de vuist
mensen zijn in elkaarvloeiende daders en slachtoffers gebracht als gemeenplaatsen waar wij komenen gaanderijen waarin wij ons vergapengeeuwen verveeld vervelde veldslagen leverendafwegende kotsende en batenvan ons bestaanwant wij zijn er nueenmaal en niet meer;
het is al aanstellerij hoorbaar doofmakende praters hoorspel der homo slechts eenbeetje sapiens hoorniet te diepzinnig hoorwant wij beogen bovenaards te zijn zonder eigenwaan maar ach oei waanbeeldenmakers der plastiek zijn wijmensen hand in hand wijzen? haha! neen! wijwijzen elkaar met de vingertastbaar zichtbaar hoorbaarzoekende zielen der elkaarvertrappelende mensenkinderenin situ sanering faalt jammerlijk
want het is te laat
nu, ja, nu!
daar sta je danja, dáár vooraanmoet je staanmet je gezichtjenaar vorennaast het bordje
'tweevuistersbond'
deze unieke mensenvuisttreft deze zelfde mensrecht in haar ontwikkelingals je haar zo noemen wilt
omwikkeling klinkt gepastervoor ons, het mens oftewel het mensdom,hoe toevallig het woordje 'dom'er komt ingeslopen
wij, de genetische big shotswij, de hotemoten der evolutiebedwingen dit unieke wapenmoeizaam moeiteloosballen wij onze vuistenin woede in verdrietwij nemen elkaaren elkaars bloedal vuistendslagen wij er blijvend inom elkaar murw te slaan
zo, gewoontjes,
van mens tot mens
ik word er kwaad van en bal mijn vuisten
is dát niet solidair, mevrouw, meneer?