Ui en Zand
Je merkt niets van de ui? De schrijver Ernst van Dealenmaete spuugde zand en hield zich stevig vast aan het zadel van de kameel. Eenentwintig kilo ui at het beest gisteravond en dat was hééééél normaal volgens de gids. ‘Having fun, sir?’ De gids klonk dichtbij, maar Ernst zag alleen maar zand. Voor, boven, onder, achter en aan de zijkanten: zand. ‘Careful, sir.’ Hoezo “careful?” Die met ruft gevulde kameel moet careful doen. Hoe hoog zou hij zitten? Ernst en zijn kameel vlogen schuddend op-en-neer alsof ze in een zandachtbaan reden. ‘Enjoy view, sir?’ Als hij deze “view“ wilde “enjoyen”, lag hij liever op zijn buik bij Zandvoort met zijn hoofd in een kuil: zelfde uitzicht en een stuk rustiger. Ernst snoot zandsnot en trok de hoofddoek strakker. De bolle buiken betekenden niets, mompelde de gids bij het ontbijt: “gasvorming na uien gebeurt bij kamelen niet.” Zijn Egyptische vertaler wist zeker: deze jongen was de beste gids ooit. Nou, dan kon Ernst op de maan gidsen. "Komt geen zandstorm," vertelde de wegwijzer zelfverzekerd, Buienradar zou dit ettertje met blauwe tulband en witte jurk op staande voet ontslaan.
Het idee van de uitgever was idioot: doe field research, laat je inspireren door de sfeer van duizend en één nacht. Waarom? De serie van elf doktersromannetjes had hij ook niet in het ziekenhuis geschreven en voor de bestsellerreeks “Lady LoveLove’s Poolboy,” nr .1 t/m 17, had hij geen enkel zwembad in zijn blote bast staan schrobben. Die cultuurbarbaar had niet door dat Sheherezade verlangend in haar marmeren harem ergens in de negorij van Iran de sprookjes uit haar duim zoog. Ernst voelde zich mooi de pineut in Egypte, een globale 2000 kilometer uit de richting.
Alsof een schakelaar omging brak de zon door. Als wolken melk in de caffè latte, draaide de zandstorm onder hem, de kameel schudde minder en dreef uiteindelijk relaxed boven de wind. Zijn vertaler zweefde aan de linkerkant en zei: ‘Als dit niet inspiratie, dan weet ik niet.’ Hij grijnsde met gele tanden en wees vooruit. ‘Zie je punt? Da’s top Gizeh piramide.’ Ernst schrok, ze hadden meer dan honderdvijftig kilometer gevlogen. Hij schudde zijn hoofddoek uit en snoot zijn neus uitgebreid in een van de punten. De gids vloog rechts en zei: ‘Lean backward, get tail and pull gently, sir.’ Zijn vertaler en de gids leunden achterover en deden voor hoe je de staart moest grijpen. Voorzichtig krabbelde Ernst met zijn hand via de kamelenrug naar de staart, pakte deze vast en gaf een ruk. Met het geluid van een turbo aangedreven bastuba uit zijn achterste schoot het beest vooruit. De kameel struikelde bijna over de top van piramide, brulde een geschrokken boer en zette zich net op tijd af. Ernst schoof half uit het zadel en hield zich met een hand aan de zijtassen vast. ‘I said GENTLY, sir!’ schreeuwde de gids. Bleek uitgeslagen klom Ernst terug en omklemde de kamelenbult totdat ze weer rustig zweefden. Met korte, zachte rukjes manoeuvreerden de beide Egyptenaren hun kamelen geroutineerd in een schuddende glijvlucht naast Ernst. Deze kamelen klonken als zachte trombones. Na een paar keer proberen hield Ernst zijn rijdier onder controle. De zandstorm was gaan liggen en mensen krioelden beneden door elkaar bij de wereldwonderen. Ze vlogen rond de piramides en zeilden naar de sfinks. ‘You see no nose, sir,’ zei de gids. ‘My great grandfather not control camel very well.’ De gids begon te grinniken. ‘My great grandfather busted nose too. Own fault, he flying drunkenly.’ Het briesje tegenwind van het vliegen temperde de hitte van de zon en Ernst hing relaxed op zijn zadel, de staart controleerde hij met ontspannen rukjes. Hij wist niet dat de strook naast de Nijl zo vruchtbaar was, hij zag boeren aan het werk op het land en de gids leerde hem verschillende soorten palmen van boven herkennen. Het contrast van de gele woestijn, de groene akkers en het blauwe Nijlwater betoverde. In de verte verpestten de flatgebouwen en krottenwijken van Caïro de horizon. De wedstrijd naar Sharm el Sheik won de vertaler, de gids werd tweede en Ernst nipt derde, hij verbaasde zich dat hij de andere twee kon bijhouden. ‘Look out for tourist airplane, sir.’ waarschuwde de gids bij het vliegveld. Met een scherpe bocht ontweken ze een opstijgende Airbus A320, Ernst scheet bagger maar de kamelen knipperden niet met hun ogen. Boven een dorpje vlogen ze door rookflarden. ‘Sheep skewers,’ snoof de gids. ‘Lunchtime! You hungry, sir?’ Hij zette koers naar het tentenkamp.
Boven het kamp strekte de gids gids zich, klemde de kamelenkop tussen zijn voeten en drukte deze naar links. Hij trok de staart voorzichtig maar langdurig naar zich toe, en tegen de klok in cirkelend daalde hij af. De trombone klonk zwakker en zwakker, vlak boven de grond klonk een pufffff-pfff-pff alsof de trombonist zijn laatste adem gebruikte, de kameel landde schokkend, zakte bijna door zijn poten en maakte een geluid dat het midden hield tussen geblaat, getoeter en gorgelen. De gids gleed van de rug en het logge beest hobbelde naar de waterbak bij de hoofdtent. De vertaler voerde op dezelfde wijze de afdaling uit. Met horten en stoten kwam ook Ernst naar beneden. Hij hing na de heftige landing dwars over het zadel. Met een parelwitte lach zei de gids: ‘Had fun, sir?’ Zijn warme bruine ogen twinkelden.
Ernst had inspiratie! Hoeveel delen het zouden worden wist hij niet, maar hij doopte zijn pen in de zonnebrand factor 50 en ging aan de slag .