Zoeken

Mijn kroegaandelen zijn in goede handen.

Musicbardude’s log :stardate 14/12/21 – 21:06 Daarstraks, rond 15.55 uur en 21 seconden, na een felle wandeling van ruwweg 110 meter stapte ik achteloos mijn stamkroeg binnen. Onmiddellijk maar veel te laat, viel mijn eurocent, ik was binnengestapt tijdens de bestuursvergadering van mijn favoriete etablissement. De penningmeester, de voorzitter en de notaris waren netjes gedrapeerd rond hun favoriete tafel en volop de vergaderingsagenda aan het overlopen. Beschamend zeg, als kleine aandeelhouder ben je altijd welkom om die vergaderingen bij te wonen en eindelijk was ik er eens bij maar was ik te laat. Bovendien zag de bestuursvergadering, aan de lege glazen te zien, er zo goed als afgelopen uit. Het zal me leren om die aangetekende brieven van het bestuur met de datums, uren en vergaderonderwerpen te negeren. De penningmeester maakte nog een grap dat het een goed schrijfsel kon opleveren voor mijn verhalenserie “Dagelijkse kost”. Maar ik twijfelde. Het café heeft ooit een cafébaas annex schrijver gehad en het is een schier onmogelijke taak om in die zijn voetsporen te treden. Zijn boeken zijn ondertussen onvindbaar, dat zegt genoeg. De andere kleine aandeelhouders waren verspreid over het café, een paar op het buitenterras en ik zette me nederig aan de toog. Beduusd liet ik mijn AR code scannen en bestelde gewoontegetrouw een bakje troost. Die vooral Nederlandse uitdrukking kon hier niet beter op zijn plaats zijn. De bitterheid van de koffie was puur psychologisch, dat wist ik, maar tegen mijn meug in gooide ik er toch een half klontje suiker in. De speculaas die ik gewoonlijk links van mijn tas laat liggen nam ik er ook bij. Naast mij aan de bar was er iemand een drankje met ijs aan het bestellen en hij maakte het voor het meisje achter de bar niet makkelijk. “Een ijsblokje meer, nee minder, of toch nog ééntje… ah kweetni. Misschien een ander glas…” Tot overmaat van ramp bleek de verkeerde wijn in de frigo te staan en moest ze die nog even zoeken en aanvullen. De muziek stopte plots ook (einde playlist) en aan de andere kant van de toog stond iemand ongeduldig met een muntstuk op de toog te tikken. De ping van de oven ging dan ook nog eens af en de planten hadden dringend water nodig. Kalm, vriendelijk en onverstoorbaar deed ze haar ding. Ik had al lang 6 willekeurige klanten buitengezet, een onbeluisterbare plaat van Zappa aan een walgelijk volume opgegooid en een shot of 3 tequila binnen gekapt. Er was maar één conclusie : het bestuur was heel bekwaam in zijn personeelsbeleid en mijn klein aandeel was in goede handen. Ik zweer op mijn niet zo smetteloos communiezieltje dat ik nooit meer te laat zal komen.En wat me helemaal troostte was dat er een kwartiertje later, toen de vergadering echt al lang gedaan was, nog een aandeelhouder binnen kwam. Zogezegd juist van zijn werk…Sure.

The Musicbar-Dude
0 0

Bad Call

Musicbardude’s log :stardate 02/12/21 – 19:46 Verdomme, mijn phone die afgaat terwijl ik (internet) research aan het doen was over de Antwerpse kwelgeest “Lange Wapper”. Geen videointerviews, sollicitaties en ook geen werkaanbiedingen die naam waardig op de site van de Vdab en Linkedin. Dus ik gebruik mijn kostbare tijd om (creatief) te schrijven en tegelijk songs voor een nieuwe mixtape (postpunk-new wave deze keer) te selecteren.Naast dit waargebeurd relaas over Lange Wapper (die ik persoonlijk ontmoet heb), switch ik al schrijvende soms over naar mijn Sci-Fi (dat is natuurlijk verzonnen, we kunnen niet tijdreizen) kortverhaal dat zich heel uniek in Antwerpen anno 2145 afspeelt. Mentaal tijdreizen kan gelukkig wel. Waar was ik ? De display voorspelde niet veel goeds : een 02 nummer, zone Brussel. Dan weet iedere ervaren telefoongebruiker dat de kans heel groot is dat het een televerkoper (m/v/x) is. En jawel hoor.. Voorzichtig nam ik af en prevelde met tegenzin mijn naam. “Hallo, mijnheer hebt u een momentje voor mij ?” Een dame met Nederlandse tongval. “Eventjes, misschien, waarom belt u mij”, Ik met mijn beste Antwerpse tongval. Ik pastte me niet aan, tijd dat die Nederlanders onze taal leren. Ooit voor ons beiden een onoverkomelijk obstakel in een vroegere relatie met een vriendin uit Venray, Nederlands Limburg, maar dit terzijde. Ook de vervoerskosten trouwens. “Ik heb een goed voorstel voor jou…”Daar onderbrak ik haar al.“Wat wil je verkopen ? Kan je snel to the point komen ?”“Heb je je energiecontract, gas en electriciteit nagekeken, wanneer het vervalt, wij hebben een interessante aanbieding voor jou” “Ik denk dat niemand van buiten weet wanneer zijn energiecontract vervalt. Maar ik ben tevreden bij mijn huidige leverancier en ik hou mezelf goed op de hoogte”“Ik zie dat je een contract heb met een variabele prijs bij Engie, ons aanbod is interessanter”“Nope, ik heb een contract met een vaste prijs, en ben er erg tevreden over.. Ik ga u moeten laten, ..” Toen werd ze bitsig “Je gaat schrikken straks als je 200 euro moet bijbetalen.”Ze vuurde dit af, bijna als een dreigement. Ik vond het ergens wel grappig, ze had het handboek van de televerkoop even uit het oog verloren, misschien was ze nog een beginnelinge. “Ja, dat kan wel, maar dat wist ik ook al, de prijzen zijn gestegen. Ik ga zeker niet schrikken. Schrikken doe je in een onverwachte situatie, hoogstens zal ik eens diep zuchten bij de afrekening.” “En voor welke firma verkoop jij dan eigenlijk, want ik vind het gesprek niet echt aangenaam meer”Krak.. opgelegd Terug naar Lange Wapper.  

The Musicbar-Dude
3 0

Vincent, de onverbeterlijke zelfmoordenaar

Ik houd wel eens van een practical joke, maar op den duur is de fun er echt af. We hebben echt wat afgelachen met de Vincent. Ik heb hem leren tijdens een zwaar nachtje in café “De Sportvrienden” op het Kiel. We geraakten wat aan de klap, dronken wat te veel pinten en amuseerden ons rot met de lokale stamgasten op stang te jagen door ze te vertellen dat we Antwerp fans waren (in een Beerschot café). Eigenlijk ben ik zo geen voetbalfan, maar het au-serieus van die hardcore voetbalfans op zich maakt de duivel (en geen rode) in me wakker. Vincent was ook in die stemming, binnengewaaid na een verkeerde tram genomen te hebben en hij had toch even een pitstop nodig, onderweg naar de juiste tram. Ikzelf was ook in dit voorgeborchte van de hel beland bij vergissing. Mijn tinderdate met een zeer knappe dame bleek niet door te gaan. Hoewel ik op voorhand betaald had.Ze kon vanavond niet maar zou zeker volgende week tijd maken, mits ik nog een klein bedrag kon storten op haar rekening. Daar moest ik toch eens even over nadenken want ik begon toch wel lichtjes onraad te ruiken. Dus samen met Vincent aan de toog en ons amuseren en pinten pakken tot in de vroege uurtjes in vooral mannelijk voetbalgezelschap. Rond halfvier schopte de cafébuis ons eruit en daar stonden we dan, tijd om naar huis te gaan. Trams reden er niet meer op dit onheuse uur en zover woonde ik nu ook niet (halfuurtje / 3 kwartier) stappen tot aan het Zuid. Vincent woonde een paar straten verder en daar gingen we, ook niet slecht om de alcohol een beetje uit het lijf te werken. Enkele zedenschendende wildplas beurten later hadden we via het kielpark en de Kolonel Silvertopstraat de brug over de ring bereikt en ik ging vrolijk op kop.   Vincent bleef wat achter en keek over de afscherming naar beneden, naar de nu schaarse auto’s die richting Nederland reden. “Zal ik eens een goede grap uithalen”, zei hij, tamelijk ernstig “Ik ga hier naar beneden springen, los voor zo’n auto” Ik was nog maar net begonnen met lachen (hoe moet je anders reageren) of hij was de leuning al overgesprongen. Splut op de rijweg, en nog een handvol auto’s erover. Chaos, klutsende auto’s, piepende remmen en even later gevloek, gehuil en getier.Ik was het nog even aan het aankijken, maar begreep toch de humor niet echt. Een beetje van de wijs toch, en ontnuchterd, bereikte ik na een kwartiertje mijn woning.Een goede roesslaap die niet echt uitmondde in een kater (goed verzorgde tapinstallatie in dat café) bracht me naar de volgende dag. Ik had die maandag de krant toch maar gekocht en er stond een klein artikel in over het incident met Vincent, geen namen, vaagweg.   Nog twee dagen gingen voorbij en ook de eerste schok, ik had buiten die paar plezierige uren ook niet echt een emotionele band met Vincent. Toch besloot ik uit nieuwsgierigheid eens langs zijn appartement te gaan. Hij had me verteld dat hij huurde op de hoek van de Gerlachekaai en de Luikstraat, bovenste verdieping. Maar misschien was dat niet waar. Ik trok mijn stoutste schoenen aan.   Onderweg naar daar nog een heel avontuur beleefd met in de hoofdrollen een sinaasappel, een parkeerwachter, een dode duif en een (helaas reeds) gebruikt condoom in het parkje naast de speeltuin aan de gedempte zuiderdokken maar dat verhaal ga ik jullie even besparen. Ik belde aan op de bovenste parlofoonbel waarop stond Vincent Van Haren. Even later een krakende, verre, doffe stem.“Hallo” “Ik ben een vriend van Vincent, en ik was er bij toen hij van de brug over de ring sprong, …” Nog voor ik mijn zin kon afmaken weerklonk een Bzzz en ging de deur open. Geen lift pff… ik maakte al bijna aanstalten om terug te draaien maar mijn nieuwsgierigheid was toch groter. Uitgeput kwam ik boven aan, de deur van het appartement stond op een kier. Ik stapte binnen en tot mijn grote schok zat hij daar doodgemoedereerd in de sofa een enorme spliff te rollen. “Helpt een beetje de pijn te verzachten”, grijnsde hij “Jeez, ik heb je zien te pletter storten, je verhakkelde lijk op de autostrade gezien.. dit is toch onmogelijk.” “Tja, wat kan ik zeggen : ik ben een freak, ik heb een soort genetische afwijking, een superkracht. Ik doe zo’n dingen, enkele uren later word ik terug wakker en genees helemaal. Naargelang de ernst van mijn verwondingen, enkele uren tot enkele dagen. Deze keer was het wel nasty, ze hadden me dan ook nog in zo’n diepvries dodenschuif gestoken.” “Pff man”, meer bracht ik niet uit, ten prooi aan verwarring. “Hier neem een trek, het helpt me de pijn te verzachten, want pijnloos is het hele proces niet, goed gelachen toch nee” De laatste keer dat ik een joint heb geweigerd was als prille tiener bij een alleenstaande oudere (toen was in de dertig al oudere natuurlijk) dame waar ik moest logeren omdat mijn ouders naar een trouwfeest moesten. dronken en serieus high bood ze me die aan terwijl ze haar weke borsten alvast ontblootte. Nope, ik had geen zin in beide dingen. Vijf minuten later viel ze ronkend in slaap. Wat blikken Jupiler en vele verheffende trekjes van het prima spul later was ik al terug helemaal de oude en kon ik er ondertussen ook al goed om lachen. Ja, ik geef toe de weken en maanden die volgden, nog veel gelachen en plezier beleefd met Vincent, die willekeurig zijn practical joke deed. Die keer in Onze Lieve Vrouwe toren, halverwege de trap had hij zich opgehangen, de boze Japanse toeristen moesten rechtsomkeer maken zonder de klokkentoren te bereiken. Lachen man.Aan de Sint Anna plage, verdrinken in de Schelde voor de ogen van tientallen goudbruin gebakken senioren. Gieren, jazeker. Onderweg in de Nationalestraat, nabij het modepaleis, onder de tram. Panikerende en ontredderde tramchauffeur en passanten. En ik maar lachen, terwijl mensen me boos aanstaarden. Toen die bende ons ‘s nachts wou overvallen aan de Scheldekaai ter hoogte van de kleine tunnel. Volgens hen moesten we ons geld aan hen afgeven en onze kredietkaart code. Die kerel met zijn mes vlakbij je neus dat je vastnam en vervolgens diep in je eigen keel stak. Die blik in zijn ogen. Hahaha. Nog nooit iemand en ook zijn kompanen zo snel zien wegrennen. Die keer dat je jezelf tussen de roltrappen van de Premetro ter hoogte van Opera had gewurmd. Lol .. Toen had je wel even langer nodig om te helen. Ja, zo zijn er wel nog een tiental “incidenten” geweest en ik vond het niet erg, altijd dezelfde grap. Herhaling kan ook grappig zijn. Maar de laatste keer ben je echt te ver gegaan.   Ik had Tinder opgegeven wegens te kostelijk maar was gewoon in mijn stamkroeg een knappe brunette tegen het aangename lichaam gelopen. Het was al een stuk in de nacht, ik was wat wazig en de “Bal Marginal” was nu ook niet direct de meest romantische stek. Ik kon haar telefoonnummer ontfutselen met het oog op een intiemer onderonsje in een gezellig restaurantje.Vincent was natuurlijk niet uitgenodigd, die stond wat verder in gedachten met zijn ogen op zijn bier gericht. Ik had nog een Bongo bon “Romantisch dineren” liggen, Annick gecontacteerd (dat was haar naam) en enkele dagen later gereserveerd. Ik keek er echt ongelofelijk naar uit. Die avond liep alles perfect. We hadden de obligate aperitief van het huis (gratis met mijn bongo bon) al achter de kiezen en waren in blije afwachting van het voorgerecht. Ik liep op wolken, wat een mooie vrouw, ze lachte veel met mijn opmerkingen en ik voelde ook een connectie. Dit kwam echt goed. En toen, toen kwam Vincent het restaurantje binnengestapt. Ik zat met mijn ogen gericht op de deur en hij slaakte een kreet van herkenning.“Ha, jij hier” riep hij Ongevraagd kwam hij erbij zitten en ondanks de tegenzin die uit mijn gelaatsuitdrukking moest blijken stelde hij zich voor als goede vriend van mij bij Annick, vroeg hij de kaart, bestelde ook een aperitief en mengde hij zich in het gesprek. Niet ok. Ik begreep niet hoe hij erachter was gekomen dat ik hier was met mijn date, maar er zijn dingen die je als je jezelf vriend noemt, gewoon niet doet. De synergie tussen mij en Annick koelde vanzelfsprekend af. Oppervlakkig keuvelend voltooiden we onze maaltijd. Misschien kon ik de avond nog redden en vragen of Annick nog even meeging naar een café in de buurt of naar mijn woonst ? Zonder Vincent, vanzelfsprekend. Ik rekende alvast een bescheiden bedrag af (viva Bongo) voor ons beiden en Vincent was toevallig ook klaar met eten. Hij ging aan de bar afrekenen en ik stond op het punt om Annick te vragen om de avond onder ons twee verder te zetten.   En dan, ik had het kunnen weten, een ijselijke gil vanachter de bar. Vincent met een vleesvork die hij van de afwasstapel had genomen, door zijn oog tot diep in zijn schedel. Gegil. Annick in alle staten huilend “Je vriend, help hem..”De vrouw achter de bar stamelend en huilend.“Hij had blijkbaar geen geld genoeg bij en was keigegeneerd…” De rest van haar relaas ging snikkend verloren.Zo zie je maar dacht ik in een flits ; bongo bons. Maar het was om zeep, deze keer lachte ik niet maar was behoorlijk pissig. Ik liet Annick daar radeloos achter. Ze begreep niet waarom ik niet naar mijn vriend omkeek. Ik probeerde haar nog te overhalen om mee te komen. Tevergeefs… Later heb ik haar nog telefonisch proberen te contacteren maar ze negeerde mijn oproepen of had me geblokkeerd.Ze zou trouwens de waarheid over Vincent nooit geloven. Niemand. Nope, Vincent is mijn vriend af, sindsdien is mijn sociale en relationele leven sterk verbeterd. Hopelijk kom ik hem nooit meer tegen.    

The Musicbar-Dude
5 0

Midnight at the Oasis

Een nachtje stappen in internationaal gezelschap recht en totaal onverwacht de onderbuik van Antwerp City in. Die avond (halverwege de jaren ‘90) was ik op stap met Erica en Marco. Erica was een Duitse vriendin uit Dortmund en regelmatig kwam ze me opzoeken om hier in Antwerpen uit te gaan en van andere, vooral mijn benefits te genieten en omgekeerd. Ik was in die periode niet toe aan een vaste relatie en bracht haar regelmatig een tegenbezoekje in het nog niet eens zo verre Dortmund. Dat was toch wel onze deal ; een soort culturele uitwisseling die ooit zou eindigen als één van ons zich over zijn bindingsangst kon zetten. Maar dat was vannacht nog zeker niet aan de orde. Ik had haar leren kennen tijdens een concert van Firehose in de Effenaar in Tilburg. Ze stond een beetje verder, wiebelend van de muziek te genieten. Ze droeg een T-shirt van Screaming Trees en ik vond haar ook wel heel mooi. Na een beetje onhandig aan de praat geraakt te zijn was ik er het na het optreden in geslaagd om haar naar Antwerpen te ontvoeren. Haar beduusde Duitse vrienden ten spijt. Erica zag er trouwens helemaal niet cliché Duits uit (grote volle borsten, blonde lokken, blozende kaken). Ze had gewone mooie borsten en was een brunette met sluik haar dat ze soms sexy over één oog liet vallen. Geen klassieke schoonheid misschien maar ze had een brutale gelaatsuitdrukking die me elke keer deed smelten. Slank maar niet mager, altijd combatboots aan, droeg nooit een rok of jurk en was spaarzaam met make-up. Een mooie oorbel had ze ook, twee verstengelde slangen. Marco was bi, wat hij me bij onze eerste kennismaking aan de toog in mijn stamkroeg onmiddellijk toevertrouwde. Ik schudde zijn hand, vertelde hem ook mijn naam en voegde er aan toe dat ik straight was, maar niet te fanatiek. Hij kon er smakelijk om lachen, en ik kon eerlijkheid wel appreciëren we werden snel de beste vrienden. We hadden dezelfde weirde humor, bijna dezelfde smaak in muziek, films en boeken. Altijd hadden we wel een onderwerp om over te palaveren. Marco was ook nog niet echt relatie gebonden. We converseerden onderling, ik en Erica in het Engels, maar zeker geen Oxford Engels. Mijn gebrekkige kennis van het Duits en haar compleet afwezige kennis van het Nederlands hadden tot deze compromis geleid. Marco deed natuurlijk ook mee in het Engels en had een ware encyclopedische kennis van schunnige woorden en uitdrukkingen in die taal. Waar had hij die opgedaan ? Ikzelf was dus tamelijk straight, maar net zoals Erica wel avontuurlijk. Altijd bereid om nieuwe zinnenprikkelende ervaringen op te doen. Zou deze avond leiden naar de verhoopte trioseks waarop Marco al heel de avond, en een beetje tot vervelens toe, aan het alluderen was ? Geen idee, maar ik was wel zeker dat ik op dit moment nog niet dronken genoeg was. Blijkbaar waren we daar naartoe aan het werken. We zwalpten van café tot café en belanden uiteindelijk in een kroeg waar we, eigenaardig genoeg nooit eerder geweest waren. Geen naambord. We namen plaats aan de toog en we voelden instinctief alledrie aan dat er iets mis was aan deze kroeg. De kroegbaas sprak met een Nederlands accent maar dat was niet de enige reden dat we ons ongemakkelijk voelden. De rook in de kroeg dreef even doelloos rond als de meeste mensen die hier gestrand waren. Ik probeerde te achterhalen wat me verontrustte, dat we hier nog nooit geweest waren was inderdaad vrij uitzonderlijk. De kroeg lag nabij de Hoogstraat, midden in het epicentrum van de horeca. Er was niets bijzonders aan, de obligate reclame voor frisdranken en bieren was aanwezig, een bingokast naast de deur, enkele mensen aan een tafeltje ernaast. De inrichting getuigde van weinig smaak en nog minder geld. Achter de Nederlander, naast de glazen enkele ansichtkaarten van stamgasten die het zich konden veroorloven op reis te gaan. De muziek was ok, geen Nederlandse Schlagertoestanden maar smaakvolle Acid Jazz. Galliano, the James Taylor Quartet, Jamiroquai, US3 kwamen aangenaam door de speakers gegalmd maar brachten hier, op deze plaats geen sfeer. Misschien moesten we hier na een snel drankje toch maar verkassen naar één van de vele danscafés in de buurt.We zetten ons op een barkruk aan de ruime toog, van ideale hoogte. Ik bestelde een Rum coke, Erica hetzelfde en Marco hield het bij een pilsje. Prima spul die Rum coke, geen Bacardi maar Havana club, met veel ijs, een maantje limoen en twee rietjes. De sfeer zat er in onze kleine kring ondanks alles toch goed in wat duidelijk niet bij iedereen in het café het geval was. Er zaten er een paar heroïnejunks bijeen aan een tafel rechts van ons, een dakloze vrouw wat verder, en aan de andere kant een al wat oudere man, lichtelijk voorovergebogen boven zijn pint. Hij zag er te oud uit voor wat ik zijn vermoedelijke leeftijd schatte. Links, rechts losjes verspreid over het café nog wat schimmige figuren.Tijd om een bezoek te brengen aan de mannen-wc vertelde mijn overspannen blaas me. Ik liep links van de toog naar de deur met daarop, niet mis te verstaan : “toilets”. “Erica, can you watch my Rum Coke, before Marco steals it from me in my short absence”, flauwgrapte ik nog alvorens de deur open te trekken. Een korte, slechtverlichte gang, en op het einde van die gang een deur met daarop “Ladies”, rechts daarvoor een deur met daarop “Gents”. Dat was duidelijk. De deuren hadden een patina van overschilderde sticker -en posterrestanten en ingekerfde schunnigheden. Overschilderd in verschillende lagen en kleuren verf. Ik verwachte achter de deur naar de mannenruimte en afgaande op het huidige cliënteel een hels tafereel aan te treffen.Kraak maar dan ook kraaknet het mannengedeelte. Geen spoortje graffiti op de witte metro-tegels, geen bespatte vloer, drie porcelijnen urinoirs op de perfecte afstand van elkaar gescheiden met een schaamtussenschot. Geen schaamhaar in die urinoirs, wel in elk van die drie een heel schattig obligaat geurblokje. Geen schunnigheden op de muren, binnenkant van de deur, of op de spiegel bij de handwasbak. Onwaarschijnlijk, in tal van veel chickere zaken had ik al veel abominabeler toestanden aangetroffen. Het zag er hier uit alsof het net, 10 minuten geleden, grondig gereinigd was. Wat een aangename verrassing. Met plezier deed ik mijn ding en vervoegde even later terug mijn gezelschap. Toch daarvoor nog snel even bij het vrouwengedeelte binnengekeken, en daar hetzelfde tafereel.. alles pico bello, alsof klaar voor een hygieneinspectie. Ik bracht Marco en Erica op de hoogte van mijn bevindingen maar stuitte en misschien terecht op een dosis ongeloof. Een van de Junkachtige figuren was ondertussen ook door de deur naar de sanitaire vertrekken geglipt. Midnight at the oasis van the brand new heavies weerklonk. Come on, till the evening ends'Til the evening endsYou don't have to answerThere's no need to speakI'll be your belly dancer, prancerAnd you can be my sheik De euforie over het propere sanitair was bij mij al wat aan het tanen en eigenlijk vond ik de paradox om dat hier in dit café aan te treffen zelfs nog meer verontrustend. Als de wc’s verloederd en smerig waren geweest had dit beter in mijn plaatje gepast. We bestelden nog wat drankjes, hetzelfde, en ik gaf de bartender een compliment voor de muziek en de prima staat van het sanitair. Op een beetje vreemde, niet echt uitbundige manier, nam hij het compliment in ontvangst. Marco was weer bezig.“Erica, you ‘re sure you don’t need a helping hand with him, or more than a hand” Zijn blik op mij gericht. “No Marco, I can handle it just fine” antwoordde ze onverstoorbaar “It’s a bit unheimlig here, don’t you think my friends”, gooide ik er tussen “Nah, I think we’re just not drunk enough”, Marco stond op “But first, I’m going to visit those already legendary restrooms” En hij stond op, een halve erectie nauwelijks verbergend. Normaal zou Erica al lang aan het dansen zijn op deze muziekvibe, ongeacht de omgeving. Daar gaf ze echt niet om. Rustig dronken we verder onze rum op en wisselden wat kroegobservaties uit.Marco was snel terug en ik vroeg hem of hij de kerel die voor hem de wc’s had betreden hem niet lastig gevallen had. Tja dat gebeurde soms.Hij had niemand gezien, ook niet in de damestoiletten waar hij eerst per ongeluk was binnengestapt maar bevestigde wel de kraaknette staat. Ik had ondertussen nog iemand zien binnenstappen maar de andere was nog steeds niet buitengekomen. De conversatie kabbelde rustig verder maar ondertussen hield ik toch een oog op die deur gericht. Mensen gingen binnen maar er kwamen er duidelijk veel minder buiten. Marco was er helemaal niet meer mee bezig en zelfs Erica was al in een goede stemming aan het komen. Ze hadden een intense conversatie over een nogal expliciete film die ze beiden gezien hadden. Ik verkaste naar het rechtse uiteinde van de toog, waar normaal altijd de favoriete vaste klanten stonden. Een perfecte plaats om de bartender in vertrouwen te nemen. Die stond driftig met zijn roze Vileda glazen te poetsen. Ik wenkte hem.In mijn beste Nederlands Antwerps. “Er is hier iets niet pluis denk ik, ik zie hier veel mensen de WC binnenstappen maar veel minder terug buiten komen” “Nou, welnee hoor, waar heb je het over” En hij poetste driftig verder. Hij hield zich van den domme, terwijl ik altijd dacht dat in hun ogen de Belgen dom waren. Ook was hij voor een Nederlander wel heel weinig spraakzaam. “Ik ben het al heel de avond aan het observeren, ik heb nog geen drugs genomen en nog altijd een beperkte hoeveelheid alcohol geconsumeerd”Mijn Rum coke was ondertussen wel nogmaals leeg en ik plaatste het glas op de toog.“Het klopt niet” ging ik verder, “ook zijn de toiletten veel te proper voor dit café”Mijn nieuwsgierigheid was groter dan ik dacht, ik deed echt niet graag vervelend tegen Barmannen.Toch deed ik er nog beschamend schepje bovenop “Misschien moet ik toch eens de politie inlichten, ik heb nog twee getuigen”Een onwaarschijnlijke bluf, nooit zou ik de politie bellen, slechte ervaringen mee. En mijn twee getuigen waren, zoals ik in lichte staat van dronkenschap. Ik stond op het punt om het op te geven, maar plots stopte hij met driftig poetsen, legde de Vileda neer en drukte op een knop aan de onderkant, links van de toog.“Ga maar eens kijken, mijn barman instinkt zegt me dat jullie wel ok zijn” Te perplex om te antwoorden, knikte ik maar wat. Ik haalde Erica en Marco uit hun vibe en ze volgden mij, toch ook nieuwsgierig geprikkeld, de bewuste deur in. Een kleine meter voor de echte deur van de mannenvertrekken was een opening in de muur. Een valse wand die netjes gecamoufleerd was als muur. Echt prima trompe l’oeuil werk. De knop aan de bar had die lichtjes verschoven, genoeg om je hand tussen te steken. Ik schoof die verder en dat ging verrassend vlot. Een kleine plaats verlicht door een flikkerende TL lamp liep uit op een rotonde trap die de diepte in ging. Stevige leuningen. Zorgvuldig sloot Marco de wand achter zich, leek ons ook het beleefde ding te doen. En verwachtingsvol, een beetje angstig daalden we de trap af.Beneden aangekomen stonden we in een prachtig oud tongewelf. Niet ongewoon in deze buurt maar je verwacht het even niet. Ongeveer 6 meter breed en 3 meter hoog was de ruimte. Links van ons stonden, achter een traliehek, vaten, flessen acid, bakken bier , frisdrank en nog wat cafébenodigdheden. Op een paar meter rechts van ons was het luik waardoor de brouwer zijn waren binnenbracht. Je kon het gedempte rumoer van de stad horen. De ruimte was goed verlicht, maar niet te fel, door enkele goed geplaatste spots. Aan het einde van de kelder, aan de andere kant was een stevige houten deur die ons leek te wenken. Niemand zei een woord en behoedzaam stapten we erop af.   De deur opende niet zo als ze er uit zag, belachelijk makkelijk, goed onderhouden. De geur van sandlewood wierook kwam ons tegemoet. Erika, ondertussen mijn hand vastgenomen en Marco volgden me behoedzaam naar binnen. De ruimte was het verlengde van het tongewelf, we moesten ons ergens onder de cafévloer bevinden. Ze liep dood een 25 tal meter verder tegen een muur, waarvoor een antiek bureau stond met daarachter een grijzende man. Hij had ons gezien en kwam naar ons toe.De rest van de ruimte was gevuld met zetels, her en der willekeurig een mat op de grond, geïmproviseerde bedden, hier en daar een tafeltje met tijdschriften en her en der daarop uitgestrooid wat op het eerste zicht dakloze mensen leken. Niemand keek op. Affiches van muziekoptredens tegen de muren, spaarzame verlichting van enkele satanlampen maar het was er kraaknet en aangenaam warm. Niet killig zoals je in zo’n kelder zou verwachten. Een kleine Sony Hifi installatie speelde klassieke muziek, maar niets te dramatisch. De man was ondertussen tot bij ons genaderd (een frisse zestiger). Spraakwaterval Marco was al even stilgevallen en nam ook de omgeving in zich op.“Ik denk dat jullie verkeerd gelopen zijn” “Jouw barman heeft ons binnengelaten, het viel ons op dat er mensen verdwenen in je toiletten” Erika drukte zicht tegen me aan. “Ha, Bas heeft jullie binnengelaten, op zijn mensenkennis kan ik wel vertrouwen, ja je ziet wel wat er hier aan de hand is zeker” “Mmm, niet helemaal.. een soort daklozen opvang ?” Ik vertaalde ondertussen snel voor Erika. “Mijn naam is Jacob”, en hij stak zijn hand uit, we stelden ons allemaal voor en schudden zijn hand. Kom er even bij zitten en hij wenkte naar enkele leegstaande rode fauteuils rond een kleine bamboe salontafels.Uit zijn bureau nam hij een fles 15 jarige Appleton Rum, vulde voor elk van ons een glas met een beschaafde portie en gaf ze aan ons. Nice “Nee, ik doe hier niet aan daklozenopvang maar ik begrijp de verwarring”Zijn ogen werden wat doffer en hij streelde zijn witte baard. De Appleton was heerlijk en het warme gevoel verspreidde zich door mijn lichaam. “De mensen hier zijn Heroïne verslaafden, normaal zouden zij zich buiten op straat of in één of ander vunzig kraakpand bevinden. Hier geef ik ze een warme schuilplaats, ze krijgen propere naalden, proper sanitair en de mogelijkheid om zich wat op te frissen. Soms krijgen ze boven nog een goede kom soep. Enkele ex-verslaafden helpen me hier bij de plaats proper te houden en een oogje in het zeil te houden”Ja, ik had ze natuurlijk ook al gezien in Antwerpen, Heroïnejunks. In de stadswaag, sommige gore cafés, de Groenplaats ...zelfs hier in de Hoogstraat. Het was geen prettig zicht, je zag het onmiddellijk, de lege ogen, te oude gezichten. The Living Dead.   Hij vervolgde, “Het café is een perfecte dekmantel, overdag durven hier wel eens toeristen binnenwaaien en passanten. Geen probleem. Zo gauw de nacht valt komt mijn ander cliënteel binnengesijpeld en automatisch zetten de anderen hier niet dadelijk een stap binnen. Behalve uitzonderlijk, zoals jullie.”   De vraag is natuurlijk waarom. Erika stelde die vraag in haar onvervalst Duits, maar dat is perfect verstaanbaar in onze taal.   “Tja, mooie dame, dat is een lang en ellendig verhaal. De korte versie is dat ik mijn zoon verloren ben aan die verschrikkelijke gesel ; Aids. Hij had ook de habit en een vuile naald heeft hem besmet. Ik beloofde hem op zijn sterfbed om deze mensen, in de mate van het mogelijke te helpen. Deze paria’s van de maatschappij hier toevallig aangespoeld. De overheid, de stad Antwerpen, niemand anders doet iets voor deze mensen. Misschien weten ze het wel en laten me ze betijen, hoeven ze zelf ook minder te doen” Een beetje verder was iemand juist zijn naald aan het aftikken en op zoek naar een ader om een shot te zetten.Wow, dit had ik echt niet verwacht, dat de avond zo’n wending zou nemen. We dronken bedachtzaam onze Rum op. Bedankten Jacob en wensten hem het allerbeste. Een halfuurtje later, na het afrekenen en Bas de barman nog een ferme fooi te geven, stonden we buiten in de kille nacht voor het café. Marco moest de andere kant uit en ik en Erica gingen richting mijn flat. Ik nam haar hand en loste die niet meer tot we er waren. Ik hoopte van harte dat ze toch nog even wat bindingsangst had, ze was een soulmate, eigenlijk zoveel meer dan een friend with benefits.   Enkele maanden later kwam ik nog eens voorbij de bewuste kroeg. Gesloten, dichtgetimmerd en werd gerenoveerd door de BVBA Van Goethem zoals de schreeuwerige borden het adverteerden. Ik wenste dat alles goed was met Jacob.  

The Musicbar-Dude
0 0

De heldhaftige strijd om het dagelijkse brood

De eerste werkervaringen lopen niet altijd van een leien dakje. Als het geen zaterdag of zondag is ga ik soms wel eens werken. Meestal niet want ik houd het niet lang uit bij een “baas” en vice versa. Met heimwee denk ik dan wel eens terug aan de oertijd : je ging een weekje op jacht met de vrienden, bracht een mammoet, wat konijntjes, en eventueel als het mee zat wat vis mee en de stam kon weer een maandje voort. Ondertussen hield je je onledig met rotswanden te beschilderen, rare kruiden in je thee doen en kleine doch nuttige gebruiksvoorwerpen te fabriceren. Je kon toen nog ongegeneerd, en liefst zelfs naakt als het kon, achter de vrouwen of mannen lopen (het is onwaarschijnlijk dat er geen gay holbewoners bestonden). Enig nadeel is dat voor vuur te maken je geen aansteker had, want die was (zeggen ze) toen nog niet uitgevonden. Momenteel gaat het er lichtelijk anders aan toe en moest ik af en toe gaan werken om geld te verkrijgen. De eerste stap in een succesvolle carrière is een goede, niet aflatende wekker kopen en die op een plaats zetten, liefst enkele meter van je bed, waardoor je er uiteindelijk van misère echt naar toe moet. De stap naar de badkamer is dan al veel kleiner en lichter te nemen. De volgende stap is het maken van een lunchpakket. Een zeer moeilijke opgave, hoe kan je op voorhand weten waar je 's middags zin in zult hebben ? Een moeilijke vraag die me soms wel even bezig hield. Soms zo lang dat ik ondanks het succesvol volbrengen van stap 1, ik toch nog eens sporadisch te laat kwam. Als dan de tijd gekomen is gooi ik mijn lunchpakket en een fles water in een geschikte tas en kus mijn vissen gedag (vissen zijn heel gevoelig op dit punt). Meestal neem ik de tram, de bus, de fiets of de trein naargelang waar ik moet gaan werken. Als je het hele traject naar je job te voet gaat is er teveel afleiding onderweg.   Zo had ik eens werk gevonden in de Antwerpse haven, officieel als magazijnier, in realiteit als sjouwdier. Het was werk als dokwerker, alleen betaalde men mij minder omdat ik niet als dokwerker geregistreerd was (ik had gene boek, zoals de andere dokwerkers het licht smalend plachten uit te drukken). Maar ik zat in acute geldnood dus besloot ik er maar het beste van te maken. Op weg met mijn Sony Walkman die gewapend was met een BASF C90 cassette : ik had de motivational werkmix2 door mijn oortjes. Oh, it's a dirty job but someone's gotta do itSaid it's a dirty job but someone's gotta do itWe care a lot!We care a lot!We care a lot!About the gamblers andThe pushers and the geeksWe care a lot!   Om 7.00 uur stipt bood ik me vol goede moed aan bij Edmond Depaire aan de Scheldelaan. Het grauwe magazijn was immens groot en alle poorten waren nog gesloten. Links van het gebouw was een kleine deur waar ik vermoedelijk door moest gaan om binnen te geraken. Met mijn lunchtas in mijn handen geklemd opende ik de deur en ging ik, door niemand gestopt het magazijn binnen. Het magazijn bevatte een onaanzienlijk aantal goederen, gaande van kartonnen dozen, balen katoen, meubelen, enkele auto's, jutte zakken, en een hoop dingen die ik niet kon thuis brengen. De enorme ruimte zat propvol en alles was meters hoog gestouwd.Rechts van mij een dozijn enorme garagepoorten waardoor vrachtwagens in en uit konden rijden om containers af te zetten. Daarachter enkele meters overslagplaats en daarachter niets dan die enorme volgestouwde rekken. Honderden meters diep.   Aan de linkse kant waar ik me bevond was een kleine vrije strook waar ik in de vaagte enkele menselijke gedaanten zag manoeuvreren. Het eerste wat je doet als nieuwe werknemer is vragen naar de ploegbaas en hopelijk kom je dan van hem te weten wat je taak inhoudt. Ik was het papier dat ik van het interimkantoor gekregen had met de naam van de ploegbaas echter vergeten. Ik hield beleefd een man tegen die mij kruiste. "Joew, ik zoek de baas, ik moest me komen aanbieden als interimmer.""Ha, je zoekt de baas, sorry hoor maar die manne zitten allemaal in Brussel." Zo'n scherp en politiek antwoord had ik niet echt verwacht. "Wel, de ploegbaas is ook al goed", antwoordde ik onverstoorbaar."Kom dan maar mee naar ons kot, daar zit iedereen" Ik volgde de grapjas naar het ander eind van de loods, waar men enkele muren tegen de buitenmuren van de loods had geplaatst had en daar bovenop enkele golfplaten had gelegd. Kot was de enige juiste benaming voor die verzameling van baksteen en golfplaat. De ander ging mij voor, het kot binnen. Daar waren ze dan de collega's, gezeten op gammele stoelen en onder het licht van een 60 Watt Phillips lampje.Ongevraagd stelde mijn gids me voor. "Dit is de nieuwe interimmer mannen, benieuwd hoelang deze blijft." Hij zette zich neer op een stoel en opende zijn tas om een grote thermos koffie uit te pakken. De ploegbaas stelde zich voor en zei dat hij hoopte niet te veel klachten van mij te krijgen want hij was geen gemakkelijk iemand waarschuwde hij me. Ik zei dat dat wel zou meevallen want dat ik ook geen gemakkelijke was, maar op de één of andere manier ontging hem de pointe van mijn antwoord. Hij ging de deur uit en liet me over aan de genade van het werkvolk. Ik wou duidelijk laten blijken dat ik geen watje was en zette me op de dichtstbijzijnde stoel, om niet uit de toon te vallen nam ik mijn fles water uit mijn zak en plaatste ze op de tafel naast de andere hun lunchpakketten en toebehoren. "Zeg gast, je zit op de Jef zijn stoel", zei de lelijkste van de hoop. Het was te verwachten als er een nieuwe bijkwam moesten ze eerst uittesten hoe ver ze konden gaan, zien welk vlees ze in de kuip hadden. "Ja, en waar is die Jef dan", antwoordde ik zo droog mogelijk."Wel, die zit momenteel op Paul zijn plaats, want die is in ziekteverlof maar zijn stoel is veel beter", zei de lelijke."Oh, wat voor ziekte heeft hij dan", ik maakte totaal geen aanstalten om op te staan."Paul heeft last van zijn meniscus, en moest vandaag onder het mes", dat antwoordde Jef die op Paul zijn plaats zat. Ik anticipeerde op zijn antwoord. "Mijn nonkel Frans heeft zich enkele maanden geleden ook laten opereren aan zijn meniscus, dat is nooit meer goed gekomen. Een meniscus-operatie is zeer delicaat en de chirurg die hem opereerde had de dag daarvoor de trouw van zijn dochter gevierd, blij dat die eindelijk het huis uit was. Hij heeft er een knoeiboeltje van gemaakt. Nonkel Frans kan niet meer lopen of zelfs nog maar gaan.De lelijke bekeek me peinzend, zijn hand over zijn kin wrijvend."En die chirurg wat hebben ze daarmee gedaan.""Ach, je kent dat, dokters, chirurgen, politiekers ze dekken elkander altijd, er is niks van gekomen, hij opereert nog altijd." Uit de rangen van de dokwerkers klonk instemmend gemompel en echo's van "Ja die grote mannen...en de kleine man...politiekers...geld...altijd de klos..."Ze waren allemaal aan het denken aan die arme Paul die misschien nooit meer zou komen werken. Dat leidde hun gedachten af van mij en de stoel. De hoorn blies zeer onaangenaam dat het tijd was om te werken en ik volgde mijn collega's naar buiten nog steeds niet wetend wat ik zou moeten doen. Gelukkig kwam de ploegbaas naar me toe, hij wees me twee mannen aan en zei dat ik gewoon moest doen wat zij deden. Ik twijfelde nog even of ik ook in zo'n dokwerkerspas moest lopen, de armen 30 cm naast het lichaam, de borst licht vooruit en met korte hevige stappen. Maar ik bedacht me, dit jobje had ik even nodig en de ploegbaas had weinig gevoel voor humor. Het werk bestond erin om een container die voor de loskade gezet werd uit te laden. Dit gebeurde op palletten en de kunst bestond erin de dozen of andere rommel die uit zo'n container kwam zodanig te schikken dat het bouwsel niet omver viel en het veilig vervoerd en in rekken kon gezet worden. Tevens moest gecontroleerd worden of de lijst die je bij de container kreeg overeenstemde met de inhoud ervan. Al snel kende ik de naam van mijn twee collega's zodat ik ze niet meer moest aanspreken met 'A' en 'B' ,ze heetten Fons en Marc. Stevig tempo hielden ze erop na, routineus, en tussen elke pallet door nog een pintje aan het drinken. Mijn respect groeide met de minuut. Na een uurtje was ik eigenlijk al uitgeput Tegen de middag hadden we zo enkele containers uitgeladen en was het tevens etenstijd. Allemaal het kotje in. De één na de ander laadde zijn middagmaal uit op tafel. Ik volgde hun voorbeeld en plaatste mijn boterhammen in aluminiumfolie gewikkeld en mijn fles Evian eerbiedig op tafel. Dit gebaar deed sommigen in een hilarisch lachen uitbarsten. De reden van dat gelach en gegrinnik was duidelijk, ze hadden allemaal genoeg eten bij om een peloton soldaten op kamp, een week van voedsel te voorzien. Mijn lunchpakketje viel in het niet bij zoveel culinair geweld.Intimiderend was het zeker. "Als je zo weinig eet zal je hier niet veel kunnen uitsteken ofwel kunnen we je hier binnen een paar dagen met de ambulance zien buitendragen." Het bleef evenwel een onthutsende vaststelling wat sommigen in de tijdspanne van een halfuur naar binnen staken. Jef begon met twee tassen thee (ik wist dat het thee was want in een onbewaakt ogenblik was ik naar het kot gegaan en had ik van iedereen zijn thermos gedronken, je kunt nooit genoeg weten over de relatie tussen vloeistoffen en de personen die ze tot zich nemen). Vervolgens at hij een viertal boterhammen met allerhande beleg. Terug een tas thee, een appel, een blikje worstjes in tomatensaus (Zwan), en als dessert nog een volwassen stuk pure chocolade. De restanten van deze maaltijd bergde hij zorgvuldig op in zijn nu lege brooddoos en hij opende een andere doos waar zich een bokaal met pekelharingen in zuur bevonden, hij viste er een paar uit met zijn vork en stuurde ze op weg naar zijn maag. De maaltijd ronde hij af met een bus yoghurt uit te drinken. De enige die niet lachte met mijn sobere maaltijd was Ahmed, die was namelijk volop in de Ramadan en mocht geen hap eten overdag. Hij zou dan ook al snel een goeie vriend van mij worden.Na de maaltijd en in afwachting van het volgende horensignaal werd er veel gezeken en gezeverd over van alles en nog wat maar het meeste over vrouwen en de daar blijkbaar bijhorende seks. Als ik moest aanvaard worden in deze kring ruige lieden was het duidelijk dat ik af en toe ook wat seksistische praat zou moeten aanwenden. En grotere lunchpakketten meenemen. Tja, niemand heeft ooit gezegd dat werken een pretje is.

The Musicbar-Dude
22 0

Brief aan de Kerstman: "Liefste Kerstman, wil jij mijn daddy zijn?"

Dag wit bebaarde man in je iglo in het Noorden, Dag gemoedelijke papzak met je gevoerde laarzen en je jasje en muts in de huisstijl van Coca Cola, Dag koning van de Noordpool, schrik van het Arctische luchtruim, menner van rendieren, uitbuiter van elven en Amazon-personeel, Dag lieve Kerstman, Vergeef me dat ik niet weet hoe ik u begroeten moet. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat u nooit een belangrijke rol heeft gespeeld in mijn eindejaarsbeleving. Ik heb nooit echt in u geloofd, zoals ik dat wel deed in Sint-Nicolaas en Zwarte Piet. Ik weet dat, met deze bekentenis, de kans om een geschenk van u in mijn kerstkous te ontvangen bijzonder klein wordt. Ik ben echter opgevoed in het licht van het Ware Geloof en onze Schrift stelt nadrukkelijk dat liegen een zonde is. Ook al heb ik de Kerk verlaten, haar moraal werkt door in elke vezel van mijn lijf. Ik beloof u dan ook plechtig dat ik in deze brief de waarheid en niets dan de waarheid zal verkondigen. Laten we dan maar meteen van wal steken met een schuldbekentenis. Ik heb helemaal geen kerstkous, enkel een paar zweetsokken die ik na het joggen telkens vergeet in de wasmand te gooien. Toen ik nog een kind was had ik wel een paar schoenen dat ik klaarzette aan de open haard op de vooravond 6 december, wanneer uw katholieke, gemijterde evenknie over de daken reed en geschenken bracht in ruil voor een suikerklontje of een raap voor zijn paard. Overigens stelden die geschenken weinig voor. Mijn ouders zeiden dat het kwam omdat ik zo’n kleine voeten had. Het beperkte volume van mijn schoenen liet geen ruimte voor dure cadeaus. Dat heb ik de Sint nooit kwalijk genomen. Ieder arbeiderskind had immers kleine voeten. In ons dorp liep enkel Saartje – de dochter van de rijke banketbakker Gust Van Hemelen – rond met klompen waarin Zwarte Piet gemakkelijk een nieuwe fiets kwijt kon. De goedheilige man uit Spanje hechtte dan ook veel waarde aan de befaamde regels uit Matteüs 25:29: “Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft.” Liefste Kerstman, u vraagt zich waarschijnlijk af waarom deze Vlaamse, katholieke arbeiderszoon een brief schrijft aan u – die de tegenpool bent van christelijke deugdzaamheid. Uw bijdrage aan de Westerse beschaving is immers uitsluitend uit te drukken in de jaarlijkse toename van diabetes en overwicht onder jongeren. Toegegeven, op dat vlak verschilt u weinig van Sint-Nicolaas, wiens nagedachtenis weinig meer is dan een excuus om chocola en speculaas te vreten. Ook qua economische uitbuiting van de niet-witte medemensen zijn jullie aan elkaar gewaagd, al bent u zo wijs om uw toevlucht te nemen tot elven. Als Amerikaanse superster kent u immers als geen ander het belang van goede PR, iets waar onze ouderwetse Sint met zijn zwarte slaven nog een puntje aan kan zuigen. Laat mij echter ter zake komen. Al deze omwegen voeden immers de indruk dat ik iets te verbergen heb, terwijl ik enkel de waarheid wil dienen. Ik schrijf u deze brief omdat ik religieus dakloos ben. Daar ging geen lange innerlijke worsteling aan vooraf. Het was simpelweg het resultaat van stom toeval. Het zou ons te ver voeren om deze gehele geschiedenis in al zijn details uit de doeken te doen. Eerlijkheid is dan wel een deugd, oeverloos gelul is dat geenszins. Mijn excommunicatie uit de katholieke gemeenschap laat zich kort samenvatten: Ik was twaalf jaar, nam deel aan de generale repetitie voor mijn Plechtige Communie en stootte per abuis een vat met 100 liter wijwater om, wat leidde tot een plaatselijke zondvloed rondom het altaar van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Lichtaart. U moet weten, mijnheer de Kerstman, dat het wijwater gebruikt in katholieke riten een erg hoog alcoholpercentage bevat, waardoor niet enkel  de elektrische bedrading naar de kloten was, maar eveneens de communiekostuumpjes van mijn leeftijdsgenoten en de kazuifel van meneer pastoor. Uit noodzaak werd het Vormsel met enkele weken uitgesteld en de pastoor – die overtuigd was dat de Satan in mij werkzaam was – zette een procedure tot excommunicatie in gang. Zo geschiedde dat ik op dertienjarige leeftijd met toortsen en hooivorken uit de parochie werd verstoten. In mijn hart heb ik God nooit verlaten. Wel integendeel, het is de Kerk die mij de rug heeft toegekeerd. Mijn natuurlijk godsverlangen blijft echter intact. Enkel een dwaas is immers blind voor het verlangen dat hij koestert naar een sterke vaderfiguur, die veel ouder is dan hij en op tijd en stond de roede hanteert.   Daarom vraag ik u uit de diepten, o Heer, lieve Kerstman, wilt u mijn daddy zijn? Ik geef toe dat ik wat onbeholpen ben. De omgangvormen waarmee ik u dien te benaderen zijn onbekend voor mij. Vele zaken zijn me een raadsel. Hoe schrijf ik een brief aan u? Welke aanspreekvorm moet ik hanteren? Behoeven uw rendieren ook klontjes suiker en rapen, zoals het paard van Sinterklaas? Tot welk ras behoren uw elvendienaars? Zijn zij kleine groene trollen met insectenvleugels? Of eerder nobele, slank gebouwde wezens met puntoren zoals de wezens uit Lord of the Rings? Hanteren ook zij de roede, zoals de zwarte knechten van de Sint? Beste Kerstman, het zijn vragen waarop ik – arme zondaar – geen antwoord kan geven. Weet echter dat mijn hart op de juiste plaats zit. Als ik boeren laat tijdens het eten, vunzige moppen tap tijdens begrafenisplechtigheden en een dakloze uitscheldt als die in de weg loopt, dan doe ik dat steeds met de beste bedoelingen. Zoals u ongetwijfeld hebt gemerkt, ben ik een man van weinig woorden. Ik wil mijn brief dan ook eindigen met enkele korte, afsluitende opmerkingen. Ik ben een 36-jarige man, maar bevoorrechte getuigen, zoals mijn beste vriendin en mijn mama, kunnen u verzekeren, dat ik er gemakkelijk vijftien jaar jonger uit zie. Hoewel ik onderdanig en bereidwillig ben, heb ik toch een duidelijke set waarden en normen, waaraan niemand mag tornen. Eerlijkheid, openhartigheid en respect zijn heilig voor mij, evenals de bereidheid om op regelmatige basis het schaamhaar te trimmen en dagelijks de edele delen te wassen met een weinig water. Aan een stinklul heeft immers niemand iets. Ten slotte kan ik niet ontvangen, maar als het u belieft dan ben ik bereid om have en goed achter te laten en me te vestigen in uw geheime kerkers op de Noordpool. Voor mijn uitgebreide cv, evenals referenties en aanbevelingen, verwijs ik u graag door naar mijn professionele profielen op LinkedIn en Grindr. Uw bereidwillige dienaar,   Petrus Broederlam Antwerpen, 24 december 2021  

Pieter Van der Schoot
62 1

Brief aan de Sint

Musicbardude’s log :stardate 28/11/2021 – 11:45Liefste Sint,Zoals elk jaar rond deze tijd kruip ik in mijn pen om u op de hoogte te brengen van mijn wensen omtrent de spullen die je me mag bezorgen. Dit jaar ben ik extreem braaf geweest, op enkele kleine maar hevige uitspattingen na. Daar zitten de Corona pandemie en de daarbij horende maatregelen voor een groot deel tussen natuurlijk. Er zullen nu wel heel veel brave kindjes zijn, ik hoop dat je de werkdruk nog zal aankunnen en niet in een burn-out valt. Tenslotte, laten we een kat een kat noemen, je bent toch ook niet meer van de jongsten. De voorbije jaren heb je mijn brieven meestal straal genegeerd en dat deed wel pijn. Ok, ik heb die aflevering van Jiskefet waarin Hans Teeuwen je nogal onhandig portretteerde enkele tientallen keren terug gezien. Maar dat is humor dacht ik, dat moet de Sint toch zeker begrijpen. Je was waarschijnlijk ook lange tijd boos op mij omdat ik je geboorteplaats in Zuid Turkije niet bezocht heb. Ik zat inderdaad in Antalya en vanuit de All-in resort waar ikverbleef vertrokken er dagelijks toeristische bustochten naar je geboortestad.Wat kan ik zeggen. All-in resorts ; teveel goedkope rumcocktails (die plaatselijke Turkse wijn was echt niet te zuipen), een aangenaam zwembad waar ik noodgedwongen (je kent mijn huidtype) veel tijd in doorbracht. Die hilarische plaatselijke Turkse tv uitzendingen en de betaal-adult channels, in combinatie met de veel te grote hoeveelheid cannabis die ik meegesmokkeld had. Al die wereldse afleidingen hebben me ertoe gedwongen om mijn trip heel lokaal, in de buurt van het resort te houden. En de culturele maar ook achteraf wel erg vleselijke uitwisseling met die mooie Turkse receptioniste zal ook niet in mijn voordeel pleiten. Bij wijze van boetedoening ben ik wel, iets dichter bij huis, een paar keer op citytrip geweest naar Sint Niklaas in Oost-Vlaanderen. Eerlijk gezegd Sint, die stad doet je geen eer aan. Saai, saai, saai en de lokale bevolking stond ook heel vijandig tegenovermij. In menig café waar ik het controversiële onderwerp van zwarte pieten ter discussie bracht ben ik kordaat buitengewerkt. Iets met het plaatselijk en erg lelijk dialect misschien ? Jaloezie ?Maar ik wijk af. Je kent me immers van binnen en van buiten dankzij je, en dat moet ondertussen wel een erg dik, boek zijn.Graag zou ik wel wat speelgoed ontvangen, datgene waar ik enkele weken geleden tevergeefs naar Hulst ben geweest. Je weet wel.Een multigroom trimmer heb ik ondertussen zelf bij een black-friday deal via coolblue gekocht. Nee, geen Phillips deze keer.Mijn Marshall headset is ook besteld en onderweg via een andere delivery service als de jouwe. Sorry, dat ik even bij de concurrentie heb besteld, ik kon echt niet wachten tot 6 december. Geen suiker of snoepgoed a.u.b. mijn overtollige Corona kilo’s zijn er nu vlotjes aan het afgaan. Je weet dat ik een emo-eter ben, en als er van die suikerbommen binnen handbereik zijn ben ik niet in staat me te beheersen. Fruit is ok, maar geen mandarinnen, vind ik echt niet lekker.Dus buiten een goede selectie van Adult Toys, zoals ze dat tegenwoordig nogal kinderachtig noemen, mag je me ook altijd enkele Oculus Rift VR games bezorgen in mijn lievelingsgenre liefst (Nazi zombie shooters). Die VR porno hoeft niet ; die is veel te unheimlich en staat duidelijk nog in zijn kinderschoenen (no pun intended). Een mooie Vinylplaat (geen kerstmuziek van jouw concurrentie) misschien, een leukeserie of film liefst in haarscherp HDR. Een bongo bon mag ook altijd (maar niet voor een ontbijt ergens hé, oude grapjas). Een goede fles aged Rum of wijn, een nieuwe koffiegrinder, een bescheiden ijsblokjesmachine. Die plastieken zakjes voor ijsblokken hangen mijn voeten uit, bovendien zit de diepvries vol Wodka om White Russians te maken. Tot zover mijn lijstje en mijn excuses ook voor mijn slecht gedrag de vorige jaren. Ik heb je e-mail adres gevonden, was nogal voor de hand liggend (sint.niklaas@telenet.be) maar heb gezien dat je niet op facebook zit. Zuckerberg zal vast denken dat je account fake is en je eraf zwieren, is misschien al gebeurt. Nu we het toch hebben over die e-mail. Zou je iets kunnen doen aan die spam van je pietenknechten. Ik krijg de meest eigenaardige en soms storende aanbiedingen via die elektronische weg binnen.Buiten de gewone en tamelijk doorzichtige oplichtersspam, in de toch wel voor mijn leeftijd misplaatste categorie : Reclame voor uitvaartverzekeringen, pensioenfondsen, 50+tijdschriften, viagra, trapliften, van die elektrische rolstoelscooters, wellness gedoe, vitaminen tegen ouderskwalen, toestellen tegen ouderdomskwalen, infraroodlampen, enz.Ook veel mails van smachtende (meestal Russische vrouwen) die blijkbaar mijn profiel hebben nagekeken en mij plotseling dringend willen leren kennen. Sorry, hoor eerst de taal leren, want dat gebrekkige Nederlands waarin die mails opgesteld zijn is niet veelbelovend. Goede communicatie is tenslotte belangrijk in een relatie.Hier ga ik het bij houden, ik weet dat je veel lees – en ander werk hebt.Je Kapoen

The Musicbar-Dude
1 0

kerststal

Van buiten beet de bittere koude zich een weg naar de matig verwarmde, door een grote tl buis verlichte, kleedruimte van het parochiaal centrum. Sonja, Raf, Rudy en Anja kleedden zich om. Het jaarlijkse hoogtepunt van hun aller theatercarrières brak thans aan. Ze zouden opnieuw gestalte geven aan de levende kerststal van het dorp. Dat dorp zat geplet tussen snelwegen en bestond voornamelijk uit lintbebouwing. De huizen deden nog het meeste denken aan architecturale dwangarbeid uit de goelags. Ook de rest van deze verzameling stenen die men dorp placht te noemen deed in min of meerdere mate denken aan een ver vervlogen tijd waar de Sovjet-Unie een prominente rol leek te spelen. Ontzettend veel tinten grijs leken zich te verdringen en zo de toevallige passant nooit het gevoel te geven echt welkom te zijn. Het was misschien daarom dat het dorp zo op zichzelf gekeerd was. De meeste mensen woonden hier al hun gehele leven. Zonder ook maar een voet uit het dorp te zetten. Gekneld in een muurvaste situatie, niet te bewegen. Raf bijvoorbeeld was nog nooit uit zijn dorp geraakt. Hij had misschien ooit eens geprobeerd ergens heen te gaan, maar dat was hem niet gelukt. Zijn leven was een perfecte driehoek: ouderlijk huis, eigen woning en -uiteindelijk- urneveld. Hij kon op dit moment in zijn leven beide andere hoeken overschouwen. Uit zijn ouderlijk huis kachelden langzaam wolkjes verlangen naar lichtere tijden. Dagen van zon en groene lente. Raf wist dat we deze periode door moesten. Hij hield van zijn dorp en iedereen die er woonde, hij hield ook van het landschap en het uitzicht. Wie niet van hier was kon het onmogelijk mooi vinden maar voor wie hier opgegroeid was kroop de schoonheid onherroepelijk in diens ziel. Raf lachte wanneer hij, met zijn gemoed in sluimerstand, dacht aan vroeger. Nu iedereen was aangekleed stapten ze statig, helemaal in hun rol, naar buiten. Daar werden ze aangemoedigd door steeds dezelfde menigte. Het was, voor de bewoners van het dorp, een excuus om buiten te komen en Glühwein te drinken. Want drinken dat konden ze. Nachtenlang als het moest. Iedereen behalve Anja die, na jaren vechten, eindelijk de drankduivel had weten te verslaan. Deze periode was voor haar natuurlijk extra moeilijk. Overal kon je drinken, ook in de kerststal. Het was een ware beproeving voor haar. Ze moest zich sterken en hopen dat niemand op compleet nonchalante wijze een restje jenever aan de kerststal zou achterlaten. Al wist ze heel goed dat wanneer ze zich zou laten verleiden tot het opdrinken van een bodempje wat voor drank dan ook ze onmiddellijk zou hervallen in haar tot bodemdrift gedoemde rituelen. Ze dacht, heel kort, aan nachten naaktdansen op tafels van cafés met slechts cowboyboots aan. Ze slikte haar tranen door en proefde de melancholie. Stoetsgewijs liepen ze naar de kerststal om daar hun plaatsen in te nemen. Rudy had pech dit jaar, hij moest de ossenkop op. Al was het ook een zegen want hij nam, telkens hij op scène stond, kalmeringspillen om toch maar rustig in zijn rol te kunnen ademen. Toch voelde hij zich in zijn eer gekrenkt dat hij dit jaar quasi onherkenbaar deel moest nemen. Achter zijn façade dacht hij aan een eeuwigheid Gran Canaria. Raf was Jozef. Met zijn staf in de hand nam hij zijn plaats in aan de kribbe. Hij liet zich niet van de wijs brengen door de talrijk opgekomen vrienden en familie, die toch iedere keer trots waren. Hij staarde in de verte en dacht bij zichzelf: eerst nog maanden grijs en dan, uiteindelijk, terug de geur van vers gemaaid gras en zon. Met in zijn ogen dat verlangen verstilde langzaam zijn beeld en dat was goed. Hoog in de hemel van de donkere nacht flikkerde een ster.

Thomas De Mulder
6 0

Expeditie Hulst

Dag één Ok, ik heb het even gehad ; de boog kan niet altijd gespannen staan.Ik vertrek vandaag naar het buitenland ; corona of geen corona.Naar een plaats waar het uberkapitalisme verwoestend heeft uitgehaald.Goedkope sterke drank, exotische streekdelicatessen, te veel sleazy bars, een permissief drugsbeleid, bizar geklede losse (vrouwen of mannen je weet het soms niet). Tussendoor ga ik op een shoppingspree langs de talloze al dan niet verboden onder 18 shops en hopelijk kom ik geen bekenden tegen zoals die gênante vorige keer. Op naar Hulst !!!En wat happens in Huls, stays in Hulst. Dag twee Jumping Jezus on a Pogo-Stick !!! Expeditie Hulst is op een fiasco uitgelopen. Mijn Oranje Ros weigerde dienst wegens kapotte batterij. De vriendelijke mensen van de depannage kregen mijn auto weer aan de praat maar de batterij moest vervangen worden. Het gaf me geen keus, ik moest naar de dichtstbijzijnde Auto 5 om dit euvel te repareren. Het was een drukke dag bij Auto 5 en ondertussen reeds tegen de middag. De auto zou zeker in orde zijn tegen de vroege avond. Eigenlijk was het de moeite niet om met het openbaar vervoer naar Antwerpen en terug te rijden dus heb ik heel de middag doorgebracht in het eerlijk gezegd toch minder exotische Wilrijk. Dit vooral in Bistro Ortolona (obligaat aquarium) in het weinig glorieuze shoppingcenter den Bist. Ik had me de middag anders voorgesteld dan met een handvol tassen koffie en een portie bitterballen (weemoed naar het Nederlandse buitenland). Gelukkig kwam "Shut your Eyes" die onwaarschijnlijk mooie song van Snow Patrol op de radio voorbij. Morgen nog eens proberen. Dag drie Hulst : Redemption Zoals iemand terecht opmerkte ; het stadje heeft wel wat aan zijn glorieuze status ingeboet. Mijn grensoverschrijdende uitspatting was toch wat teleurstellend. Te veel Belgen daar (bijna Benidormiaans van proportie) en ik heb zeker niets tegen mijn landgenoten maar ik ga naar het buitenland om eens een andere taal te horen. Daarenboven heeft de plaatselijke horeca zich daar duidelijk aan aangepast. Je kon ook overal gewoon in het Antwerps bestellen. Ook de menu's waren in onze taal. De lokale klederdracht viel me ook dik tegen ; grotendeels waren de natives (m/v/x) gekleed in die gewatteerde jassen. Die mode is zooo eind maart 2012. En allemaal hadden ze van dat normaal, saai haar. Ik zag de nieuwsgierige, soms verontwaardigde blikken van passanten over mijn Man bun glijden. Ok ; misschien was ik daar de eerste vreemdeling die in Hulst zo'n haartooi vertoonde. Het is ze vergeven. Shopping-gewijs toch nog wat kunnen scoren maar die spree kwam alweer tot een gênant en abrupt einde toen een verkoopster me, nadat ik mijn beklag gedaan had over hun productlijn, me toevertrouwde dat ik niet in den Eros was maar in den Etos. *Bloos* Misschien toch maar ‘s een bril kopen.  

The Musicbar-Dude
5 0

Koffie !

Een avondje stappen in de Antwerpse nacht loopt volledig uit de hand. "Koffie" , vroeg ze. Ik knikte instemmend en voegde er aan toe "Suiker en melk, en misschien nog een paar koekjes liefst Petit Beurs van de Beuckelaer of is het Lu" (het zijn niet mijn favoriete koekjes maar in deze situatie, wanneer je pas iemand interessant leert kennen lijken ze me het meest geschikt) Ze verdween even in de andere kamer en kwam terug met een dienblad dat de goederen waarom ik verzocht had torste. Ze had zelfs een tas voor zichzelf meegebracht. "De koffie staat hier altijd klaar", verklaarde ze zich nader"Laten we maar onmiddellijk ter zake komen, mijnheer ...." Het was duidelijk dat ik de puntjes moest invullen. "Verreckt", vulde ik in. Ze keek me een beetje niet begrijpend aan. "Johnny Verreckt, dat is mijn naam" "Oh, excuseer, ik dacht even,..." "Ja, het is een tamelijk eigenaardige naam, mijn moeder had tijdens haar zwangerschap geen tijd gehad om een naam te bedenken, mijn vader interesseerde zich niet aan een naam voor mij. En dus kwam mijn tante met de naam Dirk opzetten en zo werd ik steeds, overal waar ik kwam Dirk genoemd. In de lagere school zat ik echter tot mijn verbijstering met vier Dirken in de klas en na een stakingsactie van de leraars werd beslist om mijn voornaam te veranderen in Johnny. De andere Dirken mochten hun naam houden want er was een dikke, een magere, een rosse en een lange Dirk. Ik was ook ros maar eerder blondros." "Mijn naam is Vera, mijn achternaam is van mijn man, die mag ik zomaar niet aan iedereen doorgeven""Behalve aan je kinderen natuurlijk" ,voegde ik er aan toe"Natuurlijk, maar mijn man is heel bezitterig en daarom heb ik nooit kinderen gehad" Ik hoorde een verdrietige toon in haar stem."Het spijt me""Ach ik ben er nu al een tijdje overheen" De suiker in de koffie was van een uitstekende kwaliteit proefde ik. Wat hieraan vooraf ging De zon beet een stuk uit mijn nek toen ik de straat opwandelde. De zonnebril, nu echt een verplicht accessoire, milderde de pijn van het felle licht en was ook ideaal om mijn rood doorlopen ogen te verbergen, eigen aan een enorme kater. Deze specifiek kater was geen ordinaire doordeweekse straatkater maar had een mooie internationale stamboom. Een vertakking naar de Franse Bourgogne streek, een paar liter gerstenat uit de lage landen, wat exotische ruminvloeden uit Cuba. Maar de laatste glazen Laphroaig, die Schotse bastaard, in café Bal Marginal waren er waarschijnlijk teveel aan.   Ik had mijn bebloede kleren weggemoffeld in een verzamelcontainer van kleding voor Afrika. Een DNA analyse hel. Het was niet mijn bloed en weefsel maar toch.. Een kater ; dat licht grieperige gevoel, bonzende slapen, een droge mond en een schreeuwerige hoofdpijn ergens in de verte die af en toe wat dichterbij kwam. Zoals de Amerikanen tijdens de oorlog zeiden, “walk it off”. En daarmee was ik bezig. Montignystraat, rechts de Cuylitstraat in. Mijn oog viel plots op een huis waar ik nochtans al honderden keren was voorbij gelopen zonder verdere aandacht aan te besteden. Maar zoals je kan hebben met een vage bekende, plots raakt die je, zie je die pas echt en krijg je die onzichtbare connectie. Ik bestudeerde het uitgebalanceerde palet van oker waarin het huis was geschilderd. Het was netjes onderhouden, mooie inheemse planten voor de deur, hoge verdiepingen en zo (door de raam te zien) verfrissend sober ingericht.Ik kon maar tot één conclusie komen, in dit huis, met nummer 64, moesten interessante mensen wonen. Mensen die je graag te vriend hebt, die je kan uitnodigen op een barbecue zonder dat ze brand proberen te stichten. Mensen ook die je zonder risico het onderhoud van je planten en aquarium toe kon vertrouwen wanneer je op reis bent. Ze zouden niet gaan snuffelen in je persoonlijke zaken. Deze mensen moest ik leren kennen en ik twijfelde dan ook geen moment langer om te drukken op de onderste naamloze bel. Een vrouw die misschien net niet exact 40 jaar eerder was geboren deed niet al te lang later de deur open. Ze vroeg me onmiddellijk en volkomen begrijpelijk natuurlijk waarom ik aangebeld had. Ik bracht haar op de hoogte van de situatie zonder al te veel in details te treden. Begrijpend knikkend vroeg ze me om binnen te komen. Ik stak mijn zonnebril weg en heupwiegend ging ze me voor; door de gang, eerste zijdeur rechts naar de leefruimte. Ik nestelde me in de zetel die ze me aanwees. "Koffie" , vroeg ze. Wat nog eerder vooraf ging "Koffie" , zei ze. De mooie dame, aan de andere kant van de toog, maakte een lelijke deuk in mijn door alcohol opgewekte euforie. Een antwoord dat je niet wil krijgen als je een beetje baldadig vraagt om een dranksuggestie. Een antwoord ook dat erop wijst dat het in je huidige toestand niet aangewezen is om je nog verder te verdiepen in glazen. Of in haar… “Je hebt gelijk schat. Tijd om te gaan” Ik weekte me los van de bar en verliet het etablissement. Troostte me met de gedachte dat ik alsnog een goede indruk had gemaakt. Ze zou me zich niet herinneren als de zoveelste smachtende dronkenlap, als ze me nog ooit zou herinneren. Proberend zo natuurlijk mogelijk te stappen maar de blikken van enkele tweevoetige passanten wezen erop dat het geen succes was. Botsingen met spookgangers (er zijn toch ook spookrijders) ternauwernood vermijdend rijpte in mijn beneveld brein een geniaal plan. Een stop bij het legendarisch, tot in de zeer vroege uren, geopend frituur nr. One. Dat zou me zeker terug bij mijn positieven brengen, bovendien was ik sinds enige tijd vergeten te eten en mijn maag maakte me daar met krolse geluiden attent op. “Dag Maria”, riep ik al van ver, over de hoofden van een hoop Nederlandse toeristen die voor het frituur samenhokten om onze unieke delicatesse te proeven. Of misschien ook allemaal een beetje dronken als ik. Iemand had de inhoud van zijn pak frieten al voorverteerd en demonstratief op de kasseien achtergelaten. Moeiteloos weerstond ik aan de verleidelijke aanblik en bestelde me toch een verse portie. Zou trouwens ook niet goed zijn voor de zaken van het frituur.Een kleine met tartaar, zonder zout, een cervela special en een blik cola later voelde ik me in de perfecte staat om toch nog een laatste glas te drinken in mijn stamkroeg “Bal Marginal”. Handig gelegen op kruipafstand van mijn flat (wel even de tramsporen in het oog houden) en ook wel de hoofdreden dat ik daar een flat had gekocht. Het was ondertussen ongeveer vier uur in de ochtend en de kroeg baadde in de onwezenlijke sfeer die eigen lijkt te zijn aan dit uur. Het café had meer weg van een slagveld dan van een plaats waar men vrienden ontmoet en de dorst lest.Glas op de vloer begeleidt krakend mijn weg naar de toog. De walm van verschraald bier en sigaretten irriteert mijn neusgaten. Zonder veel omhaal, haal ik mijn vertrouwde bartender achter de toog uit de schemerzone tussen waken en slapen door te bestellen. “Laphroaig, dubbel en zonder ijs, zoals gewoonlijk”Lichtjes kregelig en verstoord in zijn halfslaap zet hij me het glas voor en noteert het in zijn kasboek. Geen woorden. De barkruk die ik genomen heb is nog lekker warm van het achterwerk van de vorige bezitter. Ik laat mijn blik door het etablissement glijden. Enkele, duidelijk aangeschoten, vrouwen staan ritmisch op een geïmproviseerde dansvloer te zwalpen, de dreun van de bassen fungeert als pacemaker. De vrouwen worden getaxeerd door enkele mannen in verschillende staat van dronkenschap en geilheid, verspreid rond de tafels en tegen de muren. Een gedegenereerde paringsdans.Een koppel aan een tafel zou het zich makkelijker kunnen maken door een bed, zetel, of zelfs tafel te gaan opzoeken om hun copulatiepoging toch iets te vergemakkelijken. Links naast me aan de toog zit een vrouw te grienen. Een man duidelijk nog nagenietend van een verlossende trip naar het toilet komt op me af. “ He, ik zat hier “, zegt hij, wijzend op de barkruk die ik genomen heb.“Maar heu... blijf maar zitten hoor. Ik neem hier wel een andere.” De gedachte om hem zijn barkruk terug te geven was zelfs nog niet bij mij opgekomen.Hij nestelt zich naast mij. “ Hoi, ik ben Didier “, stelde hij zich voor, “ Didier Verstreke .”Ik schud zijn klamme hand die hij heel demonstratief naar me uitsteekt.“Mijn naam hoef je niet onmiddellijk te weten “, repliceer ik.Mijn kordaat antwoord schrikt hem niet af, integendeel hij biedt me nog een Laphroaig aan.“Ben”, zeg ik nog tegen de barman, “dubbel hé”Ik breng de nieuwe aanwinst naar mijn lippen en maak routineus een zegenend gebaar in zijn richting. Terwijl het vocht zich door mijn keel een weg naar duistere oorden baant nam ik hem op.Didier was een slachtoffer van roos, de confectie-industrie en slechte eetgewoontes.“Ik ben vertegenwoordiger” , zegt Didier ongevraagd “Vertegenwoordiger van Intelex IT Solutions, je hebt er zeker al van gehoord “.Onverstoorbaar ging hij verder.“Interessante markt ... nog volop in expansie ... wagen van de firma ... eigen baas ...bla bla bla” Als een gehersenspoelde dramde Didier zijn lesje op. Hij begon te zweten.“Ik verdien soms 6.000 euro op een maand.” Het irriteerde hem dat ik niet onder de indruk was en hij deed er nog een schepje bovenop. “ Netto “ Een geeuw net niet onderdrukkend nam ik nog een slok.De speakers spuwden ondertussen een nummer van de Godfathers uit. Didier keek de naamloze vreemdeling aan die , hij zag zijn lichtgrijze ogen nu op hem gericht. Hij opende zijn mond, maar wat hij ging zeggen ( wat ging hij zeggen ? ) bleef in zijn keel steken. Iets zwelde in zijn hoofd en hij voelde onmiddellijk dat zijn hoofd te klein geworden was. Zijn hersenen vormden een kreet die zijn stembanden nooit zou bereiken. BLOP Een dof kreunend geluid.Didier spatte als een zeepbel uit elkaar. Alles ging plots in slow motion. Bitsig en in real time debiteert Chris Coyne zijn tekst.Birth – School- Work-Death And heroin was the love you gaveFrom the cradle to the graveBoys and girls don't understandThe devil makes work for idle hands Plots was Didier overal ; op de grond, de marmeren toog, tegen het vergeelde plafond, de pastelkleurige muren, op het gezicht en kleren van de laatste klanten en zelfs in mijn glas. Het was een spektakulair schouwspel. Een macabere action painting.De vrouw links van mij was gestopt met huilen maar van diep in haar keel zwol een klaagkreet aan.Verder, en tegen de klok in, was Ben de barman rood bespat en lijkbleek reflexmatig naar zijn telefoon aan het zoeken. Zijn werkblad, het afwaswater, de glazen, de flessen op het rek achter hem, de Lenco’s, het mengpaneel, alles was bezoedeld met Didier’s bloed en weefsel. Naast de toog, tegen de muur was een uitgeknipt silhouet van een kerel die nu op zijn knieën gevallen was. Nu hij zich losgemaakt had van de muur zag je haarscherp waar hij gestaan had. Yeah I been high and I been lowAnd I don't know where to goI'm living on the never never neverThis time it's gonna be forever Verder aan een tafel was iemand halverwege het binnengieten van zijn bier, halverwege met die handeling gestopt. De man naast hem was nog rustig aan het slapen, om waarschijnlijk straks in een real-life nachtmerrie te ontwaken. Tot aan de voordeur reikten de spatten, de raam ernaast, de Sanseveria's, de spiegels aan de rechtse muur. Geen plekje in de Bal Marginal was nog maagdelijk, gespaard van bloed. I'll live and die don't ask me whyI want to go to paradiseAnd I don't need your sympathyThere's nothing in this world for me De licht aangeschoten vrouwen waren gestold in hun toch al niet zo levendig dansje. En dan kwam er die verschrikkelijke stank vrij ; de geur van bloed en ingewanden heeft een metalige ondertoon. De geruststellende zure bierwalm was nergens meer te bespeuren. Rechts naast me zat het onderste gedeelte van Didier, zowat vanaf de middel, na te lillen op de barkruk. Ben had puur instinctief de telefoon gegrepen en het alarmnummer ingedrukt. Hij probeerde echter tevergeefs te formuleren wat er zich even tevoren had afgespeeld. De meeste cafébezoekers, zij die nog op de been waren, ontwaakten uit hun verdoving en stormden gillend en vloekend naar buiten. Ik proefde het lauwe bloed op mijn lippen. De smeerlap was er goed in geslaagd mijn nacht te verbrodden. Ik stap even later het café uit, de frisse Antwerpse nacht in. Voorzichtig fluitende vogels, Politie- en ambulancesirenes achter mij in de verte.Ik open de deur van mijn flat, neem toch nog maar een douche en laat me daarna gewillig in de wurggreep van Morpheus vallen.

The Musicbar-Dude
7 0