Zoeken

Kinderspel

KinderspelHet spel was simpel, iedereen kon het spelen. Je had geen bijzondere vaardigheden of kennis nodig om mee te doen, hoewel het hielp als je iets of wat kon mikken. Er waren verschillende groottes en kleuren, die een rol speelden in de waarde van de exemplaren. Laagst in rang waren de "schieters", hoogst in rang de "boelen". Daartussen bovenden zich allerlei soorten en variaties, waar ik de meeste namen van vergeten ben, al kende ik ze toen heel goed.Ik was zes en met lege handen begonnen. Dit was op zich niet zo uitzonderlijk en al zeker niet problematisch. Alles was georganiseerd als een meritocratie: wat je had, werd bepaald door je prestaties. Opstarten was niet zo heel moeilijk, de meesten waren wel bereid om enkele "schieters" af te staan aan een beginner, en als je hier niet om durfde vragen, kon je altijd de speelplaats afschuimen in de hoop een verloren knikker te vinden.Wanneer je er enkele in je bezit had, was het niet moeilijk je collectie uit te bouwen. Op de speelplaats zaten vele kinderen met de benen gespreid. Tussen hun benen lagen dan enkele knikkers, dit waren de gewaardeerde exemplaren. Als je interesse had in iemands tentoongestelde knikkers, nam je plaats aan de startlijn en rolde je je eigen knikkers naar je doel. Raakte je een knikker, dan kreeg je hem, maar elke knikker die zijn doel niet raakte, was je kwijt. Het was een kwestie van inschatten en overwegen. De afstand tussen doel en startlijn, varieerde. De keuze hoeveel schieters je "wegschoot", lag bij jou. De keuze lag bij jou. Er waren risico's en mogelijkheden. Twijfel en hoop.Als zesjarige die niemand uit de hogere jaren kende, kwam ik in dit spel terecht. Dit eerste was ook geen vereiste, je hoefde namelijk helemaal niemand te kennen om mee te kunnen spelen. Het was een zeer uitdagend spel, elke situatie was anders en naast de hoeveel knikkers die je verwierf, kon je ook proberen gewaardeerde exemplaren in je bezit te krijgen. Langzaam bouw je op, tot je een collectie knikkers hebt, die je overal met je meesleurt. Eerst in je broekzak, dan in een klein tasje, maar op een gegeven moment heb je echt wel dat extra rugzakje nodig om dagelijks mee naar school te sleuren. Boordevol knikkers, één na één raak geschoten.Het is op zo'n moment dat het leven fijn en zorgeloos is. Niets verhindert je om ten volle van het spel te genieten. Tot iets daar verandering in brengt. In mijn geval was dit een ongeluk. De rugzak waar mijn dierbare knikkers in zaten, viel. Pardoes op de grond. Een groot deel van mijn verzameling rolde over de speelplaats. De knikkers waren niet te stoppen, ze gingen alle kanten uit. De tranen sprongen me in de ogen bij deze verschrikkelijke gebeurtenis. Vele guitige kinderhandjes grepen naar mijn dierbare schatten en ik deed hetzelfde. En hoewel de meeste knikkers eerlijk werden terugbezorgd, werden er ook een aantal onherroepelijk van me ontvreemd. Een patrouillerende leerkracht probeerde nog orde op zaken te stellen, maar gedane zaken maakten geen keer. Wat verloren was, bleef verloren.Het ergste is dat je het wéét. Je weet wat je kwijt bent en erger nog: je wordt je bewust van het feit dat je wéér en méér kunt verliezen. Het zorgeloze verdwijnt voorgoed. Het plezier van het spel gaat verloren. Alles is plots een oorlog waarin je enkel kunt verliezen. Een oorlog waaraan je niet eens aan hoeft deel te nemen. En zo borg ik voorgoed mijn resterende knikkers op in een kast op mijn slaapkamer en speelde nooit meer.Het daaropvolgende jaar draaide alles om die fantastische wezentjes die je in het wild kon vangen en voor je laten vechten. Je borg ze op in een rond balletje en trainde ze. Gelukkig waren zij niet echt en hoefde je geen ronde balletjes, maar kaartjes waarop zij afgebeeld stonden bij te houden. Die kaarten pasten heel gemakkelijk in een kinderhand en rolden gelukkig niet alle kanten uit wanneer je stapel uit je handen glipte. En zo kreeg ik op een dag enkele kaarten cadeau en trad ik in kinderlijke onschuld toe tot de wondere wereld der pokémontrainers/-verzamelaars, niet beseffend hoe onethisch het hele pokémongebeuren was. Stiekem lette ik toch wel erg goed op mijn steeds verder groeiende stapel kaarten, met de verloren gegane knikkers in het achterhoofd.Net zoals de andere leerlingen, ging ik helemaal op in de hype. We kenden alle namen en ruilden er lustig op los. We wisten hoe we "vervalsingen" moesten herkennen en legden met trots onze collecties aan elkaar voor. De blinkende en de kaarten met een hoog HP pronken bovenaan, daar waren we trots op, maar iedereen stak ook die nutteloze energykaarten in zijn stapel, zodat deze nóg groter leek. En hoeveel en welke kaarten je bezat maakte natuurlijk geen verschil in de binnen de klasmuren, maar op de speelplaats telde het écht wel. Voor ons was het geen spel, het was wie wij waren en hoe wij leefden. Dit was géén kinderspel, dit was menens! 

Fuaran
5 0

'War on Drugs'

De benadering en behandeling van de drugsproblematiek is één van de moeilijkste vraagstukken die een kandidaat-politicus zich kan stellen. Ook ik heb er lang mee geworsteld maar na jaren van toegewijde studie en opvolging van het debat ben ik tot bevindingen gekomen die mij een radicaal nieuw inzicht bijbrachten. Mijn eindconclusie is dat de 'War on drugs' een uitputtingsslag is die bij voorbaat is verloren. Het gebruik van verdovende middelen kan immers nooit volledig worden uitgebannen, net zomin als het nuttigen van alcohol, tabak of allerlei vormen van prostitutie, inclusief pornografie. Excessief verbruik van narcotica heeft al sedert mensenheugenis onnoemelijk veel schade en overlast veroorzaakt in onze maatschappij, het richt mensen ten gronde, tast hun psyche en functioneren aan, plukt hen financieel kaal, zet aan tot crimineel gedrag en belast iedereen in hun omgeving met de gevolgen die zwaar kunnen doorwegen. In een vorig leven ben ik dan ook altijd voorstander geweest van de harde, repressieve aanpak, het bekende en populaire lik-op-stuk beleid, zowel ten aanzien van producenten als van dealers en gebruikers. Het is de aanpak die de VS al tientallen jaren voorstaat, met een intensief vervolgingsbeleid, peperdure opsporingstechnieken, aanhoudende razzia's, hoge gevangenisstraffen voor alle betrokkenen en het op de been houden van een speciale task force die zelfs tot diep in de regenwouden van Centraal- en Zuid-Amerika militaire operaties uitvoert die er moeten voor zorgen dat cocaplantages worden opgedoekt en platgebrand. Het kostenplaatje van heel dit politie- en justitiële apparaat dat tot doel heeft de handel in en het gebruik van drugs aan banden te leggen is echter niet te overzien, het vergt miljarden overheidsgeld terwijl het nooit de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Het aantal gebruikers lijkt er niet door te zijn afgenomen en voor iedere productieplaats die buiten werking wordt gesteld verschijnt er een andere voor in de plaats, nauwelijks enkele kilometers verderop. Het is een kat-en-muis spel dat eeuwig aan de gang blijft. Het strikte verbod lijkt er bovendien zelfs voor te zorgen dat deze taboesfeer het product extra aantrekkingskracht oplevert bij jongeren want wat verboden is moet wel fantastisch zijn en werkt dus prikkelend, uitnodigend. Een tweede gebruik van drugs aan banden te leggen is echter niet te overzien, het vergt miljarden overheidsgeld terwijl het nooit de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Het aantal gebruikers lijkt er niet door te zijn afgenomen en voor iedere productieplaats die buiten werking wordt gesteld verschijnt er een andere voor in de plaats, nauwelijks enkele kilometers verderop. Het is een kat-en-muis spel dat eeuwig aan de gang blijft. Het strikte verbod lijkt er bovendien zelfs voor te zorgen dat deze taboesfeer het product extra aantrekkingskracht oplevert bij jongeren want wat verboden is moet wel fantastisch zijn en werkt dus prikkelend, uitnodigend. Een tweede argument die tegen deze aanpak pleit is dat de voortdurende jacht die de autoriteiten maken op producenten en gebruikers er voor zorgt dat zo de handelswaarde van het product kunstmatig wordt opgevoerd en hoog gehouden. Hoe moeilijker en gevaarlijker het is om het product bij de eindgebruiker te laten bezorgen, hoe meer de dealers zullen vragen, wat dus extra geld in het laatje brengt voor de drugskartels en hun tussenpersonen die zich met deze schimmige handel inlaten. Het maakt de producenten zo rijk en machtig dat ze in sommige landen (zoals met name Colombia, Mexico en Ecuador) een staat in de staat dreigen te vormen die zichzelf bij politieke partijen kunnen inkopen en er eigen politieke stromannen op uitsturen om, als ze verkozen raken, hun belangen te behartigen. Ook onderbetaalde politiemensen staan in zulke landen vaak op de loonlijst van de drugskartels en knijpen in ruil voor steekpenningen een oogje dicht bij het passeren van drugstransporten. Politiewagens worden op die manier zelfs ingeschakeld om vrachtladingen drugs veilig te escorteren naar de plaatsen van bestemming. Anno 2014 moeten we vaststellen dat de harde aanpak van de drugskartels niet werkt, nooit heeft gewerkt en nooit zal werken. Critici van deze strategie wijzen er op dat hij vergelijkbaar is met de drooglegging in de VS in de jaren '20 van de vorige eeuw. De slechte invloed van alcohol op de bevolking werd toen zo hoog ingeschat door de autoriteiten dat zij een totaalverbod invoerden die de vele verslaafden wanhopig maakte. Gangsterbaas Al Capone zag meteen het gat in de markt en stortte zich op de zwarte handel in flessen sterke drank die zijn mannetjes verkochten in achterkamertjes en verdoken saloons: dit zwarte circuit zorgde voor de grote doorbraak van de Amerikaanse maffia die zich over de gehele wereld zou gaan vertakken. De vele drugs die Amerika en Europa overspoelen blijven de maffia rijker en rijker maken en zolang het beleid niet wordt omgegooid zal daar geen verandering in komen. De meeste Europese landen lijken het strenge Amerikaanse beleid na te bootsen en leggen nog steeds gevangenisstraffen op aan gebruikers die betrapt worden op het bezit van illegale drugs. Vrijwel de enige uitzondering op die regel is het Koninkrijk der Nederlanden dat het meest tolerante drugsbeleid ter wereld lijkt te hebben. Softdrugs is er gelegaliseerd en vrij verkrijgbaar in zogenaamde 'coffeeshops', tal van drugsvariëteiten worden er aangewend voor medicinaal gebruik en zelfs terugbetaald door ziekenfondsen. Het mag dan ook op z'n minst vreemd heten dat er in buurland België, dat net als Nederland volwaardig lid is van de Europese Unie, een geheel ander beleid van kracht is dat nog steeds gericht is op bestraffing en stigmatisering van de gebruikers. In de havenstad Antwerpen bijvoorbeeld, die een draaischijf schijnt te zijn in de Europese import van drugs uit Zuidelijk Amerika, is de nieuwe burgemeester Bart De Wever er op gebrand om extra manschappen in te zetten ten einde de strijd tegen de drugshandel op te voeren, met meer inbeslagnames en meer arrestaties. Verslaafden zullen vaker tegen de lamp lopen en zwaar worden beboet; een jongere die wordt betrapt op het roken van een jointje mag zich verwachten aan een boete van minstens 150 Euro. Deze aanpak zal de marktwaarde van het spul ongetwijfeld weer de hoogte in jagen en er voor zorgen dat de gebruiker twee keer extra financieel wordt uitgemolken, een eerste keer door de dealer en een tweede keer door de arm der wet als hij op heterdaad wordt betrapt. Het is bizar en surrealistisch te noemen dat in een eengemaakt Europa op nauwelijks een paar tientallen kilometers van elkaar verwijderd twee verschillende wetten op het bezit en gebruik van drugs toegepast worden die hemelsbreed van elkaar verschillen, de ene vrij tolerant en de andere strikt intolerant, die de gebruikers aan de schandpaal nagelt als moderne paria's. We moeten, in navolging van Nederland, dringend afstappen van het oude idee dat gebruikers nodig moeten worden gecriminaliseerd terwijl ze in feite drie maal slachtoffer zijn: ten eerste slachtoffer van hun eigen verslaving, ten tweede slachtoffer van hun dealers die overdreven veel geld vragen voor hun handelswaar en ten derde slachtoffer van het vervolgingsbeleid dat hen demoniseert en er tevens voor zorgt dat de macht der kartels in stand wordt gehouden. Als men er zo over gaat nadenken kan men zich de vraag stellen of sommige bewindvoerders niet door de kartels zelf met omkoopgeld worden aangemoedigd om dergelijk streng vervolgingsbeleid in stand te houden om te bereiken dat de handelswaar haar hoge prijs kan aanhouden. Immers, iedere vorm van legalisering zou er voor zorgen dat de prijzen kelderen, hetgeen voor de kartels een groot verlies aan inkomsten zou betekenen. De autoriteiten van deze landen die een streng beleid vooropstellen lijken bovendien blind te zijn voor het slachtofferschap van verslaafden en stellen hen steevast op één lijn met zware criminelen, ook al begaan zij geen enkel misdrijf, afgezien van hun gebruik van drugs. Schrijnend voorbeeld van dit enggeestige denken in stereotypen is het geval van de Belg Jonathan Jacob, een jonge gebruiker die in verwarde toestand op de openbare weg liep en toen hij werd opgemerkt door een politiepatrouille de agenten smeekte om te worden opgenomen. De agenten gingen in op zijn verzoek en namen hem mee naar hun bureau en stelden vast dat hij zwaar onder invloed was en concludeerden dat de beste oplossing voor hem was om te worden opgenomen in een instelling voor geesteszieken, al dan niet tijdelijk. Tot daar kweten de agenten zich goed van hun taak maar wat er vervolgens gebeurde tart alle verbeelding. De agenten krijgen van een magistraat de opdracht om de man af te leveren bij een psychiatrische instelling maar daar wordt hij tot tweemaal toe geweigerd door de directie, zogezegd omdat hij onhandelbaar gedrag vertoonde. De gedachte om hem in een dwangbuis te stoppen en vervolgens te laten uitrazen in een isoleercel tot hij weer rust gevonden had leek uit den boze. De zorginstelling verklaarde zich onbevoegd om dergelijk iemand op te vangen terwijl van haar toch redelijkerwijs mag worden verwacht dat dit juist haar plicht is? In de plaats daarvan gaven ze de agenten geen andere keuze dan de man terug in de politiecel te stoppen, waar hij nu eenmaal niet thuishoorde omdat hij niets anders had misdaan behalve te zijn gezwicht voor zijn verslaving. De agenten kleedden hem volledig uit en sloten hem daar op, zonder artsen de nodige nazorg te laten verlenen waar hij als patiënt recht op had, of zelfs maar zijn lichamelijke conditie te laten checken. Volgens de aanwezige agenten werd de arrestant toen hij moederziel alleen aan zijn lot werd overgelaten, naakt en eenzaam in zijn cel, razend, en volgens hun getuigenis begon hij zijn cel te 'slopen', wat moeilijk kon gezien het interieur: enkel een brits, een wc die in de grond zat verankerd en verder slechts betonnen muren en een metalen deur die stevig op slot zat. Hij begon te brullen en te tieren en op de deur te bonzen. So what? Is dat niet het normale gedrag dan van arrestanten die zwaar onder invloed zijn van drugs? Het stoorde echter de dienstdoende agenten buitenmatig veel en hoewel zijn woede-uitbarsting geen enkele bedreiging vormde voor hun functioneren besloot het diensthoofd telefonisch contact op te nemen met het parket met de vraag hoe hij dit gedrag kon beteugelen. De Substituut van de Procureur des Konings die de telefoon opnam beval, zonder de betrokkene gezien te hebben, om hem met behulp van een arts te laten platspuiten. Het valt  geheel buiten de bevoegdheid van een magistraat om zelf een medische maatregel op te leggen, dat zou de betrokken arts uit zichzelf moeten doen, maar het voorstel van de magistraat vond wel gehoor bij de politie die echter van oordeel was dat het te gevaarlijk was om op eigen houtje de cel te betreden. 'Dan moet hij maar eerst in bedwang worden gehouden door een Bijzonder Bijstandsteam van de politie' sommeerde de substituut. En zo geschiedde. Het 'Bijzonder Bijstandsteam' is een team van speciaal opgeleide agenten die permanent -in ploegendienst- beschikbaar zijn en worden opgetrommeld bij gijzelingsacties, gevallen van terrorisme en andere speciale gelegenheden. De vijf (of zes) agenten arriveerden in volle uitrusting, met zware laarzen, arm- en beenbeschermers, borstkurassen en matrakken, zelf onherkenbaar gemaskerd met balaclava's. Alvorens ze gezamelijk zijn piepkleine cel binnendrongen gooiden ze eerst een rookgranaat naar binnen om de arrestant te verrassen en te desoriënteren. Nadat de rook was opgetrokken bestormden de agenten in zware bepantsering de arrestant die niet wist wat hem overkwam en in een reflex wild om zich heen begon te slaan, in een poging tot zelfverdediging. Maar wat baat de zelfverdediging van een weerloze, geheel naakte man tegenover een overmacht van wel vijf getrainde gevechtsmachines die het gewoonlijk moesten opnemen tegen topcriminelen en terroristen? De agent die voorop liep werkte meneer Jacob met een lange, aan het uiteinde gevorkte steel tegen de muur. Het middeleeuws ogende instrument leek wel bedoeld om een wild dier in het nauw te drijven en moet op geweldig pijnlijke wijze in aanraking zijn gekomen met het naakte torso van de gevangene die  zich in een reflex begon te verweren en daarmee nog meer weerstand en agressie bij de agenten opriep. Er ontstond een worsteling in regel waarbij zijn hoofd meermaals tegen de muren werd gestoten en uiteindelijk werd hij tegen de grond gewerkt waarna de agenten met hun knieën die met zware kniebeschermers waren afgedekt op de in ademnood verkerende arrestant gingen zitten, minutenlang, tot ze alle tekenen van leven uit zijn lichaam hadden geperst, letterlijk en figuurlijk. Pas toen de agenten merkten dat de gevangene niet meer bewoog werd de arts er bij geroepen. En die kon alleen maar de dood vaststellen...! De hele operatie werd dankzij de in de cel aanwezige bewakingscamera's op film vastgelegd en nadien in prime-time op televisie vertoond, wat in België een schokgolf van verontwaardiging veroorzaakte. Maar de nieuwe burgemeester Bart De Wever besloot na het bekijken van deze oude beelden dat hij -als hoofd van de politie en dus verantwoordelijk voor hun optreden- geen reden zag om de betrokken agenten aan sancties te onderwerpen. Sterker nog, de betrokken agenten waren toen nog steeds in functie, in dezelfde eenheid, maar de burgervader zag geen aanleiding om hen te ontslaan of op non-actief te zetten. Liever besloot hij naar eigen zeggen om het resultaat van het gerechtelijk onderzoek af te wachten en daar niet op vooruit te willen lopen. Het signaal dat hij daarmee bij de bevolking afgaf kon als volgt worden begrepen: 'Als je je schuldig maakt aan drugsgebruik ben je vogelvrij verklaard en riskeer je te sterven in een politiecel door politiegeweld! Ook al heb je verder geen vlieg kwaad gedaan. Eigen schuld, dikke bult!'     De hardvochtige burgemeester toonde zich hier nogmaals van zijn meest gevoelloze kant en walste hier luchtig over een zeer tragisch voorval dat de televisiekijkers zich eerder enkel in een derdewereldland konden voorstellen. Het toegepaste beleid toonde hier overduidelijk aan dat de leidinggevende politici totaal geen benul hadden van de hele drugsproblematiek en dat ze de slachtoffers die tegelijk slachtoffer waren van hun eigen verslaving en hun dealers die het spul leverden verwarden met daders, ongeacht de specifieke achtergrond van de verslaafden. Zolang de mensheid bestaat zullen er verslaafden bestaan en drugsproducenten. Het eeuwige patroon van vraag en aanbod valt niet te doorbreken. Staat de overheid dan geheel machteloos in de strijd tegen de drugs? Nee, want wie wel buitenspel kunnen worden gezet zijn de drugskartels, degenen die de grootste winst opstrijken en daarmee de misdaad levendig houden en bovendien kwalitatief slechte producten afleveren die neveneffecten teweegbrengen die uiteindelijk meer sterfgevallen onder de gebruikers veroorzaken dan de drugs zelf. Zolang de overheid de drugs niet zelf begint te verstrekken tegen een fatsoenlijke prijs en de producten niet onder een streng medisch toezicht plaats dat moet waken over de gezondheidsrisico's blijven de ongelukkige gebruikers ronddolen in een illegale schermerzone waar ze ten prooi vallen aan wanhoop en wetteloosheid en waar hun gezondheid voortdurend gevaar loopt. Als gebruikers zich binnenkort bij een overheidsloket kunnen gaan aanmelden om onder bepaalde voorwaarden drugs te krijgen verstrekt en dus niet meer afhankelijk zullen zijn van dealers en hun criminele bendes dan zou dat een hele opluchting zijn voor  zowel gebruikers, de politie en het huidige gevangeniswezen. De voordelen zijn legio: 1) De gebruikers hoeven niet meer bevreesd te zijn voor vervolging en opsluiting, enkel omdat zij gebruiken. De politie krijgt de handen vrij om zich toe te spitsen op belangrijkere taken dan het opsporen van gebruikers en tussenhandelaren nu de overheid zelf zorgt draagt voor de distributie. 2) De 'patiënten' kunnen beter worden opgevolgd door sociale werkers en het verkrijgen van drugs kan worden gekoppeld aan een verplicht afkickprogramma. 3) Het sterftecijfer ten gevolge van slecht bereide drugs zal worden terug gedrongen. 4) De huidige gevangenissen die nu nog volgepakt zitten met gebruikers die betrapt werden op bezit maar verder niets op hun kerfstok hebben zullen de gevangenis -waar zij eigenlijk niet thuishoren- mogen verlaten om plaats te bieden aan de echte criminelen -dieven, verkrachters en plegers van fysiek of mentaal geweld- die nu nog vaak te lang op straat rondlopen omdat de gevangenissen te vol zitten. 5) Door alle gebruikers te kunnen registreren krijgt de overheid een realistische kijk op de werkelijke omvang van het drugsprobleem en kan zij adequaat werken aan een oplossing en beter inspelen op de psychische noden van degenen die zich nu nog te veel verschuilen in de illegaliteit en daarom nooit in contact komen met mogelijke hulpverleners.   6) De schatkist wordt door de verkoop van drugs van overheidswege gespijsd met miljoenen extra inkomsten die de overheid nu misloopt. Bovendien krijgen ze er nog eens vele miljoenen extra bovenop als de politionele strijd tegen de drugshandel kan worden ontlast. Een welkome financiële meevaller die kan tellen in tijden van grote crisis. 7) De arme Zuid-Amerikaanse cocaboeren die voordien ten onrechte op één hoop werden geveegd met de drugsmaffia maar in feite geen andere keuze hebben dan cocaplanten te verbouwen om in hun schamel levensonderhoud te voorzien omdat hun landbouwgebieden door de eeuwenoude aanwezigheid van giftige cocaplanten geen andere 'gezonde' gewassen meer kan opleveren, hoeven niet meer bang te zijn voor vervolging en genieten voortaan van een fair-trade prijs voor hun product dat de drugskartels nu tegen een bodemprijs van hen afnemen, als uitbuiters. 8) Door de eerlijke prijs waartegen de overheid de drugs zal verkopen aan de verslaafden zullen die minder geneigd zijn om misdaden te plegen om met de opbrengst daarvan de dure drugs te kopen die de trafikanten hen nu aanbieden. De misdaadcijfers zullen fors teruglopen. Minder bejaarden zullen op straat worden overvallen voor de inhoud van hun handtas. 9) Kinderen en andere minderjarigen die zich aanmelden om aan drugs te komen kunnen uit voorzorg meteen in jeugdinstellingen worden opgenomen omdat in die categorie van gebruikers de overheid corrigerend moet optreden om totale afhankelijkheid te voorkomen. Bij zwaar verslaafde volwassenen die zich aanmelden kan worden nagegaan of deze inwonende minderjarige kinderen hebben. Deze kunnen dan desgevallend preventief uit huis worden geplaatst om hen te beschermen tegen het milieu waarin ze opgroeien. 10) Met de opbrengst van de drugsverkoop kan de overheid meer geld besteden aan het bestrijden van armoede, één van de voornaamste oorzaken voor vele mensen om te beginnen met drugsgebruik: omdat ze door armoede in een uitzichtloze situatie verzeild zijn geraakt trachten ze met de inname van drugs zichzelf te troosten.   Ik ben er heilig van overtuigd dat politici wereldwijd mettertijd de talrijke voordelen van dit verregaande voorstel zullen gaan inzien en dat daardoor de huidige 'War on drugs', die nu nog de boventoon voert, op haar laatste benen loopt. In Zuid-Amerika is men hard op weg om dit pad te gaan bewandelen. Zo is Uruguay vanaf april 2014 het eerste land ter wereld waar het volledig legaal zal zijn om cannabis te bezitten, tot een maximum van 40 gram per maand en per persoon, verstrekt door apotheken die van de overheid daarvoor een vergunning krijgen. De strijd tegen drugsgebruik mag evenwel nooit worden opgegeven, zij zal alleen worden voortgezet op een drastisch andere -intelligente- manier die uiteindelijk meer vruchten zal afwerpen dan de louter repressieve aanpak. Ook hier geldt: het doel heiligt de middelen.          

Olli Salvatore
0 0