Zoeken

Burn

SCENARIO - BURN     1. INT. – TENT – AVOND   Kooltjes gloeien dieprood en vlammen likken het hout erboven dat knispert en knettert. Kleine stukjes ontploffen, ze lanceren gensters in de koude lucht. De boord van het vestje van KRIS (40) scheert rakelings langs de vlammen. Ze haast zich de tent in en zoekt een plek achteraan tussen feestelijk aangeklede mensen die roezemoezen met een buur of naar voren kijken. Ze ploft neer op een vrije plek en fatsoeneert een losgekomen haarlok. Dan ziet ze de afdruk van teveel fond de teint op haar smartphonescherm. Ze wrijft fanatiek over haar wangen om het te veel daar weg te halen, checkt of het haar vingers hangt. Tenslotte veegt ze ook haar smartphone schoon.   MARC (50), ‘strak in het pak’- CEO, tikt op de microfoon.                       MARC Waarde collega’s, nu Kris ons ook kon vervoegen, dank u Kris, kunnen we verder gaan.   Kris schrikt op, wordt rood en snelt naar het podium met de smartphone nog in de hand, gehinderd door kokerrok, hakken en haarlok die weer los is.                     MARC (CONT’D) Zoals jullie weten heeft Kris sinds het vertrek van onze vorige sales directeur heel hard gewerkt om zijn vertrek op te vangen. Vanavond wil ik het nog hebben over een definitieve invulling van die functie, maar eerst... de sales resultaten.   Marc overhandigt de microfoon aan Kris. Kris draait zich naar de zaal. Haar telefoon begint LUID TE RINKELEN. Onhandig en luid, door het botsen van de microfoon tegen de smartphone, schakelt ze de telefoon uit en glimlacht verontschuldigend naar de zaal. In de zaal zit IRIS (28, zwaar opgemaakt). Ze zwaait bedekt maar vrolijk naar Kris. Kris schraapt haar keel en de eerste slide verschijnt. Bovenaan staat in het groot “Draft”. Kris ziet het meteen.                       KRIS Iris,… dit is niet de juiste versie!   Iris gebaart “ik weet van niks”. Kris draait zich naar Marc die nog steeds op het podium staat.                       KRIS (CON’D) Marc,… sorry. Nee. Dit zijn niet de juiste cijfers.   Ze draait weer naar het scherm, pauzeert even vol ongeloof, maar kijkt dan de zaal in met herwonnen zelfvertrouwen.                       KRIS (CON’D) Niet erg. Ik ken ze van buiten. Dit jaar hebben we in verschillende divisies…   Marc doet een stap naar voren, en onderbreekt Kris.                        MARC Kris..., Kris, misschien dat we toch beter even de juiste visuals zoeken. Marc komt tot in de persoonlijke ruimte van Kris en neem haar microfoon ook vast. Hij fluistert.                   MARC (CON’D) Geeft niks meisje, we lossen het straks wel op.   Kris laat de microfoon los in ongeloof en blijft staan. Marc richt zich tot de zaal.                        MARC (CON’D) Dames en heren, Kris heeft echt hard gewerkt de voorbije periode. Kris is mama van twee kinderen,   De blik van Kris dwaalt naar Iris die “what the fuck” lipt.                        MARC (CON’D) dus het was ongetwijfeld niet gemakkelijk voor haar om dat te combineren met alle verantwoordelijkheden die ze er plots bij kreeg. Maar geloof mij, ze heeft dat uitmuntend gedaan.   Iris gesticuleert met een vinger onder de neus dat ze ernaar kan fluiten. Kris lipt discreet terug “fuck”   MARC (CON’D) Maar er is verbetering op komst, lieve Kris. Daar zullen uw kindjes blij mee zijn.   Kris hoort haar naam en kijkt naar Marc.                        MARC (CON’D) Ik stel u allen voor,  Olivier de Blanpain, onze nieuwe account director.   OLIVIER (32, gladjanus) stapt onder applaus het podium op, hij loopt de perplexe Kris dynamisch voorbij en schudt hartelijk de hand van een glunderende Marc.   Kris kijkt een tel naar het tafereel, ontwaakt uit haar verlamming en daalt af van het podium. Iris staat op en worstelt zich langs benen van de zittende mensen die haar scheiden van het gangpad, maar ze is te traag. Ze reikt nog net met haar hele lichaam naar Kris om haar tegen te houden wanneer ze voorbij loopt, maar mist nipt. Kris ziet het, schudt “neen” en beent door naar achteren.Ze pikt haar handtas op aan haar stoel en loopt verder. Het applaus houdt aan.     2. INT. – GANG VOOR HET KANTOOR VAN MARC -DAG   Tekst: “Eerder die dag” De deur van het bureau van Marc gaat open. Olivier neemt met een handdruk afscheid van Marc.         MARC    Tot vanavond dan. Marc loopt even zijn kantoor weer in, pakt zijn jas en doet hem in de deuropening aan. Marc sluit de deur, wanneer Kris langs komt. Ze heeft een jeansbroek en leren jasje aan en haar autosleutel in de hand.           MARC    Ah, Kris, klaar met de presentatie?           KRIS    Yep. Helemaal klaar. Kris moet plots een misselijke oprisping bedwingen achter haar hand. Marc kijkt bedenkelijk.           MARC Ja. Zeg, euhm, kan je de salesresultaten van de twee merken toch apart presenteren? Niet op dezelfde slides.          KRIS De presentatie is af Marc. Ik moet mij thuis ook nog gaan omkleden.      MARC Het lijkt mij toch beter zo. Stuur maar naar Iris als je klaar bent, die zet de presentatie dan klaar vanavond. Kris kijkt hem met ongeloof aan, ze prutst aan haar autosleutel. Marc wacht haar reactie niet verder af.           MARC   Bon, ik ga mij omkleden, tot straks!   Marc loopt over de open space kantoorruimte naar de uitgang. Hij groet de laatste twee collega’s die aan het inpakken zijn.           MARC Mannekes, op tijd zijn straks, hein. Hup hup, de laatste doet het licht uit.   Kris staat met haar rug tegen de muur naast de deur van het kantoor van Marc. Kris krijgt weer een oprisping, ze sluit een moment haar ogen en loopt dan terug naar haar eigen bureau, weg van de uitgang. De grote plateau waar haar bureau staat is leeg en schemerdonker, alleen haar computerscherm geeft nog licht.   Kris gooit haar sleutel neer op het bureau, opent nog rechtopstaand een bestand, maar bedenkt zich dan. Ze draait een kwartslag en loopt naar het lege kantoortje met glazen wanden in de hoek. Ze checkt even of niemand kijkt. Ze opent de deur, loopt tot achter de grote leren bureaustoel die ze even streelt. Ze neemt voorzichtig plaats. Ze straalt. Kris wijst 1 na 1 naar denkbeeldige personen in de ruimte.              KRIS       Gij: presentatie aanpassen, hup hup!       en gij: haal mij ne milkshake!       en gij: danske doen!   Kris proest giechelig, maar dan wordt ze serieus.              KRIS (CON’D)       Fuck Marc.   Kris zucht, heist zich weer recht uit de luxueuze leren bureaustoel en loopt langzaam terug naar haar werkplek op de eenzame en donkere plateau. Ze gaat aan het werk, enkel verlicht door het blauwe licht van haar computer.     3. INT. – TOILET – AVOND   Kris zit in haar feestkleren op de wc, kokerrok op de enkels. De deur is toe. Voor haar ligt een handboek Frans van het vijfde leerjaar op grond, met woordenlijstjes en prentjes van hout, een kachel, een vuurtje,… Kris zit te prutsen aan het cellofaan rond een kartonnen doosje op haar knieën.         KRIS    Hout.         ROBBE (10)    Bois. Le bois. Kris haalt een zwangerschapstest uit het doosje, neemt de dop eraf en plast erop.         KRIS    Branden         ROBBE    Brûler? LUCAS (5) trekt de wc deur open.         KRIS (verschrikt)    Lucas!      LUCAS    Mama, ik voel mij niet goed.         KRIS    Ga naar papa. En doe die deur toe! Lucas loopt weg. Kris hangt vooruit om de deur te sluiten zonder de test te tonen, maar Robbe doet het snel voor haar. Kris haalt de zwangerschapstest boven en kijkt, maar alleen het controlestreepje is al zichtbaar. KRIS    Vuur         ROBBE    Ja, wacht, ik weet het… Kris ziet na het eerste lijntje, een zwak tweede lijntje blauw worden.         KRIS    Merde!         ROBBE (verbaasd)    Merde?         KRIS    Nee, Robbe, Feu. Merde betekent kak. (tegen zichzelf) no fucking way. Nee, nee, nee, nee, nee, nee,… Tranen springen in haar ogen.     4. INT. – WOONKAMER – AVOND   Kris komt uit de wc met de test discreet in de hand. Ze duwt Robbe vriendelijk maar kordaat opzij, loopt door de korte gang naar de woonkamer en kijkt rond.         KRIS    Bon. BART (40) ligt een volwassen strip te lezen in de zetel. Lucas ligt in de andere zetel triestig te zijn.De woonkamer is rommelig door verspreide strips, een gitaar, kleren en lego. Het open haardvuur brandt en knettert. Robbe gaat bij zijn broer zitten. Kris marcheert naar het haardvuur en gooit de test erin en draait zich om. Kris wijst naar Robbe         KRIS Gij. Trek uw plan met dat Frans. Leg er een blaadje op en vraag uzelf op. Kris wijst naar Lucas           KRIS(CON’D) En gij, klein spook, beetje flink zijn. Luister naar uwe papa.   Kris kijkt naar Bart.         KRIS(CON’D) En gij. Los het hier op.  Ik moet door.      BART Wat was dat in het vuur?              KRIS Ik moet mij haasten. Kris doet haar naaldhakken aan die naast de zetel staan.   BART Gaat het schat? Kan ik u helpen?              KRIS   Awel ja. Beter laat dan nooit zeker?   Ze pakt haar handtas, en vertrekt.     5. INT. TENT – AVOND   Het applaus in de tent sterft uit, Olivier neemt het woord, Kris is bijna aan de uitgang van de tent              OLIVIER Dames en heren, ik ben verheugd om jullie nieuwe sales director te mogen zijn… Kris loopt naar buiten, handtas over de schouder, hand op haar buik.   6. EXT TUIN – AVOND   Het bedrijfsgebouw is een mooi verlichte hoeve met rieten dak. Kris komt uit de tent en loopt de tuin in waar overal hoge receptietafels met bloemstukje en hapjes, daartussen verschillende vuurkorven.  Kris stop aan een receptietafel vlak naast het gebouw, waar verdroogde klimplanten in een houtwerk opklimmen naar het rieten dak toe. Kris begint te snikken, ze leunt op de receptietafel en kijkt naar beneden.   KRIS Fuck.   Door haar tranen heen, zet ze plots een stap achteruit en ze STAMPT een vuurkorf met geweld om. De korf tolt, valt dan toch en rolt naar de klimplanten. Kris kijkt geschrokken. De gloeiende kooltjes hebben weinig tijd nodig om de onderste verdroogde klimplanten vlam te doen vatten.  Kris kijkt gefascineerd naar de vlammen, met de tranen in de ogen, maar kalm nu. Het vuur ontwikkelt zich verder, de vlammen likken al een paar meter hoog.  Kris kijkt om zich heen. Niemand heeft de brand opgemerkt. Ze aarzelt. Ze laat haar handtas van haar schouder glijden, en begint erin te zoeken, zonder haar ogen van het vuur af te halen. Ze vindt haar autosleutel. Kijkt ernaar. Omklemt hem, kijkt naar de parking waar haar auto staat. Kris kijkt weer naar het vuur, maar ziet zichzelf in de reflectie van het schuifraam naast het vuur. Kris kijkt zichzelf enkele seconden in de ogen, vlammen op de zijkant. Zonder weg te kijken, legt ze haar hand op haar buik. Dan rommelt ze plots gericht en gehaast in haar handtas, vindt haar smartphone, drukt een nummer en houdt de telefoon aan haar oor.   7. EXT. - TUIN  – AVOND   Kooltjes gloeien onderaan een vuurkorf, en worden door een korte dikke straal van de brandweerslag gedoofd. De brandweerman wandelt met de slang in de hand terug naar de brandweerwagen, iedereen is aan het opruimen, de zijkant van het kantoorgebouw heeft rookschade. Hij passeert Kris die voor zich uitkijkt naar de ravage. Marc komt van de andere kant op haar af. MARC Ja, wadde.   Kris reageert niet                     MARC(CON’D)    Nog een geluk dat uw presentatie niet juist was. Kris kijkt met ergernis naar Marc.                       MARC(CON’D)    Allez ik bedoel anders had ge de brand niet opgemerkt.   … Meiske toch. Ge moet dan maandag maar eens door die jaarcijfers gaan. Met Olivier.                    KRIS Ik ben geen meiske. En ik moet niks. Daarbij, ik heb uwen Olivier gegoogled. Hij heeft vier kinderen.   Kris rolt met haar ogen KRIS (CON’D) Hoe gaat dié dat combineren? Seriously Marc. Steek uw cijfers waar het licht niet brandt.    Marc kijkt verbaasd. Kris loopt naar haar auto draait zich nog even om en zwaait “bye-bye” met haar autosleutel.                KRIS    Salut, Marc.       8. INT. - RESTAURANT  – AVOND     Kris hangt heerlijk alleen in de zeteltjes bij Starbucks,benen op het lage tafeltje voor haar. Ze heeft een grote gepoederde latte in haar handen, en oortjes in waardoor een vrolijk liedje klinkt. Kris glimlacht volmaakt gelukkig.  Rond haar is het super druk, hippe jongeren komen en gaan, lachen en roepen, maar ze merkt er niets van. Buiten sneeuwt het.

Tine Tytgat
0 0

Boronali

De bank in het park stond vol met  potjes verf en schildergerei.  De eigenaar van de spullen, in wie ik een schilder vermoedde, was nergens te bespeuren. Zodra ik over mijn verwondering heen was, zag ik een eind verder een man op me toekomen. Hij droeg een schildersezel en naast hem liep ook een ezel aan een touw.  Een breed omrande hoed sierde zijn hoofd. Bij de bank gekomen maakte hij het touw met ezel aan de leuning vast.  Het dier toonde totaal geen interesse voor wat er met hem gebeurde. Het personage met hoed, die ik de rol van schilder had toebedeeld, trachtte hem om te draaien, maar zoals het een ezel betaamt bleef die koppig staan. Dan nam de man maar de andere ezel, de schildersezel beet en plaatse hem  naast de bank op het gazon. Het was een lage ezel. Op deze ezel plaatste hij een doek dat  bij nader toezien reeds met  felle kleuren was beschilderd. Uit een tas die al op de bank stond haalde hij een wortel.  Daarmee slaagde hij er vooralsnog in om het dier te keren zodat het met zijn achterste naar het doek gericht stond. De hele tijd sloeg ik het gebeuren gade maar werd totaal genegeerd, tot de man mij plots aankeek, naar mij toestapte en vroeg of ik een telefoon had en of hij die even mocht gebruiken. Ik overhandigde hem mijn nieuwe Huawei smartphone.  De man verwijderde zich en stond even later hevig gesticulerend met iemand te bellen. Dan werd mijn aandacht gevestigd op een grote groep vrouwen en mannen die ondertussen het park binnenkwamen.  Aan het materiaal dat ze bij zich hadden merkte ik dat het een cameraploeg was. Ze stelde zich op voor de bank met de ezel, die verder zijn wortel verorberde. Er kwam een troep actrices en acteurs toe, gekleed in kleren van omstreeks 1900. Een jonge dame die waarschijnlijk dacht dat ik bij de crew hoorde kwam naast mij staan.  Zij had een klembord in de hand en vroeg of ik het even wou vasthouden terwijl ze instructies gaf aan een aantal acteurs. Op de papieren die op het bord zaten geklemd las ik : Documentaire over Boronali, de beroemde schilder die een ezel was. Tot mijn grote verbazing zag ik hoe aan de staart van de ezel een schilderskwast werd bevestigd. Mijn middagpauze zat erop, dus gaf ik snel het klembord terug aan de dame, die de wenkbrauwen fronste toen ze me uit het park zag lopen. Weer op het werk zocht ik op het internet meteen de naam Boronali op en vond er het ongelooflijke, spannende en hilarische verhaal  van het kunstwerk dat zogenaamd door een ezel  met zijn staart werd geschilderd. De Fransman die het  in 1910 allemaal verzon heette Roland Dorgelès en wou op die manier de spot drijven met het artistieke milieu en zijn kleinzielige snobs en criticasters.   Pas uren later ontdekte ik dat ik mijn telefoon miste.  

Vic de Bourg
44 1

Bijdrage aan een schrijfwedstrijd.

CurieusWest organiseerde onlangs een schrijfwedstrijd. In "One Moment in Time" vind je het hoofdstuk Verhaal nummer 40 , mijn oorspronkelijke bijdrage vind je hier. Saskia De Coster schreef begin, midden en einde in dit spannend schrijfavontuur.  De volgende dag vallen de maskers af. ‘Jullie worden over een uur verwacht. Sofie.’ las Michel op zijn gsm. Het wordt geen koffiekransje, weet hij. ‘Kleed je aan, we vertrekken,’ beveelt hij Maris. ‘Michel, wat…’ en kleedt zich snel aan. ‘Stel geen vragen, schiet op.’ Ze heeft nochtans op dit moment gewacht. In de auto die hen van Oostende naar Brussel brengt, beseft ze dat de wereld niet is veranderd; gedichten, teksten van werkloze auteurs, kleffe televisieprogramma’s, domme influencers en arrogante opiniemakers ten spijt. Iedereen heeft plotseling iets te zeggen en iedereen zegt uiteindelijk hetzelfde. Altijd dat ik. Altijd dat ego. Altijd dat showgehalte. Altijd geschreeuw en gegil. Huidhonger vindt ze een irritant woord.             Maris zucht. Michel zegt geen woord. ‘Ik ben geen Madame Soleil. Ik voel de dingen aan, ik leg verbanden,’ terwijl ze aanwijzingen probeert te zoeken op haar gsm maar de gezichtsherkenning ontgrendelt het apparaat niet. Idiote trut, denkt ze. Het is haar mondmasker. Sterke software toch.             Na anderhalf uur rijden doemt de basiliek van Koekelberg op. Via Molenbeek rijden ze richting Zuidstation naar hun eindbestemming. Ze weet wel naar waar. Brussel ontwaakt als uit een roes, dat doet de stad iedere ochtend, maar vandaag lijkt de stad slecht te hebben geslapen. Mensen met blauwe mondmaskers negeren het afstandswandelen. Ze buigen de hoofden naar hun schermpje, ze kijken niet naar elkaar. Verderop staan mensen te wachten voor gesloten prularia-winkels die straks hun koopverslaving zullen weten te temmen. Het monster van de graai-economie is terug.             Mensen hebben veel van zichzelf verloren, bedenkt ze. Het lijkt ook niemand te storen dat de overheid zomaar in de privacy van je huis en van je leven kan komen. Tok tok op de deur, kom maar binnen en kijk maar rond. Wat is er met hun kritische blik op de wereld gebeurd? Ze mist de lockdown al. Ze wil berusting. Nog even en dan… Haar kleding schuurt over haar lichte brandwonden en brengt het ongeluk terug in haar geheugen. Ze herinnert zich dat ze wakker werd in de kliniek waar verpleegster Saskia zich over haar ontfermde. Ze vergeet nooit haar warme strelen, haar goedlachse ogen en haar flauwe humor die haar erdoor hebben gesleurd. Hoe goed het voelde toen ze afspraken eens te gaan ontbijten in hotel du Parc of cava te drinken in beachbar Polé-Polé. Nu had ze perspectief. Een nieuwe vriendin misschien om mee op het podium te staan.             Op de radio klinkt een treurig liedje van Whitney Houston. Nooit meer Whitney, denkt ze bij zichzelf. Whitney is vallen en uitschuiven. Te veel miserie. Als ik terug op het podium sta, wil ik iets krachtiger. Iets wat een hit had moeten zijn, de hele wereld had moeten wakker schudden. Iets met tekst, met inhoud, met ballen en met borsten. In alle kleuren. In alle tonen. In alle stijlen.             De auto rijdt de ondergrondse parking van het ministerie in. De chauffeur parkeert de wagen. De deur gaat open. Ze voelt een lichte opwinding opkomen. Ze is er klaar voor. Game over.  

Erwin Abbeloos
0 0

Onder de paraplu

Zo’n 30 minuten heeft zij hem laten wachten. Pisnijdig is hij. Precies of hij heeft niets anders te doen. Maar het is voor de goede zaak en uiteindelijk is ze er toch. Ze haalt een plastiek zakje boven, dat ze zorgvuldig op de bank legt en op gaat zitten. Daar had hij beter ook aan gedacht. Zijn broek heeft ondertussen de koude, vochtige plas water van op de bank helemaal opgeslorpt. Zoals afgesproken zwijgen ze een vijftal minuten en staren ze voor zich uit. Hoewel de regen al een tijd gestopt is, blijven ze zich krampachtig verstoppen in de holte van hun paraplu. Elk aan een uiteinde van de bank. Beide met gekruiste benen en hun vrij hand op hun bovenbeen. Hoe onopvallend ze zich ook proberen te gedragen, hoe opvallender het is. De bijna symmetrische houding wekt een mysterieuze sfeer op en voorbijgangers laten hun blik net iets langer op hen rusten dan nodig is. Ogen turen onder de vliezen van de paraplu door naar enkele spelende kinderen. ‘Ben je gevolgd?’, vraagt ze op een fluisterende toon, zonder haar ogen af te wijken van de kinderen. Er komt een koude bries voorbij waardoor ze haar neus wat dieper in haar bonten sjaal stopt. ‘Nee..’, gromde hij. ‘En al was het zo.. Dan hadden ze het al lang opgegeven, aangezien ik hier al 30 minuten zit!’ Hij werpt een blik op zijn horloge. ‘Ah nee.. Al bijna 40 minuten!’ Zijn stem klinkt zacht, maar de irritatie is duidelijk te horen. Er volgt een korte stilte. ‘Sorry, ik werd opgehouden..’ Ongemakkelijk schuifelt ze heen en weer. Niet wetende of ze meer uitleg moet geven. De zak maakt een zacht krakend geluid.  Hij weet niet wat ze nu verwacht van hem. Hij zet zich een beetje rechter. Geen goed plan. Zijn onderbroek is ondertussen voelbaar aangetast door het vocht en een koude rilling gleed over zijn lichaam. Kippenvel. ‘Wat ben je nog te weten gekomen?’ Hij wil het liefst to the point komen, hij had hier ondertussen al wel lang genoeg gezeten. Ze rolt voor het eerst haar ogen in zijn richting en kijkt voor een ogenblik naar zijn geruite broek. ‘Ja.’, antwoordt ze en wendt haar blik weer af. ‘Ik heb haar gezien.’ Ze slaagt somber haar ogen neer. ‘Is ze oké?’, wil hij weten. Ze zucht. ‘Natuurlijk is ze niet oké!’ Haar stem klonk harder. ‘In dat milieu kan je er misschien lichamelijk wel oké uitzien, maar mentaal ben je een wrak!’ Haar stem bibbert. ‘Ze weet niet eens meer hoe ze echt heet. Iedereen noemt haar Jo.’ Een traan rolt over haar wang. ‘Maar ik heb haar herkend. Zeer zeker!’ Aan de ingang van het park verschijnt een man in kostuum. Ze schrikt bijna onmerkbaar. ‘Euh.. Ik moet weg. Morgen zelfde uur, zelfde plaats.’ Zonder te wachten op een antwoord, staat ze op en loopt ze de andere kant uit. Verbijsterd en niet begrijpend blijft hij achter op de bank. Wat is er juist gebeurd?  

Tinne
18 0

Drukte rondom een geheimzinnige ruïne

Op de helling van een berg ligt op een vlak stuk grasland een ruïne. Verborgen in de schaduw van omringende bergtoppen, gelegen aan de rand van een diepe kloof. Het dak van de ruïne is verdwenen en de resterende gebogen pilaren doen vermoeden dat het eens om een enorm bouwwerk ging. In het centrum van de ruïne ligt een ringvormige verhoging te midden van een plas water. De enige manier hoe je op de verhoging kunt geraken is om over een stenen pad te wandelen dat de omliggende vloer verbind met zijn onderzijde. Drie mannen in rode gewaden wandelen achter elkaar over het stenen pad richting het platform. Het pad dat ze bewandelen lijkt net een korte bloemstengel en het platform waar ze naar toe lopen op een grote ronde bloem. Net voor het pad de verhoging raakt ontspringen langs beide zijden twee stenen bogen die mee lopen met de vorm van het platform. Net als twee stelen onder een bloem die elk weer uitmonden in kleine, ringvormige bladeren. In het midden van het zandkleurige geheel pronkt een met goud gevulde cirkel die doet denken aan de stempel van een bloem. Voorbij het midden, aan de bovenzijde van de verhoging staan vijf mannen met witte gewaden in een V-vorm achter elkaar. De man van achteren heeft een gouden staf in zijn linkerhand met daarop een ringvormig symbool die hoog boven hen schittert in het zonlicht. De mannen kijken naar een tweede, hoger gelegen platform alsof ze staan te wachten tot er iemand door de ringvormige poort, van de stenen trappen naar beneden komt. De deurloze kopergroene poort schittert in het zonlicht en haar omringende in mekaar gelegen bogen werpen een schaduw waardoor er een reliëf zichtbaar is.  Er staat een man aan de voet van de poort, een gouden staf in zijn linkerhand; uitkijkend over de bergen naar de heldere hemel, wachtend op een teken. Beneden staan toeschouwers rondom geduldig te wachten op wat er komen gaat.

Jelle
12 0