Twee zijden van een bank
1: Waren er geen andere banken meer vrij?
2: Wat?
1: Ik vroeg of er geen andere banken meer vrij waren.
2: Waarom?
1: Omdat het meestal zo is. Men komt tegenwoordig niet meer naast mensen zitten. Mensen zijn vies en ongemakkelijk. Men zit liever op een met vogelkak besmeurde bank dan naast een ander mens.
2: Als je mij op deze manier probeert weg te jagen dan zal ik je moeten ontgoochelen. Ik blijf hier mooi zitten. Het is evenveel mijn bank als de jouwe.
1: Och, wat kan mij het schelen. Blijft u maar mooi zitten… of staat u op. Het maakt mij geen kloten uit.
2: Waarom wil je dan weten waarom ik hier kom zitten?
1: Omdat ge er jong uitziet, wat doet iemand van uw leeftijd hier en nu op een bank. Moet ge niet wat drank achteroverslaan en het vrouwvolk versieren. Ge doet zelfs niks. Ik zie geen doppen in uw oren of boek in uw handen. Ge zit hier zomaar wat te zitten. Blijft ge hier zitten tot ge zo oud en levensmoe zijt als ik?
2: Wat een zure pruim ben jij zeg, jouw cynische kijk is het laatste wat ik nu nodig heb. Daarbij je lijkt helemaal niet zo oud. Hooguit 50?
1: 49, maar dat is oud genoeg.
2: Dan heb je het recht nog niet eens om jezelf oud te noemen.
1: Och, Ik heb dat recht niet nodig. Het aantal jaren die verstreken zijn sinds uw moeder u heeft uitgeperst, daarvan wordt ge niet oud. Het heeft ook niks te maken met bijziendheid of rimpels. Sommigen hebben meer rimpels dan mij, maar zijn toch jonger. Ik ben oud omdat het leven mij oud heeft gemaakt.
2: Dus dan heb je eigenlijk ook geen reden om mij jong te noemen.
1: Ik zie het al, meneer is van de slimme soort. Dat is het ook, uw generatie voelt zichzelf wel rap slim. Ge hebt het allemaal snel doorzien. Ge tikt drie woorden in op Google en hup, meneer is klimaatexpert, drie andere woorden en ge kunt advocaat spelen. Dus kom, vertel mij eens waarom ge hier zit.
2: Het vrouwelijk geslacht.
1: Het vrouwelijk geslacht zegt hij (lacht). Nog zo’n gevat antwoord. Is dat niet de reden waarom alle mannen ergens naartoe gaan. Het vrouwelijk geslacht. Dus vertel me eens wat meer. Wat voor pietluttige vrouwenproblemen houden u bezig, uw liefje weggelopen? Zat ze op een ander of kon ge zelf niet van de andere meiskes blijven? Of zijt ge zo’n ordinaire viespeuk die in een park naar zogende moeders zit te lonken.
2: Voor zover ik weet ben jij een viespeuk. Wat ik hier doe, gaat jou niks aan. Waarom vertel jij me niet hoe je zo verzuurd bent geraakt en waarom jij je zo oud voelt, als het niks met rimpels of bijziendheid heeft te maken.
1: Eigenlijk gaat het u ook niks aan, maar, weet ge wat. Ik zal het u toch meegeven. Kwestie dat uw jong en maagdelijk brein er misschien nog iets van op steekt. Ook mijn problemen hebben betrekking tot het vrouwvolk, mijn eigen vrouw, als ik ze zo nog mag noemen. Ze is weg, begrijpt ge. Foetsie. Zijden badjas, rode lingerie, 9 paar schoenen, zomerse jurken, zwemkledij en de koffiezetmachine, allemaal weg. 23 jaar, nog twee en we hadden de 25. Hoe noemen ze dat gouden, kristallen?
2: Zilveren.
1: Zilveren, dat is een veel te dure grondstof voor wat het maar voorstelt. Laten we het bij plastieken houden. Nu, al die triviale zaken daar hielden we ons niet mee bezig. Ouderdom heeft niks met jaren te maken, het huwelijk ook niet. Ge kijkt naar dezelfde televisie, slaapt in het zelfde bed en eet aan dezelfde tafel. En wanneer ge plots al die dingen alleen moet doen beseft ge waar het is fout gelopen en als simpele man natuurlijk zo’n vijf jaar te laat.
2: Was het vuur uit de relatie?
1: Dat is waar het bij jullie nog om draait eh, vuur. Het brandt snel op hoor, dat vuur. Maar ik neem het u niet kwalijk, voor mij is er ook vuur geweest. In het begin lagen we hele nachten te vrijen. Er was slechts één wereld en dat was degene wie wij creëerden. Dat kent ge waarschijnlijk wel.
2: Eigenlijk niet, ik heb nooit echt veel passie gekend. Een honger om te neuken dat wel. Ik neem dan het eerste de beste meisje dat ik tegenkom. Het is allemaal niet zo moeilijk hoor, je praat er wat mee en neemt ze mee naar je slaapkamer. De volgende dag bied je haar een boterham aan en daarna negeer je haar berichten.
1: Zo, zo. Meneer is toch van plan om stukje van zichzelf prijs te geven. Je bent me er wel eentje. Een broek vol goesting.
2: Goesting zou ik het niet noemen. Ik verveel me gewoon, dus neem ik wat ik kan om te vergeten dat ik me verveel. Een pint om door mijn keel te gieten een kutje om mijn piemel in te steken. Tot ik een vrouw leerde kennen die anders was dan alle andere.
1: Achter meisjes zitten dat kon ik niet. Ik was daar veel te beschaamd voor. Mijn vrouw is de enigste die ik ooit heb gehad, daar sta je scheef van te kijken hé. Ze keek me aan met haar prachtige bruine ogen en voor ik het goed en wel besefte zat ze vast in mijn hoofd.
2: Ik begin wat jaloers te worden, zoiets heb ik nog niet meegemaakt.
1: Wat was er dan met die vrouw waarover ge juist ging beginnen, was er geen passie?
2: Het was een oudere vrouw, ze was ongeveer jouw leeftijd, ze had zelfs ook bruine ogen. Ik zat met een paar vrienden op café en zij zat daar in een hoekje, moederziel alleen, ze oogde wat verslagen, maar ze straalde een soort ondefinieerbare schoonheid uit. Mijn vrienden grapten dat het een MILF was.
1: Wat is dat, een mielf?
2: (lacht) Dat is niet zo belangrijk, jongerentaal voor een rijpere dame die er wel goed uitziet. Punt is dat ik plotseling in een weddenschap zat met mijn vrienden. Ze zeiden dat ik haar niet kon krijgen en ik bewees hen het tegendeel. Maar er was iets waardoor ik smachtte naar meer, dus negeerde ik haar niet. We spraken zo veel als mogelijk af.
1: Amai zeg, ge zijt gij eigenlijk wel een propere jongen, zo vrouwen naar bed nemen om uzelf tegenover uw vrienden te bewijzen. Pfff, ik had daarmee moeten thuiskomen ik kreeg een draai rond m’n oren. En die vrouw, ze kon uw moeder zijn.
2: Ze was ook moeder, alleen niet de mijne. Een moeder van twee.
1: Ik heb zelf ook twee kinderen. Ik zie ze nu om de week. Dat is lastig. De week dat ze er zijn moet ge alles alleen bolwerken. Ge weet niet waar eerst te lopen en uiteindelijk zijt ge content dat ze weg zijn, maar een dag later tussen de eenzame muren van uw huis, vervloekt ge uzelf dat ge ze ooit weg wou.
2: Ik hoef geen kinderen.
1: Dan zijt ge dom. Het is een schande dat kinderen zo uit de mode zijn. Ze zijn het enigste wat overblijft. Werkt ge te traag, ze smijten u buiten. Zijt ge niet interessant meer, uw vrouw pakt hare zak. Maar kinderen blijven altijd van u. Bon, ik wil eigenlijk wel weten hoe het afloopt met uw rijpere -zo zei je het toch- (vrouw).
2: Dat rijpere was juist wat me aansprak. Ik kon met haar praten over dingen waar mijn leeftijdsgenoten zich te cool voor vinden. We praatten soms zo lang dat we vergaten te neuken.
1: En ge zegt dan, dat ge nooit passie hebt gevoeld?
2: Inderdaad, ik heb het nooit gevoeld, omdat ik het niet toeliet. Ze was 25 jaar ouder en daarbovenop getrouwd. Het mocht niet, het kon niet. Dus wimpelde ik haar net als de andere uiteindelijk ook af, stopte met afspreken en antwoorden op berichten.
1: Meneer de hartenbreker.
2: Ja, maar deze keer was mijn eigen hart ook gebroken.
1: Zie ons hier zitten allebei met een gebroken hart.
2: Het is zielig.
1: Ach, jongen toch. Zo speciaal zijn we niet. Wandelt verder tot het volgend bankje en ge zult een ander gebroken ziel vinden, want wie, buiten de gebroken mens, zet zich nu alleen op een bankje? Het probleem is dat we banken te kort komen.
2: Van alles wat uit je mond is gekomen, is dit misschien wel het enigste waarmee ik akkoord ga.
1: Ik kom wat zuur over, maar wacht nog twintig jaar tot de maatschappij u voorbijsteekt en ge zult dezelfde onzin uitkramen. Steek misschien toch iets op van dit gesprek. Dat ge beter rechtstaat voor ge hier vastroest. Ge zijt nog jong en ge kan nog van alles. Die vrouw, daar had je toch geen toekomst mee.
2: Ik moet je weer gelijk geven. Hoewel ik het altijd onderdrukte, zag ik haar graag. Toch kan ik niet zeggen dat ik hier zit omwille van liefdesverdriet. Het is gewoon, als je een vrouw tegenkomt die al zoveel heeft gezien en gedaan, dat je jezelf begint in vraag te stellen. Al die pinten pakken, meisjes imponeren en pronken tegenover mijn vrienden. Waar leidt het me. Naar deze fucking(!) bank, naast een ouwe zak -excuseer- als jij, of toch tenminste iemand die zich voordoet als een ouwe zak.
1: Daar is het, er zit toch wat gretigheid in u.
2: Maar voor jou geldt eigenlijk hetzelfde, je stelt het gedrag van een zestigjarige en je praat als een tachtigjarige, maar ook jij hebt nog veel te beleven, al je zelfmedelijden het brengt jou ook nergens.
1: Misschien hebt ge wel gelijk… Ja, ge hebt gelijk. Het wordt tijd om te vertrekken en dit zielig bankje achter te laten.
2: Ja man, ga weer de wereld in. Neem nu die vrouw aan de overkant, wie weet wat zij allemaal heeft meegemaakt, maar ze wandelt vooruit en dat is wat telt.
1: Ik doe het. Ik sta op. Sterker nog, ik dank mijn vrouw om me te verlaten. Sinds ze weg is leef ik weer. Ik erger me weer aan dingen, zoals aan u toen u hier kwam zitten, alsof ge een indringer in mijn leven was. Ik voel terug. Bedankt vreemdeling, ik ga er nu vandoor. Ik ga u nog een hand geven.
2: Ik moet jou ook bedanken. Ik blijf nog even zitten, maar ik kom binnenkort ook recht en dan laat ik deze bank ook achter me.
1 & 2: Dag!
(Pauze)
2: Wacht, wacht, wacht. Je bent iets vergeten.
1: Och, het is een foto van mijn vrouw, ik zal het niet meer nodig hebben. Jij mag het hebben, als je wil.
2: Is dit uw vrouw? Is dit echt UW vrouw? (verontwaardigd)
1: Ja, waarom doet u daar zo raar over. Kent u ze misschien?
2: (Aarzelend) Euh, nee, nooit gezien. Ik was euh gewoon verwonderd. Uw vrouw ziet er… erg bijzonder uit.
1: Bijzonder?
2: Ik bedoel euh dat ze knap is.
1: Wat is het? Heb je nu ook al zin om mijn vrouw te bespringen?
2: (lacht ongemakkelijk) Nee hoor, dat heb ik …euh Ik zou niet durven. Ga nu maar door, de wereld wacht.