Zoeken

Joost Vandecasteele verlaat Brussel.

Brussel, dat is het lelijke huis dat Verminnen ooit bewierookte. Brussel dat is vuiligheid, viezigheid, ranzigheid en hoerigheid. Brussel, dat is bestuurloos, genadeloos, abbeloos, soms al eens hopeloos en ook al eens grandioos. Brussel, dat is een attractiepark bezaaid met toeristenvallen, trekpleisters, foodketens en biertenten. Brussel lijkt in niets meer op zichzelf en de mensen die aan het roer van het schip staan, hebben haar in haar ziel vermoord. Brussel is een pretpark voor marginalen geworden. De stad is veranderd maar dat ben ik ook. Ik kijk naar de chaos van Brussel met rode mistroostige ogen, met afgrijzen denkend dat het vroeger allemaal beter was – maar zo verzuurd ben ik niet, het was a slip of the tongue. Brussel heeft allang alle charme verloren. Foute burgemeesters, politiek zonder visie, graaicultuur, millenials, schaamteloze toeristen en nonsens bestuur. Dat is Brussel geworden. Ik ken Brussel in elke minuut, ’s nachts en overdag. Ik woon al zolang in de eeuwige kronkels van haar stinkende en rottende ingewanden. ’s Morgens toont ze haar trieste blik bij het ontvangen van de duizenden pendelaars die haar met vuile sokken en aftandse schoenen betreden en vertrappelen. Zielige Vlamingen en Walen die met zwaarmoedige hangende hoofden haar stenen tapijt overlopen naar kelders, bunkers of glazen torens en waar ik liever nooit kom. Loving you is a dirty job but someone’s got to do it. Ik blijf nog een tijdje maar helaas, Brussel, hoe lief ik je ook heb, ik zal ook jouw herinnering binnenkort laten inslapen zoals ik dat met mijn kat Felix de 2de heb gedaan. Ik zal jou laten kwijlen en betijen. Maar altijd aan je denken, in het groot, en dingen doen in het stoemelings (Fragment uit mijn roman: “Doorheen gebroken vensters”).

Erwin Abbeloos
11 0

Mijn zoon in 7 uitspraken

Uitspraak 1: En daar dan toch bewust voor gekozen. Om maar ineens met de deur in huis te vallen, mijn tweede zoontje heeft downsyndroom. En ja, wij wisten dat al tijdens de zwangerschap. Maar nee, wij hebben hier niet bewust voor gekozen. Wij hebben voor de zwangerschap geen vragenlijst gekregen en daar bij de vraag 'wat wil u in uw kind' het vakje 'down' aangekruist. Wij wilden een tweede kind en hebben bewust geprobeerd zwanger te worden. En toen we dat waren, bleek het een zoontje met down te worden. Kregen we de keuze om hem weg te laten halen? Ja. En kozen we er bewust voor om dat niet te doen? Voor zover je bewust kan kiezen vol hormonen en met een actief stampend en strekkend kind in je buik. Ja, misschien. Uitspraak 2: Hoe kan je jezelf zo in nesten werken?  Ik heb nooit echt begrepen welke nesten de persoon in kwestie bedoelde. Een tweede zwangerschap? Ik ben gelukkig getrouwd en we hebben samen al een geweldig kereltje rondlopen en de middelen om nog een kindje te onderhouden en op te voeden. Dus dat lijkt me niet. Zijn de nesten dan het zwanger worden van een zoontje met down? Opnieuw, alsof dit een bewuste keuze is. Eerlijk is eerlijk, ook ik heb me, na de mokerslag, ook regelmatig afgevraagd wat ik fout had gedaan. Maar het is niet mijn schuld. Er sloop ergens een foutje in de cellen voor of tijdens de zwangerschap. Dat gebeurt. Zonder reden, zonder oorzaak. Zeg ik. Geloof ik. Weet ik. Maar het voelen... het schuldgevoel blijft. En uitspraken als deze helpen niet. Of zijn de nesten om ons kereltje geboren te laten worden? Wat impliceert dat hij alleen voor problemen zal zorgen. Terwijl we op voorhand enkel te horen kregen dat hij down heeft. In welke mate, wat hij wel zal kunnen of niet, hoe de beperking zijn en ons verdere leven zal veranderen, dat wist niemand. Dus ook de spreker niet. Uitspraak 3: Waarom zou je het willen houden? Een vraag die me meerdere keren werd gesteld. En waar ik maar 1 antwoord op had. Het is mijn kindje, ook al zat hij nog maar in mijn buik. Ik voelde zijn leven in mij en kon dat niet bewust eindigen. Ik wilde dat niet bewust eindigen. Ook al werd ik om de oren geslagen met argumenten tegen. Wat als dit, en wat als dat, ... alle mogelijke beperkingen, fysiek en mentaal passeerden de revue. En het enige dat ik terug kon stamelen was: het is mijn kindje. En dat is genoeg.  Uitspraak 4: De cijfers geven je weinig kansen. Want, 95% van de mensen laat een foetus met down wegnemen. Die gegevens waren van het internet geplukt en bleken, alvast voor ons land, niet te kloppen. Mijn gynaecoloog, die me tijdens we zwangerschap heel erg steunde, zocht het op. Het is maar 75%. Wat nog veel is. En ieder kiest voor zich natuurlijk. Ik kan niet beslissen voor iemand anders. Maar dat houdt ook in dat niemand anders voor mij kan beslissen. Dus al liet 100% die foetus wegnemen, ik kon dat niet. Want, 80% van de gemengde huwelijken eindigt in een scheiding en dan sta je daar alleen met twee kinderen, waarvan 1 met een beperking. Wat ik nog vergat te melden, mijn man is moslim met Turkse roots. Ik ben dat niet. In het begin van onze relatie zorde dat voor een aantal onzekerheden, dat klopt. Vanzelfsprekendheden in andere relaties waren dat nu ineens niet meer. Maar juist daarom waren we vanaf het begin verplicht om goed en veel te communiceren. De beslissing om uiteindelijk te trouwen is er niet zomaar gekomen. De beslissing om aan kinderen te beginnen ook niet. Zal deze relatie er voor de rest van ons leven zijn? Geen idee. Maar ik ben er wel zeker van dat we er voor de rest van ons leven samen voor onze kinderen zullen zijn. Uitspraak 5: Je moet aan je oudste kind denken. Je gaf hem al een vreemde naam, een onveilige buurt om in te wonen (de Seefhoek), een gemengde achtergrond en nu nog een broer met een beperking. We geven hem ook liefde en genoeg vertrouwen om op dit moment een geweldige tweejarige te zijn. Zo slecht ging het dus niet. En zal de komst van zijn broertje voor aanpassingen zorgen? Ja, zeker. Maar elk tweede kind knabbelt aan de tijd, centen en energie die de ouders in hun eerste kind kunnen steken. Maar elk tweede kind zorgt ook voor andere kansen en andere sterktes bij dat oudste kind. En dat zal bij ons niet anders zijn. Uitspraak 6: Andere vrouwen kunnen zelfs geen kinderen krijgen, wees jij nu maar tevreden met dat ene gezonde kind dat jij hebt. Diezelfde persoon vroeg enkele minuten na deze uitspraak doodleuk wanneer ik haar tweede kleinkind kwam bezoeken. Alsof aan mij vragen de zwangerschap te stoppen nog niet pijnlijk genoeg was, moest ik ook nog naar haar gezond kleinkind komen kijken. Mijn man en ik wilden 3 kinderen. Een derde komt er nu niet meer. Een zwangerschap als deze wil ik niet meer meemaken. En ik duim echt voor alle mannen en vrouwen met een kinderwens dat hun zo gehoopte kinderen er komen. Zonder moeilijkheden en de daarbij onbeholpen uitspraken van de omgeving. Uitspraak 7: Jij verdient dit niet. Opnieuw houdt deze uitspraak in dat de geboorte van onze jongen het begin van iets slecht is. Terwijl... het is dankzij hem dat ik op deze site terecht kwam, dat ik op schrijfcursus ga, dat ik met de oudste jongen in onze buurt naar een speelklasje trek, ... Allemaal zaken die ik niet gedaan zou hebben mocht ik niet zwanger zijn geweest en een uitlaatkllep gezocht hebben. Dus misschien is dit exact wat ik verdien.   Natuurlijk gaat geen enkel van bovenstaande uitspraken echt over hem. Het kereltje is nog geen 3 maanden. Hij eet goed, groeit goed, blijkt fysiek geen extra problemen te hebben en lacht al vrolijk naar iedereen die hem in zijn of haar armen sluit. Meer uitspraken vallen er over hem nog niet te doen. En ook al heb ik zelf ook een aantal van bovenstaande uitspraken gedacht tijdens de zwangerschap - we leven nu eenmaal in een maatschappij waarin een beperking een beperking is - als ik nu mijn kereltje vast hou, zie ik vooral een toekomst met een hoop kansen. Net als bij zijn broer.

PetraAli
7 1

Verhalenverteller

Soms ontmoet je mensen die je later gaat zien als een icoon. Een oom van mijn maatje was zo iemand. Goedlachs, gul en altijd vriendelijk. En met een eigenschap die hij duidelijk had geërfd van zijn vader. Hij was een geboren verhalenverteller. Je moest die verhalen niet altijd toetsen aan de waarheid. Daar waren ze ook niet voor bedoeld. Zijn vader, de opa van mijn maatje, was de meesterverteller. Jager, stroper, boer, de verhalen hadden altijd te maken met zaken die in de huidige maatschappij niet meer passen. Maar wel heerlijk om naar te luisteren. Oom Bart was wat moderner. Hij stroopte niet maar had een moestuin. Oké, de kroppen sla waren niet zo groot als bij zijn vader. Daar was met twee kroppen sla een hele kruiwagen vol. Maar de groente mocht er zeker zijn. Wat ook zijn eeuwige strijd met de vogels bewees. En handig als hij was, bedacht hij een ingenieus systeem om de aanvallers uit de buurt te houden. Sowieso was hij heel handig en altijd bezig. Maar er was wel altijd tijd voor een praatje. Met zijn armen gekruist op de bezem of schoffel stond hij op zijn gemak te luisteren naar wat je te vertellen had. Mijn maatje en ik luisterden altijd graag naar zijn verhalen. We zagen hem veel te weinig, zo gaat dat. Druk, druk, druk en dan zijn er zo weer een paar maanden voorbij. Gelukkig ben ik er nog niet zo lang geleden nog geweest. Natuurlijk samen met Stef, ondenkbaar dat ik op bezoek ging zonder de hond mee te nemen.  Vorige week, op de verjaardag van mijn maatje, is hij overleden. Weer een icoon minder. Mijn maatje maakt het niet meer mee maar ik ga zeker afscheid nemen. En hoewel ik niet geloof, stel ik me toch voor dat ze elkaar weer zijn tegengekomen. Dat de sterke verhalen weer met verve worden verteld. Tenslotte moet je een goed verhaal nooit verpesten met de waarheid.    

Machteld
6 1