Zoeken

Herkenning in het collectieve proces

Het gevoel van onmacht en frustratie dat mij het laatste jaar soms bekruipt, herken ik van in de tijd toen ik wanhopig door ziekenhuizen dwaalde. Zoekend naar antwoorden en verlossing liep ik verloren ten midden de absurditeiten, tunnelvisie en grootheidswaanzin van de medische wereld. Ik zei het al eerder en wil het nogmaals benadrukken: alle respect voor het medisch personeel dat zich uit de naad werkt om mensen te helpen. Want naast kafkaiaanse toestanden heb ik ook veel oprecht medeleven en hartverwarmende intenties ervaren. Maar het blijft een feit dat het medische systeem barst van de blinde vlekken en daardoor soms meer kwaad dan goed doet. Weet dat dit niet de frustratie is die spreekt, hier spreekt diepgaande, langdurige ervaring. Hier spreekt iemand die, van zolang ik mij kan herinneren, het leven probeert te begrijpen. Iemand die, volgens sommigen teveel, nadenkt, analyseert en actief verbanden legt. En al dat zoeken, zelfs naar existentiële antwoorden die als eeuwige mysteries worden beschouwd, heeft mij geen windeieren gelegd. In essentie gaat het niet om ontdekken, maar om herinneren. Want in het hart van onze ziel weten we alles al. Het idee, soms verpakt als advies, dat ik moest leren leven met een chronische ziekte heb ik telkens opnieuw naast mij neergelegd. Daarvoor heb ik teveel vuur in mij. Het willoos aanvaarden van een chronische aandoening is exact hetzelfde als het aanvaarden van emotionele blokkades, beperkende overtuigingen en een laag zelfbeeld. Het ene is dan ook rechtstreeks verbonden met het andere. Verander hoe je denkt en je lichaam zal volgen. Het klinkt simpel, maar ik heb er bijna twintig jaar over gedaan om het tij te keren. Ik ben er nog steeds mee bezig. Het is een understatement als ik zeg dat ingeprente overtuigingen en onbewuste zelfbeschermingsmechanismen hardnekkige dingen zijn. Het onderbewustzijn is dan ook erg gelaagd, met veel hoekjes en onverwachte bochten. Mensen die dicht bij mij stonden, waren er getuige van hoe ik vaak emotioneel verward en uitgeput thuiskwam van een ziekenhuisbezoek. Terwijl ik wanhopig elk noodzakelijk protocol en onderzoek onderging, schreeuwden mijn gevoel en verstand dat er van alles niet klopte. Met de operatie die ik in 2009 onderging als kers op de toxische taart. Het hele verhaal over een auto-immuunziekte was de duisternis die mij gevormd heeft tot wie ik vandaag ben. Het moeilijke pad dat mij leidde naar alle waardevolle antwoorden die ik reeds als klein meisje trachtte te herinneren. De angst omtrent de ziekte werd mij grotendeels aangepraat. Mensen die ik als deskundigen beschouwde, vertelden met regelmaat een verhaal waaruit bleek dat mijn opties beperkt waren. Ik ben jarenlang meegegaan in de mallemolen van onderzoeken, studies en therapieën. En toen kwam er een breekpunt, een pikzwart moment waarin ik niets meer te verliezen had. Dat schepte ruimte voor verandering. Ik herinnerde mij dat ik mezelf kon vertrouwen. Dat ik mezelf van binnenuit kon helen en niet langer op externe verlossing moest wachten. Dit is mijn persoonlijk verhaal. Ik zie nu hoe wij collectief een gelijkaardig verhaal aan het beleven zijn. Hoe wij alles inzetten op externe verlossing. Mensen laten zich massaal  injecteren met een onbekende substantie omdat ze vrij willen zijn. Net zoals ik destijds, leggen ze hun leven met blind vertrouwen in de handen van de wetenschap. Uiteraard had ik angsten en twijfels toen ik op de operatietafel werd gelegd. Maar ik keek er ook reikhalzend en enthousiast naar uit, ervan uitgaande dat ik daarna weer normaal zou kunnen leven. Met hetzelfde soort enthousiasme zie ik mensen nu in de wachtrij van het vaccinatiecentrum staan. Ik herken de medische starheid die oplossingen opdringt voor problemen die ze zelf maar half begrijpt. De resem specialisten die ik zag, bevestigden dat de precieze oorzaak van een auto-immuunziekte niet gekend was. Ze deden enkel aan symptoombestrijding. Dit gapende gat in de informatie waarnaar ze handelden, waar mensenlevens vanaf hingen, bleek geen motivator om zich te verdiepen in andere, meer holistische, visies omtrent gezondheid. Er heerste eerder de trend om zulke ideeën weg te lachen. Ik besef anderzijds ook wel dat het niet evident is om de heersende wetenschappelijke denkpatronen te verbreden of om te buigen. Het huidige systeem is zoals een op hol geslagen machine die enkel nog met een brute zelfdestructieve kracht tot stilstand kan komen. Het heeft veel tijd en werk gekost om mij te ontdoen van de ingeprente en aangeprate ideeën over mijn gezondheid. En ook collectief zullen wij tijd nodig hebben om het hele virusverhaal te boven te komen. Ik kijk elke dag met lede ogen toe hoe de angst voor virussen en besmetting naarstig levendig wordt gehouden. Net zoals vroeger in het ziekenhuis kan ik mijn bedenkingen en vaststellingen niet voor mezelf houden. Net zoals toen voel ik onmacht en frustratie bij het zien van de waanzin die zich rond mij afspeelt. Maar ik kan alles ook vanuit een goddelijk standpunt observeren; vanuit een perspectief dat niet oordeelt en elke ervaring, visie en handeling evenwaardig liefheeft. Ten bate van de collectieve vibratie en mijn eigen welzijn, probeer ik mijn licht fel te houden. Ik wil mezelf ankeren in mijn kracht, vol vertrouwen, en me niet laten beïnvloeden door de angstvibratie die de ronde doet. En ik verbind mij met anderen die hetzelfde licht verspreiden. Dat geeft steun, want mijn ervaring zegt dat het vaak eerst erger moet worden alvorens het kan beteren.

KarolienDeman
7 0

Brief van een twijfelende vaccinbeslisser

De voorbije weken lag ik nachten wakker van coronavirussen, vaccins, tegenstrijdige, soms ontmoedigende nieuwsberichten over nieuwe virusvarianten, onvoldoende werkende vaccins...de lijst is eerlijk gezegd te lang om op te noemen. Ik was er bijna door begonnen te slaapwandelen maar gelukkig loopt het niet zo’n vaart. Mijn geest en lichaam roepen om rust, vragen mij tijd te nemen om de zaken opnieuw met een zekere afstand te bekijken.   De huidige sanitaire crisis, een nooit geziene pandemie (in mijn levensperiode althans), is bijzonder complex. Daarom geloof ik ook dat het antwoord (en/of oplossing) op deze crisis ook complex is.  Als voorbeeld daarvan de vele pogingen op deze aardbol om met allerlei plannen, oplossingen en strategieën voor een mogelijke uitkomst te zorgen. Eenduidigdheid ontbreekt omdat die simpelweg niet waargemaakt kan worden. Een crisisexit zal misschien nog niet meteen volledig helder en duidelijk zijn de komende maanden. Het is stapsgewijs versoepelen, verkennen, informatie onderzoeken, verspreiden. Maatregelen voorstellen, terugdraaien, aanpassen, opnieuw lanceren.  Bijgevolg blijven we in deze pandemie overspoeld worden door berichten, informatie, feiten van experten, politici en zovele anderen die deze crisis ook door hun eigen bril zien en in hun eigen context. Dat heet perceptie en het leeft in alle lagen van de wereldbevolking. Waarschijnlijk niet altijd met de slechtste bedoelingen, willen verschillende woordvoerders de complexiteit van deze crisis uitleggen, ze begrijpelijk en behapbaar maken. In een poging om mij die informatie eigen te maken en die complexiteit te omarmen, zag ik bij mezelf de stress alleen maar toenemen. Want ook mijn naaste omgeving voelt zich net zoals ik zo gegrepen door die crisis, van dichtbij of vanop afstand, en zoekt antwoorden. Samen proberen we eruit te komen, voor onszelf te zorgen, steun te geven en te vinden. Dat heet dan weer solidariteit, wat ik geweldig vind. Zo is er het drukgevoerde vaccindebat, tussen vrienden en familie. Meer nog dan angst voor een prik of de gevolgen ervan, voelde ik me de voorbije weken ontzettend slecht door de druk die op mij afkwam. Telkens als ik een beslissing had genomen (wel of niet), deden andere argumenten mij weer twijfelen. Beslist geen cadeau voor mezelf, de eeuwige twijfelaar!  De mensen die mij goed kennen, weten dat ik hoogsensitief ben. Je weet wel, dat soort persoon bij wie informatie blijft hangen, prikkels tot in den treure hun werk kunnen doen, zodanig dat mijn hoofd soms tolt, dat ik het ene moment op een gelukzalige kermismolen zit en het andere in een deprimerende bui beland. Dat vraagt dan weer “balans zoeken”, en is niet de gemakkelijkste opgave wanneer je hoogsensitief bent. Er is vooruitgang, maar ook nog werk aan de winkel! Wat ik ook leer tijdens deze crisis, is dat er 1 stem telt: de stem die van jou is en jou het gevoel geeft beslissingen te nemen die voor jou juist aanvoelen. Ik leerde argumenteren, mijn bezorgdheden oplijsten en delen met anderen. Desnoods eens mijn hart luchten via een veilig Facebookforum. Ik leerde dat er meer dan ooit wederzijds begrip nodig is, tussen mensen met andere meningen of bezorgdheden. En dat deze crisis ons wel kan verdelen – provaccin, antivaccin, voor of tegen coronamaatregelen – maar dat wij onszelf wel weer aan elkaar kunnen lijmen, door binnen die diverse meningen, bezorgd te blijven voor elkaar. Ik kan helaas in deze brief ook geen oplossing geven of zelfs mijn beslissing melden – de eeuwige twijfelaar! – maar ik voel me plots een paar kilo’s lichter. Misschien steek ik mensen een hart onder de riem; mensen die, net zoals ik, begrip willen voor hun beslissing en situatie, zich blijvend gesteund willen voelen of net zoals ik twijfels hebben. Omdat er zoveel informatie op ons afkomt, omdat deze crisis al meer dan 1 keer onze percepties op hun kop heeft gezet. Stay safe !

Maïté L.
14 1

Eenzaamheid

Eenzaamheid, Een woord dat in deze tijd vaak gehoord is. Eveneens is het vaak gebruikt maar nog steeds is het een soort taboe om erover te spreken. Bij eenzaamheid denkt men vaak aan het oude mensje alleen in de leefruimte. De tv staat luid, er komt geen bezoek. Niet van de kinderen want die zijn aan het werk en niet van kleinkinderen. Je hoort er geen gesprekjes, geen luid gelach, enkel de stilte. Eenzaamheid is echter ook die jonge kersverse moeder die alweer een afspraak met haar vriendinnen heeft afgezegd omdat ze vermoeid is. Die zich alles ontzegt voor die schatten van kinderen. Graag zou ze wat bijpraten, of wilt ze een luisterend oor want die engeltjes worden ook wel eens duiveltjes. Vaak ziet men geen eenzaamheid in die kleine jongen. Hij die alleen zit op de speelplaats omdat anderen niet met hem willen spelen. Hij is een beetje ‘anders’ en daarom vreemd en beangstigend. Hoe die jongen het zelf aanvoelt, daar denkt men niet altijd aan. Dit zijn maar een paar voorbeelden van eenzaamheid. Vast en zeker kennen jullie nog andere. Het spijtige is dat het soms zo makkelijk opgelost kan worden door een klein beetje aandacht, een luisterend oor, een vrolijke ‘goede morgen’ en dat is echt zo. Zijn we niet allen eens een keer eenzaam geweest. Dat gevoel dat je snel wegmoffelt door een afspraak te maken met een vriend of vriendin. Niet iedereen kan dat echter en niet iedereen kan met zichzelf communiceren. Dat is geen handicap, dat kan je leren en mag je niet verstoppen.

Rosie DW
14 1

40 jaar aids.

            Veertig jaar geleden, op 5 juni 1981, maakte het Amerikaanse Center for Disease Control (CDC) in een onrustwekkend rapport melding van enkele gevallen van een zeer ernstige vorm van longontsteking bij een paar gezonde mannen. Allen waren homoseksueel en sommige mannen waren al gestorven aan deze onbekende en ongekende ziekte die we later als aids zouden kennen.             Vandaag weten we dat aids al voor 1981 bestond. Al snel werd aids gekoppeld aan homoseksuelen en hiermee was het eerste intellectuele obstakel gepland. Al snel volgden de andere h’s: hemofilie, Haïtianen en heroïnegebruikers. Groepen van mensen werden gestigmatiseerd. 40 jaar lang hebben activisten, “par le sang et par le sperme’, ongeziene veranderingen teweeggebracht op zowel maatschappelijk als economisch, medisch, psychologisch, juridisch, sociaal en seksueel vlak. We hebben oude systemen in ons gezondheidsbeleid blootgelegd. In die systemen was de macht van het medisch corps alom (“als de dokter het zegt, zal het wel zo zijn”). Het is ook de geboorte van de biopolitiek. De zieke, de patiënt als reformateur. Hervormingen die we vandaag nog in gezondheid en welzijn kennen, dateren van die woelige periode waarin door machtsstructuren met de moraalvinger gewezen werd en groepen mensen gestigmatiseerd werden omwille van wie of wat we waren. Er waren goede seropositieven en slechte seropositieven. Maar we werden mondiger en we vergaarden kennis. Act Up New York en later Act Up Paris stonden onvermoeid op de barricaden, aan de labo’s en aan de deuren van de beleidsmakers. Ook in ziekenhuizen stonden duizenden vrijwilligers om muren te doorbreken. Helaas stonden we ook in het mortuarium. Wekelijkse kost. Knowledgde is a weapon, was onze slogan, want alleen met knowledge kon je aids bestrijden. Aids was niet alleen het laatste stadium van een resem aandoeningen maar ook een politiek debat en een maatschappelijk debat. Een positieve hiv-test betekende immers de aankondiging van een sociale dood. Veertig jaar later kent iemand die vandaag hiv-positief is, een even normale levensduur als iemand die seronegatief is. Maar het parcours blijft hobbelig. We mogen de psychologische, lichamelijke en maatschappelijke neveneffecten niet onderschatten. We denken vandaag veelal dat een pilletje wel helpt en voor jongeren en millenials is aids een ziekte voor oude mensen. Niets is minder waar. Vandaar dat een beetje geschiedenis, een beetje het geheugen opfrissen en weten waar vandaag onze rechten als patiënt vandaan komen, in het licht van deze 40ste verjaardag, belangrijk is om te begrijpen, om kritisch te blijven, om universeel te blijven en om niet toe te geven aan identiteitspolitiek, fake nieuws en populisme. In de nasleep van 1968 zijn we begin jaren ‘80 van de vorige eeuw ons gaan engageren tegen machtsstructuren in de maatschappij, in de medische wereld, in het onderwijs, in de psychologie, in de sociologie, in de literatuur, in de volksgezondheid, in het algemeen recht; wij hebben het landschap van activisme hertekend en de medische wereld speelde stilaan de alleenheerschappij over onze gezondheid kwijt. De ondergrond van onze maatschappij werd blootgelegd en politiek werd gedwongen krachtdadig te zijn voor een hele bevolking. Seksualiteit was niet langer weggelegd voor procreatie en heteroseksuelen. De wereld ontdekte gay seks. Blanke vrouwen en vrouwen van kleur lieten hun stem horen. Druggebruikers en prostitués, zowel mannelijke als vrouwelijke, kregen ook een stem. Trans vrouwen en trans mannen waren nog transgenders en verenigden zich in een gezamenlijke strijd tegen aids. Ook travestieten deden mee. Migranten en mensen van niet Europese origine hadden recht op volwaardige universele gezondheidszorg. Daar streden we voor. Het was vechten. Elke dag. Elke avond. Vergaderen, studeren, schrijven, het medisch jargon begrijpen, informeren en zich informeren, van de ene conferentie naar de andere conferentie gaan, roepen, met de vuisten op de tafel slaan, manifesteren, slogans die decennia later nog nablijven bedenken. Het was ook feesten. Gelukkig maar. Met drugs af en toe. Op house en disco. Het was ook zeggen dat we aan het sterven waren. Het was zorgen voor iedereen, niet enkel en alleen voor de eigen gemeenschap. Nooit vermoeid en altijd moe. En toch weer opstaan. Naar een meeting of naar alweer een begrafenis. Nooit opgeven, sterk blijven. We bleven ons verenigen. We bleven onze seksualiteit beleven. We eisten het recht op schone spuiten. We eisten het recht op medische zorg voor mensen zonder papieren. We eisten het recht op onze lichamen, we eisten veiligheid voor onze lichamen. Daarvoor hebben we gevochten. Het was vechten tegen de labo’s, niet als vijand, maar als bondgenoot. De coronamoeheid waarvan vandaag de media bol van staat, is een luxelachertje. Wat het afgelopen coronajaar in onze ziekenhuizen mogelijk heeft gemaakt, is aan mijn generatie te danken. De stilzwijgende generatie van vandaag. We hebben het te danken aan alle anonieme vrijwilligers. Aan een onvoorwaardelijke strijd tegen een virus. Aan onze gestorven kameraden.             Aids heeft zwakke schakels in de maatschappij blootgelegd maar aids heeft ook de macht die de farmaceutische bedrijven hadden – en vandaag nog altijd hebben – laten kennen. Als activist konden we onze rug niet keren of een knieval doen tegenover hun macht. We hadden hen nodig maar niet tegen eender welke prijs. Onze strategie bestond erin de labo’s die onze directe vijanden waren tot onze bondgenoten te maken. Mensen stierven. Wij hadden de dood in zicht. Labo’s treuzelden om aidsremmers op de markt te brengen en medicatie werd aan woekerprijzen op de markt gebracht waardoor hele bevolkingen geen toegang tot aidsremmers hadden. Het heeft ons slapeloze nachten gekost om generische middelen te verkrijgen en patenten vrij te geven. Het heeft levens gekost. Iedere epidemie heeft een directe invloed op de politiek, omdat een ongekende en stigmatiserende epidemie een bedreiging vormt en de hele sociale orde in vraag stelt. Dat geldt zeker voor aids, dat geldt vandaag ook voor corona. We moeten durven te kijken naar hoe aids niet alleen onze maatschappij veranderd heeft maar ook welke invloed aids had op ons gezondheidssysteem, hoe universeel en toegankelijk ons gezondheidssysteem vandaag geworden is maar evenzeer moeten we onder ogen zien welke maatschappelijke obstakels er in onze Westerse maatschappij nog leven. Dat dwingt ons ook onze relatie Noord-Zuid te herstellen. Dat kunnen we niet door identiteitspolitiek waar iedereen voor eigen parochie preekt. Onze ervaring moet niet voor onszelf maar een algemeen belang dienen. We moeten ons verenigen in consistente nooit opgevende sterke onafhankelijke structuren. Dag en nacht. Door wind en regen. Met kennis als wapen. Niet met gekneut of met identiteitspolitiek.             Aids heeft ons geleerd te weten welke eigenschappen een maatschappij geeft aan een ziekte: wie veroorzaakt de ziekte, wie bepaalt wat de ziekte is, op welke brutale manier verspreidt de ziekte zich en welke ravages richt ze aan, welke groepen in de maatschappij zijn meer vatbaar en kwetsbaar voor een besmetting dan anderen, hoe snel verspreidt een virus zich en in welke mate. Aids heeft ons ook doen afvragen waar in onze maatschappij de ziekte het felst toeslaat: in welke sociale, economische, religieuze, psychologische, politieke en medische context manifesteert de ziekte zich. Wie doet er iets aan en wie verdraait eerder de feiten. In de kantlijnen van deze eigenschappen moesten we ook weten waar de oorzaken van de verspreiding van de ziekte lagen, welke factoren meespeelden en op welke manier het virus zijn weg vond. Op die manier kon de maatschappij zich organiseren om adequaat op te treden om het virus bij het nekvel te grijpen en te beheersen. Helaas heeft diezelfde maatschappij al snel een zondebok willen zoeken en een sociaal bloedbad laten plaatsvinden.             Veertig jaar later staan we voor andere uitdagingen en geeft mijn generatie de fakkel door, áls de volgende generatie die fakkel wil overnemen. De strijd tegen aids is een universele strijd die de macht van de dokter en de politiek heeft weten te doorbreken. 2030 is nog steeds de ambitieuze streefdatum om aids de wereld uit te krijgen. Daarom is het belangrijk dat de generaties van vandaag de tricks en de tools aangereikt krijgen die als waakhonden letten op de gevaren van stilte of extremen in de politiek. We moeten blijven een solidariteit handhaven. We moeten ons universeel blijven scharen achter gelijkheid, ook al blijft dit een utopie. We moeten samen geloven in elke sociale strijd: tegen aids, tegen corona, tegen racisme, tegen homofobie, tegen transfobie. Wat wij zonder internet en zonder Smartphone bereikt hebben, moeten we vandaag meer dan ooit op een slimme manier ook kunnen gebruiken. Aids 2.0 en verder.             Het is geen gelukkige verjaardag maar als we blijven getuigen, als we weten wat we veertig jaar geleden gedaan hebben, dan komen we er. We moeten niet roepen tot opvoeden, we moeten onze kennis delen. Knowledge is a weapon. Knowledge is our weapon.

Erwin Abbeloos
5 0

Hoe het gesteld is met mijn gezondheid

Ik geef toe, soms slaagt de twijfel nog eens toe. Maar echt aarden kan hij niet. Het is doorgedrongen dat ik mijn ervaringen en gevoelens niet circulair in vraag kan blijven stellen. Hoe afwijkend mijn conclusies ook mogen zijn ten opzichte van wat algemeen aangenomen wordt, op een gegeven moment moet ik er gewoon op voortbouwen en er consequent naar handelen. En zo bouw ik bijvoorbeeld voort op de stelling die zegt dat de oorsprong van de auto-immuunziekte die me negentien jaar geleden werd toegeschreven enkel en alleen psychisch van aard is. Daarmee bedoel ik dus dat er in wezen fysiek niets mis is met mij. Dat mijn fysieke klachten niets anders dan een uiting van mijn denkwereld, zelfbeeld en andere diep ingeprente overtuigingen zijn. De vele jaren van empirisch onderzoek en wijdvertakte ervaring omtrent dit onderwerp kan ik niet verloochenen. Dit is mijn realiteit, mijn waarheid. Ik schrijf mezelf alle verantwoordelijkheid toe. De hulp komt van binnenuit, er bestaat geen externe bron die mij zal genezen en die zal er ook nooit komen. Ik werd in het verleden wel meermaals opgelapt en ondersteund door medicijnen en behandelingen, maar echte verlossing ligt in mijn handen. Deze woorden vatten ongeveer de inhoud van mijn boek ‘Auto-Immuun: van ziekte naar inzicht’ samen. We zijn nu twee jaar verder sinds dat boek uitkwam. Wat is er veranderd? Ik ben verhuisd, heb al mijn bruggen opgeblazen en ben nooit gestopt met het gadeslaan en bewust programmeren van mijn innerlijke wereld. Ik heb mezelf nog beter leren kennen, valkuilen blootgelegd. De fysieke symptomen zijn er nog steeds, doch minder prominent, minder uitgesmeerd over mijn dagen. Terwijl ik voorheen vooral aan het overleven was, kan ik nu echt leven.   Er zijn echter van die momenten dat de ellende zich lijkt te herhalen. Angstvallig doemscenario’s werend vervloek ik dan mezelf. Ik wist op voorhand dat heling geen lineair proces is, maar het is verdomd frustrerend om bijna 2 decennia lang op dezelfde pijnpunten te botsen. Natuurlijk weet ik ook dat kwaad worden alleen maar meer zelfsabotage betekent. Want dat is wat deze ziekte werkelijk is: zelfsabotage. En dan moet ik mezelf weer tot de orde roepen en eraan herinneren dat zulke uitspraken te hard zijn. Ik zou zachter kunnen zijn naar mezelf toe, want eigenliefde is het ultieme medicijn. Dat weet ik nu wel zeker. Sinds kort ga ik weer bij een psychotherapeut, voor die hardheid jegens mezelf. Ik geef dat deel van mezelf daar een gestalte en ga ermee in dialoog. Ik heb het gevoel over een moeizaam vergaarde handleiding te beschikken en wil therapie aanwenden om deze constructief naar de praktijk te vertalen. Ik weet bijvoorbeeld dat een gevoel van tekortschieten aan de basis van de ziekte ligt. Het is complexer dan het klinkt. Ik voel mij vaak niet goed genoeg waardoor ik mezelf dwing om meer en beter te presteren. Het leek vanzelfsprekend om te zoeken naar de oorsprong van deze overtuiging, maar ik heb vastgesteld dat dit er eigenlijk niet toe doet. Weten waarom ik ziek geworden ben, staat niet gelijk aan weten hoe ik mezelf kan genezen. Het antwoord ligt eerder in zelfobservatie zonder oordeel en het maken van bewuste keuzes. Bij elke keuze die ik maak, vraag ik me af of deze wel liefdevol is naar mezelf toe. Of ik mezelf niet onder druk zet en handel naar wat mijn gevoel ingeeft. Want de diep verankerde ideeën over het personage dat ik neerzet, vormen de voedingsbodem van mijn gezondheid. In de conventionele behandelingen die de medische wereld aanbiedt, ben ik mijn vertrouwen verloren. Alle trucs die ze uit hun mouw konden schudden, heb ik vruchteloos tot mij genomen. Ik vond het ziekenhuis sowieso al een ellendige plek, maar met de hele pandemie hetze is het alleen maar erger geworden. Het voelt soms beangstigend om te beseffen dat ik nergens naartoe kan, dat alle noodlijnen uitgeput zijn.  Maar ik sta er niet alleen voor. Ik ben omringd door mensen die in mij geloven. De relaties die ik aanga dienen mijn zelfrespect en eigenliefde te weerspiegelen, iets waar ik steeds scherper op toezie.

KarolienDeman
31 1

Bewust zijn van het bewustzijn

Mijn lief vertelt mij over de eerste keer dat hij bewust werd van zijn bewustzijn. Hij herinnert zich alle details van een vluchtig moment dat als peutertje zoveel indruk op hem maakte. Spelend met een rode auto op een groene vloer viel hem plots het besef binnen dat hij een observerende entiteit was. Ik heb gelijkaardige herinneringen uit mijn kindertijd. Of het de eerste keer was, dat weet ik niet, maar ik zie mezelf nog naast de buffetkast staan, mij er opeens over verwonderend dat ik alles vanuit één specifiek kader bekijk. Mij afvragend of anderen net hetzelfde ervaren. Aan de hoogte van de kast maak ik op dat ik ongeveer zes moet geweest zijn. Het zijn zeer korte, haast magische momenten, die plotse invallen van puur bewustzijn. Schaars in aantal en meestal geheel onverwacht. Het is niet gemakkelijk om woorden te vinden voor zulke gewaarwording. Je zou het kunnen omschrijven als ontwaken. Plots ben je je er haarscherp van bewust dat je bewust bent. Zonder oordeel of identiteit, enkel de observator die beseft dat hij observeert. Je hebt natuurlijk ook dat brein dat alles probeert te begrijpen, waardoor de magie vervaagt op het moment dat je erover begint na te denken. Dat bewustzijn voelt als iets waardevol en uniek. Als kind fantaseerde ik dat ik uitverkoren was om door een raampje naar het leven te kijken, vermomd als een klein meisje. En dat het universum met mij meekeek. Het was dus van belang dat ik alles heel precies documenteerde. Ik beeldde mij ook in dat alles en iedereen niet meer dan decor was om mij een totale ervaring te kunnen geven. Ik zocht naar foutjes die verrieden dat mijn hele leven een poppenkast was. Het was dan ook heerlijk om vele jaren later de film The Truman Show te ontdekken. Het spreekt voor zich dat het menselijk is om vragen te stellen over de aard van het bewustzijn en de relatie tot de externe wereld. Denken over het bewustzijn, is uiteraard iets anders dan bewust zijn van het bewustzijn. Al leidt het ene wel gauw tot het andere. Die wakkere staat van zijn, waarbij het fundamentele proces van het ervaren zuiver op de voorgrond treedt, kan getraind worden. Dit is waar meditatie om draait. Maar het bewust streven naar een bepaalde toestand tijdens meditatie wil wel eens averechts werken. Het is alsof het bewust zijn van het bewustzijn erom vraagt om ongewild plaats te vinden. Op een onbewaakt moment, verstild en onthecht van het narratief van de realiteit.   De verwondering en het bevreemdend gevoel dat zo’n intense bewustzijnservaring oproept, heeft de neiging om snel op te lossen. Eenmaal weer diep ingegraven in de dagelijkse beslommeringen wordt het perspectief nauwer. Pal in het centrum van ons menszijn, waar we vergeten dat we meer zijn dan een door prikkels gedreven sociaal wezen met een identiteit en zelfbeeld, daar is het moeilijk bewust te blijven. Onder de dikke lagen van gedachten, gewoontes en bezigheden registreert het bewustzijn echter alles. Bewustzijn is nooit afwezig, we zijn er alleen niet altijd bewust van. Ik zou het begrijpen als u dit relaas als raaskallerij interpreteert, alleen al omdat er geen collectieve consensus bestaat voor de term bewustzijn. Desalniettemin vind ik het een uiterst boeiend onderwerp dat uitdaagt om gevat te worden in woorden. Een gevoel van sterk tekort schieten, primeert bij het overlezen van deze tekst. Taal is een beperkt middel als het gaat over het omschrijven van mystieke ervaringen. Dat weerhoudt mij niet om het te blijven proberen. https://www.karoliendeman.com/blog/2021/5/11/bewust-zijn-van-het-bewustzijn

KarolienDeman
9 0

Woelige dagen

Soms wordt het woelig. De impuls om te vluchten onderdrukkend, probeer ik de kluwen aan emoties, gevoelens en gedachten te ontleden. Het is hier nu bij mij, deze warrigheid, het doet zich voor en vraagt om aandacht. In de vorm van pijn of iets anders dat ik vervelend kan noemen. Ik kijk ernaar en weet dat als ik me ervoor afkeer, ik alles in rafels achter mij mee trek. Het blijft sowieso hangen, mij volgend. Wachtend op een ander ongeschikt moment. Alle mogelijke handvaten en ander gereedschap ligt op tafel. Het lijkt nooit genoeg. Woorden, technieken, stiltes, … Dit vraagt om aandacht, dus moet ik er iets mee doen, toch? Of laat ik beter alle acties achterwege, stilstaand, zodat de storm langs mij heen kan razen, de geseling bewust voelend. Erop vertrouwend dat de sporen die ze nalaat mij alleen maar mooier maken. Ik schipper tussen reageren en laten zijn. Tussen veranderen en aanvaarden. Sluit het ene het andere uit? Alles gadeslaand met een blik die toelaat en liefheeft, maar de felle wind doet mijn ogen tranen. Want ik ben menselijk en zit vol gaten. Mijn weefsel is zacht en weerloos. Mijn kwetsbaarheid en onvoorspelbaar verval omhult mijn goddelijkheid, als een op maat gemaakt kostuum. Ja ik weet het wel; het hier en nu dat mijn bestaan omkadert is slechts een mogelijkheid. Wat niet wegneemt dat ik deze vol overgave vervul. Alleen ultieme liefde kan deze snijdende tegenstellingen baren, daar zij niets wil uitsluiten. Elke handeling krijgt bewegingsvrijheid, elke gedachte gehoor. Aangedreven door een wil banen we ons een weg doorheen het leven. Soms botsend, sputterend en twijfelend. Misschien krijgen we wel dingen naar ons hoofd geslingerd als we voor een authentieke weg kiezen of even blijven stilstaan. De lieve bomen, waar ik me zo graag mee omring, zijn een grote bron van inspiratie. Ze nodigen me uit om mee te wiegen en te buigen. Ik mag zelfs breken, want ook in stukjes ben ik nog evenveel waard. Staand in aanvaarding, daar waar het zaad zich goed voelde om te schieten, belichamen ze de berusting waarin ik wil huizen. Het ruisen van hun kruinen is de geruststellende ondertoon waarop ik mijn wiebelachtige gedachten laat varen. De vibratie van alles dat gebeurt, gewoon omdat het kan. Zonder oordeel. Steeds met het vrijblijvend potentieel om iets toe te voegen.

KarolienDeman
41 1

Doorheen de verschillende lagen van het voelen

Ik ben een (over)denker. Van denken heb ik mijn specialiteit gemaakt. Ik hou ervan om dingen te analyseren, te wentelen in mijn hoofd en eventueel logica of verbanden te vinden. Het heeft me al best wat inzichten opgeleverd. Anderzijds ben ik ook een ‘gevoelsmens’. Wel ondervind ik enige weerstand tegenover dat woord. Misschien omdat ik het al vaak heb horen gebruiken zonder de ware betekenis ervan te kennen. De connotaties die ik eraan toeschrijf zijn ongetwijfeld het product van een rationele wereld die gevoel als ondergeschikt afdoet. Op school leert men kinderen hoe belangrijk het is om het denkvermogen te ontwikkelen. Maar het exploreren en hanteren van de uitgebreide gevoelswereld valt buiten het lessenpakket, ervan uitgaande dat dit wel in de privésfeer zal plaatsvinden. En dat is een gemiste kans. Het verloochenen van mijn gevoelswereld is mij duur komen te staan. Het negeren of verwaarlozen van een deel van jezelf kan nooit tot iets goed leiden. De heftige fysieke kwalen waaronder ik jarenlang gebukt ging, waren ongetwijfeld hiervan een gevolg. Als kind ging dat voelen allemaal zeer spontaan. Ik ging erin mee, speelde en creëerde in de rijke grond van mijn gevoel. Maar ergens in mijn pubertijd ging er iets verloren. Ik kroop steeds meer in mijn hoofd. Het ziektebeeld dat daardoor ontstond, heeft me gemotiveerd om het voelende kind in mezelf te herinneren en te eren. Zoals ik al vaker geconcludeerd heb, schieten woorden tekort. Wat wij collectief verstaan onder gevoel stelt niets voor in vergelijking met de weidsheid van de werkelijkheid. Een sluitende definitie die heel de lading dekt bestaat niet. Het is paradoxaal, maar de analist in mij heeft geprobeerd om de gevoelswereld onder te verdelen in categorieën of verschillende lagen. (Zie het schema in bijlage)Naar mijn mening/gevoel verwijzen we bij het algemeen gebruik van het woord gevoel vooral naar de eerste twee lagen, namelijk fysiek of emotioneel gevoel. Maar er is meer. Ik vond het niet evident om de laatste laag een naam te geven, wetende dat elk woord geoxideerd is door aangeleerde connotaties. Ik koos uiteindelijk voor het woord spiritueel, erop vertrouwend dat de lezer bereid is zich los te koppelen van eventuele vooringenomenheid tegenover dit woord. De verschillende gevoelslagen hebben invloed op elkaar, vullen elkaar aan. Zo kan een fysiek gevoel een emotie losmaken, wat vervolgens een spiritueel gevoel triggert. En ook omgekeerd. Elke laag is als het ware een perspectief van waaruit we de wereld kunnen ervaren. Tezamen vormen ze een multifunctionele toolbox waarmee we het leven en onszelf kunnen interpreteren. Gevoelens zijn het kompas dat ons steeds naar authenticiteit begeleidt, in het bijzonder de laatste laag. De eerste twee lagen kunnen gestoeld zijn op overtuigingen die, al dan niet uit zelfbescherming, beperkend werken. Zo weten we bijvoorbeeld dat het niet altijd aangeraden is om beslissingen te maken vanuit een prangende emotie. Maar het spirituele voelen daarentegen liegt nooit. De kunst is echter, zeker levend te midden van een wetenschappelijke rationele maatschappij, om je het voelen van die laatste laag meester te maken. Het is een mooie (dagelijkse) oefening om even een moment te nemen om bewust doorheen alle lagen te voelen. Beginnende met: wat voelt mijn lichaam? Welke emotie(s) herken ik? En ten slotte: welk spiritueel gevoel word ik gewaar? Heeft het een vorm of kleur? Voelt het puntig of eerder rond? Zacht of hard? Uitgestrekt of gecentreerd? De moeilijkheid ligt vooral in het feit dat het spirituele gevoel begint te vervagen wanneer je het probeert te vatten in woorden, gedachten of concrete vormen. Het vraagt om een interpretatie die geheel los staat van het denken en analyseren. Het brein zal elke ervaring altijd proberen te linken aan iets dat het reeds kent. De functie van het brein is dan ook om het leven te begrijpen. Het brein wil alles onderverdelen en klasseren. Het heeft een versnipperende werking, de neiging om alles in hokjes onder te verdelen. Op zich geen verkeerde of slechte eigenschap, anders zou ik ook niet in staat zijn om deze boodschap te communiceren. Maar het spiritueel voelen is gericht op eenheid. Het maakt geen onderscheid tussen binnen en buiten, ik en de ander, goed of slecht. Het spiritueel voelen proberen te herleiden naar een vorm of kleur is een hulpmiddel dat op een gegeven moment dient losgelaten te worden. Zoals bij zoveel dingen heb je niet meer nodig dan focus, intentie, oefening en vertrouwen om je het spiritueel voelen vloeiend eigen te maken. Om spiritueel te voelen heb je in essentie geen brein nodig. Daarom koos ik voor het woord ‘spiritueel’, omdat het geestelijkheid zonder materie impliceert. Ik weet dat het ontzettend moeilijk kan zijn om het brein even aan kant te zetten en zonder oordeel mee te gaan in de onafgebakende spirituele gevoelswereld. Zoals ik al zei, was ik er als kind erg goed in, maar heb ik het later opnieuw moeten integreren. Het enthousiasme tijdens dit leerproces heeft me ertoe aangezet om deze tekst te schrijven. De taal van het spirituele voelen is de collectieve moedertaal, de taal die elk wezen spreekt. Het gebeurt wel eens dat ik diep aan het opgaan ben in een spiritueel gevoel en dat mijn brein dan plots opdaagt met een oordeel of analyse. Wat er natuurlijk voor zorgt dat het gevoel oplost. Het is ook niet abnormaal dat spirituele gevoelens als vaag overkomen en om die reden dan ook niet serieus worden genomen. Omdat het brein geen concrete handvaten heeft, klasseert het daarom de gewaarwording als vaag en onbelangrijk. Maar wie bekend is met spiritueel voelen en het integreert in het dagelijkse leven zal beamen dat dit een prachtige eigenschap is die helaas schromelijk wordt onderschat.  Met deze tekst wil ik de schoonheid en rijkheid van het spiritueel voelen in de verf zetten. Onder de dikke laag van al het tastbare ligt de krachtige energetische motor van een spirituele gevoelswereld. Als creator, iets dat wij allemaal zijn, is het toch cruciaal om bewust te zijn van alle componenten waarmee we onze werkelijkheid kunnen scheppen.

KarolienDeman
7 1