tussen die vier muren zit te wachten op de volgende huilmonoloog van dat roze hoopje hulpeloosheid. Je zou voor minder depressief worden. Daarom is het hartverwarmend dat de maatschappij jonge ouders tegenwoordig één keuze minder dwingt te maken, met name gaan we voor borstvoeding of niet? Wat zou je anders doen? Flessenvoeding? Hahaha, stel je voor! Sla er een willekeurig babyboek op na en het is duidelijk: borstvoeding is het übernatuurlijkste dat er is en als jij er als mama niet in slaagt om het te doen, wil dat zeggen dat je niet hard genoeg je best doet. Niet om druk te zetten, maar je wil je kind toch zeker niet ontzien van colostrum, de eerste melk na de bevalling? Colostrum zit tjokvol eiwitten, mineralen en vitaminen, begunstigt je baby z'n eerste ontlasting en geeft 'm net geen overdosis antistoffen. Herinner je je Asterix en Obelix nog, en de ketel waarin die laatste gevallen was? Dat was een ketel colostrum. Kortom, deze wondermelk maakt het verschil tussen een kind dat met moeite op zijn vijftien z'n eigen poeperd kan afvegen of eentje dat haar universitair diploma (grootste onderscheiding en felicitaties van de jury) met de DIY-skills van Roger Wat-Je-Zelf-Doet-Doe-Je-Beter aan de muur van haar eigen succesvolle advocatenbureau ophangt. Dat we de colostrumproductie nog niet geïndustrialiseerd hebben om het goedje de godganse dagen zelf achterover te slaan, snapt geen mens. Nu zullen sommigen opperen: 'Maar meneer, mijn kind heeft borstvoeding gekregen en het is helemaal niet zo uitzonderlijk succesvol of perfect. Het is allergisch aan peulvruchten, luistert enkel naar Qmusic en is te dom om zelfs ongewild zwanger te raken.' Nogal wiedes! Jij hebt duidelijk je kind niet lang genoeg geborstvoed. 'Maar meneer...' Of net veel te lang! Dat je dat als moeder niet hebt aangevoeld, 't is nochtans de natuur. Doch allerminst verrassend, want recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat 90% van onze maatschappelijke problemen te herleiden valt naar het gebrek aan borstvoeding of het geven van gebrekkige borstvoeding: files op de E40, een mailbox vol dt-fouten, de verkiezingsuitslag van 2019, de klimaatopwarming en serveuses die vergeten mayonaise te brengen terwijl je daar uitdrukkelijk om gevraagd had. Ook bij bekende mensen moet je het niet ver zoeken. Want hoewel Theo Francken eruitziet alsof hij nog dagelijks z'n dosis via de moederlijke tepelaar binnenslurpt, spreken zijn tweets en gedachtegoed van een overduidelijke borstvoedingsleemte. 'En wat met Hitler of Trump, meneer, kregen zij van de borst?' Ik denk dat je het antwoord zelf wel kan raden. Maar ondanks de wetenschap zijn ze er nog altijd. De luie luxezoekers. De monstermoeders. De hedendaagse heksen die het durven wagen om hun kind een niet afgekolfde fles melk in de mond te duwen. Mishandelende duivelinnen zijn het, en je moet je dan ook niet inhouden om als je zo'n kwaadaardige feeks haar kind ziet 'voeden' met een fles, ze de huid vol te schelden tot de tranen over haar waardeloze moederwangen stromen. Tepelkloven? Ik wil het niet horen! Borstontsteking? Bullshit! De kinderinspectie op afsturen, zeg ik. Verbranden op het dorpsplein! Aan de verkeerslichten hangen zodat passanten die de 'HIER DRINKT MEN BORST!'-posters niet zagen hangen, weten dat er hier geen flessenvoedsters geduld worden! Zolang het maar duidelijk is. Want borstvoeding is het goddelijkste op aarde, de essentie van het leven, het rechtstreekse pad naar het paradijs. Als jij het daar niet mee eens bent is dat enkel en alleen omdat je je nooit aan de tepelbron mocht laven en je beseft dat je leven in geen honderd jaar zo vol, rijk en geslaagd zal worden als dat van hen die het wel deden.

Hans Verhaegen
130 3

Brussel: jongeren sluiten eigen cafés.

            In 1988 was ik 20 jaar en stond ik net als jij aan de vooravond van mijn leven dat ik me avontuurlijk en onbezonnen inbeeldde. Ik woonde in het grote Brussel dat later te klein zou zijn voor mijn ambities. Er was nog geen internet, er was nog geen smartphone. We hadden onze bruine kroegen en we hadden aids. Een virus zo sterk in opmars dat mijn adresboekje en mijn vriendenkring voorgoed zou tekenen. We ‘moesten’ veilig vrijen. Het condoom was, net als een mondmaskertje, geen verplichting maar wel sterk aangeraden. Het doet wat met een jong iemand die de eerste intieme huidcontacten alleen maar met een rubberen maskertje kon voelen.             Toen ik in 1992 naar Parijs verhuisde om net zoals jij mijn ambities en dromen groter dan Brussel te maken, vertelden krantenkoppen me dat Parijs de hellhole van aids was. Ik zat midden in een wespennest. In mijn wildste jaren dan nog wel. En dus ging ik werken voor een aidsvereniging omdat het aidsvirus meer dan alleen maar mensen doodde. Het coronavirus legt hetzelfde parcours af maar door je roekeloos gedrag denk ik dat je de schade die het coronavirus aanricht niet kan inschatten. Ik heb ontelbare partners gehad, net zoals jij vandaag ontelbare contacten hebt op café. Bij al die partners heb ik dat vervelend en irriterend rubbertje aangedaan, toegegeven, soms al eens niet. Een beetje zoals jij vandaag het mondmasker ‘vergeet’. Seks heeft niet dezelfde intensiteit als een avondje op café met vrienden maar het gebeurt allemaal evenzeer in een onbezonnen sfeer. Het risico op besmetting blijft even hoog.              Vandaag moeten door jouw onbezonnenheid niet alleen mijn cafés maar ook jouw cafés dicht. En gaat de droom en de broodwinning van caféuitbaters en mensen die er werken aan diggelen. Je kan kritiek geven op een overheid, zoals we dat ook in de aidscrisis gedaan hebben, maar je kan ook kijken in eigen boezem. Even weg van dat zinloos schermpje en die irritante stoere houding die je zo typeert. Als jij zegt dat je feestjes gaat bouwen in appartementen, dat je naar café-restaurants gaat, dat je dat mondmasker niet meer wil dragen, dat afstand houden toch zo moeilijk is en als jij verkeerde ideeën in de media gooit en zegt dat mensen de metro mogen nemen maar niet meer op café mogen, dan hebben we een probleem en moet ik met jou in gesprek gaan. Niet om je de les te leren, en al evenmin om de intellectuele armoede van jouw generatie te bekritiseren. Maar om hier samen uit te komen. Om jou besef bij te brengen dat jouw houding de horeca de finale doodsteek toebrengt. En daarmee ook je eigen onbezonnen leven.              Verplicht iemand jou om een mondmasker te dragen of om de anderhalvemeterafstand te respecteren? Het antwoord is neen. Waar het mondmasker dan toch moet van de overheid, lijkt me dat eerder om ook jou te beschermen. Onze overheid is geen politiestaat. Moeten is relatief wanneer het om de persoonlijke leefsfeer gaat. Het is uiteindelijk jij met jezelf en hoe jij verantwoordelijk kan omgaan met jezelf en de maatschappij. Of niet. Ik ben nog steeds seronegatief. Het aidsvirus heeft me niet gevonden. En net zoals het condoom geen vrijkaart is om niet met het aidsvirus besmet te geraken, is het mondmasker dat ook niet voor het coronavirus. Dus hebben we andere strategieën bedacht om het voor iedereen veilig te houden. Kijk naar het titanenwerk dat aidsverenigingen over de hele wereld verricht hebben. Jij kan ook strategieën voor jezelf en voor de samenleving toepassen zonder het gevoel te hebben dat de hele coronacrisis op jouw schouders ligt. Dat kan al door de bestaande aanbevelingen toe te passen. Het is ook zwaar voor mij. Maar het is nog zwaarder voor die vrouwen en mannen die vandaag aan de zuurstofpomp liggen en vechten voor hun leven. En het is ook zwaar voor mijn vader die al sinds maart 2020 niet meer uit het woonzorgcentrum is mogen gaan om eens mosselen te gaan eten. Ik hoor nu graag eens van jou hoe jij je gezond verstand gebruikt en hoe jij je gedrag gaat aanpassen om onze cafés weer open te krijgen. Ik kan er misschien nog iets van leren. En vooral wil ik eens naar jou luisteren en begrijpen hoe jij uiteindelijk deze crisis gaat oplossen, ok doomer?

Erwin Abbeloos
36 0

Tellen tot drie, slapen en de Wallen van Amsterdam

Als snel in slaap vallen een olympische discipline was, won ik zonder verpinken de gouden medaille. Wanneer mijn hoofd mijn hoofdkussen raakt, maak ik in minder dan één minuut de oversteek. Ik slaap tot mijn wekker afgaat, of tot één minuut daarvoor (geconditioneerd zegt u?). De laatste maanden maakte ik echter kennis met insomnia. Het in slaap vallen binnen de minuut bleek nog altijd on point, maar plots werd ik midden in de nacht wakker om de slaap niet meer te kunnen vatten. Nu kan u allerlei trucjes gebruiken om terug de slaap te vatten. Eén daarvan is een app waarbij een nasale stem u vraagt om terug te tellen van 1000 naar 0. Ik kan u verzekeren: mijn frustratiegehalte telde omgekeerd evenredig op terwijl ik de nummers aftelde. Het leek een langgerekte overgang van oud naar nieuw (u kent het wel: glaasje bubbels in de hand, aftellen en toch niet té dicht in de buurt staan van die creep die al een uur lang elke vrouw in de feestzaal aanspreekt om te informeren of ze als eerste met hem wil kussen op middernacht.). Mijn concentratie verlegde zich gaandeweg, eerst tussen de honderdtallen, daarna tussen de tientallen. Bij 933 vroeg ik me af hoe ik me kon laten verleiden door een app, bij 897 vroeg ik me af wie in godsnaam deze app had gemaakt en bij 883 moest ik uit bed om op te zoeken wie de maker van die app was en om te checken of ik misschien toch een vorm van dyscalculie heb (kan iedereen vlot achteruit tellen? Eerlijk?). Vanaf het moment dat ik moeder werd, zie ik slapen als een kostbaar goed. Ook al levert slapen soms de meest onflatterende foto’s op. Ik hoop oprecht dat niemand ooit de fotoreeks in handen krijgt van onze Italiëreis in het zesde middelbaar waarbij het een sport was om een klasgenoot te fotograferen terwijl die in een semi-comateuze toestand op de bus sliep. U wilt niet weten hoeveel kwijl en dubbele kinnen er in één fotoboek gebundeld zijn. Ik behoorde niet tot de groep newborn moeders die gezegend was met doorslapende baby’s, niet op de leeftijd van één maand, een half jaar of één jaar. Ouders die mij vol trots vertelden dat zoon- of dochterlief na enkele weken al doorsliep kon ik geen ruimte geven. Ik kon hen alleen maar aanstaren, met een bleek gezicht en wallen die meer in het oog spongen dan de Wallen van Amsterdam. Ondertussen slapen mijn dochters doorgaans door (langgerekte avondrituelen daar gelaten: ‘ik heb nog één vraagje’). Maar ik ben nog steeds geen moeder die zomaar een kinderslaapkamerdeur kan opengooien om me te vergapen aan de schoonheid van een slapend kind. Doorslapen is één ding, vast slapen iets totaal anders. Wanneer ik me toch in hun kamer waag, krijg ik steevast de vraag: ‘Wat is er, mama? Wat doe je hier?’. Waarna ik sus en mompel dat ik de vuile was kom halen. Ik vraag u dus geen tips om mijn – hopelijk tijdelijke - insomnia te bestrijden, enkel tips om zo stil als mogelijk mijn slapende dochters te aanschouwen in de nacht.   Dochter: Weet je nog hoe je vroeger zei: ‘ik tel tot drie en dan vertrekken we’. Moeder (glimlacht): Ja, maar dat werkte alleen als jullie nog kleuters waren. Dochter: Nu doe je hetzelfde met jezelf. Maar eigenlijk is het niet eerlijk: als volwassene krijg je véél meer tijd.   Moeder: ? Dochter: Je telefoon telt tot 1000 en dan pas moet je slapen.

Lore Dewulf
12 0

Moederliefde

Er is geen liefde puurder, altruïstischer en warmer dan echte moederliefde. Helaas heeft niet iedereen het geluk dit te mogen ervaren. De relatie met je moeder laat een afdruk na op het verloop van je leven. Ik ben ontzettend dankbaar voor de warme relatie met mijn moeder en dat ze mij al 35 jaar laat voelen wat onvoorwaardelijke moederliefde is. Ik kies er bewust voor om zelf geen moeder te zijn in dit leven. Dit wil echter niet zeggen dat ik geen moederliefde kan geven. Ik kan moeiteloos het kind zien in iemand. In ieder van ons huist een kind dat niets liever wil dan geliefd worden. Ongeacht iemands leeftijd, zie ik een kleine jongen of meisje door alle lagen heen schemeren. Ik ben in staat om naar iemand te kijken met de ogen van een moeder. Dat zijn ogen die liefdevol kijken met mededogen, geduld en begrip. En vanuit dat standpunt is het maar een kleine stap om ook moederlijk te handelen, door bijvoorbeeld zorgzaam of troostend te zijn. De bron van waaruit mijn liefde ontspruit is oneindig. Het werd mij onlangs heel scherp duidelijk dat de moederliefde die ik naar anderen overhevel, naar het prachtige voorbeeld van mijn eigen moeder, eveneens aan mezelf geschonken kan worden. Daarmee wil ik zeggen dat ik mezelf als een moeder kan liefhebben. Ik kan mezelf vanuit datzelfde moederperspectief bekijken, verzorgen, troosten, aanmoedigen of geruststellen. Eveneens kan ik mezelf aanraken als een moeder door mezelf te strelen of knuffelen. Ik vermoed dat veel mensen hier weerstand tegen zullen voelen. Jezelf liefdevol aanraken is iets dat niet echt cultureel ingeburgerd is en eerder als raar wordt beschouwd. Toch is het ontzettend heilzaam en een uiting van eigenliefde. Ik zou mensen willen aanraden om dit ondanks de ingeprente tegenzin toch te proberen. Vooral in tijden als deze, waarbij het afstand houden zo fervent gepredikt wordt, kan dit een gezond tegenwicht bieden. Als ik bijvoorbeeld iets moeilijk moet doen, dan knijp ik zacht in mijn bovenarm en bevestig ik wat een flinke meid ik wel niet ben en dat ik best trots mag zijn op mezelf. Of als ik verdriet heb, dan streel ik over mijn wang terwijl ik zeg dat het oké is om te huilen. Niemand kan zo goed zorgen voor mij als ikzelf. Niemand weet en voelt beter dan ikzelf wat ik nodig heb. Wat mij betreft is dat eigenliefde van de bovenste plank. Er is niets zo helend als eigenliefde. Het is het ultieme medicijn. Als je als kind een schrijnend gebrek aan moederliefde gekend hebt, hoeft dit niet meteen te betekenen dat er geen voeling kan zijn met de energie van moederliefde. Intens ervaren wat iets niet is, kan helpen om klaar te zien in wat het dan eigenlijk wel is. Iemand die bijvoorbeeld als kind mishandeld is geweest, kan vanuit die ervaring bewust beslissen om het bij zijn of haar eigen kinderen geheel anders aan te pakken. Sommige mensen zijn in ons leven om ons te laten zien wat we niet willen. Ook dat is erg waardevol. Want zo wordt de focus op wat we wel willen alleen maar scherper. En hoe scherper we voor ogen houden waar we naar verlangen, des te meer kans dat het dan ook op ons pad zal terecht komen. Dat heet visualisatie, iets waarover ik reeds vol passie en overtuiging heb gesproken en geschreven. Tot slot maak ik nog even de bedenking dat moederliefde niet uitsluitend iets vrouwelijk is. Het is een term die gelinkt wordt aan vrouwelijkheid, maar een man kan uiteraard eveneens deze liefdevolle energie gewaarworden en uiten. Moederliefde is slechts een woord om een specifiek gevoel te omschrijven, maar de onderliggende betekenis is veel ruimer.

KarolienDeman
21 0

Refugee walk, ontoereikend cynisme en dikke duimen

Met één oog check ik whatsapp op mijn telefoon: ‘nieuwe groep aangemaakt: Refugee walk’. Meteen daarna volgt de vraag naar voorstellen voor een groepsnaam voor ons team. Ik zie ‘solitaire mieren’ verschijnen. Wie dit bedacht heeft? De andere leden van mijn gezin. Dit wekt bij mij vragen op: ‘Wiens voorstel? Of komt dit uit de groep? Is dat wel mogelijk bij solitaire mieren?’. Ik krijg een antwoord terug: ‘Het is het resultaat van een gezamenlijke brainstorm. We zijn solidaire mieren, geen solitaire’. Ziehier de reden waarom je beter niet met één oog naar je telefoon kijkt. Samen met 1869 anderen wandelden we als solidaire mieren de Refugee walk, georganiseerd door Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Door de samenstelling van ons wandelgezelschap – de helft van onze groep gaat nog naar de lagere school – kozen we voor de 10 kilometer. De andere optie was de volle 40 kilometer en laat ons eerlijk zijn: geen enkele 8-, 9- of 10- jarige zit daarop te wachten. Ofte: hoe je je kinderen schaamteloos kan inschakelen om je eigen mankerende conditie te maskeren. Elk ingeschreven team voor de Refugee walk krijgt een goodiebox met shirts voor alle deelnemers, een boekje met verhalen van vluchtelingen en een drankje. Na de wandeling vraagt mijn oudste dochter of ze haar Refugee walk shirt de volgende dag mag aandoen voor school. ‘Dit is mijn nieuwe lievelingsshirt, ik wil die tonen aan mijn klasgenoten. Ik wil hen ook graag vertellen over onze sponsorwandeling. Misschien willen zij volgend jaar ook allemaal meedoen!’. Het is gebeurd. De kinderlijke onschuld is verdwijnen, die heeft plaatsgemaakt voor een moreel reagerende mens. Ik mag dan wel eens cynisch uit de hoek komen, in deze context smelt mijn cynische zelf. Weet u wat het is: cynisme is een theorie van alles: het klopt altijd. Maar wat is het omgekeerde van cynisme? Naïviteit? Is het naïef dat u idealen heeft, dat een kind idealen heeft? In dit geval vind ik het noodzakelijk om totale relativering te weigeren, om te weigeren om bepaalde waarden af te geven. Het toeval wil dat ik diezelfde avond naar Becoming keek, de documentaire van Michelle Obama. De voormalige First Lady praat met iedereen, van de Queen of England tot tienermeisjes uit achtergestelde Amerikaanse buurten. Ze motiveert en inspireert en geeft de jonge – vooral vrouwelijke - generatie mee dat ze, net als hen, zoekende is in het leven. Dat ze moeten geloven in zichzelf. Dat zij ook een heel lange weg heeft afgelegd. Michelle Obama heeft heel goed begrepen dat de anderen maar zo dom zijn als jij ze maakt. In die zin behoort ze tot de beperkte groep Grote Empathische Leiders: ze predikt verbondenheid in plaats van tegenstellingen. Daar kan geen cynicus tegen op.   Dochter: Geef eens je hand. Moeder: Waarom? Dochter: Ik ga je duim meten. Moeder: Euh… Ok… Mag ik ook weten waarom? Dochter: Als je me een duim geeft, wil ik weten of het ook een dikke duim is. Moeder: Fair enough.

Lore Dewulf
12 0

Daar zit muziek in

Blokfluit spelen met een klas ongemotiveerde veertienjarigen. Het behoorde niet tot de persoonlijke levensdoelen van mijn muziekleerkracht, maar eerder tot het leerplan waar hij aan gebonden was. Elke week hetzelfde liedje: een uitgebluste leerkracht die zijn blokfluit nam en demonstreerde hoe je een lied speelt, om zich daarna tot de klas te richten, ‘dit liedje gaan jullie vandaag leren spelen’. Op het forum van vogelvisie.nl lees ik dat er verschillende meningen bestaan over welke vogel het geluid van een blokfluit benadert. Sommigen beweren een bosuil, terwijl anderen overtuigd zijn dat het om een zwartkop gaat. Er gaan ook stemmen op richting diamantduif. Toen ik in het onderkoelde collegelokaal zat te luisteren naar mijn fluitende leerkracht, dacht ik niet aan vogels. Vogelgeluiden, of elk ander rustgevend geluid, waren nog verder weg toen de klas uitgenodigd werd om mee te fluiten. Op het examen moesten we elk om beurt een lied spelen. De leerkracht had een grijns en een grijs potloodje om je te beoordelen. Een jongen uit mijn klas kreeg een één voor aanwezigheid. Hoe hij dat klaarspeelde? Hij legde zijn muziekboek open zodat hij de partituur van het lied kon lezen (de eerste noot is een sol). Daarna bladerde hij naar de laatste pagina van zijn boek, naar de grepentabel (hoe positioneer je je vingers om een sol te fluiten?). Na elke noot keerde hij terug naar de grepentabel. ‘Ik heb genoeg gehoord’, zei de leerkracht na zeven noten, en het kleine potloodje kraste een één op de puntenlijst. Muzieklessen op zijn smalst: een opgelegd oubollig lied spelen op je blokfluit en daarop beoordeeld worden door een onverbiddelijke leerkracht met een petieterig potloodje. Onlangs keek ik naar The Eddy, een miniserie over een Jazz club in Parijs, geregisseerd door Damien Chazelle. De serie toont muziek als taal, elk personage gebruikt muziek om te communiceren. Iedereen vindt zijn plaats in en door muziek. Je hoeft de constructies van jazz niet te begrijpen om te weten wat de personages je willen vertellen. Muziek verbindt, troost, lijmt, stimuleert, spreekt, redt, creëert en eert. Ik had de serie graag integraal gezien in de muzieklessen van weleer. Dan was mijn blokfluitkennis beperkter, maar kiezen is niet altijd verliezen. Mijn jongste dochter leert piano spelen. Ze musiceert met een verpletterend plezier. Het gaat niet enkel om haar vingers op de juiste toetsen te zetten, het gaat vooral om de voldoening van het creëren. Een instrument leren spelen is soms instrumenteel, maar het is hoe dan ook niet bedoeld om te beoordelen met een grijs potloodje.   Dochter (met een zelfgemaakt castagnette in de hand): Mama, luister hier eens naar! Moeder: Wat is dat? Dochter: Hier zit muziek in.

Lore Dewulf
6 0

Kwestie van Smaak

Sneakers in schreeuwerige kleuren, oversized roze H&M-truien, Birkenstocks onder loopshorts ... De minder grote Hans Verhaegen-fans durven al 'ns beweren dat ik geen smaak heb. Nochtans leerde mijn leraar Latijn me ooit: de gustibus et coloribus non disputandum est. Dat is een eloquente manier om te zeggen dat de ander z'n bakkes moet houden over je fluoroze Nike Air Max'en. En ondertussen heb ik toch maar mooi laten vallen dat ik, ondanks mijn voorliefde om proza te schrijven over pipi, kaka en mezelf 7 keer per dag nostalgisch afjassen op oude Hilary Duff-films, wel degelijk behoorlijk geschoold ben. Maar ik moet ze gelijk geven, de haters. Sinds begin maart kan ook ik niet meer ontkennen dat ik een slechte smaak heb. Het begon zoals bij velen met het uitvallen van m'n smaak- en reukzin door wat waarschijnlijk COVID was. Niet meteen een ramp als je weet dat andere slachtoffers van Het Virus in afgezonderde ziekenhuisafdelingen afscheid moeten nemen van hun familieleden via een Medion-tablet. Hartverscheurend, zo vlak voor je deze planeet een laatste toedels toehoest, moeten beseffen dat je niet eens een iPad waard bent. Met zo'n gruwelijke taferelen in gedachten ga je niet snel zeuren omdat je bosvruchtensmoothie, je boterhammen met Samsonworst – don't judge, de gustibus... – je steak béarnaise met frietjes en de vagina van de DHL-bezorgster allemaal naar hetzelfde smaken, namelijk niks. Die leraar Latijn van me was overigens een blok massieve pudding van 1,5 kubieke meter die míj uitlachte omdat ik klein was voor m'n leeftijd. Ach, ook humor is een kwestie van smaak. En smaak had de man wel. Aan zijn adem te ruiken vooral whiskysmaak, in een flaconnetje dat zich graag liet openen tijdens springuren in verlaten leraarslokalen. Wat snel opzoekwerk verraadt dat de gefermenteerde pudding het nooit verder geschopt heeft dan leerkracht Latijn, terwijl ik ondertussen maar mooi de meest gelezen column van alle Hans Verhaegens in de Benelux schrijf. Met hubris kom je nergens. Dat laatste is wat mijn leraar Grieks me leerde – behoorlijk geschoold, remember – en is een eloquente manier om te zeggen dat de ander niet dikkenekkerig of neerbuigend moet doen, zeker niet als de persoon in kwestie uit 1,5 kubieke meter pudding bestaat, überhaupt geen nek lijkt te hebben en amper groter is dan een leerling die op z'n groeispurt wacht. Hoe onvergeeflijk ruk de tablets in de ziekenhuizen ook mogen zijn, als je zo een paar weken zonder geur of smaak zit, begin je op den duur toch te jammeren. Hoopvol was ik dan ook, toen ik merkte dat er hier en daar wat beterschap de kop opstak. Een verre herinnering aan bosvruchtensmaak, een licht aroma van Samsonworst … Nu, maanden later, draaien m'n twee beschadigde zintuigen bijna terug op volle toeren, afgezien van één vette, vieze voetnoot, want sinds kort ruiken en smaken bepaalde voedingsmiddelen, kruiden en planten naar een mengeling van rotte eieren, verroest metaal en bierscheet. Zo smaakt kip naar rotte eieren – of eieren naar rotte kip, afhankelijk van je standpunt in het de-kip-of-het-ei-debat. Prei en ajuin ruiken naar een Chirofuif die een nacht lang in iemands darmen lag te gisten. Gebarbecued vlees doet denken aan gezouten GFT-bak. En mijn zelfgemaakte spaghettisaus smaakt alsof je Sean D'Hondt aan het rimmen bent, al beken ik dat dat laatste altijd al zo was en niets met m'n smaakprobleem te maken heeft. Hoewel de coronacijfers de laatste weken weer goed aan het stijgen zijn, kan ik me toch niet van de indruk ontdoen dat de meeste mensen er nog maar weinig om geven. Uit de goedbevolkte terrastafeltjes leid ik alleszins af dat ik op vlak van wiskunde niet behoorlijk geschoold ben of dat veel mensen blijkbaar de ouders en schoonouders niet in hun bubbel van vijf hebben steken. Ziekenhuisopnames en crappy Aldi-tablets schrikken niemand meer af. Daarom stel ik voor dat Maggie, eloquent als ze is, onze bevolking vertelt dat als ze zo blijven verder doen hun eten binnenkort naar, tja, kak smaakt. Het kan maar helpen. En zo heb ik wederom mijn steentje bijgedragen aan het bedwingen van die drommelse coronacrisis. Als het niet stoort, rond ik dan hier graag af, want ik had beloofd om m'n pennenvriendin Eveline nog een filmpje te sturen met de vraag of ze m'n spaghettisaus eens komt proeven.

Hans Verhaegen
251 0

Het boek

Voor ieder van ons ligt er een boek. Het is een ontzettend lijvig boek met erg kleine lettertjes. Je kunt je hele leven wijden aan het lezen, bestuderen en naleven van de inhoud. In dit boek staan al je overtuigingen, levenslessen, conclusies, verwachtingen, oordelen, beschermingsmechanismen en alles dat je werd ingeprent. Het beschrijft wie je denkt dat je bent en moet zijn. Er is ook een uitgebreid hoofdstuk gewijd aan wat normaal en acceptabel is en wat niet. Een deel van het boek hebben we zelf geschreven en andere delen werden door anderen ingevuld. Zo heeft onze cultuur bijvoorbeeld voorgeschreven hoe ons leven en keuzes er horen uit te zien. Onze opvoeding heeft eveneens een steentje bijgedragen aan het volume van het boek. En dan is er nog ons genetisch materiaal dat de stijl en toon van de tekst bepaalt. Het is een soort van handleiding waar we ons bij twijfel tot wenden. En we twijfelen veel. Veel mensen staren gefixeerd naar hun opgeslagen boek. Hun ogen wenden zich nooit af van de letters. Het hoofd blijft permanent gebogen boven de pagina’s. In feite hebben ze zelfs niet meer door dat ze aan het lezen zijn. Wat ze zien wordt als realiteit en absolute waarheid aangenomen. Wat daar staat, is waar ze in geloven. Als ze het hoofd zouden oprichten en rondkijken, krijgen ze het gevoel alle houvast te verliezen. Ontmoeten ze iemand die op een totaal andere wijze dan de voorschriften handelt, dan zullen ze verontwaardigd verwijzen naar de paragrafen die volgens hen van toepassing zijn. Het boek bakent een ruimte af waarbinnen er geleefd kan worden. Het dicteert een zijnswijze. Het is menselijk om structuren, patronen en betekenis te zoeken als leidraad in de hoeveelheid keuzes die in een leven gemaakt kunnen worden. Het boek heeft een zelfbeschermende functie en dient als ankerpunt. Door het naleven van de voorschriften hopen we rust te vinden. Als compensatie tegenover de  alomtegenwoordige en fundamentele bestaansonzekerheid. Maar het is ook zeer beperkend. De inhoud van ons boek kan zonder dat we het beseffen sterk afwijken van onze authentieke aard. We hopen goed te doen door het boek bij twijfel te raadplegen, terwijl we onszelf daar misschien eigenlijk kwaad mee doen. Want misschien wijkt onze authentieke zelf wel sterk af van alles wat onze opvoeding, cultuur en omgeving voorschrijft. En dan verloochenen we onszelf door het boek in plaats van onze ware zelf te volgen. Het vraagt een open geest, moed en zelfvertrouwen om je hoofd te rechten, het boek dicht te klappen en rond te kijken. Want de ruimte rondom het boek is werkelijk oneindig. In de ruimte rond het boek is alles mogelijk. De enige leidraad in die weidsheid is je hart en gevoel. Wat goed voelt, dat is daar de norm. Het kan goed zijn dat je persoonlijke keuzes veroordeeld of afgekeurd worden omdat ze sterk afwijken van wat er in de meeste mensen hun boek staat. Constructief omgaan met die oordelen zonder jezelf in te binden is een kracht die doorheen de tijd kan versterkt worden. Je kunt jezelf leren om stabiel in je authenticiteit te blijven staan terwijl anderen niet begrijpen of goedkeuren wat je doet. Je zou het jezelf anderzijds erg moeilijk maken indien je het boek definitief van tafel zou vegen en alle voorgeschreven structuren negeert. Want de maatschappij waarin we leven rekent erop dat je bepaalde voorschriften volgt. Het is wel handig om te weten wat er verwacht wordt en welke stappen er moeten gezet worden indien je iets wil bewerkstelligen in de collectieve realiteit. De regels hebben een functie. Ze zijn er om chaos te weren en alles in goede banen te leiden. Maar ze hoeven ook niet te serieus genomen te worden. Het is gezond om de voorschriften te accepteren en te respecteren, maar om tegelijkertijd wel te beseffen dat ze geen ultieme waarheid zijn. Doe jezelf een plezier door zonder oordeel of schaamte te dansen in de ruimte rond het boek. Door vrijuit te spelen en onbegrensd te visualiseren over wat je graag zou bereiken in het leven. Ongeacht wat er in je boek staat kun je jezelf onvoorwaardelijk liefhebben, met geduld en mededogen. Verlos jezelf van de voorgeschreven beperkingen door met een kinderlijke open blik verwonderd rond te kijken. Zo’n boek is tenslotte maar een nietig ding ten opzichte van de oneindigheid van het universum.

KarolienDeman
25 1

Content burnout

Op 14 september lanceert de Belgische streaming service Streamz. Op 15 september komt de online dienst van de hartverwarmende kinderentertainmentracist Walt Disney in België beschikbaar. En op 16 september moet ik naar de tandarts, maar dat is hier misschien naast de kwestie. Feit is dat er weer heel wat nieuwe content staat te wachten om door onze bingewatch-hongerige oogjes verorberd te worden. En ook dat ik met mijn muil vol weggebeitelde tandplak ga liggen bloeden in een stoel, maar wederom, naast de kwestie. Voor we van die verse content kunnen smullen, moeten we eerst het zachte prijsje van 11,95 euro per maand (Streamz) en 69,99 euro per jaar (Disney+) betalen natuurlijk. Geen geld, ware het niet dat we ondertussen maandelijks al heel wat 'geen geld' uitgeven aan soortgelijke services. De tijd dat we uitsluitend een kleine 10 euro per maand voor Netflix betaalden, ligt al even achter ons. Wie vandaag niet oppast, telt makkelijk 40 euro per maand neer, bovenop dat kabelabonnement, internetabonnement, de huur van de digicorder en nog wat onduidelijke kosten die ervoor moeten zorgen dat John Porter van Telenet 's middags z'n boterhammen met truffelsla kan blijven opsmikkelen. En aangezien je betaalt voor al dat entertainment, kan je het 's avonds maar beter een paar uur laten renderen. Een tijd terug betrapte ik mezelf erop dromerig uit het raam te staren in plaats van m'n tijd waardevol te besteden met mijn ogen op een scherm. Als straf heb ik dan maar het eerste seizoen van The Crown gebinged tot in de vroege uren. Niet dat het me interesseerde, maar het was me nu eenmaal al te veel aangeraden door anderen. Laten we even ons oog werpen op Streamz. Eerst en vooral wil ik het creatieve team dat deze naam heeft bedacht een welgemeende congratz overbrengen. Eenvoud siert. So what dat niemand iets durfde te zeggen wanneer die manager, high van z'n eigen marketingscheten, luidop dacht: 'en als we die s nu eens in een z veranderen?' So what dat de kidz van 10 jaar terug al een acute oogrolaanval kregen van dat z-gebruik? Al hadden ze de dienst Yeet Yeet Streambruh genoemd, dan nog moet het komen van de content. En die content spreekt boekdelen. Zo is er de serie Black-Out, waarin Geert Van Rampelberg verdwaasd wakker wordt in een industriële afvalcontainer en hij zich moet zien te herinneren waarom hij in godsnaam verkleed is als zwarte piet. Oh ja, er is nergens stroom en de batterij van zijn gsm is plat. Ik mag er niet aan denken! Nu heb ik van horen zeggen dat Van Rampelberg al wel eens vaker tussen lege flessen wakker wordt met een blackout, dus ik ben zeer benieuwd hoe deze schat aan levenservaring zijn acteerprestaties naar een nog hoger niveau zal tillen. Verder is er De Bende van Jan De Lichte, waarin Matteo Simoni de baas van een transportbedrijf speelt die als eerste in Vlaanderen een transgender achter het stuur van een vrachtwagen zet. Een geweldig idee als je 't mij vraagt, want het wordt eens tijd dat het camioneursmilieu mee evolueert met de maatschappij en wat minderheden tewerkstelt in plaats van die meerderheidsgroep van witte hetero mannen met een rijbewijs C die zich elke nacht naast de E40 de ziel uit hun lijf laten zuigen door hun mannelijke concullega's. Disney+ belooft dan weer om bij de lancering drie nieuwe films voor de kijkers te serveren. De eerste, Zwarte piet gaat naar de RVA, belicht de kant van een zwarte, alleenstaande man die drie kinderen moet onderhouden en uit noodzaak overal zwarte piet gaat spelen, maar plots geen werk meer krijgt door de komst van de roetpieten. Een moreel vraagstuk, dat zowel de conservatieve Vlaming als de woke-community heel wat stof tot nadenken zal geven. Disney vertelt er trots bij dat we Johnny Depp, die de rol van de alleenstaande vader vertolkt, zullen zien zoals we hem nog nooit zagen. De tweede film, die eveneens bewijst dat Disney de moeilijkere hedendaagse topics niet uit de weg gaat, is een vervolg op De Kleine Zeemeermin II en toont hoe de aan lager wal geraakte Ariël tegenwoordig orderpicker is in een magazijn van Amazon om haar crackverslaving te financieren. Een derde film vertelt het verhaal van een Syrisch vluchtelingetje dat aanspoelt op het strand, z'n familie niet meer terugvindt, maar geadopteerd wordt door een wit gezin en verder nooit nog achterom kijkt omdat het eigenlijk toch allemaal wat ver van z'n bed is. Van een geslaagde Westerse integratie gesproken! Ikzelf zit echter al een paar maanden met een heuse content burnout. Wekelijks moet ik een dozijn podcasts zien te beluisteren, mijn YouTube-idolen en hun vlogs volgen, minstens een Humo en een ander boek lezen, de nieuwste albums beluisteren op Apple Music en dan nog het maximum zien te halen uit Netflix en Apple TV+. Series kijken staat tegenwoordig bij in het rijtje van verplichte huistaken zoals stofzuigen, onkruid wieden en het gras afrijden. Ga ik dan geen abonnement op Streamz of Disney+ nemen? Natuurlijk wel. Waarover moet ik anders praten met m'n tandarts woensdag? De FOMO in mij zou trouwens niet willen dat ik niet meer coolz ben. Sksksk! Tot volgende week, boomers.

Hans Verhaegen
12 0

Het familiaal wetenschappelijk kapitaal

Net op tijd val ik binnen in het auditorium. De zaal zit afgeladen vol met universiteitsstudenten. Ik ben er één van. De prof die vooraan staat, kijkt de zaal rond en begint zijn betoog: ‘goeiemorgen dames en … heer.’ Iedereen kijkt rond en jawel, er zit één mannelijke student in de zaal. We kennen hem allemaal. Normaal zouden er nog twee andere mannelijke studenten in de zaal moeten zitten, maar die hebben na onze uitgaansavond van gisteren blijkbaar minder karakter dan ik. Drie mannen versus meer dan honderd vrouwen, dat is de realiteit in een opleiding Pedagogische Wetenschappen. Waarom kozen al die vrouwen en die drie mannen pedagogische wetenschappen en geen STEM richting, hoor ik u denken? De laatste jaren blijkt het criterium ‘wetenschappelijk kapitaal’ steeds crucialer in de studiekeuze voor een STEM richting. Sociologe Louise Archer onderzocht het wetenschappelijk kapitaal en kwam tot de bevinding dat vooral mensen uit de onmiddellijke omgeving interesse in STEM wekken. Ze noemt dit family science capital: wie opgroeit in een gezin waarin één of beide ouders beroepsactief zijn als wetenschapper of als ingenieur hoort thuis aan de keukentafel specifieke gesprekken. Deze gesprekken kunnen de belangstelling voor een STEM richting wekken. In haar onderzoek bij 1700 Britse jongeren vond ze dat de 92 meisjes die bijzondere interesse hadden in wetenschappen, er meer dan 60% opgroeiden in een gezin met een hoog family science capital. Waarom er dus zoveel dames kiezen voor humane wetenschappen, zoals bijvoorbeeld pedagogische wetenschappen en niet voor een STEM richting? Reken en tel. Het family science capital hier in huis is laag. Na een korte check van de familiestamboom kan ik meedelen dat er slechts één grootouder positief bijdraagt aan het family science capital van mijn dochters. Sinds het lezen van dit onderzoek probeer ik me aan de keukentafel te distantiëren van reacties als: ‘Oh fysica, dat snap ik geen jota van!’. In het secundair onderwijs stonden fysica en chemie bovenaan mijn lijstje ‘minst favoriete vakken’. Daar zitten mijn leerkrachten van destijds zeker voor iets tussen, maar dat is een ander verhaal. Ik wil mijn dochters onbevooroordeeld laten beslissen of ze al dan niet fan zijn van deze materie. De schoonheid van fysica en chemie wordt mij wel duidelijk als ik samen met mijn dochters naar Superbrein kijk op Ketnet. Voor wie het programma niet kent: Lieven Scheire ontvangt drie teams die tegen elkaar strijden om de titel van superbrein. In het programma mogen de kandidaten onder andere spectaculaire proeven uitvoeren en nadenken over mogelijke experimenten. Dat zat niet in het lessenpakket in mijn schooltijd. Wat dan wel? Formules moeten overschrijven van het bord (Waarom schrijf je niet? Omdat de formules in mijn boek staan. Je moet de formules overschrijven. Doe ik niet. Ok, dan ga je nu naar de directeur. Goed, dan moet ik tenminste de formules niet overschrijven.) en erlenmeyers molesteren (Wat? Hebben jullie weeral een erlenmeyer gebroken?). Weet je wat het toppunt is van family science capital? De familie Curie. Voor de goede orde: dit is geen grap. Vier Nobelprijzen op hun schouw. Marie Curie won er twee. Ze won de Nobelprijs voor de Natuurkunde met haar man. Acht jaar later won ze er nog één, deze keer de Nobelprijs voor de Scheikunde. Ik vraag me af of er ook zoiets bestaat als family human science capital? Zoniet, dan moeten we dat misschien in het leven roepen. Ik wil hier gerust aan bijdragen vanaf mijn keukentafel. Er is ook nog plaats op mijn schouw, mocht dat ooit nodig zijn. Moeder: Als je sneller wil met je rolschaatsen, kan je best een hellend vlak zoeken. Dochter: Ok. Ik begin met de opdaling, want de afdaling vind ik nu nog te eng.

Lore Dewulf
35 1

2dehands

Er bestaat geen betere manier om een idee te krijgen van hoeveel idioten dit landje bevolken, dan door iets te koop te zetten op 2dehands.be. Voor hen die het zich kunnen permitteren om hun ongebruikte rommel ergens in een put te smijten of te laten verrotten op zolder: prijs jullie gelukkig. Zolang Humo, De Standaard, De Morgen of – for god’s sake, als het echt moet – HLN mijn columns consistent blijven niet-kopen, heb ik echter niet de middelen om mijn aftandse shizzle met 100% verlies te dumpen. Ik probeer dus geregeld iets aan de man te brengen op de digitale rommelmarkt en ik daag hen die aan de stelling in m’n eerste zin twijfelen uit om een keer hetzelfde te doen en gewoon te wachten. Afhankelijk van wat je verkoopt – op het moment van schrijven zijn zetels met de gezellige kontafdruk van de vorige eigenaar trending, doe ermee wat je wil – zal je al snel doorkrijgen dat er op de site maar een beperkt aantal types rondhangen. Met wat geluk komt de eerste reactie van de beleefdste van hen allen, namelijk de uitzonderlijke soort die nog werkt met ouderwetse taalconventies zoals de aanspreking en het gebruik van werkwoorden. Na een vriendelijke 'hallo' of 'beste' volgt dan steevast de eerste van de enige twee openingszinnen die gebruikers van de site tot hun communicatieve toolbox rekenen: ‘Staat het nog steeds te koop?’ Het is verleidelijk, maar in het belang van je nieuwe business antwoord je best niet met: ‘Betrapt! Wat gaf het weg? Het feit dat het online staat op een zoekertjessite?’ Nu begrijp ik maar al te goed dat de Mohammeds en Yusefs onder ons de hierboven genoemde tactiek hanteren. Deze brave knullen hebben namelijk keer op keer voor dat ze contact zoeken en het aangeboden goed magischerwijs nét verkocht is. Maar waarom Tom Peeters uit Keerbergen opent met diezelfde zin is mij een raadsel. Hoe dan ook bespaar je jezelf best de moeite, want als je de fout maakt om pas te antwoorden wanneer het jou uitkomt, ben je te laat. Gefeliciteerd, je hebt zonet kennis gemaakt met de ik-heb-de-aandachtsspanne-van-een-goudvis-en-de-nood-aan-onmiddellijke-behoeftebevrediging-van-een-baby. Hopelijk heb je een zetel te koop gezet, want die zijn hot. De volgende reactie zal in dat geval niet lang op zich laten wachten. Was het uitroepteken in m'n antwoord te agressief? De smiley te sletterig? Terwijl er onzekerheden bovenkomen die je niet meer gevoeld hebt sinds je ergens begin 2000 sms'te naar een nummer dat je op een fuif had losgepeuterd, loopt de volgende melding al binnen. Deze keer met de andere openingszin waarmee de chatservers van 2dehands gevuld zijn: ‘Wat is je minimumprijs?’ Hier heb je wat ik het niemand-heeft-me-ooit-uitgelegd-hoe-bieden-werkt-type noem. Waarom zou je ook dat tijdsintensieve spelletje spelen en bod na bod over en weer kaatsen als je op de man af kan vragen hoe wanhopig de verkoper is. De ergste gevallen van deze soort hebben zelfs het lef om, nadat je de minimumprijs hebt gegeven, tóch nog af te bieden. Ga hier alsjeblief niet in mee, tenzij jíj graag aan de mensen van Van Dale uitlegt waarom ze hun boeken opnieuw kunnen drukken omdat je de definitie van het woord 'minimum' waardeloos hebt gemaakt. Maar vrees niet, de meeste van deze idioten geven het op als je hen voldoende hard verwart. Een simpele ‘Zazawie!’ antwoorden op alles wat deze persoon je verder vraagt zou in dit geval dan ook moeten volstaan. En kijk, voor je het weet, krijg je een bericht van de laatste en vermoeiendste variant. De magisch denker, de dromer, de een-nee-heb-je-en-een-ja-kan-je-krijgen. Oftewel de 2dehandsworst die denkt dat de hele wereld even idioot is als hij en 10 percent van je vraagprijs biedt omdat er misschien, je weet maar nooit, zou het niet, wie niet waagt, niet wint... Dit is het type dat op een iPhone-zoekertje van 500 euro reageert met: 'VOOR 50€€ VANDAAG OPGEHAALT!' Mijn reacties op dit specimen zijn dan ook qua niveau vergelijkbaar met de bieder en gaan van ‘Ik denk dat je mijn zoekertje door elkaar haalt met je moeder! ;) Vriendelijke groeten.’ tot ‘Ik bezorg het je vandaag nog helemaal gratis als jij me een geldig bewijs van sterilisatie stuurt.’ Wanneer ook dat niet genoeg is om iemand af te schrikken en ik het antwoord ‘Wat is je minimumprijs dan???’ krijg, ben ik meestal al volop naar immo-sites aan het mailen. Voorlopig heeft nog niemand gereageerd op mijn bod van 100.000 euro voor die villa in Keerbergen met een enorme zolder, maar hey, wie niet waagt...

Hans Verhaegen
53 0

over André Hazes, Hallelujah en tatoeages

‘Leef, alsof het je laatste dag is’. André Hazes wil ons doen geloven dat het een goed idee is, maar mij lijkt het toch niet het beste advies. Ik ga niet overstag, want geef toe: wie wil er leven alsof het zijn laatste dag is? Er zijn een aantal voordelen, dat klopt. Je hoeft niet meer spaarzaam om te springen met geld. Koop die sofa met tijgerprint, laat een zwembad graven in je tuin, koop die veel te dure oranje broek. Je kan luidkeels meezingen met André Hazes zonder je zorgen te maken over je reputatie. Je kan – in navolging van André – een nieuwe vlam onder je vleugels nemen. Je kan zelfs een tattoo laten zetten met de naam van die nieuwe vlam. Onder andere omstandigheden zou ik dit ten stelligste afraden, maar op je laatste dag? Gewoon doen. En niet op je onderarm of op je schouder. Doe eens zot! Zet hem op je gezicht (als traantjes!) of op je vingerkootjes.   Er zijn ook enkele nadelen verbonden aan dit levensmotto. Die zitten naar mijn gevoel vervat in de zin: ‘pak alles wat je kan’. Daar zou ik toch, ook op je laatste dag, voorzichtiger mee omspringen. Je wil immers je laatste dag niet in een cel doorbrengen. Eens je in de gevangenis zit, krijgt deze uitspraak een heel andere betekenis.   Ik heb een zwak voor songteksten. Als student spaarde ik mijn geld om cd’s te kopen in de Bilbo. Terug op mijn kot haalde ik het cd-boekje uit de cd-doos om de songteksten te lezen. Als je niet beschikt over een ontwikkelde oog-hand handcoördinatie, is het moeilijk om het cd-boekje onbeschadigd uit dat doosje te halen. Ik kan u vertellen: ik beschadigde menig cd-boekje bij het scheider der boek en doos. Muziek luisteren met een beschadigd tekstboekje in mijn hand werd een op zich staande activiteit waar ik mezelf uren in kon verliezen.   Ik zie bij mijn jongste dochter hetzelfde gebeuren. Ze kan volledig opgaan in muziek. Daar horen schattige taferelen bij, zeker als ze een koptelefoon opzet en luidop meezingt. Ik hoorde nog nooit iemand zo schattig ‘Hallelujah’ zingen. De opgetelde pijn van Leonard Cohen én Jeff Buckley verdwijnen in het niets als je een schattig kinderstemmetje enthousiast ‘Hajelujah’ hoort zingen.   De betekenis van Engelstalige songteksten ontgaan haar grotendeels, maar bij Nederlandstalige nummers luistert ze soms aandachtig naar de teksten. Ik zag haar gisteren scrollen in mijn Vlaamse lijst (buiten de spotify omgeving klinkt dit veel fouter dan ik het bedoel). Ze koos Het Zesde Metaal. Ik kan alleen maar hopen dat ze zich niet te veel laat inspireren door songteksten.   Dochter (neuriënd): Lala… hmm hmm. Moeder: Welk liedje zing je? Dochter: Naar de Wuppe van Het Zesde Metaal. Moeder: Hoe gaat dat ook alweer? Dochter: ‘Er wordt nog altijd meer gedronken, dan dat er wordt gekotst. ’T Is nog al nie na de wuppe. Doe moa voort.’

Lore Dewulf
32 0