Zoeken

Brief aan Jeanneke

Lieve Jeanneke, Een paar dagen na de start van die bevreemdende lockdown, hebben wij gejubeld en gelachen. Het voelde bijna ongepast om temidden van zoveel drama zo’n intens geluk te voelen. Alsof je de slappe lach krijgt tijdens een uitvaartplechtigheid. Maar er was nu eenmaal wonderlijk nieuws, zo massief dat het simpelweg niet te onderdrukken viel: in mijn buik zou een kind groeien. Jij! En groeien doe je volop. Nog 7 weken en dan maakt de wereld kennis met jou, en jij met de wereld.  Maar ik kan het niet helpen: ik maak me zorgen. Want op wat voor een wereld zal ik je zetten? Fraai is die er niet aan toe. Onze samenleving wankelt onder een pandemie. Er is een klimaatcrisis die met de dag tastbaarder wordt. En het publieke debat geraakt verzuurd met polarisatie, racisme en gecrispeerde bekrompenheid. Op Facebook en in de media overstemt een handvol roeptoeters al wie zich kwetsbaar opstelt, al wie niet meekan, of wie vooral een knuffel nodig heeft.  Net nu iedereen nood heeft aan wat mildheid, trekken velen zich terug in het starre eigen gelijk. De muurtjes rond de eigen mening worden hoger, wat zich daarachter afspeelt, wordt minder zichtbaar en moeilijker te ontrafelen. Net nu een klein gebaar van vriendelijkheid, zoals de glimlach van een toevallige passant, zo’n deugd zou doen, verdwijnt die achter een masker. Corona heeft ons veel afgepakt, maar misschien wel vooral: de vanzelfsprekendheid en spontaniteit van het alledaagse. En toch. Terwijl jij veilig in mijn buik groeide, groeiden er ook mooie dingen in Vlaanderen, dingen waardoor we weer hoop kregen dat het alsnog goed komt. Zoals Herman Van Veen het zingt: de wereld is niet mooi, maar jij kan haar een beetje mooier kleuren.  Want misschien lijk je wel op je tante, die elke dag de stormloop aan ongeruste patiënten in haar huisartsenpraktijk trotseert. Of op die andere tante, die er op alle mogelijke manieren voor zorgt dat nieuwkomers toch nog Nederlands kunnen leren en hier een toekomst kunnen opbouwen. Misschien heb je wel wat weg van die Afghaanse vriend die al zoveel tegenslagen kende en ook nu weer rechtkrabbelt. Of heb je de ruime blik van die kranige grootnonkel, die zich ondanks zijn ziekte zorgen maakt om mensen in armoede. Of misschien ontpop jij je wel tot een soort van sociale superlijm, zoals die ene vriend die onze vriendengroep op creatieve wijze bij elkaar weet te brengen. Misschien treed jij wel in de voetsporen van die zeldzame experte die de nuance zoekt en ruiterlijk toegeeft dat zij het ook allemaal niet zo goed weet.  Of word je zoals die koppige buurman, die blijft klappen voor de mensen in de zorg, nog lang nadat iedereen daarmee gestopt is.  Misschien raak je wel geïnspireerd door die zonderling, die tussen al het geweeklaag door, mildheid predikt. Mildheid tegenover onszelf en tegenover elkaar. Of krijg je energie door die kleine, maar groeiende groep politieke leiders, die de strijdbijl en het gekibbel begraaft, en zich eindelijk echt wil inzetten voor de toekomst van ons allemaal. Wat zijn we ontzettend benieuwd naar jou. Zal je de schone krullen van je vader hebben, en de aanstekelijke lach van je moeder? Of erf je ons piekergedrag en je moeders ambetante voeten? Maar vooral: wat voor iemand zal je worden? Soms dromen we daar hardop over. Dan word jij een handelaar in goeds, een geluksmarchand die wiegende bomen plant, een bellenblazer onversaagd, die alles en iedereen met vrolijke glans belaagt. Een liefdesverspreider, een armoedebestrijder, een onvermoeibare levensbegeleider. Maar het is niet aan ons om jouw pad uit te stippelen. Word maar gewoon helemaal wie je zelf wil. En ongeacht wat de toekomst brengt: jij bent er nu al in geslaagd om de wereld mooier te maken de voorbije maanden. Uitkijken naar jouw komst was een kristalhelder lichtpunt, het bracht ons en onze families en vriendengroepen dichter bij elkaar, en deed ons beseffen wat er echt toe doet. En nee, onze samenleving is er nog niet. We hebben nog heel wat voor de boeg. Maar maak je maar geen zorgen, daarvoor is het nog te vroeg. Veel te vroeg. Bemoedigende groetjes, Je mama in spé (en je papa schreef mee)   Auteurs: Lies Steurs (17-11-1990) & Hendrik Moeremans (27-07-1987)

LiesSteurs
86 0

Liefde in coronatijd

Liefde in coronatijd Loes:         Oma, wil je het verhaal over jou en opa nog eens vertellen alsjeblieft? Oma:        Tuurlijk lieverdje! Zoals je wel weet zijn opa en ik al lang samen, maar achter onze relatie schuilt wel een leuk verhaal. Opa en ik zaten beiden in het vijfde middelbaar, we hebben elkaar leren kennen door gemeenschappelijke vrienden. Stiekem hadden we beiden wel interesse in elkaar maar durfden we dat niet onmiddellijk toe te geven. We hebben dan ook een half jaar lang rond elkaar gefladderd, maar zowel opa als ik durfden de eerste stap niet te zetten.     Toen we eindelijk wel de moed hadden gevonden om onze gevoelens voor elkaar uit te spreken hebben we onze relatie dan ook ‘officieel gemaakt’. De eerste maand zaten we alle twee op   een roze wolk, we waren graag bij elkaar en deden veel dingen samen. Ik moet toegeven Loesje, ik voelde de vlindertjes zo in mijn buik echt rond fladderen. Maar jammer genoeg werden we snel van die roze wolk getrokken. Het coronavirus gooide roet in ons liefdesverhaal, Doordat de situatie zodanig escaleerde had België besloten om zijn grenzen te sluiten voor de buurlanden. En zoals je weet Loesje, woonde opa vroeger in Nederland. Dit wilt dus zeggen dat we elkaar niet meer konden zien. Je opa en ik waren echt met stomheid geslagen. We beseften zelf nog niet helemaal goed wat dit voor ons zou betekenen, maar we wisten wel dat we een oplossing moesten bedenken om elkaar toch te kunnen blijven zien. Je opa is dan ook verschillende keren met de auto langs de Maasbrug in Maaseik gereden. Maar tevergeefs, keer op keer stond er politie te controleren. Je moest een zekere verklaring kunnen voorleggen waarom je als Belg nu zo dringend naar Nederland moest of omgekeerd. Natuurlijk hadden wij geen ‘geldige’ verklaring. Ook had de gemeente van Maaseik alle kleine grenswegen laten blokkeren met containers of enorme grote betonnen blokken. Ook dit was dus al geen optie meer. Ik volgde elke dag het nieuws en hield de berichten van de burgemeester van Maaseik nauwlettend in de gaten. In de hoop dat er gecommuniceerd zou worden over de grenzen, maar ook hier stuitte ik keer op keer op een teleurstelling. Opa en ik hadden dan ook maar besloten om eventjes af te wachten en gewoon in contact te blijven met elkaar via onze gsm. We belden dan ook elke avond met elkaar, dit hielp me wel om de quarantaine door te komen. Het was natuurlijk niet leuk dat we elkaar fysiek niet konden zien, maar in het begin was ik al blij dat we wel nog konden praten met elkaar. Maar na enkele weken begon ik toch te hunkeren naar een knuffel van opa, ik wou hem gewoon zo graag zien en kunnen vastpakken. Ik wou mijn bezorgdheid met hem kunnen delen over de situatie, ik had gewoon iemand nodig die me zei dat alles goed zou komen. Ik maakte me de voorbijen weken dan ook zorgen over “wat als de grenzen niet meer open gaan?”, “wat als corona nooit meer verdwijnt en we onze dierbaren nooit nog kunnen zien of knuffelen?”. Want Loesje mijn kind, je moet niet vergeten dat we ons toen in een quarantaine bevonden: De enige mensen waar ik toen contact mee mocht hebben waren mijn ouders. Mijn oma en opa kon ik gedurende een maand niet bezoeken, net zoals de rest van mijn familie. Ook had ik mijn vrienden al  sinds de school sloot niet meer gezien. En dat sociaal isolement begon er toch hard in te hakken. Gelukkig, kreeg ik op 18 april goed nieuws, de burgemeester van Maaseik had in een facebook post vermeld dat het vanaf nu een essentiële verplaatsing zou zijn wanneer je je lief in het buitenland wou bezoeken. Ik was zo blij en opgelucht tegelijkertijd, dat ik je opa meteen alles heb verteld. Hij had namelijk geen facebook account, dus hij had het goede nieuws nog niet vernomen. De dag na de mededeling wou opa me dan ook graag komen bezoeken, maar het voelde wel nog een beetje onwennig allemaal. De grens oversteken voelde nu als iets illegaals. Er stond nog steeds politie bij de Maasbrug en opa moest dan ook uitleggen waarom hij zo nodig naar België moest. Hij legde dan ook met een bang stemmetje uit dat hij vernomen had dat je lief bezoeken vanaf nu gezien werd als een essentiële verplaatsing. De politie stelde hem daarna wat vragen zoals “hoelang zijn jullie al samen?” en “waar woont je vriendin?”. Nadat hij keurig geantwoord had op de vragen mocht hij van de politie doorrijden. Toen hij bij mij thuis aankwam was het dan ook een blij weerzien.  Sindsdien probeerden we elkaar elke week weer te zien.   Loes:         Als je er nu over terugdenkt, vond je het dan een stomme periode? Oma:          kijk Loesje, een quarantaine is helemaal niet leuk. Het sociaal isolement valt na een tijd zwaar. Het liefst wil je je dierbaren gewoon kunnen omhelzen, maar ik wist ook dat dit in de situatie waarin we zaten niet mogelijk was. We moesten zoveel mogelijk afstand houden van iedereen en ons sociaal leven was zo goed als onbestaand. Ik vond het dan ook helemaal niet leuk dat ik je opa niet meer kon zien. Zeker niet omdat onze relatie nog zo pril was en omdat ik liefst nog een tijd langer op die roze wolk wou blijven verder zweven. Ik snapte de beslissing van de overheid om de grenzen tijdelijk te sluiten dan ook wel, ze probeerde enkel voor een stagnatie of daling in de coronacurve te zorgen. En als ik nu zo terug denk over deze tijd denk ik dat het misschien nog goed is geweest voor ons. De generatie waar opa en ik in zijn opgegroeid was een generatie die vaak niet lang samen blijf met hun partner. Al snel was het ‘interessante’ er van af. Maar doordat je opa en ik elkaar niet zo vaak hebben kunnen zien werd die interesse juist geprikkeld.

Emmevandebosch
0 0

Tellen tot drie, slapen en de Wallen van Amsterdam

Als snel in slaap vallen een olympische discipline was, won ik zonder verpinken de gouden medaille. Wanneer mijn hoofd mijn hoofdkussen raakt, maak ik in minder dan één minuut de oversteek. Ik slaap tot mijn wekker afgaat, of tot één minuut daarvoor (geconditioneerd zegt u?). De laatste maanden maakte ik echter kennis met insomnia. Het in slaap vallen binnen de minuut bleek nog altijd on point, maar plots werd ik midden in de nacht wakker om de slaap niet meer te kunnen vatten. Nu kan u allerlei trucjes gebruiken om terug de slaap te vatten. Eén daarvan is een app waarbij een nasale stem u vraagt om terug te tellen van 1000 naar 0. Ik kan u verzekeren: mijn frustratiegehalte telde omgekeerd evenredig op terwijl ik de nummers aftelde. Het leek een langgerekte overgang van oud naar nieuw (u kent het wel: glaasje bubbels in de hand, aftellen en toch niet té dicht in de buurt staan van die creep die al een uur lang elke vrouw in de feestzaal aanspreekt om te informeren of ze als eerste met hem wil kussen op middernacht.). Mijn concentratie verlegde zich gaandeweg, eerst tussen de honderdtallen, daarna tussen de tientallen. Bij 933 vroeg ik me af hoe ik me kon laten verleiden door een app, bij 897 vroeg ik me af wie in godsnaam deze app had gemaakt en bij 883 moest ik uit bed om op te zoeken wie de maker van die app was en om te checken of ik misschien toch een vorm van dyscalculie heb (kan iedereen vlot achteruit tellen? Eerlijk?). Vanaf het moment dat ik moeder werd, zie ik slapen als een kostbaar goed. Ook al levert slapen soms de meest onflatterende foto’s op. Ik hoop oprecht dat niemand ooit de fotoreeks in handen krijgt van onze Italiëreis in het zesde middelbaar waarbij het een sport was om een klasgenoot te fotograferen terwijl die in een semi-comateuze toestand op de bus sliep. U wilt niet weten hoeveel kwijl en dubbele kinnen er in één fotoboek gebundeld zijn. Ik behoorde niet tot de groep newborn moeders die gezegend was met doorslapende baby’s, niet op de leeftijd van één maand, een half jaar of één jaar. Ouders die mij vol trots vertelden dat zoon- of dochterlief na enkele weken al doorsliep kon ik geen ruimte geven. Ik kon hen alleen maar aanstaren, met een bleek gezicht en wallen die meer in het oog spongen dan de Wallen van Amsterdam. Ondertussen slapen mijn dochters doorgaans door (langgerekte avondrituelen daar gelaten: ‘ik heb nog één vraagje’). Maar ik ben nog steeds geen moeder die zomaar een kinderslaapkamerdeur kan opengooien om me te vergapen aan de schoonheid van een slapend kind. Doorslapen is één ding, vast slapen iets totaal anders. Wanneer ik me toch in hun kamer waag, krijg ik steevast de vraag: ‘Wat is er, mama? Wat doe je hier?’. Waarna ik sus en mompel dat ik de vuile was kom halen. Ik vraag u dus geen tips om mijn – hopelijk tijdelijke - insomnia te bestrijden, enkel tips om zo stil als mogelijk mijn slapende dochters te aanschouwen in de nacht.   Dochter: Weet je nog hoe je vroeger zei: ‘ik tel tot drie en dan vertrekken we’. Moeder (glimlacht): Ja, maar dat werkte alleen als jullie nog kleuters waren. Dochter: Nu doe je hetzelfde met jezelf. Maar eigenlijk is het niet eerlijk: als volwassene krijg je véél meer tijd.   Moeder: ? Dochter: Je telefoon telt tot 1000 en dan pas moet je slapen.

Lore Dewulf
12 0

Brief aan Vlaanderen

Ik ben een zeventienjarig meisje dat zeer graag in Vlaanderen woont. Opgegroeid in een normaal gezin. Mama en papa die mij steunen in alles wat ik wil bereiken. Twee broers waar ik een goede band mee heb. Opgegroeid in een rustig gelegen huis is een dorp. Ik ga graag eens naar een drukke stad, maar ben ook heel graag op het platteland. Ik vind dat Vlaanderen de ideale mix is en dat ik zeer dankbaar mag zijn dat ik hier geboren ben. Wel heb ik mijn eigen mening over bepaalde dingen en kunnen sommige dingen zeker beter aangepakt worden in deze maatschappij. We leven nu in een pandemie, dat maakt het natuurlijk niet makkelijker. Maar misschien heeft het wel voordelen voor ons gedrag tegenover elkaar en de maatschappij.  Ik keek voor corona naar Vlaanderen met een bezorgde blik. Ieder voor zichzelf, dat was de maatschappij. Wil je iets bereiken, dan moet je er zelf voor zorgen. Dat is het zeker nog wel op sommige vlakken, maar corona heeft er ook voor gezorgd dat Vlaanderen warmer werd, naast natuurlijk alle miserie dat het virus met zich meebracht.  Mijn kijk op Vlaanderen is een beetje veranderd, maar toch ook niet helemaal. Ik zie mensen nog steeds in een boog rondom mij gaan of naar de grond kijken als ze mij passeren. Misschien is dat normaal, misschien is dat uit angst voor het virus, maar dat was soms ook al voor corona. Ik zie het juist als een kans om de mensen eens in hun ogen te kijken. Meer te vragen hoe het met hun gaat, want emoties kan je moeilijk aflezen van een gezicht waarvan meer dan de helft bedekt is met een mondmasker.  Er zijn mij zeker dingen opgevallen. Zo had je het applaus voor de zorgsector elke avond om acht uur. Een heel mooi gebaar vind ik, die mensen zijn de echte helden in deze crisis. Doe het maar eens, elke ochtend opstaan wetende dat je met honderden mensen in contact gaat komen die besmet zijn met een dodelijk virus waar men nog niet eens alles over weet. De moed en passie voor hun werk moet immens zijn. Elke dag weer alles eraan doen om zoveel mensen zo snel mogelijk te genezen. Mijn respect voor die mensen is enorm groot. Eerlijk gezegd, ik zou er de moed niet voor hebben. Ook was er een drone die soms over Vlaanderen vloog waar je een boodschap kon overbrengen voor iemand, de zorg, de bevolking, wie dan ook. Ook dat vond ik een zeer mooi gebaar. Het is zoals ik hiervoor al zei, Vlaanderen is warmer geworden. Over na corona kan ik nog niet praten, want we zitten er nog midden in. Ik hoop dat mensen dat ook beseffen.  Frustraties zijn er altijd. Je kan het nooit eens zijn met alles en iedereen. De beslissingen van de overheid snap ik vaak niet. Maatregelen laten vallen wanneer er nog steeds zeer veel besmettingen zijn frustreert mij mateloos. Langs de andere kant ben ik ervan overtuigd dat die mensen wel gewoon hun best doen, maar gewoon ook niet voor iedereen goed kunnen doen. Ik denk dat er veel dingen zijn die wij niet beseffen waar de overheid rekening mee moet houden. Ook frustreert het mij wanneer ik de bus opstap en vier veertienjarigen hun mondmasker niet zie dragen en hoor roepen naar elkaar of ik iemand zie met zijn neus uit zijn mondmasker. Het is nu ook niet moeilijk de maatregelen correct te volgen. Het zijn er al niet veel, leef ze dan ook na! Sommige mensen kunnen zeer respectloos zijn tegenover andere mensen zonder dat ze het zelf beseffen.    Mijn boodschap voor Vlaanderen zou zijn, maak het beste van de situatie waar we nu inzitten. Sterker zelfs, maak er gebruik van eens mensen in de ogen te kijken, te vragen hoe het met hen gaat, knik eens, knipoog, spreek met uw ogen! Zeg eens dank u als je een verpleger, dokter of eender wie ook tegenkomt die echt wel de titel held verdient. Hou de warmte in Vlaanderen, ook na de pandemie. Draag uw mondmasker, bescherm niet alleen uzelf, maar ook een ander. Wederzijds respect, liefde en het creëren van een warm gevoel bij uzelf en de mensen rondom u zijn de ingrediënten voor de ideale samenleving. Laten we samen van Vlaanderen een maken.  

Marg
6 0

Moederliefde

Er is geen liefde puurder, altruïstischer en warmer dan echte moederliefde. Helaas heeft niet iedereen het geluk dit te mogen ervaren. De relatie met je moeder laat een afdruk na op het verloop van je leven. Ik ben ontzettend dankbaar voor de warme relatie met mijn moeder en dat ze mij al 35 jaar laat voelen wat onvoorwaardelijke moederliefde is. Ik kies er bewust voor om zelf geen moeder te zijn in dit leven. Dit wil echter niet zeggen dat ik geen moederliefde kan geven. Ik kan moeiteloos het kind zien in iemand. In ieder van ons huist een kind dat niets liever wil dan geliefd worden. Ongeacht iemands leeftijd, zie ik een kleine jongen of meisje door alle lagen heen schemeren. Ik ben in staat om naar iemand te kijken met de ogen van een moeder. Dat zijn ogen die liefdevol kijken met mededogen, geduld en begrip. En vanuit dat standpunt is het maar een kleine stap om ook moederlijk te handelen, door bijvoorbeeld zorgzaam of troostend te zijn. De bron van waaruit mijn liefde ontspruit is oneindig. Het werd mij onlangs heel scherp duidelijk dat de moederliefde die ik naar anderen overhevel, naar het prachtige voorbeeld van mijn eigen moeder, eveneens aan mezelf geschonken kan worden. Daarmee wil ik zeggen dat ik mezelf als een moeder kan liefhebben. Ik kan mezelf vanuit datzelfde moederperspectief bekijken, verzorgen, troosten, aanmoedigen of geruststellen. Eveneens kan ik mezelf aanraken als een moeder door mezelf te strelen of knuffelen. Ik vermoed dat veel mensen hier weerstand tegen zullen voelen. Jezelf liefdevol aanraken is iets dat niet echt cultureel ingeburgerd is en eerder als raar wordt beschouwd. Toch is het ontzettend heilzaam en een uiting van eigenliefde. Ik zou mensen willen aanraden om dit ondanks de ingeprente tegenzin toch te proberen. Vooral in tijden als deze, waarbij het afstand houden zo fervent gepredikt wordt, kan dit een gezond tegenwicht bieden. Als ik bijvoorbeeld iets moeilijk moet doen, dan knijp ik zacht in mijn bovenarm en bevestig ik wat een flinke meid ik wel niet ben en dat ik best trots mag zijn op mezelf. Of als ik verdriet heb, dan streel ik over mijn wang terwijl ik zeg dat het oké is om te huilen. Niemand kan zo goed zorgen voor mij als ikzelf. Niemand weet en voelt beter dan ikzelf wat ik nodig heb. Wat mij betreft is dat eigenliefde van de bovenste plank. Er is niets zo helend als eigenliefde. Het is het ultieme medicijn. Als je als kind een schrijnend gebrek aan moederliefde gekend hebt, hoeft dit niet meteen te betekenen dat er geen voeling kan zijn met de energie van moederliefde. Intens ervaren wat iets niet is, kan helpen om klaar te zien in wat het dan eigenlijk wel is. Iemand die bijvoorbeeld als kind mishandeld is geweest, kan vanuit die ervaring bewust beslissen om het bij zijn of haar eigen kinderen geheel anders aan te pakken. Sommige mensen zijn in ons leven om ons te laten zien wat we niet willen. Ook dat is erg waardevol. Want zo wordt de focus op wat we wel willen alleen maar scherper. En hoe scherper we voor ogen houden waar we naar verlangen, des te meer kans dat het dan ook op ons pad zal terecht komen. Dat heet visualisatie, iets waarover ik reeds vol passie en overtuiging heb gesproken en geschreven. Tot slot maak ik nog even de bedenking dat moederliefde niet uitsluitend iets vrouwelijk is. Het is een term die gelinkt wordt aan vrouwelijkheid, maar een man kan uiteraard eveneens deze liefdevolle energie gewaarworden en uiten. Moederliefde is slechts een woord om een specifiek gevoel te omschrijven, maar de onderliggende betekenis is veel ruimer.

KarolienDeman
21 0

Refugee walk, ontoereikend cynisme en dikke duimen

Met één oog check ik whatsapp op mijn telefoon: ‘nieuwe groep aangemaakt: Refugee walk’. Meteen daarna volgt de vraag naar voorstellen voor een groepsnaam voor ons team. Ik zie ‘solitaire mieren’ verschijnen. Wie dit bedacht heeft? De andere leden van mijn gezin. Dit wekt bij mij vragen op: ‘Wiens voorstel? Of komt dit uit de groep? Is dat wel mogelijk bij solitaire mieren?’. Ik krijg een antwoord terug: ‘Het is het resultaat van een gezamenlijke brainstorm. We zijn solidaire mieren, geen solitaire’. Ziehier de reden waarom je beter niet met één oog naar je telefoon kijkt. Samen met 1869 anderen wandelden we als solidaire mieren de Refugee walk, georganiseerd door Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Door de samenstelling van ons wandelgezelschap – de helft van onze groep gaat nog naar de lagere school – kozen we voor de 10 kilometer. De andere optie was de volle 40 kilometer en laat ons eerlijk zijn: geen enkele 8-, 9- of 10- jarige zit daarop te wachten. Ofte: hoe je je kinderen schaamteloos kan inschakelen om je eigen mankerende conditie te maskeren. Elk ingeschreven team voor de Refugee walk krijgt een goodiebox met shirts voor alle deelnemers, een boekje met verhalen van vluchtelingen en een drankje. Na de wandeling vraagt mijn oudste dochter of ze haar Refugee walk shirt de volgende dag mag aandoen voor school. ‘Dit is mijn nieuwe lievelingsshirt, ik wil die tonen aan mijn klasgenoten. Ik wil hen ook graag vertellen over onze sponsorwandeling. Misschien willen zij volgend jaar ook allemaal meedoen!’. Het is gebeurd. De kinderlijke onschuld is verdwijnen, die heeft plaatsgemaakt voor een moreel reagerende mens. Ik mag dan wel eens cynisch uit de hoek komen, in deze context smelt mijn cynische zelf. Weet u wat het is: cynisme is een theorie van alles: het klopt altijd. Maar wat is het omgekeerde van cynisme? Naïviteit? Is het naïef dat u idealen heeft, dat een kind idealen heeft? In dit geval vind ik het noodzakelijk om totale relativering te weigeren, om te weigeren om bepaalde waarden af te geven. Het toeval wil dat ik diezelfde avond naar Becoming keek, de documentaire van Michelle Obama. De voormalige First Lady praat met iedereen, van de Queen of England tot tienermeisjes uit achtergestelde Amerikaanse buurten. Ze motiveert en inspireert en geeft de jonge – vooral vrouwelijke - generatie mee dat ze, net als hen, zoekende is in het leven. Dat ze moeten geloven in zichzelf. Dat zij ook een heel lange weg heeft afgelegd. Michelle Obama heeft heel goed begrepen dat de anderen maar zo dom zijn als jij ze maakt. In die zin behoort ze tot de beperkte groep Grote Empathische Leiders: ze predikt verbondenheid in plaats van tegenstellingen. Daar kan geen cynicus tegen op.   Dochter: Geef eens je hand. Moeder: Waarom? Dochter: Ik ga je duim meten. Moeder: Euh… Ok… Mag ik ook weten waarom? Dochter: Als je me een duim geeft, wil ik weten of het ook een dikke duim is. Moeder: Fair enough.

Lore Dewulf
12 0