Zoeken

Parasietje

slechts even zijn de wegen zichtbaar: ze kruisen me en ik, massaal geweld op benen, wéét: dit is een structuur   Structuur een kruispunt aan 'dingen' die ongehoord samen de basis van 'iets' verzorgen een staat nog voor de naam een naam nog voor de naam   slechts even weet ik: beenderen, karkas, ik leef nu in de even tijden, maar wie vertelt me over het oneven moment? mijn lichaam puft zich naar een verstaanbare taal   Verstaanbare taal een geste zonder bedoeling die zijn doel dus niet mist  een paradoxaal aantal mensen die luid zijn ergens hoor je hem maar dan luid   alomtegenwoordig is het beide, een goedje ongewild vertrouwen dat je stelt in het fysieke gedeelte van de taal  een codering die logisch klinkt in je uitgestrekte zicht   je weet dat alles wat je raken kan onecht lijkt en het mannetje op je schouder is er niet echt dat is een parasietje   Parasietje fictief wegenstelsel dat 'gebruikt wordt' voeten schurend en aardkorst incasseert  wij (volkeren) werden leeggezogen door verplaatsing  en niemand niemand weet beter dan jij wat het is  om er even niet te zijn   (deze uiteenzetting: enerzijds het afwezige personage versus de structuur van het alledaagse. ik werd leeggezogen)   jij die weet wat het is  loopt rond in een nieuwere structuur zonder woord of klank   in een herkenbaar aangegaap heb ik mezelf gevonden en daarvoor  wil ik ook wel eens een code uitvinden even maar is alles zo zichtbaar en ik in elk geval weet: zo heb ik mezelf nog nooit gezien

Dries Verhaegen
16 0

Running joke

Op zondag 8 oktober 2017 zou ik in Eindhoven mijn eerste marathon lopen. Tot ik twee weken ervoor geblesseerd raakte en er niks anders op zat dan mezelf hysterisch jankend, mankend, wandelend en daarna opnieuw lopend door een revalidatie van anderhalf jaar te sleuren. We spoelen twee jaar verder. Op zondag 13 oktober 2019 zou ik in Eindhoven mijn eerste marathon lopen. Tot ik twee weken ervoor geblesseerd raakte en … bon, je begrijpt het wel. Het is duidelijk dat ik goed op weg ben om de running joke van mijn omgeving te worden. Verhaegens zijn geen stappers. Wij lopen en we lopen verdomme hard. We gaan geen brood halen, wij lópen een brood halen. We crossen de zolen van onder onze schoenen om de trein niet te missen. En we spurten naar de wc. Want wandelen is tijdverlies en als er iets is wat Verhaegens haten, naast alcoholvrije dranken, dan is het tijdverlies. Voor tijdverlies heb ik gewoonweg geen tijd, zeg ik altijd. Je hebt m’n toestemming om dat op je bedrijfsmuur met inspirerende quotes te hangen. Tot zijn laatste werkdag liep mijn nonkel elke dag van Schriek naar z’n werk in Antwerpen en terug. Over de autostrade, want dat was de kortste weg en het is niet makkelijk om met een gevulde brooddoos, een banaan, een appel, een mandarijntje, een suikerwafel, een Double Lait-reep, een thermos koffie, een boek van Suske en Wiske, een gebruikte onderbroek van mijn tante en een volle gereedschapskist te lopen. Vergeet ook niet dat dat in de tijd was dat het gevaarlijk was op de snelweg omdat je nog niet tussen de stilstaande auto’s kon zigzaggen. Maar niemand van de familie doet het beter dan mijn overgrootvader Kamielius Senior (de Tweede). Die heeft het in 1894 klaargespeeld om in één dag 325 kilometer te lopen, tot in Parijs. Vava Kamiel, zoals wij hem noemden, was geselecteerd voor het WK 100 meter patattenpleklopen dat in de Franse hoofdstad doorging. Maar hij moest er wel eerst geraken en ons enige paard had op die dag de smerigste diarree in de lokale geschiedenis van smerige paardendiarreeën. Dus vond vava Kamiel er niks beters op dan met 6 hardgekookte eieren, een paar extra klompen en een gebruikte onderbroek van m’n overgrootmoeder in een op z’n rug gebonden jutezak naar Parijs te lopen. Ginder bakte hij er natuurlijk niks van omdat hij de volgende dag stijver was dan de steel van een schop. En dat was niet de enige tegenvaller, want toen hij drie dagen later thuiskwam kreeg hij te horen dat z’n paard dood was. Het beest was uit heimwee haar baasje gevolgd, maar had onderweg letterlijk de ingewanden uit haar lijf gescheten. De darmen lagen tot in Zemst. Dat allemaal om te zeggen dat in onze familie een serieuze loopgeschiedenis leeft en dat ik mezelf belachelijk maak als ik niet eens een simpele marathon kan uitlopen. Het is dus op zondag 11 oktober 2020 dat ik in Eindhoven mijn eerste marathon ga lopen. Hinkend, kruipend of meeliftend op de rug van een uit de kluiten gewassen Ruud, Sjoerd of Jaap. Het kan me niet schelen, maar finishen zal ik. En terwijl zal ik hier en daar een druppel op mijn hard werkend loperslijf voelen vallen, en ik zal heel goed beseffen dat dat niks heeft te maken met de Eindhovense herfst, maar dat het vava Kamiel is die in de hemel een traan wegpinkt, beseffende dat drie generaties later de loopnaam van de Verhaegens nog altijd in stand wordt gehouden.

Hans Verhaegen
17 0

7 zekerheden die elke vliegreis een hel maken

Ik maakte onlangs nog eens de cruciale fout om mij een half etmaal lang vrijwillig te laten opsluiten in een ijzeren cabine waarin de scheten van 200 vervelende mensen nijdig door de lucht snijden. Wanneer je zo om de halve minuut geconfronteerd wordt met de luchtvervuiling in vliegtuigen, besef je wel dat die Greta Thunberg meer is dan een schoolmoe trollenkind dat pas op haar 40ste ontmaagd zal worden door een zelfgeteelde courgette in haar stoffige vagonder te duwen. Soit, excuses genoeg om mij te verlagen tot het summum der clickbait: een lijstjesartikel. Laten we samen negeren dat zowel jij als ik ver boven dit type geschreven rioolentertainment staan, want hier zijn ze: de 7 kankers die op geen enkele vliegreis ontbreken. 1. JE BUUR DIE ZICH LAM ZUIPT MET GRATIS GIN-TONIC Je bent blij want je vertrekt op reis, iedereen is netjes gaan zitten en het lijkt erop dat je buurman níét stinkt, géén behoefte heeft om je de komende 12 uur beter te leren kennen en géén machtsspelletjes speelt om de armleuning. Voor wie nog nooit gevlogen heeft: dit is even zeldzaam als de Lotto winnen op een dag dat het niet regent in België en de banken al meer dan twee maand de rente op de spaarrekening niet hebben verlaagd. Maar terwijl je dat denkt, komen de stewardessen en die ene zwarte, gay steward met een beperking – drie quota in één klap – langs om te vragen wat je wil drinken. Je buurman checkt of gin-tonic gratis is en begint zo aan het plezantste vliegavontuur van z’n leven. 7 gin tonics, 1,5 Ben Stiller-film en 5 toiletbezoeken later heeft die klootzak niet alleen de armleuning, maar ook je kussen, dekentje en linkerschouder ingepalmd. 2. NET NIET KNAPPE STEWARDESSEN DIE ELK KWARTIER LANGSKOMEN Het is duidelijk: tijdens de eerste les op de vliegtuigschool leren ze dat je je passagiers nooit langer dan 15 minuten aan een stuk gerust mag laten. Kijk, ik zit hier een halve dag vast, laat me dan alsjeblief die tijd benutten door zo veel mogelijk films te kijken op een crappy scherm, dat één keer op drie reageert op mijn aanraking, en geluid enkel in mono afspeelt door m’n koptelefoon van 400 euro. ‘Gaan we niet laten gebeuren,’ denkt het luchtpersoneel. Een film kijken op het vliegtuig is als een blockbuster zien op VIER, waarbij de 11 reclameblokken vervangen worden door dames die gemaquilleerd zijn als drag queens en komen vragen of je in de laatste 5 minuten wél dorst hebt gekregen. En, wat je het liefst wilt: de gewone maaltijd die naar stront smaakt of de vegetarische maaltijd die naar stront smaakt. Wat ons naadloos bij het volgende punt brengt. 3. RANZIG VLIEGTUIGETEN Snack hier, lunch daar … Ik zal wel te dom zijn om te beseffen dat je met het uurverschil eigenlijk twee dagen mist en daarom 6 keer eten moet krijgen tijdens je vlucht. Allemaal sympathiek dat dit gratis inbegrepen is in mijn vliegticket van 1.000 euro, natuurlijk. Maar moet dat eten ook echt zo’n degoutante, vormeloze berg kak zijn? Om nog te zwijgen van die zure stank die al door het hele vliegtuig trekt wanneer ze die shit aan het microgolven zijn. De eerste maaltijd zijn eieren, champignons, brood en confituur. Ik zweer het je dat ik geblinddoekt niet had kunnen zeggen wat wat was. Tegen de tijd dat ik eindelijk door de korst van m'n – volgens mij – broodje raak, heb ik ongewild al 3 plastic messen door het vliegruim gekatapulteerd. Om na de eerste beet al dat eten in nog vuilere versie terug te ruiken wanneer de lucht in die bagger al door het darmkanaal van de eerst bediende passagiers is gereisd. Geloof me, de term ‘vliegend schijt’ is een unicum in de Nederlandse taal omdat hij zowel de vliegtuigmaaltijd op zich, als dat wat meteen volgt na het eten ervan beschrijft. 4. DE HUILENDE BABY Dat alles speelt zich af terwijl op de achtergrond een baby, die eruitziet als een obees weerwolfjong met psoriasis, al vanaf de eerste minuut door alle noise cancelling headphones heen de longen uit z’n borstkas krijst. Ik bestel ondertussen ook een gin-tonic en stop de stewardess 20 euro toe om ‘m rechtstreeks in de open bek van dat monsterkind te gieten. Vastbinden in het onderkoelde bagageruim, eruitgooien zonder parachute of door de vliegtuigmotor blenderen? Ik weet niet wat we het best doen met ouders die beslissen om de vlucht voor iedereen te verpesten, gewoon omdat ze het niet konden laten zich voort te planten én zichzelf een reis te gunnen. Wanneer papa met kind op de arm voor de 79ste keer passeert en met een halve glimlach om wat begrip vraagt, gebaar ik met m’n vierde plastic mes over m’n keel. En zoals het altijd gaat, zal die volgepapte schilferwolf een kwartier voor we landen ineens op wonderbaarlijke wijze z’n muil houden. 5. HET ZETELDILEMMA Maaltijd één van zes is nog geen 30 seconden afgeruimd of het is zover. De fucker voor je legt z’n stoel zó plat dat hij een hoofdmassage verwacht te krijgen. Voor je goed doorhebt wat er gebeurt, hangt er een pluk dik zwart krulhaar op 5 cm van je neus en zit je vastgeklemd tussen je stoel en je tafeltje, terwijl je knieën hardnekkig proberen niet binnenstebuiten te plooien. De beenruimte die er om te beginnen al niet was, is er nu nog nieter. Bijgevolg sta je voor het dilemma: doe je je achterbuur dominogewijs hetzelfde aan en word je de eikel die je verafschuwt of wacht je tot je buur voor je slaapt en sla je hem dan zo hard op zijn oor dat z’n zetel automatisch terug vooruit springt en hij de komende uren gedesoriënteerd blijft zitten, te angstig om nog iets anders te doen dan ademen. Naast me merk ik dat mijn vrouw voor een derde optie gekozen heeft die bestaat uit om de 5 minuten tegen de stoel boksen, vergezeld van een ‘wat the fuck?’, ‘godverdomme!’ en ’echt waar, mongool!’. 6. VLIEGTUIGMODUS Het is 2019. Er bestaan auto’s die zonder chauffeur van hun parking naar ons toe kunnen rijden. Ik betaal mijn boodschappen in één seconde met mijn horloge. Twee minuten voor ik thuiskom gaan de lichten aan, springt de verwarming op en begint de radio te spelen. Het is dan ook niet bizar dat ik op 10.000 meter hoogte kan googelen, youtuben en instagrammen alsof ik op een familiefeest zit. Het probleem is dat dit niet zo is. Want als je niet binnen de 200 milliseconden na het aan boord gaan connectie hebt gemaakt met de wifi, raak je er sowieso niet meer op. Met een beetje geluk, slaag je er toch in en kan je 10 minuten naar je scherm staren terwijl de startpagina van de vliegmaatschappij vol duty free, maar onbetaalbare vliegtuigwinkelbrol geladen wordt. Gelieve hier rekening mee te houden voor je een nier afstaat om 250 megabyte data te krijgen. En wat is dat trouwens met die vliegtuigmodus? Waarom moet ik al mijn technologie uitzetten? Heeft er al ooit iemand een vliegtuig laten neerstorten door nog snel de obligate ‘ik ben weg, fuckers!’-foto op Instagram te posten? De helft van de passagiers vergeet dit, de andere helft doet dit gewoon niet, en de andere helft wil wel, maar is te achterlijk om te weten waar ze dat juist doen. De vierde helft leest dit en vraagt zich terecht af in hoeveel helften je dingen eigenlijk kan verdelen. 7. HET APPLAUS We zouden hem bijna vergeten. Die ene idioot die zo onder de indruk is dat hij begint te klappen omdat de piloot ons levend heeft weten te houden tot na de landing. Maar waarom het daarbij laten? Want onze bestuurder heeft per slot van rekening het uiterste minimum van z’n takenpakket goed afgerond. Klim uit je stoel en geef die man een staande ovatie. Overlaad ‘m met slipjes en gsm-nummers! Als je maar lang genoeg ‘we want more’ blijft roepen met de hele cabine, doet hij misschien nog een extra rondje met een looping of twee. En vergeet zeker de fooi niet, want naar ik heb horen zeggen flirt het loon van piloten met de minimumgrens. Maar goed, wie klappen wil, kan klappen krijgen. Ik zal de eerste zijn om de handjes op mekaar te zetten voor wie die applausmeester vanuit het gangpad tot een overgare vliegtuigmaaltijd mept. Dat alles terwijl er van enthousiasme een lauwe ruft uit m’n achteruitgang glipt en zich samenvoegt bij de rest van de dichte scheetmist in het ruim. In de volgende editie: 57 redenen waarom ik ervan hou om als een terrorist behandeld te worden aan de Amerikaanse grenscontrole.

Hans Verhaegen
55 1