Zoeken

Brief aan Vlaanderen

Ik ben een zeventienjarig meisje dat zeer graag in Vlaanderen woont. Opgegroeid in een normaal gezin. Mama en papa die mij steunen in alles wat ik wil bereiken. Twee broers waar ik een goede band mee heb. Opgegroeid in een rustig gelegen huis is een dorp. Ik ga graag eens naar een drukke stad, maar ben ook heel graag op het platteland. Ik vind dat Vlaanderen de ideale mix is en dat ik zeer dankbaar mag zijn dat ik hier geboren ben. Wel heb ik mijn eigen mening over bepaalde dingen en kunnen sommige dingen zeker beter aangepakt worden in deze maatschappij. We leven nu in een pandemie, dat maakt het natuurlijk niet makkelijker. Maar misschien heeft het wel voordelen voor ons gedrag tegenover elkaar en de maatschappij.  Ik keek voor corona naar Vlaanderen met een bezorgde blik. Ieder voor zichzelf, dat was de maatschappij. Wil je iets bereiken, dan moet je er zelf voor zorgen. Dat is het zeker nog wel op sommige vlakken, maar corona heeft er ook voor gezorgd dat Vlaanderen warmer werd, naast natuurlijk alle miserie dat het virus met zich meebracht.  Mijn kijk op Vlaanderen is een beetje veranderd, maar toch ook niet helemaal. Ik zie mensen nog steeds in een boog rondom mij gaan of naar de grond kijken als ze mij passeren. Misschien is dat normaal, misschien is dat uit angst voor het virus, maar dat was soms ook al voor corona. Ik zie het juist als een kans om de mensen eens in hun ogen te kijken. Meer te vragen hoe het met hun gaat, want emoties kan je moeilijk aflezen van een gezicht waarvan meer dan de helft bedekt is met een mondmasker.  Er zijn mij zeker dingen opgevallen. Zo had je het applaus voor de zorgsector elke avond om acht uur. Een heel mooi gebaar vind ik, die mensen zijn de echte helden in deze crisis. Doe het maar eens, elke ochtend opstaan wetende dat je met honderden mensen in contact gaat komen die besmet zijn met een dodelijk virus waar men nog niet eens alles over weet. De moed en passie voor hun werk moet immens zijn. Elke dag weer alles eraan doen om zoveel mensen zo snel mogelijk te genezen. Mijn respect voor die mensen is enorm groot. Eerlijk gezegd, ik zou er de moed niet voor hebben. Ook was er een drone die soms over Vlaanderen vloog waar je een boodschap kon overbrengen voor iemand, de zorg, de bevolking, wie dan ook. Ook dat vond ik een zeer mooi gebaar. Het is zoals ik hiervoor al zei, Vlaanderen is warmer geworden. Over na corona kan ik nog niet praten, want we zitten er nog midden in. Ik hoop dat mensen dat ook beseffen.  Frustraties zijn er altijd. Je kan het nooit eens zijn met alles en iedereen. De beslissingen van de overheid snap ik vaak niet. Maatregelen laten vallen wanneer er nog steeds zeer veel besmettingen zijn frustreert mij mateloos. Langs de andere kant ben ik ervan overtuigd dat die mensen wel gewoon hun best doen, maar gewoon ook niet voor iedereen goed kunnen doen. Ik denk dat er veel dingen zijn die wij niet beseffen waar de overheid rekening mee moet houden. Ook frustreert het mij wanneer ik de bus opstap en vier veertienjarigen hun mondmasker niet zie dragen en hoor roepen naar elkaar of ik iemand zie met zijn neus uit zijn mondmasker. Het is nu ook niet moeilijk de maatregelen correct te volgen. Het zijn er al niet veel, leef ze dan ook na! Sommige mensen kunnen zeer respectloos zijn tegenover andere mensen zonder dat ze het zelf beseffen.    Mijn boodschap voor Vlaanderen zou zijn, maak het beste van de situatie waar we nu inzitten. Sterker zelfs, maak er gebruik van eens mensen in de ogen te kijken, te vragen hoe het met hen gaat, knik eens, knipoog, spreek met uw ogen! Zeg eens dank u als je een verpleger, dokter of eender wie ook tegenkomt die echt wel de titel held verdient. Hou de warmte in Vlaanderen, ook na de pandemie. Draag uw mondmasker, bescherm niet alleen uzelf, maar ook een ander. Wederzijds respect, liefde en het creëren van een warm gevoel bij uzelf en de mensen rondom u zijn de ingrediënten voor de ideale samenleving. Laten we samen van Vlaanderen een maken.  

Marg
6 0

Moederliefde

Er is geen liefde puurder, altruïstischer en warmer dan echte moederliefde. Helaas heeft niet iedereen het geluk dit te mogen ervaren. De relatie met je moeder laat een afdruk na op het verloop van je leven. Ik ben ontzettend dankbaar voor de warme relatie met mijn moeder en dat ze mij al 35 jaar laat voelen wat onvoorwaardelijke moederliefde is. Ik kies er bewust voor om zelf geen moeder te zijn in dit leven. Dit wil echter niet zeggen dat ik geen moederliefde kan geven. Ik kan moeiteloos het kind zien in iemand. In ieder van ons huist een kind dat niets liever wil dan geliefd worden. Ongeacht iemands leeftijd, zie ik een kleine jongen of meisje door alle lagen heen schemeren. Ik ben in staat om naar iemand te kijken met de ogen van een moeder. Dat zijn ogen die liefdevol kijken met mededogen, geduld en begrip. En vanuit dat standpunt is het maar een kleine stap om ook moederlijk te handelen, door bijvoorbeeld zorgzaam of troostend te zijn. De bron van waaruit mijn liefde ontspruit is oneindig. Het werd mij onlangs heel scherp duidelijk dat de moederliefde die ik naar anderen overhevel, naar het prachtige voorbeeld van mijn eigen moeder, eveneens aan mezelf geschonken kan worden. Daarmee wil ik zeggen dat ik mezelf als een moeder kan liefhebben. Ik kan mezelf vanuit datzelfde moederperspectief bekijken, verzorgen, troosten, aanmoedigen of geruststellen. Eveneens kan ik mezelf aanraken als een moeder door mezelf te strelen of knuffelen. Ik vermoed dat veel mensen hier weerstand tegen zullen voelen. Jezelf liefdevol aanraken is iets dat niet echt cultureel ingeburgerd is en eerder als raar wordt beschouwd. Toch is het ontzettend heilzaam en een uiting van eigenliefde. Ik zou mensen willen aanraden om dit ondanks de ingeprente tegenzin toch te proberen. Vooral in tijden als deze, waarbij het afstand houden zo fervent gepredikt wordt, kan dit een gezond tegenwicht bieden. Als ik bijvoorbeeld iets moeilijk moet doen, dan knijp ik zacht in mijn bovenarm en bevestig ik wat een flinke meid ik wel niet ben en dat ik best trots mag zijn op mezelf. Of als ik verdriet heb, dan streel ik over mijn wang terwijl ik zeg dat het oké is om te huilen. Niemand kan zo goed zorgen voor mij als ikzelf. Niemand weet en voelt beter dan ikzelf wat ik nodig heb. Wat mij betreft is dat eigenliefde van de bovenste plank. Er is niets zo helend als eigenliefde. Het is het ultieme medicijn. Als je als kind een schrijnend gebrek aan moederliefde gekend hebt, hoeft dit niet meteen te betekenen dat er geen voeling kan zijn met de energie van moederliefde. Intens ervaren wat iets niet is, kan helpen om klaar te zien in wat het dan eigenlijk wel is. Iemand die bijvoorbeeld als kind mishandeld is geweest, kan vanuit die ervaring bewust beslissen om het bij zijn of haar eigen kinderen geheel anders aan te pakken. Sommige mensen zijn in ons leven om ons te laten zien wat we niet willen. Ook dat is erg waardevol. Want zo wordt de focus op wat we wel willen alleen maar scherper. En hoe scherper we voor ogen houden waar we naar verlangen, des te meer kans dat het dan ook op ons pad zal terecht komen. Dat heet visualisatie, iets waarover ik reeds vol passie en overtuiging heb gesproken en geschreven. Tot slot maak ik nog even de bedenking dat moederliefde niet uitsluitend iets vrouwelijk is. Het is een term die gelinkt wordt aan vrouwelijkheid, maar een man kan uiteraard eveneens deze liefdevolle energie gewaarworden en uiten. Moederliefde is slechts een woord om een specifiek gevoel te omschrijven, maar de onderliggende betekenis is veel ruimer.

KarolienDeman
21 0

Het boek

Voor ieder van ons ligt er een boek. Het is een ontzettend lijvig boek met erg kleine lettertjes. Je kunt je hele leven wijden aan het lezen, bestuderen en naleven van de inhoud. In dit boek staan al je overtuigingen, levenslessen, conclusies, verwachtingen, oordelen, beschermingsmechanismen en alles dat je werd ingeprent. Het beschrijft wie je denkt dat je bent en moet zijn. Er is ook een uitgebreid hoofdstuk gewijd aan wat normaal en acceptabel is en wat niet. Een deel van het boek hebben we zelf geschreven en andere delen werden door anderen ingevuld. Zo heeft onze cultuur bijvoorbeeld voorgeschreven hoe ons leven en keuzes er horen uit te zien. Onze opvoeding heeft eveneens een steentje bijgedragen aan het volume van het boek. En dan is er nog ons genetisch materiaal dat de stijl en toon van de tekst bepaalt. Het is een soort van handleiding waar we ons bij twijfel tot wenden. En we twijfelen veel. Veel mensen staren gefixeerd naar hun opgeslagen boek. Hun ogen wenden zich nooit af van de letters. Het hoofd blijft permanent gebogen boven de pagina’s. In feite hebben ze zelfs niet meer door dat ze aan het lezen zijn. Wat ze zien wordt als realiteit en absolute waarheid aangenomen. Wat daar staat, is waar ze in geloven. Als ze het hoofd zouden oprichten en rondkijken, krijgen ze het gevoel alle houvast te verliezen. Ontmoeten ze iemand die op een totaal andere wijze dan de voorschriften handelt, dan zullen ze verontwaardigd verwijzen naar de paragrafen die volgens hen van toepassing zijn. Het boek bakent een ruimte af waarbinnen er geleefd kan worden. Het dicteert een zijnswijze. Het is menselijk om structuren, patronen en betekenis te zoeken als leidraad in de hoeveelheid keuzes die in een leven gemaakt kunnen worden. Het boek heeft een zelfbeschermende functie en dient als ankerpunt. Door het naleven van de voorschriften hopen we rust te vinden. Als compensatie tegenover de  alomtegenwoordige en fundamentele bestaansonzekerheid. Maar het is ook zeer beperkend. De inhoud van ons boek kan zonder dat we het beseffen sterk afwijken van onze authentieke aard. We hopen goed te doen door het boek bij twijfel te raadplegen, terwijl we onszelf daar misschien eigenlijk kwaad mee doen. Want misschien wijkt onze authentieke zelf wel sterk af van alles wat onze opvoeding, cultuur en omgeving voorschrijft. En dan verloochenen we onszelf door het boek in plaats van onze ware zelf te volgen. Het vraagt een open geest, moed en zelfvertrouwen om je hoofd te rechten, het boek dicht te klappen en rond te kijken. Want de ruimte rondom het boek is werkelijk oneindig. In de ruimte rond het boek is alles mogelijk. De enige leidraad in die weidsheid is je hart en gevoel. Wat goed voelt, dat is daar de norm. Het kan goed zijn dat je persoonlijke keuzes veroordeeld of afgekeurd worden omdat ze sterk afwijken van wat er in de meeste mensen hun boek staat. Constructief omgaan met die oordelen zonder jezelf in te binden is een kracht die doorheen de tijd kan versterkt worden. Je kunt jezelf leren om stabiel in je authenticiteit te blijven staan terwijl anderen niet begrijpen of goedkeuren wat je doet. Je zou het jezelf anderzijds erg moeilijk maken indien je het boek definitief van tafel zou vegen en alle voorgeschreven structuren negeert. Want de maatschappij waarin we leven rekent erop dat je bepaalde voorschriften volgt. Het is wel handig om te weten wat er verwacht wordt en welke stappen er moeten gezet worden indien je iets wil bewerkstelligen in de collectieve realiteit. De regels hebben een functie. Ze zijn er om chaos te weren en alles in goede banen te leiden. Maar ze hoeven ook niet te serieus genomen te worden. Het is gezond om de voorschriften te accepteren en te respecteren, maar om tegelijkertijd wel te beseffen dat ze geen ultieme waarheid zijn. Doe jezelf een plezier door zonder oordeel of schaamte te dansen in de ruimte rond het boek. Door vrijuit te spelen en onbegrensd te visualiseren over wat je graag zou bereiken in het leven. Ongeacht wat er in je boek staat kun je jezelf onvoorwaardelijk liefhebben, met geduld en mededogen. Verlos jezelf van de voorgeschreven beperkingen door met een kinderlijke open blik verwonderd rond te kijken. Zo’n boek is tenslotte maar een nietig ding ten opzichte van de oneindigheid van het universum.

KarolienDeman
25 1

Racisme in Brussels Regenbooghuis.

Over racisme in de LGBT-gemeenschap.            In een interview met Zizo (Zizomag) laat Rachael Moore, coördinator van het Brusselse Rainbowhouse uitschijnen dat de ‘witte’ LGBT-gemeenschap (begrijp: cisgender witte homomannen) racisme in de eigen gemeenschap niet onder ogen willen zien. Toen ik haar daar over aansprak, schreef Moore in een persoonlijke mail naar mij en in naam van het Rainbowhouse dat “witte mannen in onze geschiedenis nooit zij aan zij stonden met mensen van kleur.” Het kapen van een zinvol debat rond racisme lijkt bon ton te zijn in de media en sluipt nu ook de LGBT-gemeenschap binnen. Met mijn betoog wil ik aantonen welke kans Moore aan zich voorbij laat gaan omdat zij met haar persoonlijke verontwaardiging het debat steriliseert en zichzelf in de voeten schiet door mensen in de eigen gemeenschap aan te vallen in plaats van structuren in de maatschappij. De identiteitspolitiek en vooral de dogmatische politieke correctheid die Moore in het Regenbooghuis hanteert, is verbluffend, contraproductief en vooral discriminerend. Dat kan tellen voor een huis dat welzijn bij LGBT’ers wil promoten. Volgens de coördinator lijkt welzijn voor bepaalde mensen uit de LGBT-gemeenschap toch niet besteed aan iedereen binnen die gemeenschap. Ook het feit dat zij alles en iedereen reduceert tot huidskleur, past helemaal niet in een inclusief project binnenin de LGBT-gemeenschap. Tenslotte wil ik ook het cultuur cancelen die het Regenbooghuis in Brussel hanteert, aankaarten en een oproep doen om snel aan het serieuzere werk te beginnen, de ego’s en de incompetentie achterwege te laten en er te zijn voor de hele LGBT-gemeenschap               Moore stelt dat de wereld waarin witte en zwarte mensen zij aan zij stonden, als gelijken, niet bestaat en nooit heeft bestaan. Ook schrijfster Fleur Pierets bezondigt zich in een column in De Morgen aan het conformistische politiek correct denken wanneer zij een oproep doet om ‘witte’ LGBTQI+-mensen mee te hebben in de strijd tegen racisme met een lichte toon van verwijt want “het allerminste dat de witte LGBTQI+-gemeenschap naar mijn mening kan doen is zij aan zij gaan staan met hen die op straat komen voor hun bestaansrecht.” Het allerminste? Pardon? Wat hebben die witte mannen (en vrouwen) dan niet gedaan? Het is tijd voor een update, voor een reminder aan onze gemeenschappelijke geschiedenis en pistes uit te denken welke mensen en strategieën nodig zijn om in onze gemeenschap voor iedereen te zorgen.             Ik zeg het meteen: blanke homomannen hebben nooit de strijdarena verlaten. Nooit. Ik trek bewust een parallel met HIV/aids. De ravage uit de jaren ’80 en ’90 van vorige eeuw heeft veel machtssystemen blootgelegd die duizenden doden op het geweten hebben. Daardoor hebben veel 50-plussers van vandaag hun vrienden verloren. Ik heb toen ook vrienden verloren. We leefden elke dag met angst en heel ons sociaal leven werd erdoor gekleurd. De dood was iedere dag aanwezig. We werden afgerekend op onze seksualiteit, op onze huidskleur, op onze afkomst, op onze eisen voor gelijkheid, op onze identiteit, op onze ziekte. We waren de pest. We werden uit onze jobs, onze woningen en onze relaties gezet. Niet onze sekspartners waren onze vijanden, niet de naalden die we deelden voor onze drugs waren onze vijanden, niet het bloed dat we via transfusie kregen was onze vijand. Een lakse overheid, een machtig medisch orgaan, politiek correct denken en de hebzucht van de labo’s waren onze vijanden. Dus gingen we op zoek naar bondgenoten. We verenigden ons in vzw’s, creëerden onze eigen safe spaces en we gingen terug studeren om mondig te worden, weerwoord te bieden en kennis te vergaren. We kwamen op televisie en in de media om te zeggen dat we aan het sterven waren. We zochten verder naar bondgenoten. Homomannen waren de meest getroffen personen en ook het meest gemakkelijke doelwit. En toch hebben blanke homomannen niet voor eigen blanke gemeenschap gestreden. HIV kende en kent nog steeds geen kleur. HIV maakt geen onderscheid tussen blank en zwart. Aids wel. Hetzelfde geldt voor racisme. En dan moet je kijken naar structuren, niet naar mensen. Wanneer je naar de archieven van die periode kijkt, zie je dat we mannen, vrouwen en transgender personen van alle kleuren waren. Ook de archieven van pakweg De Rooie Vlinder uit 1978 laten duidelijk zien dat blanke mannen én vrouwen samen met zwarte mannen en vrouwen zij aan zij stonden in de strijd voor gelijkheid. In de tentoonstelling in Brussel afgelopen zomer over feminisme in België “Vrouwen vrij, een andere wereld” ging het ook niet enkel en alleen over blanke heterovrouwen. In 1985 liep ik als 17-jarige rond met de badge “Touche pas à mon pote”. In de jaren 2000 hebben we met man en macht sociale rechten opgeëist – en gekregen - voor iedere seropositieve sans-papier. Zwarte vrouwen en mannen werden naar het land van herkomst in Afrika teruggestuurd waar geen aidsremmers ter beschikking waren. We hebben ook de rechten van de patiënt laten gelden. In 2002 hebben we in Parijs tegen Le Pen betoogd toen de man bijna als president werd verkozen. Extreemrechts, grootste partij, zegt u dat iets? En je moet echt een opportunistische activist(e) zijn als je de tentoonstelling over Keith Haring niet gezien hebt. Zeg me dus nooit, nooit meer dat we nooit iets samengedaan hebben. En schrijf nooit meer dat het minste wat we kunnen doen, zij aan zij gaan staan is. Het met de vinger wijzen naar die blanke homomannen moet stoppen. Het moet stoppen met beledigingen te sturen aan het adres van duizenden activisten en duizenden doden. We hebben veel gedaan en we kunnen nog veel maar de breuk die deze polariserende politiek neerzet, verlamt een hele strijd in eigen gemeenschap.             Homo of lesbisch zijn in de zwarte gemeenschap ligt zeer gevoelig. Dat zijn pistes die we vandaag in onze gemeenschap moeten durven bewandelen, ook al is niet iedereen queer. Bovendien identificeert niet iedereen zichzelf via zijn of haar huidskleur. Blanke holebi’s hebben nooit in de plaats van mensen met kleur gestreden. Integendeel. Activisme doe je niet via een column in de mainstream media of op een YouTube-filmpje. Het is tijd voor opnieuw ‘wij’ denken. Het is hoogtijd om activisme te reactiveren, de speeltuin te verlaten en aan het werk te gaan. Tijd om samen het monster racisme samen in onze gemeenschap te bestrijden. Nog volgens het Rainbowhouse en Rachael Moore heb ik als ‘witte’ cisgender homoman niets te zeggen. Moore stelt dat ik nog steeds van mijn witte privileges geniet. Ik zeg het meteen: ik ben niet geprivilegieerd. Geprivilegieerd zijn rijke mannen of vrouwen van alle kleuren die hun verdiensten en privileges te danken hebben aan hun naam of hun aandelen. Ik vecht zoals zoveel andere stilzwijgende Belgen nog iedere dag voor gelijkheid voor iedereen. In mijn job als leerkracht bijvoorbeeld. Mijn ‘witte’ maar blijkbaar toch niet-geprivilegieerde grootouders hebben hun godganse leven gewerkt om alleen even arm als de straat te blijven en even arm te sterven. Arbeiders kwamen op straat en verloren ook hun leven: Een onvergetelijke bloednacht.  Deze overwinningen zijn systemen waar Moore ook vandaag van geniet. Hoe comfortabel is het toch om een gerieflijk forum in de media te krijgen maar daar helaas niet verder komen dan roepen, tieren, cancelen, deleten en zeggen dat het vermoeiend is.             Ik zie een generatie die het graag over ‘ik’ heb. Een generatie, verwend, onopgevoed en die er niet in slaagt, op geen enkele manier, om de erfenis van het activisme over te nemen en om te zetten in daadwerkelijke en urgente veranderingen in onze maatschappij. Wil deze generatie écht politiek dwingen de wetten aan te passen? Heeft deze generatie de kennis en de ervaring genoeg om politiek sterk te staan, het verschil te maken en te zorgen voor iedereen in de maatschappij en de eigen gemeenschap? En is het constant refereren naar Wikipedia en UberFacts écht zo kritisch onderbouwd?             Tenslotte is er vanuit de LGBT-gemeenschap veel kritiek geuit op het verhaal rond het fresco van Ralf König en die je kan bewonderen in de Brussele Lollepotstraat. Volgens Moore en het Rainbowhouse is deze fresco een racistische afbeelding. Ralf König heeft een weerwoord op zijn website geschreven Ralf König. Het illustreert de povere kennis van de eigen geschiedenis en het onvermogen om kunst in de tijdsgeest te plaatsen. Ik ben tot op vandaag nog steeds razend kwaad omdat mijn geschiedenis door het politiek correct denken van het Brussels Regenbooghuis niet meer mag bestaan. De blanke homopersonages worden op dit fresco overigens ook niet zeer flatterend en eerder cliché gewijs afgebeeld maar geen enkel blanke haan die daar naar kraait. Zelfs Moore lijkt niet verontwaardigd te zijn maar daar zegt ze niets over. Ik daag het Regenbooghuis openlijk uit om de eigen geschiedenis te kennen, te kaderen, te koesteren, te respecteren en vooral weten te waarderen.             Racisme bestaat ook in de LGBT-gemeenschap zoals in alle lagen van de bevolking en alle gemeenschappen maar je moet toogpraat weten te onderscheiden van serieuze haatpraat die machtsstructuren hanteren. De bron van die structuren vind je in de politiek, religie, onderwijs, justitie, gezondheidszorg, de media maar evenzeer in de cancel/delete cultuur die dogmatische activisten hanteren. Wil je racisme in de LGBT-gemeenschap blootleggen, zal je toch met meer concrete feiten naar boven moeten komen. En ook je bedoelingen uitleggen. Suggereren dat de Brusselse Kolenmarkt een straatje is voor witte cisgender homomannen is volledig van de pot gerukt. Moore en het Rainbowhouse promoten eerder een eigen agenda van identiteitspolitiek dan daadwerkelijk racisme in de eigen gemeenschap te bewijzen en aan te pakken.             Racisme is overal en nergens. Racisme is even zichtbaar als verdoken. Maar daarom moet je je hoofd nog niet in het zand steken. Iemand die een Rainbowhouse leidt, moet verbindend zijn, er staan voor iedereen en geen leugentjes rondstrooien of er een eigen persoonlijke agenda op nahouden. Overheden die deze instellingen subsidiëren zouden zich daar ook bewust van mogen zijn. Of duidelijker zijn in de communicatie: “Witte cisgender homomannen niet welkom.” En dan kunnen we de oproep van Pierets meteen in de vuilnisbak gooien. Voor haar moeten we samen opkomen, voor Moore kan dat echt niet en zal dat ook nooit gebeuren. Mensen zijn niet alleen mensen met kleur. De dictatuur van deze identiteitspolitiek drijft progressieve LGBT’ers weg van een hele gemeenschap, enkel en alleen om de persoonlijke agenda van een identiteitspolitiek uit te voeren. Het valt dan ook niet te verwonderen dat vele holebi’s verschuiven naar N-VA, sommige zelfs naar Vlaams Belang. Met hun so called activisme verliezen ze echter ook hun eigen bondgenoten en dat zijn heus niet enkel en alleen die gemene blanke cisgender homomannen waar continu naar verwezen wordt. Hier moet ook een alarmbel afgaan maar dogmatische activisten blijven doof, blind en vooral afwezig voor deze signalen. Vandaag zetelen 23 parlementsleden van het Vlaams Belang in het Vlaams parlement, 7 leden in de Senaat, 18 in het federaal parlement, 3 in Europa, 1 in Brussel en 2 zitjes in de Raad van Bestuur van de VRT. Dat zijn er 54 te veel. Moeten we ons daar beter niet mee bezig houden? Ik woon in het hartje van Brussel. Vanuit mijn woonkamer heb ik zicht op de Sint-Michiel en Sint-Goedele kathedraal. Ik denk vaak hoeveel tijd, hoeveel bloed, hoeveel zweet en hoeveel miserie het niet gekost heeft om die daar te zetten. Hoeveel sociale strijden de verschillende lagen van dit meesterwerk dragen. De kathedraal staat daar nu al zolang, als een architectonisch wonder. Zo is ook eender welke sociale strijd anno 2020 er een van intelligent en gefundeerd voortbouwen op de steenlagen in onze maatschappij die ook met zweet, bloed, tranen en miserie, vastgeklonken en verankerd in de geschiedenis staan. De strijdtechnieken van de dogmatische politiek correcte activisten zijn achterhaald. Ze dienen enkel individueel ongenoegen en staan in fel contrast met een historisch beladen collectieve strijd. De strijd tegen verondersteld racisme in de LGBT-gemeenschap heeft nood aan serieuzere actoren en strategieën die discriminerende realiteiten en machtssystemen die elk individu van ons en onze gemeenschap aanbelangt, blootlegt. Moore wil liever de LGBT-geschiedenis herschrijven. Laten we dat vooral niet doen maar laten we eerder ons bouwwerk verderzetten met alle lagen en kleuren van onze gemeenschap. Het speeluurtje is voorbij. Het is tijd voor een groot debat met alle actoren over alle generaties heen om ook voor iedereen in onze gemeenschap een veilige plek in de wereld te creëren. Ik ben als cisgender homoman zeker van de partij. Foto in bijlage: © Pierre Maraval: 1000 regards contre le sida.

Erwin Abbeloos
30 0

Postmodernisme? Epic

In een tijdlaag die afzonderlijk is. Wat is omgekeerd aan een teleologie?Een passief individu. En een individu, dat kan heel wat zijn:traag, op zichzelf een lichaam, valt het van de atmosfeer of kosmos (whatever eigenlijk)naar beneden (op mijn hoofd): eerst de luchtlaag, dan de aardlaag, dan door mijn hoofd op de korst van een ademende globe. In zijn vluchtval nam het tijd & ruimte mee; zonder af te nemen in grootte.  De tijdlaag of individu verlangt ernaar positief te zijn, maar is vooral OOK negatief, dus vult het zichzelf af. Nieuwe staat, nieuwe term: neutraliteit. Om te creëeren moet je helemaal niet leeg zijn / Je moet vol zijn, maar dan bedoelt men:vol van intentie, leeg van content. Nieuwe concepten vragen om een consensus, zoals een zin om een syntax vraagt; ook al is die van tevoren nog niet bepaald. Anders was hij geen zin, maar een taal.Zo ook met een bewustzijn, een nieuw werk, al deze synoniemen, voor creaties binnen kunst - of filosofant (filosofische / hallucinante) goede ideeën, die zovelen al voor me hadden:je bent namelijk nooit alleen in je denken, dus ook nooit de pionier.Omdat niemand die is, ben jij dit toch een beetje.De tijdlaag zakt af, en zet af, op de aardkorst. Leem werd beschreven door Galina Rymbu, maar zij was wel feministe. Of Jeroen Mettes: "hoe lang is het geleden dat ik nog eens heel (ik zou zeggen 'geheel') feministisch was?". / Dat dus hé: je vraagt er om gepest te worden, en dat is iets goeds: je mannetje (oh no) staan. In zijn val neemt het mee: partiële partners. Vervangbare materie. Deze zet het af. Vertelt een nieuw verhaal vanuit een nieuw idee, een concept. Het weet waar het voor staat.

Dries Verhaegen
10 0

Over het hoofddoekenverbod.

Studente Samia Bachiri vraagt zich in een opiniestuk VRT Nws af waarom zij haar hoofddoek moet afleggen als ze de schoolpoort binnenstapt. Ze stelt dat het hoofddoekenverbod – en niet de hoofddoek zelf – een vorm van onderdrukking is. Dat is niet helemaal waar. De vrije wil - of niet - om een hoofddoek te dragen hier terzijde gelaten, getuigt haar betoogt van een telkens weer terugkerende oneerlijke framing dat het debat weg draait van zijn historische essentie dat juist haar vrijheid om te studeren beschermt. De betoging van zondag 5 juli in Brussel, georganiseerd door HijabisFightBack, is daarom heel dubbel. In hun strijd naar vrijheid kan ik de dames – en de enkele heren aanwezig – geen ongelijk geven. Onze veelal Westerse maatschappijen hebben hard gestreden – en doen dat nog steeds – voor de vrijheden van iedere vrouw. Met vrouwen, voor vrouwen en door vrouwen. Ik zou zo nog meestappen als ik zou zien dat haar vrijheden door het toedoen van de mens in de maatschappij beknot zou worden. Helaas brengt deze betoging geen zoden aan de dijk. Op 3 november 1998 tijdens de lange discussies over het samenlevingscontract PACS in Frankrijk, haalt Christine Boutin, toen rechtsgezinde spilfiguur in het Franse parlement, de Bijbel naar boven om later op straat “les pédés au bûcher” te onderschrijven. De debatten rond de PACS waren de eerste timide stappen van de Franse regering om het samenleven van onder andere twee mensen van hetzelfde geslacht (met uitzondering van broers en zussen) een evenwaardig juridisch kader te geven als bv. mensen die een huwelijk aangaan. Op vraag van onder andere Aides en Act Up Paris werd dit debat gevoerd doordat onder andere seropositieve mannen en vrouwen als koppel gediscrimineerd werden. Het debat werd die dag meteen stilgelegd. Dit voorbeeld kan een antwoord zijn op Bachiri’s prangende vraag waarom zij haar hoofddoek – en bij uitbreiding elk religieus symbool – niet kan dragen. De hoofddoek is, net zoals elk ander attribuut dat verwijst naar een god, de religieuze uiting van een macht. Die macht heet religie. Wanneer je die macht in publieke instellingen toelaat, legitimeer je die macht om zich te manifesteren tegen vrouwen, tegen holebi’s, tegen ongelovigen en ga zo maar door. Tegen iedereen die zich niet aan die religieuze macht onderwerpt. Niet onze maatschappij anno 2020 belemmert Bachiri en alle andere gelovige vrouwen in hun godsdienstbeleving. Nergens in onze wetgeving van onze seculaire maatschappij waar zij ook deel van uitmaakt wordt het dragen van religieuze tekens verboden. Nergens in diezelfde wetgeving wordt hen de toegang tot het onderwijs geweigerd. De ironie wil dat het juist religie is die hen toegang tot studeren belemmert. In een maatschappij waar je wél religieuze symboliek in publieke instellingen toelaat, creëert na verloop van tijd diezelfde symboliek het gevaar om als vrouw geen beroep te kunnen doen op het Hooggerechtshof. Het is juist om vrouwen te beschermen dat justitie geblinddoekt afgebeeld wordt om zo religie geen kans te geven vrouwen van (officieel) onderwijs of hun fundamentele vrijheden te ontzeggen. De dag waarop religieuze symboliek ontladen zal zijn van de macht en de invloed die ze wil uitoefenen op de mens en de maatschappij, zie ik graag hoofddoeken op de schoolbanken. Waar het om gaat is de scheiding van religie en staat. En voor die scheiding zal ik altijd blijven strijden. Het kledingstuk wordt niet gepolitiseerd zoals het regelmatig beweerd wordt. Het kledingstuk heeft niet alleen zichzelf gepolitiseerd maar is ook gerecupereerd door de politieke macht. Want wat is macht? Macht is controle. Of stemmenronselarij om groter te worden. Laat nu juist het onderwijs een plek zijn waar controle door macht de grote afwezige moet zijn om jezelf als mens te kunnen ontplooien. De verzuiling is achter de rug en vandaag genieten we als vrije burger van vrij onderwijs. Dat valt niet samen met religieuze voorschriften. Niet op school, niet aan het loket. Het is een gemiste kans van deze studente om zich aan kritische analyse van het debat te onderwerpen. Moslima’s hebben het recht, net als protestanten en christenen, op onderwijs dat hun vrijheid garandeert. Daarvoor teken ik meteen. Tenslotte, als in 1998 de maatschappij Christine Boutin niet op de vingers had getikt, hadden vandaag de dag duizenden seropositieve mannen en vrouwen geen rechten, waren er geen wetten om homofobie en homohaat te bestraffen en kon ik vandaag als Erwin nooit trouwen met Sébastien.  

Erwin Abbeloos
30 0

Wat is de realiteit?

Het is een uitdaging om concepten te definiëren die als vanzelfsprekend worden beschouwd. Want eenmaal je een sluitende definitie probeert te vormen, merk je al snel dat de dingen vaak niet zijn wat ze lijken. Wat verstaan we bijvoorbeeld onder het begrip ‘realiteit’? Wat bedoelen we precies als we zeggen dat we ‘realistisch’ moeten zijn? Stilzwijgend en quasi unaniem nemen we aan dat de realiteit een vaststaand gegeven is. Iets waar we niet omheen kunnen. Vanuit die veronderstelling voelen we ons vaak geworpen in de realiteit, als een toevalligheid dat onderhevig is aan externe wetten. De realiteit wordt dan als positief of negatief geïnterpreteerd. Gunstig of ongunstig. Als iets waar we dienen mee rekening te houden. We beperken onszelf ook door te stellen dat het ‘onrealistisch’ is om bepaalde dingen te denken of verwachten. Want we gaan ervan uit dat we ons moeten aanpassen aan de realiteit rondom ons. Maar wat als de realiteit geen op zichzelf staand fenomeen is? Wat als de realiteit een product is van onze gedachten en interne leefwereld? Het interessante aan deze stelling is dat ze wetenschappelijk onderbouwd kan worden, gestaafd op zogenaamde harde feiten. Het is namelijk een feit dat de manier waarop wij onze realiteit ervaren afhankelijk is van ons perceptievermogen. En dat perceptievermogen bestaat uit onze hersenen die externe prikkels omzetten naar een verstaanbaar en gemakkelijk hanteerbaar geheel. Verstoorde hersenfuncties of psychische aandoeningen tonen aan dat de realiteit veranderlijk is. Kortom: wat je ervaart, is wat je zelf maakt. De hersenen creëren een logica die gericht is op zelfbehoud en overleving. Het is niet te bewijzen, maar we gaan ervan uit dat iedereen met ‘normaal’ functionerende hersenen min of meer hetzelfde ervaart. Als er iemand iets beweert dat niet strookt met het algemeen aanvaarde idee over wat de realiteit is of niet is, dan twijfelen we aan de functies van het perceptievermogen van die persoon. Stel dat de realiteit inderdaad iets is dat buiten onszelf bestaat, iets dat zonder bewustzijn of perceptie voort blijft bestaan. Wat als de realiteit geen levend wezen nodig heeft om te kunnen zijn? Wat voor iets is de realiteit dan? Hoe zou je dit omschrijven? Dit is een vraag die zich zeer moeilijk laat beantwoorden omdat het onmogelijk is om ons voor te stellen wat de realiteit is zonder ons bewustzijn. We zitten als het ware gevangen in ons perceptievermogen en kunnen daarom de realiteit niet interpreteren of omschrijven als iets dat los van onszelf bestaat. Het concept realiteit is eveneens iets dat we zelf bedacht hebben, zonder menselijke interactie is er niets dat als dusdanig wordt aangeduid of gecategoriseerd. Wanneer de realiteit als een fenomeen wordt afgebakend, dan impliceert dit dat het tegengestelde van de realiteit ook moet bestaan. We denken te weten wat de realiteit is en wat ze niet is. Maar we kunnen dit slechts beoordelen binnen de beperkte grenzen van ons perceptievermogen. Dus eigenlijk kunnen we onszelf alleen maar iets wijsmaken en binnen het kader van die illusie afspraken maken. Dat de realiteit veranderlijk is en onderhevig aan het perceptievermogen is een feit. Want elk levend wezen op aarde ervaart de realiteit op een andere manier. Zo zal de realiteit van een bacterie er anders uitzien dan de realiteit van een dolfijn. Er zullen ongetwijfeld wel mensen zijn die ervan overtuigd zijn dat het perceptievermogen van de mens superieur is ten opzichte van dat van andere wezens. En dat daarom de realiteit die een mens ervaart de ‘juiste’ perceptie is. Zulke denkwijze functioneert zeer nauw binnen de beperking van de eigen vermogens. Een denkwijze die mij interessanter lijkt, gaat ervan uit dat de perceptie van elk levend wezen een bijdrage levert aan het concept realiteit. Dat elke visie, elke bewustzijnsvorm, een elementair en evenwaardig deeltje vormt van de algemene ervaring van het leven. En we kunnen het denkveld zelfs nog breder open trekken door niet alleen levende wezens capabel te achten om een realiteit te ervaren. Want wie zegt dat planten geen realiteit ervaren? Of rotsen? Of de tafel waarop ik nu aan het schrijven ben? Misschien ben ik ondertussen de aandacht van een deel van mijn lezers verloren. Het stellen dat een tafel een vorm van bewustzijn heeft, is voor veel mensen dan ook een brug te ver. En ik kan dat begrijpen. Maar anderzijds vraag ik me ook af waar de grens dan precies getrokken wordt? Moeten we het concept realiteit linken aan het hebben van een zenuwstelsel en hersenen? Of nemen we de percepties van de plantenwereld er ook nog bij als willen weten waar het ervaren van de realiteit precies eindigt en begint? Het lijkt me alleszins wel duidelijk dat de realiteit zich minder gemakkelijk en afgelijnd laat definiëren dan dat veel mensen denken. Als men mij dan ook het advies geeft om ‘realistisch’ te zijn, dan kan ik daar weinig betekenis aan geven. Of toch niet de betekenis die het gros van de mensen voor ogen heeft bij het horen van die woorden. Ik leef volgens de wetenschap die zegt dat ikzelf verantwoordelijk ben voor mijn realiteit. Alles wat ik als realistisch beschouw, kan zich manifesteren in mijn realiteit. Ik wacht niet op gunstige omstandigheden, maar ik creëer zelf mijn omstandigheden. En daarmee bedoel ik dat de keuze om op een bepaalde manier ergens op te reageren geheel bij mezelf ligt. Wat ik denk, ervaar en voel is het product van mijn perceptievermogen. Het is aan mij om dat perceptievermogen zodanig af te stellen dat ik er baat bij heb. Ik ben ook kritisch als het gaat over de percepties waarmee mijn hersenen komen aandraven. Want ik weet dat ze vaak veiligheidshalve vanuit gewoonte ontstaan. Mijn ingebakken, aangeleerde responsen en interpretaties zijn niet altijd de meest gunstige of slimste. Mijn tekst genaamd ‘Het brein en ik’ sluit naadloos aan bij deze slotwoorden.

KarolienDeman
155 0

Inspiratie is een diva

Inspiratie beschouw ik als iets extern, als iets dat buiten mezelf bestaat in een efemere toestand, zoekend naar een drager of ontvanger. Zoekend is misschien niet het juiste woord, inspiratie wordt eerder aangetrokken door de meest geschikte voedingsbodem vanwaar ze kan uitgroeien tot een vaste vorm. Als een dwarrelend zaadje in de wind dat uiteindelijk een plekje in de grond opeist. De voedingsbodem waartoe inspiratie zich aangetrokken voelt, moet een zekere rijkdom bevatten. Dat wil zeggen dat inspiratie enkel een toevoeging kan zijn aan iets dat reeds van waarde is. Ze kan zich niet manifesteren in een vacuüm. Om zich te materialiseren is inspiratie afhankelijk van een welwillende ontvanger. Er zijn gelukkig meerdere potentiële ontvangers waar inspiratie zich bij kan aandienen. Inspiratie is ontembaar, niet te dwingen of te regelen. Ze wil het liefst spontaan in een open geest ontvangen worden. Er zijn wel enkele dingen die je kunt doen om jezelf aantrekkelijk te maken voor inspiratie. Bijvoorbeeld door simpelweg luidop of in gedachten te spreken tot inspiratie en te zeggen dat je jezelf openstelt voor haar. Rust is ook een vereiste, al is het alleen intern. Een hoofd vol gedachten blokkeert inspiratie. Je kunt een band opbouwen met inspiratie en haar een vaste plaats in je leven geven. Een meesterlijke creator voorziet steeds voldoende tijd en ruimte waarin ze kan floreren. En heeft er vertrouwen in dat ze er zal zijn. De uitwisseling gebeurt gevoelsmatig en moeiteloos. Inspiratie kan je overvallen en je treffen op een moment dat je even de middelen niet hebt om haar te ontvangen. Maar wie inspiratie echt naar waarde schat, geeft haar met plezier en vanuit dankbaarheid voorrang. Inspiratie is als een diva die erop staat om op haar wenken bediend te worden. Maar ze kan ook geduldig zijn. Ze heeft begrip voor de drukke dagdagelijksheid van haar ontvangers en voor onverwachte omstandigheden. Als het moet, dan blijft ze wel even in de buurt wachten tot de omstandigheden gunstig zijn. Maar als de respons uitblijft, dan zal ze zich tot andere ontvangers wenden. Inspiratie is dus niet persoonsgebonden, noch kan ze iemand toegeëigend worden. We kunnen onszelf wel wijsmaken dat bepaalde lumineuze ideeën zomaar vanuit onszelf zijn opgeborreld, maar in wezen zijn ze ons binnengevallen. Inspiratie hoeft geen erkenning, haar ontvangers mogen gerust in de waan verkeren dat ze alles zelf bedenken, zolang zij maar tot uiting komt. Ze heeft geen ego, ze is enkel een potentieel, een energie die een vorm wil zijn. Als haar aanwezigheid het halsstarrig laat afweten, dan moet je de reden bij jezelf zoeken. Want elk ontvankelijk open kanaal zuigt inspiratie aan. Indien dit niet het geval is, dan is er iets dat de ontvangst blokkeert. Dat kunnen gedachten en overtuigingen zijn. Onrust. Een gebrek aan zelfvertrouwen. Of iets anders. Te hard willen werkt ook niet, op geen enkel vlak trouwens. Het is beter om iets hartstochtelijk te willen, ernaar te handelen en het dan in volle vertrouwen weer los te laten. Zit niet te wachten op inspiratie, maar vertrouw erop dat ze wel zal komen. Speel, leer en experimenteer ondertussen gewoon verder. Onverwacht zal zij plots opduiken en jou doen glimlachen. Mijn relatie met inspiratie is redelijk hecht. Ik maak bewust tijd voor rustige momenten op mezelf, wat ruimte schept voor spontane creativiteit. En in zulke omstandigheden bezoekt inspiratie mij graag. Ze fluistert mij een idee of een paar sterke zinnen toe. Ik neem vervolgens een notitieboekje of klap mijn laptop open. En dan laat haar stromen, via mijn vingers het leven in.

KarolienDeman
40 1

Na corona

Na Corona   Na deze zware tijd, deze crisis, zullen we veel geleerd hebben. Dat gebeurt na elke crisis. De echte vraag is echter of alles wat we ervaren in deze crisis zullen omzetten in positieve en constructieve veranderingen. En dat is nou wat er meestal niet gebeurd ! Na een crisis komt er terug een tijd van stabilisatie, een tijd van terug gaan naar de tijd van voor de crisis, de tijd waarin de mens terugvalt op oude ingesleten patronen. En daar ligt nu juist het dilemma ! De mens is een gewoontedier, een dier met een kort geheugen, een dier op zoek naar pret en amusement…   Wat zou ik echt graag overhouden uit die crisis ?   Deze crisis brengt het goede en het slechte boven uit de mens. Dit verschilt eigenlijk niet zoveel als tijden zonder crisis. Ook dan zien we het goede en het slechte in de mens. Ook dan zijn er fantastisch positieve initiatieven, ook dan zijn er frauduleuze bedrijfjes op het internet die u van alles willen aansmeren of via valse facturen geld willen aftroggelen. Als positief ingestelde mens wil ik toch hopen dat er meer goed dan slecht overblijft.   Wat heeft deze crisis ons wel geleerd ?   Hoofdstuk 1 : Armoede Een heleboel modale gezinnetjes hebben nog nooit in hun leven meegemaakt wat talloze mensen die leven in armoede elke dag meemaken. Op zich is dat nu eens een mooi gegeven. Goede tweeverdieners die nu plots niet weten hoe ze alle rekeningen zullen betalen. Goede tweeverdieners die nu plots niet op reis kunnen. Goede tweeverdieners die hun sport en etentjes moeten missen. Goede tweeverdieners die nu elke dag met hun koters opgescheept zitten. En zo kan ik nog uren doorgaan… Hoe hebben zij hun leven ingericht ? Zijn ze terug gevallen op hun creatieve ik ? Hebben ze allerlei scenario’s uitgedacht om zich aangenaam bezig te houden ? Hebben ze een nieuwe structuur gevonden om te kunnen multitasken ? Hebben ze de kok of de doe-het-zelver in zichzelf ontdekt ? Er is 50 % kans dat een heleboel mensen zichzelf hebben ontdekt, nieuwe eigenschappen waarvan ze niet eens wisten dat ze die in huis hadden. Wat deze crisis naar boven brengt, zijn een aantal life skills die je ook zouden kunnen laten overleven in de jungle. Skills die mensen, na de crisis, misschien zullen aanzetten om een nieuw pad te begaan, een nieuwe job, een rustiger leven, een socialer leven, een empathischer leven…. Het zal in ieder geval meer begrip doen ontstaan voor die mensen die het zo moeilijk hebben in ons maatschappij. Want nu keek ook jij naar de goedkopere producten in de supermarkt ! Want nu at jij ook wat minder vlees in de week ! Want nu kon je het geld en de tijd van het restaurantbezoek eens gebruiken om eens meer met je kinderen aan de slag te gaan hetzij met lego, gezelschapspelletjes, voorlezen of helpen bij de lessen ! Of zag je de andere kant van de medaille ? Zag je nu plots duidelijk wat een saai beroep jij had ? Zag je nu plots duidelijk hoe ongelukkig je eigenlijk in die relatie was ? Zag je nu plots duidelijk  hoeveel vrienden je werkelijk had ? Zag je nu plots duidelijk hoe snel je kwaad of agressief wordt ? Zag je nu plots duidelijk wat een oppervlakkig mens je was ? Er is 50 % kans dat een heleboel mensen hun leven, na de crisis,volledig zullen omgooien. Advocaten, gespecialiseerd in echtscheidingen, zullen een pak werk meer hebben na de crisis. Werkgevers zullen een pak meer ontslagbrieven in de brievenbus vinden. Therapeuten zullen nog nooit zoveel werk hebben gehad. Kranten zullen herrijzen als een feniks. Mobieltjes zullen aan de kant geschoven worden. En vrienden zullen niet zomaar weer de draad opnemen alsof er niks gebeurd is.   Hoofdstuk 2 : de zorg Een andere impact van de crisis is het gestegen respect voor de zorgverstrekkers. Plots van de ene dag op de andere waren zij de grote helden waarvoor elke dag opnieuw minutenlang werd geapplaudisseerd. Terwijl ze vroeger amper werden opgemerkt tenzij ze door de straten van de hoofdstad trokken als een lange witte slinger. Terwijl men vroeger nooit reageerde als er weer eens een grote besparingsronde door de ziekenhuisgangen trok. Terwijl men vroeger veel kritiek had op die witte schorten. Terwijl men vroeger neerkeek op degenen die je opa of oma in het rusthuis verzorgden. Er is 50 % kans dat deze mensen nu meer respect vanuit de samenleving zullen krijgen. Dat de politici hun grote fout uit het verleden zullen rechtzetten en meer geld in ons zorgstelsel zullen pompen, meer personeel zullen aanvaarden, meer bedden op intensive care zullen hebben, geen mondmaskervoorraden zullen laten vernietigen… Er is  50% kans dat een aantal zorgverstrekkers, na deze crisis, een ander pad kiezen. Misschien hebben ze even genoeg van al dat leed en sterven. Misschien merken ze dat ze daar toch niet voor weggelegd zijn. Misschien hadden ze last van te veel stress. Misschien liepen ze elke avond al huilend naar huis.   Hoofdstuk 3 : eenzaamheid Eenzaamheid was een ander effect van deze crisis. Terwijl we vroeger elkaar voorbij liepen op straat, in de lift, in de hal van het flatgebouw, had je nu meer dan ooit elkaar nodig ! Leerde je nu je buren pas kennen ? Die oudjes van nummer 110 ? Leerde je nu op wie je wel en niet kon rekenen ? Leerde je nu wat je samen kon bewerkstelligen ? Er is 50 % kans dat je nu wat meer tegen je buren zal praten, dat je elkaar wat meer zal helpen. Nu pas was solidariteit echte solidariteit. Solidariteit om voor de ouderen uit je buurt boodschappen te doen, solidariteit om je als vrijwilliger op te geven om mee voedselpakketten te maken of de gaarkeukens voor daklozen te gaan ondersteunen. Solidariteit om eens naar een eenzame ziel te bellen. Solidariteit om elkaar te helpen je aan de regels te houden. Solidariteit om elkaars kinderen op te passen of bij te scholen. Solidariteit om eindelijk eens het geweld van je buurman tegen zijn vrouw en kinderen te stoppen.   Hoofdstuk 4 : de omgeving Het was rustig op de baan, geen files ! Het was stil in de tuin, alleen de vogels hoorde ik fluiten Het was stil in huis, de telefoon van de zaak rinkelde niet ! Terwijl we vroeger naar het werk en de school rushten en urenlang in de files stonden, kon je nu op je dode gemak opstaan, ontbijten, van de krant genieten vooraleer aan de slag te gaan. Er is 50% kans dat je nu geleerd hebt om wat te onthaasten, om wat relaxter door het leven te gaan, om van elke bagatel geen olifant te maken, om eens te laat te komen op een vergadering en te durven zeggen dat je eerst je kind naar school wou doen. Misschien wil je nu wel eens zelf groenten kweken in je tuin, misschien denk je eraan halftime te gaan werken, misschien wil je nu meer quality time met de familie, misschien ga je je kinderen nu zelf onderwijzen...       Hoofdstuk 5 : relaties Hoe heb je deze crisis overleefd ? Hoe bracht je het er vanaf als koppel ? Hoe bracht je het er vanaf als alleenstaande ? Hoe was je relatie tot de kinderen ? Lukte het een beetje ? Of had je voortdurend ruzie ? Leerde je nu wat praten betekent ? Leerde je nu luisteren naar anderen ? Leerde je nu dat kinderen ook een stem hebben ? Leerde je nu je huisvrouw meer waarderen ? Er is 50% kans dat koppels leuke herinneringen aan vroeger ophaalden wat zorgde voor meer warmte ten opzichte van hun relatie en meer positieve gevoelens. Dat ze elkaars ruimte leerden respecteren of alleen een wandeling gingen maken of op zoek  naar eigen projecten gingen en hun partner aanmoedigden om hetzelfde te doen. Dat ze voor de eerste keer leerden onderhandelen over de opvoeding van de kinderen of naar de stem van de kinderen in het geheel luisterden. Misschien zagen ze nu pas de stress waaronder ze leefden. Of zag je als alleenstaande dat je toch maar alleen was en toch graag iemand in je leven zou willen om het te delen. Zag je nu dat vrienden alleen niet genoeg was. Of misschien vond je nu je ultieme droom, de hobby waar je al jaren van droomde maar waar je zogezegd nooit tijd voor had. Of die al jaren uitgestelde taak. Of merkte je nu die ene vriend op, die je vergeten was, maar die nu aan je dacht en je regelmatig mailde of telefoneerde, die je oppepte als je hoorde dat sociaal contact wel het langst op zich zou laten wachten, nog veel later dan de winkels open gingen.   Hoofdstuk 6 : de media Hoe bleef je op de hoogte van de crisis ? Hoe wist je welke maatregelen op te volgen ? Hoe bleef je in contact met opa en oma ? Hoe betaalde je in de supermarkt ? Leerde je nu hoe handig die smartphone is, die je ooit cadeau kreeg van je kinderen maar ergens ver weg achteraan in de kast had weggeborgen ? Leerde je nu eindelijk eens die startknop van je pc indrukken ? Er is 50 % kans dat je in 2 maanden tijd zoveel digitale tips en trucs hebt geleerd dat je zo in een hightech job zou kunnen starten. Dat je als jongere je pa, ma, opa, oma iets kon leren dan altijd naar hun weetjes te moeten luisteren. Dat je nu eindelijk eens dat plastic kaartje van de bank of de pcbanking zou gebruiken omdat je wel moest. Dat de rol van de generaties plotseling een draai van 360 graden maakte. Dat je je lang opgepotte geld eindelijk eens nuttig kon besteden toen je zoon, dochter plotseling technisch werkloos werd en niet wist van welk garen wol te spinnen.       OF   Hebben we helemaal niets geleerd ? En snellen we terug naar het “normale doen” om alles weer snel te vergeten TOT een volgend virus aan onze deur komt kloppen. En ...staan we weer allemaal netjes in de file... En ...kijken we weer neer op de witte schorten…. En....lopen we weer ons benen van onder ons lijf voor onze baas…. En….vergeten we weer wat een goede huisvrouw ze is en welke lieve kinderen en werken we onze stress weer op hen af…. En...laten we de eenzamen maar weer eenzaam zijn…. En….is armoede weer hun eigen schuld…. En… zitten we weer liever op ons geld dan het uit te delen…. En….staan die oudjes van nummer 110 weer in de kou …   EN EN  EN EN EN EN EN  EN EN EN EN EN DAAR IS COVID -20 !           Na Corona   Na deze zware tijd, deze crisis, zullen we veel geleerd hebben. Dat gebeurt na elke crisis. De echte vraag is echter of alles wat we ervaren in deze crisis zullen omzetten in positieve en constructieve veranderingen. En dat is nou wat er meestal niet gebeurd ! Na een crisis komt er terug een tijd van stabilisatie, een tijd van terug gaan naar de tijd van voor de crisis, de tijd waarin de mens terugvalt op oude ingesleten patronen. En daar ligt nu juist het dilemma ! De mens is een gewoontedier, een dier met een kort geheugen, een dier op zoek naar pret en amusement…   Wat zou ik echt graag overhouden uit die crisis ?   Deze crisis brengt het goede en het slechte boven uit de mens. Dit verschilt eigenlijk niet zoveel als tijden zonder crisis. Ook dan zien we het goede en het slechte in de mens. Ook dan zijn er fantastisch positieve initiatieven, ook dan zijn er frauduleuze bedrijfjes op het internet die u van alles willen aansmeren of via valse facturen geld willen aftroggelen. Als positief ingestelde mens wil ik toch hopen dat er meer goed dan slecht overblijft.   Wat heeft deze crisis ons wel geleerd ?   Hoofdstuk 1 : Armoede Een heleboel modale gezinnetjes hebben nog nooit in hun leven meegemaakt wat talloze mensen die leven in armoede elke dag meemaken. Op zich is dat nu eens een mooi gegeven. Goede tweeverdieners die nu plots niet weten hoe ze alle rekeningen zullen betalen. Goede tweeverdieners die nu plots niet op reis kunnen. Goede tweeverdieners die hun sport en etentjes moeten missen. Goede tweeverdieners die nu elke dag met hun koters opgescheept zitten. En zo kan ik nog uren doorgaan… Hoe hebben zij hun leven ingericht ? Zijn ze terug gevallen op hun creatieve ik ? Hebben ze allerlei scenario’s uitgedacht om zich aangenaam bezig te houden ? Hebben ze een nieuwe structuur gevonden om te kunnen multitasken ? Hebben ze de kok of de doe-het-zelver in zichzelf ontdekt ? Er is 50 % kans dat een heleboel mensen zichzelf hebben ontdekt, nieuwe eigenschappen waarvan ze niet eens wisten dat ze die in huis hadden. Wat deze crisis naar boven brengt, zijn een aantal life skills die je ook zouden kunnen laten overleven in de jungle. Skills die mensen, na de crisis, misschien zullen aanzetten om een nieuw pad te begaan, een nieuwe job, een rustiger leven, een socialer leven, een empathischer leven…. Het zal in ieder geval meer begrip doen ontstaan voor die mensen die het zo moeilijk hebben in ons maatschappij. Want nu keek ook jij naar de goedkopere producten in de supermarkt ! Want nu at jij ook wat minder vlees in de week ! Want nu kon je het geld en de tijd van het restaurantbezoek eens gebruiken om eens meer met je kinderen aan de slag te gaan hetzij met lego, gezelschapspelletjes, voorlezen of helpen bij de lessen ! Of zag je de andere kant van de medaille ? Zag je nu plots duidelijk wat een saai beroep jij had ? Zag je nu plots duidelijk hoe ongelukkig je eigenlijk in die relatie was ? Zag je nu plots duidelijk  hoeveel vrienden je werkelijk had ? Zag je nu plots duidelijk hoe snel je kwaad of agressief wordt ? Zag je nu plots duidelijk wat een oppervlakkig mens je was ? Er is 50 % kans dat een heleboel mensen hun leven, na de crisis,volledig zullen omgooien. Advocaten, gespecialiseerd in echtscheidingen, zullen een pak werk meer hebben na de crisis. Werkgevers zullen een pak meer ontslagbrieven in de brievenbus vinden. Therapeuten zullen nog nooit zoveel werk hebben gehad. Kranten zullen herrijzen als een feniks. Mobieltjes zullen aan de kant geschoven worden. En vrienden zullen niet zomaar weer de draad opnemen alsof er niks gebeurd is.   Hoofdstuk 2 : de zorg Een andere impact van de crisis is het gestegen respect voor de zorgverstrekkers. Plots van de ene dag op de andere waren zij de grote helden waarvoor elke dag opnieuw minutenlang werd geapplaudisseerd. Terwijl ze vroeger amper werden opgemerkt tenzij ze door de straten van de hoofdstad trokken als een lange witte slinger. Terwijl men vroeger nooit reageerde als er weer eens een grote besparingsronde door de ziekenhuisgangen trok. Terwijl men vroeger veel kritiek had op die witte schorten. Terwijl men vroeger neerkeek op degenen die je opa of oma in het rusthuis verzorgden. Er is 50 % kans dat deze mensen nu meer respect vanuit de samenleving zullen krijgen. Dat de politici hun grote fout uit het verleden zullen rechtzetten en meer geld in ons zorgstelsel zullen pompen, meer personeel zullen aanvaarden, meer bedden op intensive care zullen hebben, geen mondmaskervoorraden zullen laten vernietigen… Er is  50% kans dat een aantal zorgverstrekkers, na deze crisis, een ander pad kiezen. Misschien hebben ze even genoeg van al dat leed en sterven. Misschien merken ze dat ze daar toch niet voor weggelegd zijn. Misschien hadden ze last van te veel stress. Misschien liepen ze elke avond al huilend naar huis.   Hoofdstuk 3 : eenzaamheid Eenzaamheid was een ander effect van deze crisis. Terwijl we vroeger elkaar voorbij liepen op straat, in de lift, in de hal van het flatgebouw, had je nu meer dan ooit elkaar nodig ! Leerde je nu je buren pas kennen ? Die oudjes van nummer 110 ? Leerde je nu op wie je wel en niet kon rekenen ? Leerde je nu wat je samen kon bewerkstelligen ? Er is 50 % kans dat je nu wat meer tegen je buren zal praten, dat je elkaar wat meer zal helpen. Nu pas was solidariteit echte solidariteit. Solidariteit om voor de ouderen uit je buurt boodschappen te doen, solidariteit om je als vrijwilliger op te geven om mee voedselpakketten te maken of de gaarkeukens voor daklozen te gaan ondersteunen. Solidariteit om eens naar een eenzame ziel te bellen. Solidariteit om elkaar te helpen je aan de regels te houden. Solidariteit om elkaars kinderen op te passen of bij te scholen. Solidariteit om eindelijk eens het geweld van je buurman tegen zijn vrouw en kinderen te stoppen.   Hoofdstuk 4 : de omgeving Het was rustig op de baan, geen files ! Het was stil in de tuin, alleen de vogels hoorde ik fluiten Het was stil in huis, de telefoon van de zaak rinkelde niet ! Terwijl we vroeger naar het werk en de school rushten en urenlang in de files stonden, kon je nu op je dode gemak opstaan, ontbijten, van de krant genieten vooraleer aan de slag te gaan. Er is 50% kans dat je nu geleerd hebt om wat te onthaasten, om wat relaxter door het leven te gaan, om van elke bagatel geen olifant te maken, om eens te laat te komen op een vergadering en te durven zeggen dat je eerst je kind naar school wou doen. Misschien wil je nu wel eens zelf groenten kweken in je tuin, misschien denk je eraan halftime te gaan werken, misschien wil je nu meer quality time met de familie, misschien ga je je kinderen nu zelf onderwijzen...       Hoofdstuk 5 : relaties Hoe heb je deze crisis overleefd ? Hoe bracht je het er vanaf als koppel ? Hoe bracht je het er vanaf als alleenstaande ? Hoe was je relatie tot de kinderen ? Lukte het een beetje ? Of had je voortdurend ruzie ? Leerde je nu wat praten betekent ? Leerde je nu luisteren naar anderen ? Leerde je nu dat kinderen ook een stem hebben ? Leerde je nu je huisvrouw meer waarderen ? Er is 50% kans dat koppels leuke herinneringen aan vroeger ophaalden wat zorgde voor meer warmte ten opzichte van hun relatie en meer positieve gevoelens. Dat ze elkaars ruimte leerden respecteren of alleen een wandeling gingen maken of op zoek  naar eigen projecten gingen en hun partner aanmoedigden om hetzelfde te doen. Dat ze voor de eerste keer leerden onderhandelen over de opvoeding van de kinderen of naar de stem van de kinderen in het geheel luisterden. Misschien zagen ze nu pas de stress waaronder ze leefden. Of zag je als alleenstaande dat je toch maar alleen was en toch graag iemand in je leven zou willen om het te delen. Zag je nu dat vrienden alleen niet genoeg was. Of misschien vond je nu je ultieme droom, de hobby waar je al jaren van droomde maar waar je zogezegd nooit tijd voor had. Of die al jaren uitgestelde taak. Of merkte je nu die ene vriend op, die je vergeten was, maar die nu aan je dacht en je regelmatig mailde of telefoneerde, die je oppepte als je hoorde dat sociaal contact wel het langst op zich zou laten wachten, nog veel later dan de winkels open gingen.   Hoofdstuk 6 : de media Hoe bleef je op de hoogte van de crisis ? Hoe wist je welke maatregelen op te volgen ? Hoe bleef je in contact met opa en oma ? Hoe betaalde je in de supermarkt ? Leerde je nu hoe handig die smartphone is, die je ooit cadeau kreeg van je kinderen maar ergens ver weg achteraan in de kast had weggeborgen ? Leerde je nu eindelijk eens die startknop van je pc indrukken ? Er is 50 % kans dat je in 2 maanden tijd zoveel digitale tips en trucs hebt geleerd dat je zo in een hightech job zou kunnen starten. Dat je als jongere je pa, ma, opa, oma iets kon leren dan altijd naar hun weetjes te moeten luisteren. Dat je nu eindelijk eens dat plastic kaartje van de bank of de pcbanking zou gebruiken omdat je wel moest. Dat de rol van de generaties plotseling een draai van 360 graden maakte. Dat je je lang opgepotte geld eindelijk eens nuttig kon besteden toen je zoon, dochter plotseling technisch werkloos werd en niet wist van welk garen wol te spinnen.       OF   Hebben we helemaal niets geleerd ? En snellen we terug naar het “normale doen” om alles weer snel te vergeten TOT een volgend virus aan onze deur komt kloppen. En ...staan we weer allemaal netjes in de file... En ...kijken we weer neer op de witte schorten…. En....lopen we weer ons benen van onder ons lijf voor onze baas…. En….vergeten we weer wat een goede huisvrouw ze is en welke lieve kinderen en werken we onze stress weer op hen af…. En...laten we de eenzamen maar weer eenzaam zijn…. En….is armoede weer hun eigen schuld…. En… zitten we weer liever op ons geld dan het uit te delen…. En….staan die oudjes van nummer 110 weer in de kou …   EN EN  EN EN EN EN EN  EN EN EN EN EN DAAR IS COVID -20 !                           l                                      

Multa
10 0

Thuiswerken, efficiëntere gezondheidsorganisatie, en een eerlijker belastingsysteem

De voorbije weken hebben ons, soms pijnlijk, soms zeer aangenaam, geconfronteerd met de tekortkomingen van ons samenlevingsmodel. Een andere maatschappij creëren van de ene op de andere dag is onmogelijk, maar enkele maatregelen kunnen ons al een heel eind verder helpen.   Veralgemeend thuiswerken: Plots zijn we met zijn allen beginnen thuiswerken. Voor de mensen die in de stad leven werd het verplaatsen binnen de stad plotseling weer mogelijk. In de eerste plaats te voet of per fiets, dankzij verbeterde veiligheid en luchtkwaliteit. Ook het openbaar vervoer werd plotseling heel aantrekkelijk want niet overvol meer. En tenslotte het sporadische gebruik van de auto, bv voor het ophalen van zwaardere of meer volumineuze zaken, was plotseling geen frustrerende en zenuwslopende activiteit meer. Tegelijkertijd merkten vele werkgevers dat de productiviteit van hun werknemers niet daalde, in tegendeel. Eén van de redenen is dat iedereen zijn werkuren kan organiseren zoals het hem best uitkomt, en niet aanwezig moet zijn op kantoor op het moment dat hij of zij bv. liever met de kinderen zou bezig zijn. Een studie gepubliceerd in The Economist geeft aan dat in Londen het aantal werkmails is afgenomen tussen 10 en 17 uur maar sterk is toegenomen tussen 7 en 10 en tussen 17 en 21 uur. De cijfers voor Parijs zijn gelijkaardig.  Ook heeft iedereen enorm veel tijd gewonnen door niet meer naar en van het werk te moeten reizen. Een veralgemeend thuiswerken betekent niet dat iedereen heel de tijd van thuis uit zou werken. Dat is niet haalbaar, en niet wenselijk. Maar in vele functies kan men zich nu voorstellen dat men 3/5 of 4/5 thuis werkt. Dit zou ook de “footprint” van de bedrijven sterk verlagen en dus bijdragen om de CO2 normen te halen. Wij pleiten voor een wettelijke verplichting van thuiswerken. Reorganisatie van de gezondheidszorg De Covid19 crisis heeft ons met de neus op de feiten gedrukt: Er zijn in ons land 6 ministers bevoegd voor de zorg. Men heeft gelukkig snel gemerkt dat dat niet werkt, en het beleid tijdelijk terug gecentraliseerd. De huidige crisis kan een breekijzer zijn om de zorg efficiënter te organiseren.  Centrale aansturing borgt gelijkmatige kwaliteitscontrole, solidariteit en forse besparing.  Hierbij moet gestreefd worden naar het herstructureren van de ziekenhuissector, naar netwerken (staan al 4 jaar in de steigers), met als doel het optimaal gebruik van de middelen en kennis. Landelijke centrale aankopen van medicatie of apparatuur kan kostenbesparend zijn.   Dit moet gepaard gaan met een betere financiële appreciatie van verpleegkundigen (o.a. ten koste van inkomens van artsen), en betere financiering van ziekenhuizen, woon en zorgcentra, psychiatrie en gehandicaptenzorg De financiering kan, naast de hierboven aangegeven besparingen door verhoogde efficiëntie, gebeuren door de tweede opinies niet terug te betalen en door de afschaffing van de mutualiteiten.   Een andere fiscaliteit: De lage olieprijs is een opportuniteit. Door de prijzen aan de pomp niet te laten zakken, en de winsten die hierdoor ontstaan te innen voor de staatskas. In de praktijk betekent dat het verhogen van de accijnzen op brandstof. Maar dat ligt heel gevoelig want dat was de basis van de gele hesjes beweging. Dus het moet onderdeel zijn van een globale aanpassing van de fiscaliteit. Principes: -       Minder belasting op arbeid en andere vormen van welvaartscreatie -       Hogere belasting op alle vormen van (niet essentiële) consumptie, gecompenseerd door hulp aan de personen met minder middelen. -       Hogere belasting op schenkingen en erfenissen om terug te komen tot een maatschappij met gelijkere kansen aan de start. -       Hogere transparantie van het systeem, zodanig dat belastingontduiking door het inhuren van fiscalisten niet meer rendabel is. Concreet: -       Belasting op inkomsten uit arbeid en sociale zekerheidsbijdragen sterk afbouwen, zeker de lagere schijven. -       Vennootschapsbelasting sterk afbouwen. De belastingen op de bedrijfswinst worden sowieso doorgerekend in de prijs van de producten, dus het is de consument die de vennootschapsbelasting betaalt. De winsten die geherinvesteerd worden zorgen daarenboven voor welvaartscreatie (o.m. via nieuwe jobs). Enkel de winsten die uit de onderneming gehaald worden (bv. in de vorm van dividenden) moeten getaxeerd worden. -       Het opnieuw invoeren van een effectieve successiebelasting (voor de hogere vermogens) -       Algemeen basisinkomen voor elke burger (marginaal belast in de inkomstenbelasting) mits afschaffing van leefloon en werkloosheidsuitkeringen. -       Hogere belasting op de (luxe) consumptie (bv belasten van de kerosine van de vliegtuigen en zware stookolie van de cruiseschepen) -       Afschaffen van alle subsidies aan bedrijven -       Afschaffen van allerlei “belastingvoordelen” (voor de hypotheekrente van een eerste huis, voor zonnepanelen, voor een “vriendenlening”, ...) en subsidies voor particulieren    

benhoudmont
5 0