Zoeken

Een nieuwe koning

Mensen, ik heb iets meegemaakt. Iets uitzonderlijk. Als het iets normaals was, zou ik het niet op een podium vertellen, maar op het toilet terwijl ik wacht tot er iemand klaar met zijn grote boodschap is.   Mensen, ik kwam een raar figuur tegen. Dichtbij de statie. Hij riep naar het noorden, zuiden, oosten en westen. Ik kon niet nalaten hem een half oor te schenken. Hij zag dat oor en nam mijn hoofd. De man keek mij recht in de ogen en zonder enige introductie begon hij zijn relaas.   “Beste mens, waarde landgenoot. Tis tijd. Om even te babbelen. Over onze democratie, en hoe het daarmee gaat. Het wordt geen gezellige babbel. Tot spijt van wie het benijdt. Het was een leuk idee, versta me niet verkeerd, maar de uitwerking loopt mank. We blijven achter met een pad vol blutsen en gaten. Daar strompelen we doorheen met een knoert van een kater. Het volk beslist, dat zeker, het volk beslist zeker, maar het is eerder de beslissing van een kleuter om snoepgoed als gezond eten te beschouwen. Is het niet waar wat ik zeg? De ene verkiezing draait nog slechter uit dan de andere. Net als je denkt: het kan niet erger, wordt het nog erger. Zinken we nog dieper. En het resultaat? Regeringen vallen uiteen, leugens eindigen in doortraande persconferenties. “Ik moet hier ontslag nemen.” Is het niet waar? Een democratisch verkozen politicus met het zelfmedelijden van een Zonnekoning. Ik kan nog een eeuw doorgaan, mijn opsomming eeuwig updatend met de laatste onzin die passeert.   Om al dat gedoe, hé, daarom zeg ik: het is goed geweest. Het was leuk, maar het is genoeg geweest. België kan het niet meer aan. Natuurlijk niet. Waarom verschiet u daarvan? Het was al vanaf de start doorgestoken kaart. Vanaf de dag dat mijn voorvader, Karel August Eugène Napoleon de Beauharnais, zijn rechtmatige Belgische troon niet kreeg door de leugenachtige en valse stemming georkestreerd door die vuile Leopold I. Toen zat het al scheef. Mijn voorvader werd bestolen door die eerste Leopold. Was het maar bij 1 Leopold gebleven! Is het niet waar wat ik zeg? Zijn afstammelingen bleken nog armzaliger te zijn.   Net na het kronen van Leopold I bleek al wat een knoert van een vergissing zich daar had voltrokken. De kroon (van smaragden en schijn) zat amper op de inferieure krans van Leo, of daar stonden de Nederlanders al om deze nieuwe staat te betwisten. Je kan het hen moeilijk kwalijk nemen, met zo’n uil van een ‘heerser’. Een heerser die naam waardig is Leotje nooit geweest. Hij en zijn troepen werden overrompeld door de Nederlandse troepen. Engeland en Frankrijk hadden amper hun rug gekeerd, of ze moesten Leotje al uit de penarie redden. Om al dat gedoe, hé, daarom zeg ik: we moeten de historische fout corrigeren en de erfgenaam van Karel August Eugène Napoleon de Beauharnais zijn rechtmatige troon toewijzen. Ter uwer info: dat ben ik.   Meneer, ik zie dat u zich amper kunt bedwingen. U kwijlt al bij het binnenhouden van de woorden: “tis weer een witte heerser”. (Zo sprak hij recht in mijn irissen met speeksel spuwend op mijn oogwallen.) Ik zal u eens iets zeggen. U bent mis! Mijn voorvaderen had allen (en letterlijk allen) kinderen met hun Congolese huisbedienden. Thomas Jefferson-gewijs. Dat maakt van mij helemaal geen witte heerser. En als daar ook al iets verkeerds aan mocht zijn, dan hoor ik het graag. Uw commentaar kan u richten aan Geert Bourgeois, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel.   De jeugd wil mij. Zij verkiezen een sterke leider boven democratie. Wat zullen hun ogen pronken bij het zien van niet enkel een sterke leider als ik, maar zowaar een sterke leider met steeds een sterk glas vol sterke drank! Ik hoor het u al mompelen. Allemaal goed en wel, maar waarom jij?  Tegen die twijfelaars die zoiets nooit in mijn gezicht zouden durven zeggen (en durf dat op dit eigenste moment niet te doen), zeg ik “Waarom niet ik?” Ik durf het in uw gezicht zeggen, maar u hebt daar de ballen niet voor. En tegen diegenen die zeggen: “Je kan het niet in je gezicht zeggen, omdat je bij de minste kritiek als een Olympisch renner wegloopt.” Daar zeg ik tegen: “Ik ren weg omdat ik aan mijn conditie werk. Met je kritiek heeft dat niet te maken. Het is louter toeval. Ik werk aan mijn conditie. De toekomst vraagt dat van mij.”   Mag ik jullie er ook aan herinneren dat ons koningschap niet familiaal hoeft te zijn? Jazeker. Wij kijken naar Filip als een koning uit vergane tijden. Maar onze koning regeert niet bij gratie Gods. Het is geen vanzelfsprekende opvolging van ouder op kind. Wij zijn geen Britten. De Koning der Belgen is koning bij gratie van zijn landgenoten. Hebt U daar gratie voor? Keurt U dat goed? Die gratie is zijn houdbaarheidsdatum al lang gepasseerd. Er zit schimmel op. De landgenoten moeten een nieuwe koning gratie verlenen. En daarom zeg ik: Waarom niet ik?   De Civiele Lijst. Nog zoiets. In deze tijden waarin armoede welig tiert, worden de onkosten van de koning gedekt. Gedekt, zomaar. Als koning beloof ik U dat ik zal leven als een bedelaar voor een supermarkt. Ik slaap op straat, ik eet wat er nog rest in de vuilstraatjes op de laatste dag van de maand. Geen cent betaalt het volk aan mij.   Wat ik wel zal doen als Koning is veroordelen en gratie verlenen. En of ik die rol met verve zal vervullen. Ik begin er meteen aan.   Wie wordt veroordeeld? Joke Schauvliege, die als een strontvlieg maar rond onze hoofden blijft cirkelen, zoemend in de microfoon. Met mij als koning der Belgen veroordeel ik Joke tot een bestaan als strontvlieg. Haar tijd op deze aardbol wordt beperkt tot 1 dag stront opkuisen in een manège. Daarna moet ze vertrekken en verrekken. Voorgoed.   Wie krijgt gratie? Wel, vanuit de goedheid van mijn hart en ziel, met alle liefde verwoord, schenk ik de gratie aan NIEMAND! Zorg ervoor dat ik je niet veroordeel, want dat is alles wat ik doe. Gratie is voor in historische romans.   Mijn credo aan het Belgische volk is dus: Leef volgens het goede, of anders zwaait er wat! Als die freakshow Filip I dit alles betwist, nodig ik hem graag uit om dit met mij uit te vechten in een duel. Zaterdag om 10u30 voor de HUBO op de Dambruggestraat. Het duel zal uitgevochten worden in sumo-stijl met fatsuits.   Dank mij. Dank mij. Dank mij.   Gegroet!"   Hij marcheerde van mij weg, steeds oogcontact houdend. Plotsklaps keerde hij zich 90 graden en marcheerde voorwaarts. Hij sprak een oude vrouw met een wandelstok aan en zei: “Beste mens, waarde landgenoot. Tis tijd. Om even te babbelen.””   Ik kocht een smos in de Panos, dronk een cola en ging verder de dag tegemoet. Tot spijt van wie het benijdt.

Jeroen Meylemans
0 0

Deel 1, toneelstuk

  Roos: *op de bank met koptelefoon op muziek aan het luisteren*  Moeder: Roos, Roos, Hallo!  Moeder: *Zucht*  Moeder: *tikt roos aan*  Roos:  mm *kijkt om* wat is er?  Moeder:  we hadden er gisteren over of Bella bij ons kon komen wonen.  Roos: ja *opgewekt gaat zitten*  Roos: en. . mag ze hier komen wonen ?  Moeder: euhmm *word een beetje zenuwachtig*  Roos: mam mag het of niet?  Moeder:  ja het is al geregeld bijna alles *word weer zenuwachtig kijk naar de grond*  Roos: wat moet er dan nog meer geregeld worden mam?  Moeder: *zucht* we moeten wachten tot dat we toestemming hebben van bijde ouders.  Roos: *zucht* dat gaat nog lang duren  Moeder: nee hoor, van haar vader heb ik al toestemming.  Moeder: alleen van haar moeder nog niet.  Moeder: tot die tijd kan ze gewoon logeren, en als we toestemming hebben  Roos: dan??  Moeder laat me nou even uitpraten skat.  Moeder: als we toestemming hebben ook van haar moeder, kan ze hier wonen.  Moeder: maar . .  Roos: maar wat ?  Moeder: Bella moet wel een bijbaantje zoeken,   Moeder: ik heb het er al over gehad  Roos: met haar ?  Moeder jaha logisch.  Roos: *beetje boos draait zich om*  Moeder: nou niet boos doen  *er word aan gebeld*  Moeder: ik doe wel open  Roos: oke  *weer word er aangebeld*  Moeder: ik kom al!  Moeder: *doet deur open kijkt verbaasd  Moeder Bella: uhmm kom ik gelegen ?  Moeder: ja hoor, kom gerust binen, u bent van harte welkom.  Moeder Bella: * frunnikt aan haar jas.  Moeder: Roos!  Roos: jahh ?  Moeder: kijk eens wie hier is  Roos: *verbaasd rolt met haar ogen.  Roos: oke? En nu. .  Moeder Bella: ik wil mijn handtekening zetten,  Moeder Bella: t’ spijt me dat ik niet voor mijn eigen kind kan zorgen *staart verdrietig voor zich uit.  Moeder: *zenuwachtig geefd ze een kort knikje.  Roos: *loopt de trap op en gaat naar haar kamer.                                                                                                           Vervolg

Lisa
6 0

Black-out

     BLACK–OUT                                                                                       Anton Segers       Personen: Alexander De Man Zijn echtgenote Helena Zijn dochter Sophie De partijvoorzitter (man of vrouw) De secretaresse   2 mannen, 3 vrouwen of 1 man, 4 vrouwen     Locaties: Een ziekenhuiskamer De woonkamer van de familie De Man   Proloog       (een ziekenhuiskamer: een man van middelbare leeftijd ligt, de ogen toe, onbeweeglijk in een bed, een vrouw zit er naast, ongerust wachtend; ze staat op en herschikt zijn beddengoed, dan fluistert ze zijn naam in zijn oor, kijkt hoopvol of hij reageert, maar tevergeefs, dan verlaat ze de kamer;  de man wordt wakker, als uit een diepe slaap, hij komt moeizaam rechtop, bekijkt niet begrijpend zijn omgeving; zij komt de kamer binnen, gaat zonder hem te bekijken weer zitten)                                      ALEXANDER Hallo.                                      HELENA (schrikt) … Nee! (zielsblij) Je bent terug!                                      ALEXANDER Ben ik terug? Was ik weg?                                       HELENA Je was bewusteloos.                                      ALEXANDER Wie, ik?                                      HELENA In coma.                                      ALEXANDER Niet te geloven.                                      HELENA Ik was ongerust. Ik moest geduld hebben, zei de dokter, maar het bleef maar duren. Gaat het? Heb je pijn?                                      ALEXANDER Ja. Nee.                                       HELENA Ja, nee?                                      ALEXANDER Ja, het gaat – nee, ik heb geen pijn. Hoe lang lig ik hier al?                                       HELENA Vijf dagen.                                      ALEXANDER Vijf dagen – niet te geloven. Wat is er gebeurd?                                       HELENA Een ongeval met je auto. Tegen een boom. Je bent gewond aan je hoofd. Voor de rest valt het mee, zei de dokter.                                      ALEXANDER Niet te geloven.                                      HELENA Ik was hier, de hele tijd, ik heb over je gewaakt. Vijf lange dagen.                                      ALEXANDER … Vriendelijk bedankt.                                      HELENA (verbaasd) Graag gedaan. Ik haal de verpleegster, ik haal de dokter. En dan bel ik iedereen op met het goede nieuws, het fantastische nieuws! Ik ben direct terug. (ze loopt naar de deur)                                       ALEXANDER Ho, wacht!                                      HELENA Ja?                                      ALEXANDER U kent mij, dat zie ik, maar het spijt me, ik ken u niet.                                       HELENA (perplex) Wat?                                      ALEXANDER Ik heb geen idee. Wie bent u?                                      HELENA … Ik ben het, Helena!                                      ALEXANDER Helena?                                      HELENA Je vrouw.                                      ALEXANDER (ongelovig lacherig) Mijn… vrouw?!                                      HELENA Wij zijn twintig jaar getrouwd.                                       ALEXANDER Aangenaam – proficiat! (steekt zijn hand uit, beseft hoe raar dit is, trekt ze terug) Niet te geloven: wij zijn twintig jaar getrouwd, en ik weet van niks?                                        HELENA Dat komt door je ongeval. Dat komt vaak voor, zei de dokter. Je hebt een black-out.                                        ALEXANDER Een black-out?                                       HELENA Dat gaat over, zei de dokter.                                        ALEXANDER Dat gaat over?                                       HELENA Dat gaat over. Je bent niet alleen getrouwd, je bent ook vader. Dat weet je toch?                                       ALEXANDER Vader? Ik heb een kind?                                       HELENA Ja.                                      ALEXANDER Niet te geloven! Mag ik raden? Een zoon?                                       HELENA Bijna juist. Je hebt een dochter, ze heet Sophie.                                       ALEXANDER Een dochter: Sophie!                                      HELENA Je weet toch nog iets?                                       ALEXANDER Wat valt er nog te weten?                                      HELENA Je beroep.                                       ALEXANDER Mijn beroep? (denkt na, tevergeefs) Geen idee. Black-out. Mag ik raden?                                      HELENA Het is een speciaal beroep. Er zijn er niet veel van.                                      ALEXANDER Een speciaal beroep? Ik ben… schaapsherder?                                      HELENA (lacht mee) Nee.                                      ALEXANDER Of… vuurtorenwachter?                                      HELENA (lacht mee) Nee.                                      ALEXANDER Ik ben circusdirecteur!                                      HELENA Je komt in de buurt. Je zit in de politiek. Jij bent… de premier.                                      ALEXANDER Je bedoelt… de premier? De eerste minister?                                      HELENA Ja, dat ben jij.                                      ALEXANDER (kan niet meer stoppen met grinniken) Je meent het?                                       HELENA Ik meen het, absoluut.                                       ALEXANDER Niet te geloven! Dat is gewoon niet…                                      HELENA (kan er niet meer mee lachen) … ‘niet te geloven’ ja – dat weten we nu wel! Ik haal de verpleegster, ik haal de dokter, zo snel mogelijk! (holt af)                                      ALEXANDER (lachend) Ik heb een vrouw: Helena!   Ik heb een dochter: Sophie! En ik ben de premier: … (het lachen valt stil) Hoe heet ik? Wie ben ik? (denkt na, tevergeefs) Geen idee. Black-out. (kijkt in shock voor zich uit) Niet te geloven…   (donkerslag)     Scène 1       (de dochter ligt languit in de sofa, beluistert met de ogen toe haar muziek op haar koptelefoon, genietend; plots komt haar moeder nerveus op)                                      HELENA Engeltje! Het is zover: papa komt eindelijk thuis! (merkt dat de dochter het niet gehoord heeft, ze trekt haar de koptelefoon van het hoofd) Engeltje!                                      SOPHIE Ma! Wat is er?                                      HELENA Het is zover: papa komt eindelijk thuis!                                      SOPHIE (ijskoud) Joepie.                                      HELENA De voorzitter heeft gebeld: ze zijn onderweg van het ziekenhuis!                                      SOPHIE Halleluja.                                      HELENA Ik begrijp dat je papa niet wou bezoeken. Ik weet: het is niet simpel.                                      SOPHIE Het is niet simpel: hij herkent zijn eigen vrouw niet, en van een dochter heeft hij nog nooit gehoord. Niet dat dat zo een verschil uitmaakt tegen vroeger…                                      HELENA Dat gaat over. Zijn geheugen komt terug. We moeten ons best doen om hem te helpen, ook jij.                                      SOPHIE Nee, ma…                                      HELENA Ja, ma!   (plots staat de partijvoorzitter in de kamer, glad, glimmend, een ijzige glimlach)                                      PARTIJVOORZITTER Nee, ma!                                      HELENA (geschrokken door zijn plotse verschijning) ‘Nee, ma?’                                      PARTIJVOORZITTER We moeten ons best niet doen. Ik zou zelfs meer zeggen: we mogen ons best niet doen.                                                      SOPHIE Dat klinkt al beter.                                      HELENA En waarom niet, voorzitter?                                      PARTIJVOORZITTER We moeten met hem omgaan op exact dezelfde manier als altijd, zegt de dokter. Alsof er niets gebeurd is.                                      HELENA Niets gebeurd? Hij herkent zijn eigen vrouw niet, en van een dochter heeft hij nog nooit gehoord.                                      PARTIJVOORZITTER Ik leef met u mee: u hebt uw dierbare echtgenoot nodig – jij je dierbare papa.                                      SOPHIE Niet overdrijven, hé.                                      PARTIJVOORZITTER Sta mij toe – een persoonlijke noot: ook ik heb hem nodig.                                      HELENA U bedoelt: de partij heeft hem nodig?                                      PARTIJVOORZITTER Het hele land heeft zijn premier nodig, in het volste bezit van zijn denkvermogen, zijn briljante geest. Met vereende krachten moét het lukken, wij brengen hem terug. Om ons door de crisis te leiden naar...                                         HELENA … ‘het licht aan het eind van de tunnel’ – dat kennen we. Stop maar, hier zijn geen camera’s.                                      PARTIJVOORZITTER (lacht zuur) Grapje. Er is maar één remedie met hoop op succes, zegt de dokter: het volgen van de routine, het stipt uitvoeren van zijn dagelijkse handelingen, zijn jarenlange gewoontes. Alleen dit stimuleert dat zijn geheugen terugkeert.                                      HELENA U bedoelt: gewoon verder leven zoals we dat deden voor het ongeval?                                      PARTIJVOORZITTER Correct. Het leven zoals het was. De goeie oude tijd.                                      SOPHIE Joepie.                                      HELENA Halleluja.                                      PARTIJVOORZITTER (krijgt een bericht binnen, leest het) Ze zijn er. Hij komt alleen naar binnen, zoals altijd. Klaar? U weet wat u moet doen?                                      HELENA Het leven zoals het was? Dat moet lukken. Daar heb ik jaren ervaring in.                                      PARTIJVOORZITTER Pas op: de pers weet nog niets van zijn geheugenverlies. Dat willen we zo houden, ja? Als ze daar achter komen, heeft dat zware gevolgen voor zijn carrière.                                      HELENA U bedoelt: ‘voor de partij’?                                      PARTIJVOORZITTER (ziet de premier in de gang) Meneer de premier! (krijgt geen reactie) Ja, ik heb het tegen u! Deze kant uit!   (de premier steekt aarzelend zijn hoofd binnen)                                      HELENA Daar is hij! Goed dat je eindelijk weer thuis bent! Ik hoop uit het diepst van mijn hart dat jij je hier snel weer thuis voelt! Welkom, welkom!                                      ALEXANDER (weet totaal niet wat zeggen) Euh… vriendelijk bedankt, mevrouw.   (een ongemakkelijke stilte)                                      PARTIJVOORZITTER (neemt Helena even apart) Mevrouw, doet u altijd zo als uw man 's avonds thuis komt?                                      SOPHIE Ik dacht van niet.                                      PARTIJVOORZITTER Wat is dan wel de gewoonte?                                      SOPHIE Hij komt binnen, hij pakt een whisky, hij drinkt.                                      PARTIJVOORZITTER En wat hadden wij afgesproken, mevrouw?                                      HELENA Doen wat we altijd doen.                                      PARTIJVOORZITTER Correct. Of wilt u hem nog meer in de war brengen? We beginnen gewoon opnieuw. Alexander! (die reageert niet) Dat bent u!                                      ALEXANDER Dat ben ik!                                      PARTIJVOORZITTER Doe maar gewoon wat u altijd doet. Tijd voor uw whisky!                                      ALEXANDER Ik? Ik lust geen whisky.                                      PARTIJVOORZITTER U lust geen whisky? (algemene verbazing) Grapje. Doe maar of u thuis bent. Ik laat u in de vertrouwde handen van uw dierbare echtgenote.                                      HELENA Dat ben ik!                                       ALEXANDER Dat ben jij!                                      HELENA En dat is je dochter: Sophie!                                      ALEXANDER (bekijkt haar verbaasd)  Mijn dochter? Zo groot al? Niet te geloven!                                      SOPHIE Joepie.                                      ALEXANDER (schudt haar blij de hand) Aangename kennismaking, ik ben je vader!                                      SOPHIE Halleluja. (trekt haar hand los, zet haar koptelefoon op)                                      HELENA Engeltje…   (tevergeefs: Sophie legt zich neer, luistert weer naar muziek, een ongemakkelijke stilte)                                      PARTIJVOORZITTER … Gezellig! Ik haal de secretaresse en ik kom terug, als dat niet stoort.                                      HELENA Hoe zou u in godsnaam kunnen storen?                                      PARTIJVOORZITTER Grapje. (raakt bemoedigend Alexanders schouder aan) Meneer de premier, het komt goed! Tot zo! (gaat af)                                      ALEXANDER (staat er wat verloren bij) … Gezellig.                                      HELENA We moeten doen wat we altijd doen: ik maak het eten, jij drinkt je whisky. (gaat naar de keuken)                                      ALEXANDER Ho wacht, ik… (ziet dat Helena af is, roept haar luid na) Ik lust geen whisky!                                      SOPHIE Dat heb je al gezegd.                                      ALEXANDER (bekijkt zijn dochter, stralend van trots) Mijn dochter..! Ik heb dat gemaakt – niet te geloven!                                      SOPHIE (ziet dat hij haar aanstaart, doet geïrriteerd haar koptelefoon af) Blijf je daar nog lang staan?                                      ALEXANDER Geen idee. Waarom?                                      SOPHIE Waarom? Je kijkt raar naar mij… Ik word daar ongemakkelijk van.                                      ALEXANDER Waarom?                                      SOPHIE Waarom? Ik ben geen toeristische attractie. Doe normaal, kijk naar iets anders.                                      ALEXANDER (onwennig lacherig, almaar meer) Waarom?                                      SOPHIE Waarom? Je hebt nooit naar mij gekeken, nooit! En je moet doen wat je altijd doet.                                      ALEXANDER Waarom?                                      SOPHIE (jaagt zich in hem op) Omdat we het zo al jaren doen: jij doet jouw ding, ik het mijne.                                      ALEXANDER Waarom?                                      SOPHIE Waarom? Jij bent daarmee begonnen, jij wou dat zo!                                      ALEXANDER Waarom?                                      SOPHIE 'Waarom? Waarom?' – Ben jij mijn pa of ben jij een klein kind? Laat mij gerust! Ik laat je toch ook gerust!                                      ALEXANDER Waarom?                                      SOPHIE Ik laat je gerust omdat jij wil dat ik je gerust laat.                                      ALEXANDER Waarom?                                      SOPHIE  ‘Waarom?’ Dààrom!                                      ALEXANDER ‘Dààrom?’ Wààrom?   (Sophie brult van frustratie, stormt af, slaat met de deur)                                      ALEXANDER Niet te geloven.                                      HELENA (staat in het deurgat, applaudisseert sarcastisch)  Bravo! Dat begint er al op te lijken.                                      ALEXANDER Waarop?                                      HELENA Het leven zoals het was, de goeie oude tijd. Huiselijke vrede , harmonie!                                      ALEXANDER Wat doe ik dan verkeerd?                                        HELENA Je doet anders dan anders. Je brengt haar in verwarring.                                      ALEXANDER Ik? Zij brengt mij in verwarring. Alles brengt mij in verwarring…                                      HELENA Dat geloof ik best. Je wil je geheugen terug?   ALEXANDER Ik wil niks liever: vaste grond onder mijn voeten.                                      HELENA Doen wat je altijd doet, zegt de dokter.                                      ALEXANDER En wat is dat dan?                                      HELENA Ga naar je bureau, de voorzitter heeft je werk gegeven. Werken, dat is wat jij doet.                                      ALEXANDER Toch niet altijd?                                      HELENA Altijd: àlle avonden, àlle weekends, àlle vakanties.                                      ALEXANDER Niet te geloven. En wat doet u dan alle avonden, weekends, vakanties?                                      HELENA We zijn twintig jaar getrouwd, laat die ‘u’ maar vallen.                                      ALEXANDER Wat doe jij dan?                                      HELENA Ik laat je gerust. Alle avonden, weekends, vakanties.                                      ALEXANDER Waarom?                                      HELENA Begin je weer opnieuw? Zoals Sophie al zei: ik laat je gerust omdat jij wil dat ik je gerust laat.                                      ALEXANDER Ik heb je dat gevraagd?                                      HELENA Meer dan eens.                                      ALEXANDER En wat vind jij daarvan?                                      HELENA Jij wil weten wat ik daarvan vind?                                      ALEXANDER Ik weet niks, ik wil alles weten.                                      HELENA Al die jaren zonder mij iéts te vragen, en nu wil je ineens àlles weten? Ben jij op je kop gevallen?                                      ALEXANDER Dat is het probleem juist.                                      HELENA Sorry.                                      ALEXANDER Dat ligt niet aan jou, dat ligt aan die boom. Ik ken je niet, Helena, ik wil je leren kennen.                                      HELENA Dat is wel een beetje laat. Na twintig jaar huwelijk. Ik ken mezelf niet eens meer.                                      ALEXANDER Jij ook al niet? Griezelig, vind je niet, jezelf niet meer kennen?                                      HELENA Griezelig.                                      ALEXANDER Maar jij kent mij tenminste. Je staat verder dan ik. Vertel: hoe was ik? Als mens, als man?                                      HELENA 'Als màn' nog wel?! Dààr weet ik niks meer van, dàt is veel te lang geleden.                                      ALEXANDER … Ik wist niet dat het zo erg was. Het spijt me.                                      HELENA Het is niet simpel. Laat het zoals het is, doe wat je altijd doet.                                      ALEXANDER Ik kan niet doen wat ik altijd doe als ik niet weet wat ik altijd doe. Hoe is het getrouwd te zijn met mij?                                      HELENA Wil je dat echt weten? Goed. Ik zal het je laten zien.                                      ALEXANDER Dank je.                                      HELENA Ik speel het je voor. Kijk naar mij: ik ben jou.                                      ALEXANDER Jij bent mij?                                      HELENA Ja. En jij bent mij.                                      ALEXANDER Jij bent Alexander, ik ben Helena. Oké.                                      HELENA We spelen. Ik ben de man. (spreekt en beweegt als een man, kortaf) Ik kom thuis, ik neem een whisky. (schenkt zich een whisky uit)                                      ALEXANDER Ik ben de vrouw. (spreekt en beweegt als een vrouw, lief) Alexander, hoe was je dag vandaag, goed?                                      HELENA (houdt haar hand afwerend op) Moment! Dit is belangrijk: even drinken. Ik heb dorst. (drinkt de whisky in één teug op, trekt grote ogen door het effect van de alcohol) Whisky: hoe lekker is dat niet!                                      ALEXANDER (incasseert) Ja, Alexander. (herneemt lief) Dan neem ik ook een aperitiefje – gezellig! (schenkt zich ook een whisky uit) Alexander, hoe was je dag vandaag…                                      HELENA (houdt haar hand op) Moment! Ik zou doodgraag bijkletsen, maar dit is belangrijk: even lezen… (leest een mail op de telefoon)                                      ALEXANDER (incasseert) Ja, Alexander. Prima.                                      HELENA Prima.                                      ALEXANDER (herneemt lief)  Alexander, hoe was je dag…                                      HELENA (houdt haar hand op) Moment! Dit is belangrijk: even antwoorden… (tikt een bericht in op de telefoon)                                      ALEXANDER (incasseert) Ja, Alexander. Prima.                                      HELENA Prima.                                      ALEXANDER (herneemt, stilaan geforceerd) Alexander, hoe was…                                      HELENA (houdt haar hand op) Moment! Mag ik? Jij lust toch geen whisky. (ze neemt zijn whisky af en drinkt hem in één teug op, trekt heel grote ogen door het effect van de alcohol)                                      ALEXANDER (incasseert) Nee, Alexander. Prima. Je hebt grote dorst. (met de moed der wanhoop)  Alexander, hoe…                                      HELENA (houdt haar hand op) Moment! Ik heb grote dorst, maar ik heb ook grote honger. Of krijgt de premier geen eten vanavond? (klapt luid in de handen, vlak bij Alexanders oren) Hop, hop! Je moest al bezig zijn!                                      ALEXANDER (geschrokken) Ja Alexander, prima, ik ga naar de keuken, ik zal dan..                                      HELENA (houdt haar hand op) Moment! Dit is belangrijk: even bellen… (legt een vinger op de lippen om hem te doen zwijgen, praat in de hoorn, charmant) Hallo collega! Hoe was je dag vandaag, goed? Nee, je stoort niet: ik was niks aan het doen, niks belangrijks. Goed dat we kunnen bijkletsen...                                      ALEXANDER (hij stapt uit zijn rol) Ho! Stop!                                      HELENA (zij ook)  Ja, Alexander?                                      ALEXANDER Nu overdreef je toch een beetje, nee?                                      HELENA Nee, Alexander. (heeft nog last van de alcohol)  Alleen met de whisky. Ik ben dat niet gewoon.                                      ALEXANDER Zo ben ik toch niet?                                      HELENA Zo ben jij.                                      ALEXANDER Op een slechte dag?                                      HELENA Op een goeie dag.                                      ALEXANDER Niet te geloven. Waarom doe ik zo?                                      HELENA Dat vraag ik mij al twintig jaar af. Als ik daar een antwoord op had…   (plots staat de partijvoorzitter in de kamer)                                       PARTIJVOORZITTER Ik heb daar een antwoord op!                                      HELENA (geschrokken door zijn plotse verschijning) Voorzitter: er hangt een bel naast de deur.                                      PARTIJVOORZITTER Grapje. De premier staat onder enorme druk. De media, de verantwoordelijkheid, altijd moeten presteren. Dat stopt nooit, ook thuis niet: ook nu weer wacht het werk. (tot Helena) Dank u, wij nemen het wel van u over. En, meneer de premier? Komt er stilaan al iets terug?                                      ALEXANDER Ik ben bang van niet.                                      PARTIJVOORZITTER Dat komt wel.                                      HELENA (afgaand) Hou het kort, we moeten nog eten. De routine, weet u wel. (intussen komt de secretaresse op)                                       PARTIJVOORZITTER (wijst haar aan) En wie hebben we hier?                                      ALEXANDER (staart haar niet herkennend aan) Geen idee.                                      SECRETARESSE Jackie! Je secretaresse! Tien jaar trouwe dienst!                                      ALEXANDER (hij schudt haar formeel de hand) Aangenaam, proficiat!                                      SECRETARESSE Mijn gezicht zegt je niks?                                      ALEXANDER Niet op het eerste gezicht. Zou dat moeten?                                      SECRETARESSE Dat zou wel mogen.                                      PARTIJVOORZITTER Trek het je niet aan. We zijn hier om te helpen. Ik had je huiswerk gegeven, om je bij te werken.                                      ALEXANDER Huiswerk? Oeps, vergeten! Wat wil je: black-out!                                      PARTIJVOORZITTER Grapje. We geven je een snelcursus, om je politieke kennis op te frissen. Zaken die je als premier absoluut moét weten.                                                SECRETARESSE We moeten van nul herbeginnen…                                      PARTIJVOORZITTER …en we hebben weinig tijd…                                      SECRETARESSE …dus let goed op, Alexander!                                      PARTIJVOORZITTER Dit is basiskennis: wat zijn de doelstellingen van onze partij?                                       ALEXANDER Geen idee. Ik ben niet zo geïnteresseerd in politiek.                                                SECRETARESSE Zie je het al staan in de media? ‘Premier niet geïnteresseerd in politiek.’                                      PARTIJVOORZITTER Dat komt wel terug. Probeer je te herinneren: wat streven wij na?                                                ALEXANDER Mag ik raden? ... Een gezonde leefomgeving?                                                PARTIJVOORZITTER Een gezonde leefomgeving? Ben jij soms een groene geworden door die klap tegen die boom?                                                ALEXANDER Oké. Wat dan? … Werk voor iedereen?                                                PARTIJVOORZITTER Ben je er nu mee aan het lachen? Zijn wij communisten of wat? Het is simpel, maar noodzakelijk: wat moét gebeuren is… (wijst de secretaresse aan) Jackie..!                                      SECRETARESSE ‘Besparen en belasten!’                                                ALEXANDER Belasten? Zijn wij daar niet tegen?                                       PARTIJVOORZITTER Absoluut niet! (wijst de secretaresse aan) Jackie..!                                      SECRETARESSE  ‘Besparen en belasten, omdat de vorige regeringen onze centen verbrasten.’                                       PARTIJVOORZITTER Dat zijn jouw woorden. Al wat ik je nu leer, heb ik zelf van de beste geleerd.                                       ALEXANDER Als ik het zelf gezegd heb. Oké dan. ‘Besparen en belasten.’                                       PARTIJVOORZITTER Correct. Niet vergeten! Dit is basiskennis: wat zijn de officiële streefdoelen in het partijprogramma?                                                ALEXANDER (triomfantelijk) ‘ Besparen en belasten!’                                                PARTIJVOORZITTER Ben je gek geworden? Dat zet je toch niet in het partijprogramma! Hoe kun je dan stemmen winnen, kiezers aan onze kant krijgen? In ons partijprogramma zetten we mooie, sowieso onhaalbare streefdoelen, zoals… (kijkt de premier hoopvol aan, die haalt de schouders op, dan wijst hij de secretaresse aan) Jackie..!                                       SECRETARESSE ‘Een gezonde leefomgeving! Werk voor iedereen!’                                                PARTIJVOORZITTER Correct! Nu zijn we er! Ben je mee?                                      ALEXANDER Ik ben mee. Ik ben alleen niet zeker of dat wel iets voor mij is, politiek.                                                SECRETARESSE Zie je het al staan in de media?                                                PARTIJVOORZITTER Je hebt het twintig jaar gedaan. Dit is niet het moment voor twijfels. De verkiezingen staan voor de deur, de opiniepeilingen zijn een ramp.                                       SECRETARESSE Jij bent de enige van de partij die nog stemmen trekt, véél stemmen.                                        ALEXANDER Niet te geloven. Hier thuis ben ik niet zo populair.                                       SECRETARESSE De mensen vinden je niet sympathiek, ze kijken naar je op, je bent de sterke man.                                        ALEXANDER Ik? De sterke man?!                                        PARTIJVOORZITTER Dat was je. Dat moet je terug worden. De partij kan niet zonder je. Jij moét snel weer in de politiek.                                      ALEXANDER Hoe kan ik weer in de politiek als ik niet meer weet wat mijn ideeën zijn?                                      PARTIJVOORZITTER Wees gerust, in de politiek valt dat niet op. Je moet dringend weer je eigen stem laten horen!                                      ALEXANDER Hoe kan ik mijn eigen stem laten horen als ik mijn eigen stem kwijt ben?                                       PARTIJVOORZITTER Het gaat nu om de stem van de kiezer. Die is belangrijker dan jouw stem. De partij staat onder grote druk: het gaat al rond dat jij definitief buiten strijd bent, dat wij stuurloos zijn zonder onze kapitein.                                        SECRETARESSE Je moet zo vlug mogelijk weer de oude worden.                                      PARTIJVOORZITTER Jij gaat op TV, jij geeft een toespraak, je laat zien dat je sterk staat. (raakt bemoedigend zijn schouder aan) Alexander, aan het werk voor je comeback! (wijst de secretaresse aan) Jackie..!                                      SECRETARESSE Ik geef hem de speech, dan kan hij oefenen.                                      PARTIJVOORZITTER Zorg dat er weer kracht in zit. Maak dat de premier weer de premier is! (gaat af)                                      SECRETARESSE (geeft hem de papieren) Hier is je speech.                                      ALEXANDER Mijn speech? Heb ik dat geschreven?                                      SECRETARESSE Nee, die is van de voorzitter.                                      ALEXANDER (geeft haar de papieren terug) Wat moet ik daar dan mee?                                      SECRETARESSE (reikt hem de papieren weer aan) Dat is de speech van de premier.                                      ALEXANDER Van wie is hij nu? Van de voorzitter of van de premier?                                      SECRETARESSE Van alle twee: de voorzitter schrijft hem, de premier zegt hem.                                      ALEXANDER De voorzitter schrijft wat ik moet zeggen? (geeft haar de papieren terug) Ik ben geen toneelspeler. Laat iemand anders dat maar voorlezen.                                      SECRETARESSE Je kunt hier echt niet onderuit. Je moet, het is je job. (ze reikt hem de papieren aan, lachend)                                      ALEXANDER Als het dan toch moet. Wat is er zo grappig?                                      SECRETARESSE Tien jaar lang was jij mijn baas. Nu ben ik jouw baas. Baas boven baas.                                      ALEXANDER Grapje. Wat voor baas was ik eigenlijk?                                      SECRETARESSE Wil je de waarheid?                                      ALEXANDER Niets dan de waarheid.                                      SECRETARESSE Wat voor baas? Wat is het woord? ‘Bazig’..? (sust)  Nee, dat niet. ‘Autoritair’..? Dat ook niet. ‘Dictatoriaal’..? Dat is het woord niet. ‘Tiranniek’! Ja, dàt is het woord!                                      ALEXANDER Je hebt het over mij?                                      SECRETARESSE Iedereen was doodsbang voor je. Behalve ik. Tegen mij was je anders. Tegen mij was je heel lief.                                      ALEXANDER Dat is het eerste positieve dat ik over mezelf hoor. Dat werd tijd.                                      SECRETARESSE Weet je dat niet meer? Wij deden een spelletje met mekaar, als we alleen waren.                                      ALEXANDER Wat voor spelletje?                                      SECRETARESSE Het was ons geheimpje. Waar niemand iets van afweet.                                      ALEXANDER (ongerust) Wat ga ik hier nog horen?                                      SECRETARESSE Ben je zeker dat je het wil weten?                                      ALEXANDER De korte pijn: gooi het er uit.                                      SECRETARESSE Jij en ik deden niks liever dan samen…. rijmen.                                      ALEXANDER Wablieft?                                      SECRETARESSE Weet je dat niet meer? Wij spraken in rijm. Ik vroeg bijvoorbeeld ‘Wat doe ik met dat dossier?’ – en dan zei jij ‘Breng dat maar hier!’                                      ALEXANDER (opgelucht) Ah. Dat is alles, daar bleef het bij?                                      SECRETARESSE O nee, daar bleef het niet bij!                                      ALEXANDER (ongerust) Nee?                                      SECRETARESSE Dan zei ik: ‘Ik ga het halen’ – en dan jij weer: ‘Niet verdwalen!’ Enzovoort. Wij konden dat echt ùrenlang. Wij waren daar keigoed in!                                      ALEXANDER (opgelucht) Oké, ik begrijp het. Plezierig!                                      SECRETARESSE Héél plezierig! Maar lang niet zo plezierig als dat ander spelletje.                                      ALEXANDER Nog zo een spelletje?                                      SECRETARESSE Je weet er echt niks meer van?                                      ALEXANDER Waarvan?                                      SECRETARESSE Je weet niks meer van… ‘ons’?                                      ALEXANDER (ongerust) Van ‘ons’? Wat van ‘ons’?                                      SECRETARESSE Hoe kan je dat vergeten? Wil je me soms beledigen?                                      ALEXANDER Je bedoelt toch niet wat ik denk dat je bedoelt?                                      SECRETARESSE (dubbelzinnig) Wat dénk je dat ik bedoel..?                                      ALEXANDER Daar was ik al bang voor. Wie is daarmee begonnen?                                      SECRETARESSE Wie zou daarmee begonnen zijn? Wie was er de baas?                                      ALEXANDER Maar… Ik ben er dan toch als eerste mee gestopt?                                      SECRETARESSE Je deed niks liever, waarom zou je dan stoppen?                                      ALEXANDER Ik stel hier de vragen, jij niet! Hoe serieus was het? Hoe diepgaand?                                      SECRETARESSE (sexy) 'Diepgaand'? (lacht) Wat bedoel je met 'diepgaand'?                                      ALEXANDER Dat meen je niet! Dat kan niet!                                      SECRETARESSE Wil je soms zeggen dat ik lieg?                                      ALEXANDER Zo een vent ben ik toch niet?                                      SECRETARESSE Welke vent is er niet zo?                                      ALEXANDER Ik vraag je niet op mijn vragen te antwoorden met vragen, ik vraag antwoorden op mijn vragen!                                      SECRETARESSE (lachend) Wat zeg je nu allemaal?                                      ALEXANDER Iedereen weet alles van mij, en ik weet niks! Gek word ik ervan! Dat moét gedaan zijn!                                      SECRETARESSE Ja, laten we beginnen aan je speech. (duwt hem de papieren in de hand)                                      ALEXANDER Dat is mijn speech niet, verdomme! Hoe dikwijls moet ik dat nu nog zeggen! (gooit haar kwaad de papieren in het gezicht) Steek hem zelf af, die speech! Steek hem voor mijn part ergens waar de zon niet schijnt!                                      SECRETARESSE Wauw, wat een kracht! Je bent er helemaal klaar voor, voor je speech! Je wordt terug de oude: de premier is weer de premier!                                      ALEXANDER (zakt plots kreunend ineen, kijkt somber voor zich uit) Niet te geloven…                                      SECRETARESSE Misschien toch niet, misschien hebben we nog een klein beetje werk. Pak maar een whisky.                                      ALEXANDER Ik heb het al gezegd, ik lust geen whisky…                                                 SECRETARESSE Je kan er één gebruiken. (schenkt hem een whisky uit) Het is wat te veel voor je, ik ga je laten bekomen. (raakt bemoedigend zijn schouder aan)  Alexander, het komt goed. Lees je speech maar. Tot morgen! (gaat af)                                      ALEXANDER (kijkt vol afschuw voor zich uit) Een minnares?!  Ik heb een vrouw, een dochter, én een minnares? Wil ik dat wel weten? Ik wil dat niet weten. Maar niks weten, dat is ook maar niks. Weten of niet weten, dàt is de kwestie. Wat van de twee is het beste? (warm)  Ik denk graag terug aan wat gelukt is, mijn wapenfeiten. (kil) Het probleem is: je onthoudt vooral je stommiteiten. Al wat je uit je verleden kunt missen, is het niet beter om dat gewoon te wissen? (warm) Vrij zijn van die last, geen schaamte die aan je knaagt, geen lijken in de kast, zo puur als een maagd… (kil) Maar dan ben ik ook de goeie herinneringen kwijt, om mij aan te warmen op koude dagen. Van welke keuze krijg je het minste spijt? Het zijn geen makkelijke vragen… Alles onthouden of de hele boel vergeten? (haalt zijn schouders op) Eerlijk? Ik zou het niet weten… (pakt zonder na te denken zijn glas whisky vast) Nu begin ik verdomme al te rijmen. (hij slaat automatisch zijn glas achterover, trekt heel grote ogen door het effect van de alcohol, begint te hoesten) Ik lùst geen whisky…!   (donkerslag)       Scène 2     (de dochter ligt weer in de sofa, beluistert met de ogen toe haar muziek op haar koptelefoon; de premier zit zich, met zichtbare tegenzin, door zijn papieren te worstelen; de telefoon gaat, hij zoekt en vindt hem, neemt het gesprek aan)                                       ALEXANDER Hallo? (luistert, niet begrijpend) De premier..?! Ja, dat ben ik natuurlijk, hoe kan ik dat vergeten? En wie bent u? (luistert, niet begrijpend) Meneer De Wilde..?! Natuurlijk, meneer De Wilde, hoe kan ik dat vergeten? (luistert) Zeker, ik heb een ferme tik gekregen. Maar pas op… (lacht) u zou die boom eens moeten zien! (luistert) Of ik weer klaar ben voor de job? Tja, wanneer ben je daar ooit klaar voor? (luistert) Echt waar? Zou u dat voor mij willen doen? (luistert) Meneer De Wilde, u maakt mijn dag goed! Perfect, afgesproken! (luistert) Nee! Ik dank ù, uit de grond van mijn hart! Tot genoegen, meneer De Wilde! (drukt het gesprek weg, springt op met een overwinningspose en -kreet)                                      SOPHIE (trekt geschrokken haar koptelefoon af) Wat nu weer?                                      ALEXANDER Geen paniek, ik was niet naar jou aan het kijken, echt niet. (zwiert al zijn papieren opzij) Weg ermee, ik ben vrij! Heb jij ook zo’n hekel aan studeren? (ze keert hem de rug toe, geeft alle aandacht aan haar telefoon: hij incasseert, doet een tweede poging, zet zich bij haar op de sofa) Stomme vraag: wie niet? Welke richting studeer jij? Mag ik raden? (ze reageert niet, hij incasseert, een derde poging) Stom: saai onderwerp. Wat doe je in je vrije tijd? Mag ik raden? (ze reageert niet, hij incasseert) Stom, dat ik door dat accident nog zo weinig weet.                                      SOPHIE Dat accident maakt geen enkel verschil. Je hebt het nooit geweten. Nooit willen weten. Het interesseerde je niet. Je moet tegen een boom rijden om geïnteresseerd te raken in je dochter.                                      ALEXANDER Stom… Maar nu ben ik geïnteresseerd.   (Helena komt op, staat hen ongezien in het deurgat te bekijken)                                      SOPHIE Je hebt je kans gehad. Ik heb jaren gewacht, gedacht: ik ben niet interessant genoeg, ik besta niet. Ik ben minderjarig, ik mag nog niet op hem stemmen, ik tel niet mee.                                      ALEXANDER Ik weet niet wat zeggen.                                      SOPHIE Zeg dan maar niks.                                      ALEXANDER Ik had het moeten vragen.                                      SOPHIE Och, het heeft ook zijn voordelen. Als jij niks weet, kan ik alles doen wat ik wil.                                      ALEXANDER Wat je wil? Waar heb je het over?                                      SOPHIE Wat doen tieners allemaal waar hun pa niks van af weet? Gebruik je verbeelding: comazuipen – cocaïne snuiven – orgieën houden? Best dat je daar niks van af weet. Je zou nog meer flippen dan je nu al doet.                                      ALEXANDER Engeltje…                                      SOPHIE Noem me geen engeltje, ik was nooit je engeltje. Waarom zeg je dat? Weet je mijn naam niet meer, is dat het? Je mag raden: Kimberley? Marina? Sabrina? (gaat de kamer uit)                                      ALEXANDER Sophie! Het is Sophie!                                  (Sophie slaat met de deur en is af)                                      HELENA Ze studeert wetenschappen, en ze doet volleyball. Die andere dingen waar ze van sprak, die doet ze niet – voor zover ik weet…                                      ALEXANDER Laat ons hopen. Ik ‘flip’ al meer dan genoeg. Een dochter is te ingewikkeld voor mij. Ik druk op al de verkeerde knoppen.                                           HELENA Je hebt niet veel oefening gehad. Zij ook niet. Geef haar wat tijd. Ze heeft al die jaren geen vader gekend – dat is even wennen.                                      ALEXANDER Niemand kent hier iemand.                                      HELENA Nee? Ik heb je goed gekend.                                      ALEXANDER Hoe kan dat? Je hebt al die jaren geen echtgenoot gekend.                                      HELENA Ik heb het over de Alexander van vroeger, van in het begin. Die kan ik je leren kennen. Mijn geheugen werkt nog wel – heel goed zelfs.                                      ALEXANDER Vertel: die kan alleen maar beter meevallen dan de Alexander van nu.                                      HELENA De oude Alexander, of beter de jonge, had een voorliefde voor alles wat begint met een A, de A van Alexander. Uit pure ijdelheid. Om te beginnen: je lievelingsdrank was… (haalt een fles boven, geeft ze hem) …àrmagnac. Probeer eens, misschien brengt dat je geheugen terug. (geeft hem een flesopener en 2 glazen)  Dit heb je na al die onaangename ontdekkingen wel verdiend.                                      ALEXANDER Bedankt. Dat zal veel beter zijn dan die whisky. Wat weet je nog?                                      HELENA Wat weet ik nog? Je lievelingseten: àvocado’s! Je favoriet dessert… àpfelstrudel!                                       ALEXANDER         Ik heb smaak. Ga door. (hij schenkt voor beiden drank uit)   HELENA (denkt na) Je favoriete figuur uit de geschiedenis: Alexander de Grote!                                       ALEXANDER         Pure ijdelheid, ja. Jij weet nog veel over mij. Ik voel me gevleid. (ze klinken, drinken) Mmm, ik heb goeie smaak. Maar dat wisten we al: ik heb jou als vrouw gekozen.                                      HELENA Ik voel me gevleid.                                       ALEXANDER         Ga door. Sympathieke vent, die Alexander van vroeger. Daar wil ik alles van weten.                                      HELENA Alles? Zeker weten?                                       ALEXANDER         Waarom niet?                                      HELENA Wel, je had een heel apart gevoel voor humor, dat alleen jij kon waarderen… En je zong graag onder de douche: even luid als vals, maar met een air!                                      ALEXANDER Volgens mij verwar je mij met iemand anders.                                      HELENA (plaagt hem graag) O nee. Ik ken al je geheimen. Je had een snoepverslaving. Vond je chocola in de kast dan at je alles ineens op, als je dacht dat niemand keek.                                       ALEXANDER (laat zich graag plagen) Je mag stoppen, Helena. Iemand te goed kennen is nooit goed.                                      HELENA Stoppen? Ik ben pas begonnen.                                      ALEXANDER Dan heb ik nog armagnac nodig. (schenkt voor beiden uit, ze drinken, komen los)                                      HELENA Wat nog meer..? Je denkt dat je handig bent, maar je hebt altijd twee linkerhanden gehad. Al wat je probeerde te repareren konden we weggooien.                                      ALEXANDER Dit is niet eerlijk. Je kan mij wijsmaken wat je wil, ik kan je niet tegenspreken, want ik weet van niks.                                      HELENA Ik informeer je over je rare trekjes en eigenaardige gewoontes, zo kan je er iets aan doen. Nog iets: je drinkt te veel, te snel…                                      ALEXANDER (betrapt met het glas aan de mond, beledigd) Je zou van minder alcoholist worden: ik word hier gewoon vernederd. Hoe erg is dat niet?                                      HELENA Ja, dat was ik vergeten: je bent een eersteklas drama queen!                                      ALEXANDER (lacht) Valt er nu echt niks positiefs over mij te melden? Er moet toch iets zijn waar ik goed in was?                                      HELENA Daar moet ik eens lang en diep over nadenken… Tja, je bent geen keukenprins, maar de tiramisu die je maakte was best lekker.                                      ALEXANDER Dat hoor ik liever.                                      HELENA … Je was goed in gezelschapsspelletjes – ik ook.                                      ALEXANDER Toch iets gemeenschappelijks.                                                          HELENA Je hield van grote honden. Van lange wandelingen op het strand. En toevallig…                                      ALEXANDER … toevallig jij ook! Nog iets wat we delen!                                      HELENA Ik was gepassioneerd door tangodansen. En raad eens..?                                      ALEXANDER Toevallig ik ook! Dus eigenlijk zijn wij het perfecte paar?                                      HELENA Niet echt… Ons laatste spel, de laatste strandwandeling is tien, vijftien jaar geleden. De laatste tango: twintig jaar.                                      ALEXANDER … Het spijt me, nog maar eens.                                      HELENA Eerst heb je het een dag uitgesteld, dan een week, een maand, een jaar…                                      ALEXANDER We gaan daar iets aan doen, hier, nu. We spelen een spelletje ‘Mens-erger-je-niet’. We kopen een Sint-Bernard, we rijden ermee naar zee en we dansen een tango op het strand.                                      HELENA (lacht) Ik zei het al: een heel apart gevoel voor humor…                                      ALEXANDER … dat alleen jij kan waarderen! Nee, ik ben bloedserieus. Ik heb hier een en ander goed te maken. Ik ga tiramisu maken, nù – als jij tenminste mijn recept nog weet! (hij steekt glimlachend zijn hand uit, ze neemt zijn uitgestoken hand aan, net dan vallen de partijvoorzitter en de secretaresse binnen)                                      PARTIJVOORZITTER Wij storen toch niet?                                      HELENA (geschrokken door zijn plotse verschijning) Ik dacht al: waar blijven ze?                                      SECRETARESSE Wij willen zeker de routine niet doorbreken.                                      HELENA Geen gevaar: dit is alles behalve routine.                                      ALEXANDER Jullie komen als geroepen! Houden jullie van tiramisu? Of van ‘Mens-erger-je-niet’?                                      SECRETARESSE Wat zijn we in een vrolijke stemming vanavond.                                      PARTIJVOORZITTER De ernst van de situatie is nog niet doorgedrongen: we hebben veel werk voor de boeg. Mevrouw, mogen wij even?                                      HELENA Wanneer krijgen wij eindelijk rust?                                      PARTIJVOORZITTER Ik gun het u – ik wou dat het kon.                                      HELENA (gaat geïrriteerd af)  Als je dat niet gelooft, maken ze je wel iets anders wijs…                                      PARTIJVOORZITTER Meneer de premier, komt er nog altijd niets terug?                                      ALEXANDER Wees gerust, als dat gebeurt, meneer de voorzitter, bent u de eerste die het te horen krijgt.                                      PARTIJVOORZITTER Een mens moet veel geduld hebben.                                      ALEXANDER Hou het kort, ik wil terug naar mijn vrouw.                                      SECRETARESSE Hoor ik dat goed? Hij is duidelijk nog niet de oude.                                      PARTIJVOORZITTER Alexander, heb jij een telefoon gekregen van Victor De Wilde?                                      ALEXANDER Ja, dat wou ik nog zeggen. Een heel warme, behulpzame man.                                      PARTIJVOORZITTER Excuseer? ‘Behulpzaam’?                                      ALEXANDER Hij wil mij helpen, de last van mijn schouders afnemen, hij wil…                                      PARTIJVOORZITTER …tijdelijk premier worden in jouw plaats?                                      ALEXANDER Ja, zolang ik nog niet helemaal genezen ben, wil hij even voor mij inspringen! Goed, hè? (na een lastige stilte) Niet goed?                                      SECRETARESSE Victor De Wilde is de oppositieleider. Onze grootste politieke tegenstander. De vijand.                                      ALEXANDER Oeps. (schenkt zich drank in, blijft drinken)                                      PARTIJVOORZITTER Je hebt hem de macht op een presenteerblaadje aangeboden. Hij stond klaar om alles over te nemen. Ik heb hem net op tijd kunnen blokkeren.                                       SECRETARESSE We hebben het toegeschreven aan de medicatie die je neemt.                                      PARTIJVOORZITTER Wij zijn dringend op zoek naar de oude Alexander, we raken geen stap vooruit, en dan dit…  grapje! Waar is je gevoel van trots? Moeten we je geheugen opfrissen?                                      ALEXANDER Bedankt, mijn vrouw heeft het al opgefrist. Zoveel is er niet om trots op te zijn. Ik was een klootzak thuis. De grootste klootzak van de straat.                                      PARTIJVOORZITTER Ook van de Wetstraat. Je was onze klootzak – en dat moet je terug worden. We hebben hem dringend nodig, onze klootzak.                                      SECRETARESSE Wij allemaal.                                      ALEXANDER Eerlijk: ik weet niet of ik dat al terug aankan. Ik heb tijd nodig.                                      PARTIJVOORZITTER De tijd is nù. Sinds je accident spoelt er een golf van sympathie voor je over het land: de mensen leggen bloemen aan die boom, ze steken kaarsjes aan… Je bent een stemmenkanon op zijn toppunt, we hebben goud in onze handen! Was je toen niet tegen die boom gereden, Alexander, ik had zelf een klein accidentje georganiseerd...                                      ALEXANDER Je wordt bedankt!                                      SECRETARESSE (verzoenend) Dat bedoelt de voorzitter niet letterlijk.                                      PARTIJVOORZITTER (grijnst) Wat dacht je?                                      ALEXANDER Ik weet niet veel meer, maar één ding weet ik: dit werk verandert een mens – niet echt ten goede.                                      PARTIJVOORZITTER Je hebt er zelf voor gekozen, je deed niets liever..! Wil jij liever een beetje rustig aandoen? Mij niet gelaten. Maar ben jij bereid de prijs te betalen? Als je de partij op dit kritiek moment in de shit laat zitten, zal de partij dat niet vergeten, nooit. Je kan er niet uit en weer instappen wanneer het je past. Weg is weg. Dat wil zeggen: fin de carrière. Dan kan je ze te koop zetten, je villa-op-afbetaling. Dat garandeer ik je.                                      ALEXANDER Wàt?                                      SECRETARESSE Dat bedoelt de voorzitter niet letterlijk.                                      PARTIJVOORZITTER Nee? Wat denk je?                                      SECRETARESSE Oh.                                      ALEXANDER … En ik dacht dat ik een klootzak was.                                      PARTIJVOORZITTER Dat was je, de grootste. Hoe jij als premier de oppositie kon afmaken, met 1 repliek, sterk. Als jij bloed rook, dan vloeide er ook bloed.                                        ALEXANDER Ja? Het is vooral jouw bloed dat ik nu ruik.                                      SECRETARESSE Wauw! Hij staat scherp. Volgens mij is hij klaar voor de training.                                      ALEXANDER Training? Welke training?                                      PARTIJVOORZITTER We doen een kleine improvisatie, als oefening, om je killer reflexen weer aan te scherpen. Stel je voor: dit is je comeback, jij wordt geïnterviewd op TV.                                     ALEXANDER Ik heb daar echt geen zin in.                                      SECRETARESSE We doen dit allemaal voor jou, Alexander. Ik speel de journaliste.                                      PARTIJVOORZITTER Dit spel heet ‘Mens-erger-mij-niet’. Ik speel de kijker thuis, de kiezer. Als je mij ergert, dan hoor je dit geluid: (imiteert een zoemer, zoals bij een fout antwoord in een quiz) Zoals een waarheidsdetector, die afgaat wanneer je liegt, maar dan een hardheidsdetector, die afgaat bij slap gelul.                                      SECRETARESSE Zijn we er klaar voor?                                      PARTIJVOORZITTER Er is maar één manier om het te weten: begin maar, Jackie.   ALEXANDER (hij drinkt, wordt stilaan dronken) Begin maar, Jackie.                                      SECRETARESSE (leest de vraag af van een papier, met een brede glimlach) ‘Welkom in de studio, meneer de premier. We zijn heel blij dat u terug bent. Ik neem aan: u ook?’   ALEXANDER Tja. Blij zijn of niet blij zijn, dàt is de kwestie. (de partijvoorzitter imiteert een zoemer, Alexander met een sarcastische glimlach) O mevrouw, wat ben ik blij!                                      SECRETARESSE ‘De oppositie vraagt zich af of u na uw ongeval nog de kracht hebt om het land te leiden in deze moeilijke tijden.’                                      ALEXANDER Ik vraag mij dat ook af. Zoals mijn vrouw zegt: het is niet simpel. Ik ben serieus dooreengerammeld.                                      PARTIJVOORZITTER (imiteert een zoemer) Slap, veel te slap. Het land wil een leider zien. Zoals je nu bent laat ik je niet op TV.                                      ALEXANDER Geloof me, ik doe mijn best, ik doe echt mijn best.                                      PARTIJVOORZITTER (imiteert een zoemer)   Je best doen is niet goed genoeg! Waar is je kracht?                                      ALEXANDER (opgejaagd) ‘Waar is je kracht?’ Wat een stomme vraag! Zonder kracht zat ik hier niet, wees gerust, dan had ik het al lang opgegeven.                                      PARTIJVOORZITTER Dat is een begin. Ga door! (tot de secretaresse) Volgende vraag.                                      SECRETARESSE  ‘Ik vraag mij af, meneer de eerste minister, of u op dit moment nog wel de volle 100 procent bent.’                                      ALEXANDER U vraagt zich dat af? Ik wil u wel eens tegen een boom zien knallen en een totale black-out krijgen om te weten hoeveel procent u zou zijn! Dat vraag ik mij af!                                      PARTIJVOORZITTER Kalm blijven. Kracht wil niet zeggen dat je moet roepen.                                      SECRETARESSE (improviseert) Meneer de premier, u lijkt me niet helemaal in uw gewone doen?                                      ALEXANDER (wanhopig) Hoe zou dàt komen? Hoe kan je in je gewone doen zijn als je jezelf en alles kwijt bent? Hoe kan je verdomme kalm blijven als alles wat je ontdekt over jezelf duidelijk maakt dat je ’s werelds grootste klootzak bent?                                      PARTIJVOORZITTER (imiteert een zoemer) Beheers alsjeblieft je emoties! En let op je taal: je bent en blijft de premier!                                      ALEXANDER Ik de premier? Ik moet het land leiden? De mensen inspireren, het goede voorbeeld geven? Grapje? Ik maak iedereen rond mij depressief, mijn vrouw, mijn dochter en vooral mezelf…                                      PARTIJVOORZITTER (imiteert een zoemer) Je moet jezelf verkopen, niet tot op de grond afbreken! Jackie! Volgende vraag!                                      SECRETARESSE Volgende vraag… (leest)  ‘Uw partijvoorzitter zegt: Laten wij het verleden achter ons laten en voorwaarts werken naar de toekomst toe..’                                      ALEXANDER Zegt hij dat? Fantastisch idee! Laten we zwijgen over al wat mislukt is en gewoon voortdoen zoals we bezig zijn, als de eersteklas klootzakken die we zijn!                                      PARTIJVOORZITTER (imiteert een zoemer) Let op je taal!                                      ALEXANDER (springt recht, tot de partijvoorzitter) Kus mijn kloten! (tot de secretaresse) Volgende vraag!                                      SECRETARESSE Volgende vraag… (zoekt opgejaagd in haar vragenlijst) Oké! ‘Meneer de eerste minister, wat hoopt u nog te realiseren in de toekomst?’                                      ALEXANDER Al wat ik nog hoop te realiseren in de toekomst, mevrouw, is dat ik eindelijk kan stoppen met mezelf een klootzak te vinden! Of als dat woord niet past bij mijn functie: een dikke egoïst, een smeerlap, crapuul..                                      PARTIJVOORZITTER (doet teken naar de secretaresse) Genoeg! Laten we ermee stoppen!                                      ALEXANDER (onstuitbaar) Ik wil niks liever dan ermee stoppen! Maar ik kan niet, mevrouw, ik mag niet, als ik ermee stop, dan pakt die klootzak mij mijn werk af, mijn inkomen!                                      PARTIJVOORZITTER Ho! Dit heeft geen zin!                                        ALEXANDER Nee, dit heeft geen zin, dat zeg ik al zo lang! Een klootzak als ik, mevrouw, is de slechtst denkbare kandidaat voor zo een belangrijke job! Waarom vraagt u het niet aan Victor De Wilde, dat is zeker een veel betere premier! Iedereen, zelfs de eerste de beste voorbijganger op straat, is een veel betere premier!                                      PARTIJVOORZITTER (brult nu) Hoooo!!!                                      ALEXANDER (valt geschrokken stil) Sorry. Ik denk… dat ik mij misschien een klein beetje heb laten gaan. Misschien wat te snel gedronken… te veel… (een pijnlijke stilte)                                      PARTIJVOORZITTER Correct. (hij beent zonder een woord te zeggen de kamer uit)                                      SECRETARESSE (raakt bemoedigend de schouder aan van de premier) Het euh… het komt goed. (gaat ook snel af)                                      ALEXANDER (kijkt somber voor zich uit) Niet te geloven…   (donkerslag – mogelijk het moment voor een pauze)         Scène 3     (Sophie ligt weer in de sofa, beluistert met de ogen toe haar muziek op haar koptelefoon, genietend; de moeder komt op, zet zich er kordaat bij)                                      HELENA Engeltje!                                      SOPHIE (zet zuchtend haar koptelefoon af) Wat ben ik populair de laatste tijd.                                      HELENA Crisisvergadering.                                      SOPHIE Ik zat erop te wachten.                                      HELENA Jij en ik, we moeten één front vormen, of we halen het niet.                                      SOPHIE Onze pa?                                      HELENA Zoals altijd. Het is niet simpel.                                      SOPHIE Het is niet simpel. Vroeger wel: vroeger wist je tenminste wat je aan hem had.                                      HELENA Ja, niks.                                      SOPHIE Maar je kon erop rekenen, hij was wat hij was: keihard, ijskoud.                                      HELENA De verschrikkelijke ijsman.                                      SOPHIE De perfecte vijand om me tegen af te zetten, de slechte. Ik was tegen hem, dus ik was de goeie. Nu ineens ben ik mijn vijand kwijt, schiet er niks meer van hem over.                                      HELENA De ijsman is gesmolten.                                      SOPHIE Er blijft alleen nog een plas water over.                                      HELENA Ik begrijp dat je kwaad was op de ijsman – ik was het ook – maar wie is er nu kwaad op een plas water?                                      SOPHIE Al die tijd dat ik hem nodig had was hij er niet, zijn deur bleef dicht. Op het moment dat ik het opgeef en mijn deur dicht doe, dàn staat hij daar, dàn heeft hij mij nodig!                                      HELENA Mannen… ‘Vergeef het hen, ze weten niet wat ze doen.’                                      SOPHIE Als ik hem zie, weet ik ook niet meer wat doen.                                      HELENA (glimlacht) Ik ook niet. En hij ook niet. Spannend!                                      SOPHIE Verwarrend! Alles is ineens omgedraaid! Als hij nu de goeie is, wie ben ik dan? De slechte?                                      HELENA Jij, Sophie, jij bent de beste. Dat heb je van je moeder.                                      SOPHIE Je bent aan het slijmen, ma. Wat wil je van mij?                                      HELENA Geduld. Mannen zijn traag, het duurt even voor ze weten waar ze naartoe willen. Jij hebt tijd nodig om aan hem te wennen, maar hij ook aan ons – aan hemzelf. Hij verandert, dat is voor hem even verwarrend als voor ons. Hij is aan het zoeken, maar ze pushen hem, ze geven hem geen tijd.                                      SOPHIE Oké ma, van mij krijgt hij tijd. Maar wat als zijn geheugen terugkomt? Dat kan van het ene moment op het andere. Hoe verandert hij dan? Ijs kan smelten, maar water kan ook weer bevriezen tot ijs.                                       HELENA (hoort hem aankomen) Hij is er!                                      SOPHIE (ziet hem) Dag, pa!                                      ALEXANDER (aangenaam verrast) Ah… Dag Sophie.                                      SOPHIE Wat zal het zijn, pa? Water of ijs?                                      ALEXANDER Wablieft?                                      SOPHIE Water of ijs… bij je whisky?                                      ALEXANDER Dat is heel lief, Sophie, maar ik…                                      SOPHIE (imiteert hem) “Ik lust geen whisky!” (gaat lachend de kamer uit)                                      ALEXANDER Wat heeft die ineens?   HELENA Wees blij, ze praat met je.                                      ALEXANDER Ze lacht mij uit.                                      HELENA Dat is een hele vooruitgang. (imiteert de partijvoorzitter) “En, meneer de premier? Komt er nog altijd niets terug?”                                      ALEXANDER (imiteert de partijvoorzitter) “Correct.” Nog altijd niks. Ik ben en ik blijf een vreemde.                                      HELENA (geeft hem een hand, glimlacht) Dag vreemde man. Dat is perfect. Volgens de damesbladen heeft een goed huwelijk altijd een beetje mysterie nodig.                                      ALEXANDER Dan zijn wij het beste huwelijk ter wereld. (ze lachen) Bedankt, Helena. Dat je het met mij hebt volgehouden, twintig jaar.                                       HELENA          Bedank je dochter: ik heb doorgebeten voor haar.                                      ALEXANDER We hebben ons jubileum toch gevierd? Er is toch iets leuks gebeurd die dag?                                      HELENA Er is zeker iets leuks gebeurd, in Oostende.                                      ALEXANDER Ah, een gezellig dagje samen aan zee, een lange wandeling op het strand? Een diner, een champagnemoment?                                      HELENA Nee, een càmpagnemoment. Verkiezingen. Echtgenoten niet toegelaten – alleen Jackie mocht mee.                                      ALEXANDER Jackie? De euh… secretaresse?                                      HELENA De euh... secretaresse. Zo werd het toch nog gezellig. Er zal geen wandeling geweest zijn op het strand. Jullie zullen wel op de kamer gebleven zijn?                                      ALEXANDER Euh… Geen idee.                                      HELENA Als je het wil weten, vraag het haar.                                      ALEXANDER (het hoofd in de handen) Het spijt me, Helena – de zoveelste keer. Het wordt eentonig. Al goed dat dit geen toneel is, het publiek was allang in slaap. Nee, wat zeg ik? Wàs dit maar toneel, en niet mijn leven…                                      HELENA Het spijt mij ook. Ik wou dat ik je andere herinneringen kon geven.                                       ALEXANDER Ik wil niks meer weten over mezelf. Ik kijk in de spiegel: ik herken die vent niet – dat ben ik niet. Ik ben weg.                                      HELENA Ik herkende je ook niet meer. Toen hij premier werd was de man die ik kende, waar ik verliefd op werd… weg. (raakt bemoedigend zijn schouder aan) Jij en ik, we moeten onze krachten bundelen: we zoeken dezelfde vent.                                      ALEXANDER Weer iets wat we delen.                                      HELENA Plus, niet te vergeten: een dochter met veel pit, die zich door niemand laat doen.                                      ALEXANDER Daar heb ik al staaltjes van gezien. Volgens mij wordt dat onze eerste vrouwelijke premier.                                      HELENA Vergeet het, ze zegt veel te eerlijk haar gedacht.                                      ALEXANDER Gelukkig lijkt ze op haar moeder. Zo is er toch iets goeds gekomen uit ons huwelijk.                                      HELENA Dat kunnen ze ons niet meer afpakken.                                      ALEXANDER Een hele troost.   Deze gesprekken ook: die zorgen ervoor dat ik niet totaal gek word. Dank je.                                      HELENA Graag gedaan. Iets waar je lang op gewacht hebt geeft veel meer genoegen.                                      ALEXANDER Raar dat we nooit spraken toen we elkaar kenden, en wel nu we elkaar niet kennen.                                      HELENA Dat komt door jou. Je lijkt meer op de Alexander van het begin, voor hij premier werd. De man met wie ik wou trouwen.                                      ALEXANDER (glimlacht breed) Joepie.                                      HELENA Je bent heel anders dan voor je ongeluk.                                      ALEXANDER Halleluja.                                      HELENA Minder uitroeptekens. Meer vraagtekens. Minder onwrikbaar, minder onbenaderbaar, minder… ongenaakbaar. Meer breekbaar… meer onvoorspelbaar… meer…                                      ALEXANDER … onweerstaanbaar!                                      HELENA (moet lachen) Boh… Laat ons zeggen: minder onuitstaanbaar.                                      ALEXANDER Daar neem ik genoegen mee.                                      HELENA Dus… je hebt nog niet je eigen geheugen, maar al wel dat van mij opgefrist. Je hebt de herinnering aan de oude Alexander terug tot leven gebracht.                                      ALEXANDER Dat is goed nieuws.                                      HELENA En met de oude Alexander komt stilaan ook iets van de oude Helena terug, wie ik was voor ik ‘de vrouw van de premier’ werd.                                      ALEXANDER Dat is heel goed nieuws.                                      HELENA Wat ik dacht wanneer ik naar je keek. Hoe jij toen was in mijn ogen, dat ben ik nog niet kwijt. Je bent nog niet weg. Je bent er nog.                                      ALEXANDER Dat is het beste nieuws dat ik in jaren heb gehoord. En dat allemaal door op mijn hoofd te vallen!                                      HELENA Niet slecht. Iedereen zou dat moeten doen, eens goed vallen.                                      ALEXANDER Vallen kan best meevallen.                                      HELENA Ja. Jij bent niet op je achterhoofd gevallen.                                      ALEXANDER Nee. Ik ben voor jou gevallen – als een blok. Mijn ongeluk was geen ongeluk: het was puur geluk. Het gaf mij een kans mijn eigen vrouw te leren kennen. Vooruit, vertel. Jij weet alles van mij, van jou weet ik niks.                                      HELENA (imiteert hem) Ik ben en ik blijf een vreemde.                                       ALEXANDER (geeft haar een hand, glimlacht) Dag vreemde vrouw. Wie ben je? Wat is je favoriet dessert? Je lievelingsdrank? Nee. Ik wil vooral weten wat je liever geheimhoudt. Al je rare trekjes, eigenaardige gewoontes.                                      HELENA Dat was te verwachten. Oog om oog, tand om tand.   (de dochter komt achter hun rug op, ongezien door hen)                                      ALEXANDER (speels) Vooruit, ieder om beurt. Ik heb jou de mijne laten zien, laat mij nu maar de jouwe zien.   (Sophie stopt door wat ze hoort, blijft verbijsterd luisteren)                                      HELENA (lacht) Nee nee. Ik heb geen rare trekjes, niet zoals jij.                                      ALEXANDER Daar geloof ik niks van, iedereen heeft dat. Ik geef niet op tot ik erachter kom. Een getrouwd man heeft het recht alles van zijn vrouw te weten. (Helena kijkt mysterieus glimlachend weg) Als je zo mysterieus doet, heb je zeker iets te verbergen. Je houdt iets achter, ik zie het. Iets heel ergs. Beken, Helena, beken!                                      HELENA Goed dan. Je hebt erom gevraagd. (ze buigt zich glimlachend voorover, fluistert haar antwoord in zijn oor)                                      ALEXANDER (speelt gechoqueerd) Nee! Is dat echt waar..? En ik dacht dat ik erg was – jij bent nog veel erger!                                      HELENA Heb je dat nu pas door? (ze lachen, Sophie bekijkt deze flirterigheid met weerzin)                                      ALEXANDER Kom, dat is niet alles. Er is nog meer, ik voel het. Zeg het maar.                                      HELENA  Hier komt het. (ze buigt zich voorover, fluistert haar antwoord in zijn oor)                                      ALEXANDER (grijnst breed) Nee!   (ze knikt ondeugend, ze lachen samen, zitten dicht tegen mekaar aan, oog in oog; de dochter reageert met walg op de groeiende intimiteit tussen haar ouders, ze draait zich om, gaat in shock af)   (donkerslag)       Scène 4       (deze keer is het Helena die languit in de sofa ligt: nu beluistert zij met de ogen toe muziek op de koptelefoon, genietend: Sophie komt op, ziet haar liggen, staart haar verbaasd aan; Helena voelt het, opent de ogen, ziet Sophie staan, neemt haar koptelefoon af, glimlacht warm, de hele tijd)                                      HELENA Blijf je daar nog lang staan?                                      SOPHIE Waarom?                                      HELENA (imiteert Sophie) ‘Ik ben geen toeristische attractie, kijk naar iets anders.’                                      SOPHIE Grapje. Wat lig jij daar te doen?                                      HELENA Wat lig jij hier anders te doen? Ik luister naar muziek, zoals jij. Ik ontspan mij.                                       SOPHIE Eerst deed onze pa raar, nu jij. Ik heb je nog nooit horizontaal gezien overdag, nog geen 5 seconden.                                      HELENA Juist daarom, ik heb al zo veel gewerkt in mijn leven, ik wil mij nu eindelijk…                                      SOPHIE (onderbreekt haar) Je hebt je gisteren al genoeg ontspannen met onze pa. Wat was dàt?                                      HELENA Jij bent niet mijn moeder, ik ben jouw moeder - doe normaal.                                      SOPHIE Dàt was niet normaal!                                      HELENA Je pa en ik, wij waren gewoon gezellig aan het…                                      SOPHIE (onderbreekt haar) Ho, ma! Te veel informatie!                                    HELENA Je vraagt om uitleg en dan mag ik hem niet geven?                                      SOPHIE Ik moet het niet horen, ik heb het gezien, dat was al erg genoeg. Je leek wel… (vol afschuw) …verliefd!                                      HELENA Verliefd?                                      SOPHIE Ja.                                      HELENA Op mijn eigen man?   SOPHIE Ja!                                      HELENA (speelt gechoqueerd) Niet normaal! Waar gaat het naartoe? Die ouders van tegenwoordig! Goed dat je me verwittigt. Straks word ik nog gelukkig, stel je voor! Nee, dan was het vroeger beter: ruzies, frustraties, tranen – dàt is tenminste normaal…   SOPHIE Oké ma, het is al goed. Als ik dan tussen die twee dingen moet kiezen…                                      HELENA …dan weet je het wel? (Sophie knikt) Goed. Ik ook.                                      SOPHIE Dat is wel duidelijk. Zo te zien weet onze pa eindelijk waar hij naartoe wil?                                      HELENA Zo te zien wel, ja.                                      SOPHIE Waar is hij dan naartoe?                                      HELENA Hoe bedoel je? Zit hij niet aan zijn bureau te werken?                                      SOPHIE Nee. Hij is vanmorgen vroeg vertrokken. Hij is opgepikt door zijn secretaresse.                                      HELENA (de glimlach valt weg) Raar.                                      SOPHIE Heel raar.                                      HELENA Hij heeft mij niks gezegd. Waar is hij dan naartoe?                                       SOPHIE Dat vroeg ik juist aan jou.                                      HELENA (een bezorgde stilte) Die trut van een Jackie!                                      SECRETARESSE (komt op met een brede glimlach) Als je van de duivel spreekt, hier ben ik! Ik stoor toch niet?                                      HELENA (met een even brede glimlach) Hoe zou jij in godsnaam kunnen storen? Loop jij maar lekker binnen wanneer je zin hebt. Ik ben altijd in de wolken als ik je zie.                                      SECRETARESSE Maar dat is fijn om te horen.                                      HELENA Wat doe jij daar toch mee, met mijn man?                                      SECRETARESSE (schrikt) Pardon?                                      HELENA Op hem heb je hetzelfde effect als op mij.  Als hij terugkomt van een congres of zo -met jou-   lijkt hij wel een andere man, een veel jongere. Zo een transformatie, spectaculair!                                      SECRETARESSE Ah? Wel ja, we doen ons best voor de premier!                                      HELENA Je doet je best, daar twijfel ik niet aan. (scherp) Wat ik doodgraag wil weten, Jackie: wanneer krijg ik hem terug?                                      SECRETARESSE Pardon? Ik verzeker u, mevrouw, het is niet mijn bedoeling, ik zou niet durven, hij is van u, geen sprake dat ik u van hem.. dat ik hem van u..                                      HELENA Wat zeg je nu allemaal? Je hebt hem vanmorgen meegenomen, ik vraag: wanneer krijg ik hem terug?                                      SECRETARESSE Ah! Misverstandje, ik begrijp het.                                      HELENA Ik ben blij dat we mekaar begrijpen.                                      SECRETARESSE Dat kwam ik u net zeggen: de premier komt eraan!                                      HELENA Waarom moest hij zo vroeg weg? Wat gebeurt er?                                      SECRETARESSE Helemaal niets. Wat zou er gebeuren? (een stilte: Helena kijkt Jackie strak in de ogen) Het spijt me, ik weet niet of ik u dat wel mag vertellen.                                      HELENA Ik raad het je ten zeerste aan – tenzij je problemen zoekt.                                      SECRETARESSE (dreunt af) Omdat de tot nog toe gehanteerde tactiek om het geheugen van de premier op te wekken door routine niet het resultaat gaf dat we ervan gehoopt hadden heeft de voorzitter met het oog op de genezing van uw man besloten om gezien de stilaan nijpende tijdsdruk op staande voet over te gaan tot een nieuwe methodiek...                                      HELENA (scherp) Wat–gebeurt–er?                                      SECRETARESSE De premier slaapt.                                       SOPHIE Hij slààpt?                                      SECRETARESSE We proberen zijn geheugen terug te brengen met een reeks sessies van hypnotherapie. Om een doorbraak te forceren. Het is onze laatste kans.                                      HELENA ‘Hypnotherapie’? En ik weet nergens van?                                      SECRETARESSE We moesten snel zijn, het is een race tegen de klok: de verkiezingen staan voor de deur. De voorzitter heeft het aan de premier gevraagd en hij heeft zich daartoe bereid verklaard.                                      HELENA Hynose? Hoe groot is de kans dat dat werkt?                                      SECRETARESSE Het is een gok. Hypnotherapie zit nog in een experimentele fase. Het is lang niet zeker of het iets uithaalt, maar het is het proberen waard.                                      SOPHIE Zo zit dat: onze pa wordt gebruikt als proefkonijn?                                      SECRETARESSE (hoort de premier, opgelucht) Als je van de duivel spreekt: daar is hij!                                      SOPHIE Alsof dat iets kan veranderen! Wat is dat voor flauwe kul?   (de premier komt op, gedreven, krachtig, de secretaresse blijft op de achtergrond kijken naar wat er gebeurt)                                      HELENA Alexander! Ik was ongerust.                                      ALEXANDER Ongerust, waarom? Ik heb gewoon wat geslapen. (hij gaat recht naar de fles whisky) Heel goed geslapen zelfs. En dat was nodig ook: ik voel mij herboren. (schenkt zich een whisky uit)                                      HELENA Alexander, wat doe je?                                      ALEXANDER Last van je ogen, Helena? Ik pak een whisky.                                      SOPHIE Hij pakt een whisky?                                      HELENA Jij pakt een whisky?                                      ALEXANDER Er zit hier een echo. Last van je geheugen, Helena? Ik pak al twintig jaar een whisky voor het eten. (slaat de whisky in één teug achterover)                                      HELENA Maar je zei dat je geen whisky lust?                                      ALEXANDER Stom, hè? Ik was los vergeten hoe lekker dat is. (schenkt er nog één in) Ik pak vandaag maar eens een dubbele, om de verloren tijd in te halen. (hij slaat de whisky in één teug achterover)                                      SOPHIE Zie jij wat ik zie?                                      HELENA Ik zie het.                                      ALEXANDER Lekker! Mijn smaakgevoel komt terug. En niet alleen mijn smaak: er komt meer en meer terug…                                      HELENA Ik zie het. Maar ik kan het niet geloven.                                      ALEXANDER … herinneringen, beelden, ideeën, plannen, het één na het ander, een lawine…                                      HELENA Zeg dat het niet waar is.                                      ALEXANDER Alles is aan het terugkomen. Ik ben aan het terugkomen. Dat geeft een mens energie – goesting om erin te vliegen – bergen werk te verzetten, je kan je niet voorstellen hoe goed dat doet!                                      SOPHIE Geloof het maar, het is waar.   (de secretaresse straalt, ze belt de partijvoorzitter, brengt hem op de hoogte, enthousiast fluisterend)                                             ALEXANDER Hypnose: een schitterend idee van de voorzitter, ik moet het toegeven.                                      SOPHIE Hij wordt terug de oude...                                      ALEXANDER Ik ben weer vertrokken!                                      HELENA Alexander, luister nu eens...                                      ALEXANDER (houdt zijn hand afwerend op) Moment! (tot de secretaresse) Jackie! Kom hier!                                        SOPHIE Pa, dit is toch een… grapje?                                      ALEXANDER Ik ben bloedserieus. (stapt op haar af) Heb jij geen huiswerk? Heb jij niks anders te doen dan hier in de weg te staan? Maak je nuttig voor de verandering! Hop hop! (klapt luid in de handen, vlak bij haar oren, ze springt geschrokken op en holt af)                                      HELENA Alexander, wat gebeurt er met je?                                      ALEXANDER Wat gebeurt er met mij? (stapt op haar af) Wat gebeurt er met joù? Geen zin om te koken? Krijg ik geen eten vandaag? Naar de keuken! Hop hop! (klapt luid in de handen, vlak bij haar oren, Helena springt geschrokken op, gaat verbijsterd af) Oké, Jackie! Nu wij!                                      SECRETARESSE (komt enthousiast bij hem staan) Riep je mij?                                      ALEXANDER (declameert, in rijm) Wakker blijven, jij Slapen is er nu niet bij En zeker niet gaan slapen… zonder mij! (slaat haar op de kont, ze slaakt een verrukt gilletje)  Vooruit, schat, aan het werk!                                      SECRETARESSE (doet blij mee) De premier die staat weer sterk!                                      ALEXANDER De premier is nog nooit zo sterk geweest Een gezond lichaam én een gezonde geest Hij staat voor jou in levenden lijve Hij is teruggekomen om te blijven!                                      SECRETARESSE Dàt moet ik opschrijven.                                      ALEXANDER We zaten een tijd in de puree Maar nu doen we weer helemaal mee!                                      SECRETARESSE Jippiejee! Hij is terug, onze premier! (in zichzelf)  Onze premier?Nee: mijn premier! Ik samen met Alexander Hij, en geen ander!                                      ALEXANDER De voorzitter had een zeer goed idee Ik ga morgen live op TV!                                      SECRETARESSE We zijn weer samen, wij twee!                                      ALEXANDER Alles is weer oké!   (ze doen een high five)   (we zien in het deurgat Helena en Sophie perplex toekijken)                                      SOPHIE Oh nee.!                                      HELENA Niet te geloven.   (donkerslag)         Scène 5     (de partijvoorzitter zit samen met de secretaresse in een kamer, Helena zit samen met Sophie in haar zitkamer, we zien beide duo’s tegelijk op de scène, maar door het licht voel je dat elk duo apart zit, in een andere kamer; allen zitten te wachten voor hun TV, waarvan het scherm gesitueerd is in de zaal)   (de partijvoorzitter en de secretaresse zitten met een glas wijn in de hand,  met een brede grijns op het gelaat, ze genieten)                                      SECRETARESSE Een happy end!                                      PARTIJVOORZITTER Dit had ik niet meer verwacht!   (Helena en Sophie hangen er depressief bij)                                      HELENA Dit had ik niet meer verwacht…                                      SOPHIE Nee, ik ook niet – om heel eerlijk te zijn..                                      PARTIJVOORZITTER Om heel eerlijk te zijn, ik had het opgegeven. Ik dacht: dat is mijn fin de carrière, het eind van mijn politiek leven.                                      SECRETARESSE (in zichzelf) Het eind van mijn erotisch leven...                                      PARTIJVOORZITTER Pardon?                                      SECRETARESSE Grapje.                                      SOPHIE Grapje – dacht ik, hij maakt een grapje…                                      HELENA … maar hij is bloedserieus.                                      SOPHIE Hoe kan die fucking hypnose ineens alles veranderen?                                      HELENA Ik snap er niks van.                                       SOPHIE Heeft hij dat dan niet uitgelegd?                                      HELENA Hij vertelt mij niks. Als ik iets vraag gaat hij de kamer uit. We zijn helemaal terug bij af. Het is een ramp.                                      PARTIJVOORZITTER Het is een wonder, die hypnose – en dat kostte maar 50 euro, wist je dat? Een mirakel: ineens gedraagt hij zich weer als een… een echte…                                      SECRETARESSE (zwoel) … een echte man!                                      PARTIJVOORZITTER Pardon?                                      SECRETARESSE Grapje.                                      PARTIJVOORZITTER Een echte leider, zo sterk, zo krachtig, zo…                                      SOPHIE Zo… stom, zo onnozel heb ik hem nog nooit gezien, met die idiote rijmpjes van hem.                                      HELENA Zwijg me erover.                                      SOPHIE (imiteert hem) “Sophie, wees blij dat het leven weer voortgaat Dat je vader terug paraat staat!”                                      HELENA (imiteert hem) “Helena, wees content Je hebt eindelijk weer een vent Die zijn eigen vrouw herkent!” (ze zucht diep) Content? Ik ben in extase! Van geluk omvergeblazen!   (we horen een jingle van een regeringsmededeling: de premier komt plechtig opgewandeld, gaat zitten achter de tafel, hij haalt zijn papieren boven, drinkt een glas water)                                      PARTIJVOORZITTER De belangrijkste speech van zijn carrière.                          Het perfecte scenario: gigantische kijkcijfers! Ideaal voor zijn herverkiezing! (leunt voorover naar de TV) Doe het, voor de partij!                                      SECRETARESSE (leunt voorover naar de TV) Doe het, voor mij!                                      HELENA Voor mij hoeft het niet. Ik heb hem al genoeg gezien op TV. Ik zet het af. (neemt de afstandsbediening, wil hem wegzappen)                                      SOPHIE (pakt de afstandsbediening van haar af) Laat opstaan. Ik moet het zien, om het te kunnen geloven.                                      ALEXANDER (kijkt de zaal –dus de camera– strak aan, praat ook zo) Goedenavond, beste burger.  Ik val via de TV bij u binnen, maar ik zal niet lang misbruik maken van uw gastvrijheid. Ik heb een mededeling te doen, die niet bij iedereen in goede aarde zal vallen.                                      SOPHIE Dat valt mee: het is niet in rijm.                                      ALEXANDER Door een ongeval was ik even buiten strijd. Onmiddellijk werd gezegd dat de eerste minister zijn geheugen was kwijtgespeeld: tijdelijk – of misschien wel definitief. Velen van de oppositie dachten, nee hoopten daarmee voor eens en voor altijd van mij af te zijn.                                      PARTIJVOORZITTER Correct! Goed bezig!                                      ALEXANDER Meneer De Wilde zag zijn moment van glorie al aanbreken. Zo gaat dat: de een zijn dood is de ander zijn brood.                                      PARTIJVOORZITTER Die zit! 1–0! (de glazen klinken, hij drinkt)                                      SECRETARESSE Mijn baas! Die van mij! (ze drinkt)                                      ALEXANDER Raar maar waar: zoals u ziet sta ik weer klaar, klaar voor de strijd, tot grote spijt van wie het benijdt.                                      SOPHIE Shit, hij begint weer.                                      HELENA Ik ga slapen. Ik kan daar niet tegen. (ze draait van de TV weg, wil afgaan)                                      ALEXANDER Beste burger, ik heb een vraag: vindt u dit ook zo vervelend?   (Helena stopt in het deurgat, draait zich om, blijft luisteren)                                      SECRETARESSE Wat zegt hij nu?                                      ALEXANDER Ik wel. Stomvervelend. Dus: tot zover de officiële speech. (hij gooit zijn papieren de lucht in)                                      PARTIJVOORZITTER Wat is die nu aan het doen?                                      ALEXANDER (zijn pose is plots meer ontspannen, hij improviseert hoorbaar) Ik had nog tien bladen vol met van alles, waarvan mijn partijvoorzitter denkt dat jullie dat graag horen: de sterkste slogans, de mooiste beloftes, het paradijs op aarde, nu, volledig gratis. Jullie kennen dat intussen allang uit het hoofd.                                      PARTIJVOORZITTER Wat is die verdomme aan het doen?                                      ALEXANDER Genoeg daarvan. Genoeg gelogen. Wat zou er gebeuren als we voor één keer eens de waarheid zeggen? Zijn jullie er klaar voor? De waarheid is: ik ben nog niet genezen! Verrassing! Ik deed maar alsof. Theater! Dat was de enige manier om vandaag op TV te komen, met jullie te kunnen spreken. Meneer De Wilde heeft groot gelijk: ik ben mijn geheugen kwijt.                                      SECRETARESSE Dàt had ik niet zien aankomen.                                      ALEXANDER Ik weet niet wanneer mijn geheugen terugkomt, ik weet zelfs niet of het ooit terugkomt, maar daar trek ik mij niks van aan, geen bal. Want je verliest veel, maar je wint ook veel: door mijn black-out had ik de ruimte in mijn kop om eens goed na te denken over waar ik mee bezig ben.                                      SOPHIE Ma, hoor je dat?   (Helena kijkt gebiologeerd naar de TV)                                                                  ALEXANDER Ik dacht, als succesvol politicus, dat ik goed wist wat winnen is. Maar ik wist er niks van, geen bal. Misschien begin ik er eindelijk iets van te snappen, hopelijk niet te laat.                                      PARTIJVOORZITTER Nee, nee, nee… (toetst gejaagd een nummer in op zijn telefoon)                                      ALEXANDER Ik heb nu pas aan de lijve ondervonden wat verliezen is, alles verloren zijn: niemand kennen of herkennen, ook jezelf niet. Geen herinneringen meer om te delen, met niemand op de wereld…                                      SECRETARESSE Ik zie dat toch wel graag als een man zo is, zo kwetsbaar…                                      ALEXANDER … geen verleden hebben, dus geen toekomst. Als je niet meer weet vanwaar je komt, weet je niet meer waar je naartoe moet.                                      SOPHIE Niet te heavy, hé pa.                                      HELENA Stil, engeltje.                                      PARTIJVOORZITTER (roept in de hoorn) Neem op, neem die telefoon op!                                                       ALEXANDER Geheugenverlies is niet het ergste verlies: het ergste verlies is dat je een plaats cadeau krijgt aan het hoofd van een familie, aan het hoofd van een land, en je totaal vergeten bent wat je daar allemaal mee kan doen.                                      PARTIJVOORZITTER (in de telefoon, dringend) De voorzitter hier! Kom ertussen! Hou hem tegen!                                      ALEXANDER Het ergste verlies is dat je familie je liever naar het werk ziet vertrekken dan thuiskomen.                                      PARTIJVOORZITTER Kan me niet schelen hoe, doe iets! Zeg dat er een storing is, trek de stekker eruit, stop die speech!                                      ALEXANDER Het ergste verlies is dat ik jullie, de mensen wiens vertrouwen ik heb gekregen, gewoon blaasjes wijsmaak, een gezond leven beloof, en werk voor iedereen, als dekmantel om te kunnen besparen en belasten…                                      PARTIJVOORZITTER (staart naar TV) Nee! Niet correct…                                      ALEXANDER Zo win je stemmen. Maar om echt te winnen moet je de ballen hebben de waarheid toe te geven. Moet ik hier op TV tegen jullie zeggen dat ik geen herverkiezing wil, geen tweede ambtstermijn, omdat ik het gewoon niet verdien.                                      PARTIJVOORZITTER (kreunt) Zet dat af, zet dat af…                                      ALEXANDER Dat ik mijn post van premier, van politicus verlaat, hier en nu, voor altijd. Dat is geen groot verlies. Ik wil niet in de weg staan van iemand anders, iemand beter. Iemand die eerlijk is.                                      PARTIJVOORZITTER (in de hoorn) Laat maar. Te laat.                                      SECRETARESSE Ben ik nu mijn werk kwijt?                                      PARTIJVOORZITTER Wat dacht je? Jij niet alleen… (beent nijdig de kamer uit)                                      ALEXANDER Als ik op TV kom is dat om mijn vrouw iets te vragen dat ik, onder vier ogen, in geen honderd jaar durf vragen: dat ik wel een herverkiezing wil hier thuis, een tweede ambtstermijn in ons huwelijk – hoewel ik dat misschien ook niet verdien… Ik begin opnieuw, van nul af aan. Maar dan goed: ik zet alles op alles – tweede keer, goeie keer. Helena, ik ben niet meer van plan op jou te besparen, of je te belasten. Deze keer mag jij mij belasten – ik zal jouw lasten proberen dragen.                                      SECRETARESSE Spijtig! Na zo een speech was hij zonder probleem herkozen. Alle vrouwen zouden op hem stemmen.                                      ALEXANDER Ik wil niet meer de premier zijn van iedereen. Helena, ik wil alleen jouw premier zijn.                                      SOPHIE Zeg pa, is dat er niet een klein beetje over?                                      HELENA (staart ontroerd naar de TV) Boh…                                      SOPHIE Zeg niet dat je dat graag hoort.                                      HELENA (idem) Boh…                                      SOPHIE (lachend) Ben je niet beschaamd, ma!                                      ALEXANDER Ik weet nu wat winnen is. Hoe goed het voelt als je terug kan winnen wat je kwijt was gespeeld. Als je je plaats terugvindt, als je thuis weer welkom bent, zoals je kan zien in de ogen van je vrouw en in die van je dochter...                                      SOPHIE Laat mij d’r buiten, pa.                                      ALEXANDER Dat heb ik uit die black-out geleerd. Dat knoop ik vanaf nu in mijn geheugen. Iemand slimmer dan ik schreef: “Er is niets verloren als je de moed hebt toe te geven dat alles verloren is en je opnieuw moet beginnen”.                                      SOPHIE Stop maar ouwe, niet te sentimenteel.                                      ALEXANDER Doe me een plezier, beste burger, en laat je niet meer voor de gek houden. Kies een betere premier. Geen klootzak. Van mij heb je geen last meer, van mij ben je af. Tot nooit meer.                                          SECRETARESSE Dat zal wel, binnen een jaar of twee – de politieke comeback van de premier! (ze toost met haar glas)                                      ALEXANDER                          Ik dank u voor uw welwillende aandacht.                                      SOPHIE Ik zal het morgen weer kunnen uitleggen op school… (ze zet haar koptelefoon op, legt zich neer om te luisteren naar haar muziek, het licht gaat traag uit)                                    ALEXANDER                          (houdt zijn hand afwerend op) Moment! (het licht gaat weer aan) Ik was het bijna vergeten. (grijnst) Black-out! Ik ben nu werkloos en ik moet toch wel een beetje geld verdienen voor mijn familie. Anders zal mijn tweede kans in de liefde rap gedaan zijn. Beste burger, wilt u nog méér waarheid te weten komen? Binnenkort vindt u in de boekhandel mijn autobiografie, het verhaal van mijn leven – alleen van de laatste tien dagen helaas, verder reikt mijn geheugen niet. Vandaag maak ik dan toch één belofte: in mijn mémoires vindt u zeker onthullingen, die voor bepaalde politici beter het daglicht niet zouden zien! Dat wil zeggen: fin de carrière!                                      SECRETARESSE Ik denk dat de voorzitter misschien toch iets te vroeg is weggegaan. (ze staat op en gaat snel af)                                      ALEXANDER Doe nu het licht maar uit.   (het licht gaat traag uit)                                      HELENA (houdt haar hand afwerend op) Moment! (het licht gaat weer aan) Het laatste woord is voor mij. (ze trekt de koptelefoon van Sophie’s hoofd) Engeltje!                                      SOPHIE Ma! Wat is er?                                      HELENA (glimlacht, zo breed als enigszins mogelijk is) Zoals ik al zei: het is zover. Papa komt eindelijk thuis.   (donkerslag)     EINDE

Hazelof
10 1

Schrijftaal ? spreektaal ? dialect ? ( ge meugt gerust zen )

Hedde tal gehoord? Verleden dinsdag zat ik bij Chantal int café. Ineens loept daar een grote rat de frituur van dikke Guy langs achter buiten recht het café binnen. Dat was daar een gekweek en gedoe. Een geroep en een getier. De Laenen zat er me nen borstel achteraan. Chantal die wier zot. Ze dacht da speelt dieje nooit kleer. Het succes was novenant. Aloïs begon al lelijk te doen. Die zijn keers was bijna uit. Tripel van Westmalle die kunnen daar niet tegen. Zuiver voor de commerce. In café ‘in de Volksvriend’ daar worden ze opgedaan. Da was geen aardigheid in diejen tijd.             Ge meugt gerust zijn. Lachen dat die dee. Da’s iet aarig ze, een rat. Goe zat allemaal. Dieje is er afgevallen. Da was t’een en t’ander. Just op tijd. Gustje was ze weer aant plagen. Da gezaag zal sebiet wel gedaan zen, zei ze. Toen wast vat af. Genne De Keuninck nie meer. Chantal belde naar Louis van café ‘ De Pelikaan’ Wulle met dat leeg vat naar den overkant. Rolt er nie mee of ge ga wa voorhebben zei Louis. Dieje loempe van de vakbond van z’n kloten maken Veul te zwaar. Dieje is dan ook geboren op 1 april. Alleman zat. Den dag van heden mag da allemaal. Op ne werkdag lopen ze al van t’een café naar tander, oep ne werkdag hè. Goe gelachen wel.             Iet anders. Ik heb ne nieve caravan. Als k het kraantje in da keukentje openzette begon toilet te lopen.. Da darmpke zal verkeerd. Iet later stond de schuif onder de poempbak, met bestek, ge weet wel, helemaal vol water. Vloeken jongen, vloeken. Na zat er een ander darmpke los. Veel gezever mee gehad. Dieje verkoper stamp ik onder zenne put da de ballen in’t rond vliegen. Da’s veel beter dan een Rapido plooicaravanneke. Na moet ik wel naar de keuring want de nieve is meer dan 700 kilogram. Chance da we in Hühnerscheid genne regen hemme gehad. Da’s Luxemburg nie ver van Bastogne. Kelly had voor niks greppeltjes gegraven. Hoe loemp kunde zen? Veurige keer hadde we regenweer. Niks dan modder. Klote weer en problemen met gasvuur. Een steekvlam van zeker drei meter. Da darmpke zat geplooid. Bekan heel de voortent weg. Da’s nylon, hè da zeil. Nog nooit zoveul sigaretten meegebracht. Die camions konden allemaal aan de kant. Met ne caravan konde gewoon door. Den Opel Vectra is wel aant verslijten. Di van ons zegt dat geld op is.             Ik hem gehoord dat de Léon bekan met visbak en al de vort ingeduikelt is. Voorover, recht erin, bekan. Die kan nie vissen met den haak. Neen, neen ne meerval. Genne snoek. Verkeerd aas. Hoe loemp kunde na zen. De miserie van een ander daar zijn we nie mee gediend. Da maakte mij nie wijs. Ja, ja, café Arizona was om drei uur nog open. Ge meugt gerust zijn.

Hubert Grimmelt
0 0

De moeilijke bevalling

doktoor            Ja, Miriam ... 't is weer van dat!                         Mevrouw Debuck en haar man zijn zopas de spoedafdeling binnen-                         gekomen!                         En het moet natuurlijk weer tijdens mijn shift gebeuren, hé!!                         Elk jaar hebben ze mij liggen!                         Elk jaar!!!                         En iedere keer slaagt Dr. Schellekens erin,                         om nét dan met vakantie te gaan!                         Iedere keer!!!                         Als hij die natuurramp daar in Thailand heeft overleefd,                         ga ik hem toch eens goed zijn les spellen!                         Ik heb ook recht op een gezellige kerstavond!!!   Mr.Debuck        Ah, goedenavond, mijnheer doktoor.                         Zeg, hebt u dat gehoord van die tustami-toestanden in Thailand?                         Die doktoren ginder gaan daar meer werk hebben dan u, zunne!                         Maar allez, ik ben hier met mijn vrouw, en ik denk dat het niet lang                           meer gaat duren, want ze voelt al hevige krampen!   doktoor            Bon, en wat gaat het deze keer zijn ...   Mr.Debuck        Ze wil mij ook niks zeggen, mijnheer doktoor.                          Het moet een verrassing blijven! Ge kent ze, hé!   doktoor            Ge kiest wel uw momenten, zunne!                         Altijd op kerstavond, en altijd tijdens mijn dienst!! Chapeau!!!   Mr.Debuck        't Is omdat de natuur het zo wil hé, mijnheer doktoor!                          Enfin, al de andere zijn er goed uitgekomen,                          dus 't zal nu ook wel gaan, zekers?   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!   doktoor            Vlug, naar de bevallingszaal ermee!                         Seffens maakt ze dienen ouden dementen bok van kamer drie wakker,                         en dan zijn we gegarandeerd weer vertrokken voor een paar uur!!!   Mevr.Debuck    Schatje, ge moet meekomen!   Mr.Debuck        Mag ik, mijnheer doktoor?                         Ge weet dat ik alles graag op film zet, voor ons video-dagboek!   doktoor            Wat hebt ge de vorige drie keren gedaan?    Mr.Debuck        Euh ... ik ben meegegaan naar binnen.   doktoor            Awel, waarom vraagt ge 't dan nog?!                         Doe alsof dat ge thuis zijt,                         moeten we geen muziekske voor u draaien?   Mevr.Debuck    Kaëll!                         Schatje, dat nummer van Bart Kaëll!!!   Mr.Debuck        Ge hebt toevallig de Marie-Louise niet liggen, mijnheer doktoor?   doktoor            Zeg, we gaan dat hier wel een beetje vooruit laten gaan, hé!                         Ik zou vanavond toch veel liever een gevulde kalkoen gaan eten,                         in plaats van er hier één open te moeten snijden!   Mr.Debuck        Opensnijden?                         Oh nee, nee, nee, nee, nee!!!                         Mijn vrouw is Europees kampioene bodybuilding,                         dus er mogen zeker geen littekens overblijven!                         Het moet op de natuurlijke manier gebeuren!   Mevr.Debuck    Laat hem niet snijden hé, schatje!   doktoor            Allez, voor de vierde keer op rij Europees kampioene, dus. Proficiat!   Mr.Debuck        Ja, en volgend jaar neemt ze deel bij de venten!   doktoor            Awel, begin dan maar te persen hé, Mevrouw Debuck!   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!!   doktoor            Miriam, hou de emmer klaar, daar komen de eerste twee!                         ...                         Hebt ge ze opgevangen?                         ...                         Goed, daar zijn de volgende drie, pas op!   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!!!   doktoor            OK, nog ééntje, en dan is 't gedaan!   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!   doktoor            Eindelijk, ik kan naar huis!   Mr.Debuck        Hoeveel zijn het er?   doktoor            Twee meer dan vorig jaar, en voor de allerlaatste keer;                         de kerstcadeautjes moeten onder de kerstboom liggen!!  

Vince
0 0

De man die zijn neus verloor

Ralph              Ah, daar zie ... de Willy!                        Dat is lang geleden, zeg! Hoe gaat het ermee?   Willy               Bwaa, niet te goed.                        Ik ben mijn neus verloren.   Ralph              Allez jong, komt dat tegen!                        Had ge 't mij niet verteld, ik zou het nooit gezien hebben!   Willy               Ja, maar 't is toch een vervelende affaire, zunne.                        Ge zou eens moeten weten hoeveel mensen er mij nu verwarren                        met diene Michael Jackson!   Ralph              Gij had vroeger toch ook een aap als huisdier?   Willy               Dat beest is zeker al vijf jaar dood!                        Het was dan ook niet echt verstandig van hem,                        om altijd in de microgolfoven te slapen.                        Daar moesten gewoon ongelukken van komen!                        Zeg Ralph, gij hebt toevallig geen reserve-neus op zak?   Ralph              Goh, een reserve-neus ...                         Ik heb wel een onderbroek aan met zo'n olifantenslurf,                         maar die is zeker al twee weken niet gewassen!   Willy               Hmm, ik ben toch niet helemaal gewonnen voor dat idee.                        Pas op; niet dat ik vies van u ben, hé!   Ralph              Dan kan ik verder ook niks voor u doen, zunne.   Willy               Verdomme toch, en hoe moet ik nu vanavond mijn cocaïne opsnuiven?                        Zonder neus gaat dat niet, hé!   Ralph              Ge moogt alles zo negatief niet zien, Willy.                        Ge moet nu toch uw neushaar niet meer trimmen?   Willy               Pfft, ik ben er vet mee.   Ralph               Ik zou nochtans direct met u willen ruilen!                         Als ons Betty teveel pinten gedronken heeft,                         laat ze de hele nacht scheten!!                         De laatste keer was het zelfs zo erg,                         dat het donsdeken praktisch aan het plafond plakte!!!   Willy               Gij kent toevallig niemand die hetzelfde heeft voorgehad?   Ralph              Nee, jong.                        De zoon van mijne gebuur André is ooit wel eens zijn pink kwijt-                        gespeeld in de paté-fabriek waar hij werkte, maar ze hebben die                          teruggevonden in de Carrefour van Oostakker.   Willy               Zou ik aangifte moeten doen bij de politie?   Ralph              Denkt ge dat er iemand uw neus gestolen heeft?   Willy               Dat kan toch?! Het was een uniek exemplaar, hé!   Ralph              En wat als blijkt dat ge hem in andermans zaken gestoken hebt?                        Ik denk niet dat de flikken daarmee gaan kunnen lachen!                        Ge weet toch dat er daar een zware gevangenisstraf op staat, hé!   Willy               Is 't echt?   Ralph              Ik heb vier jaar rechten gestudeerd, zunne!   Willy               En zeggen dat ik er nog aan gedacht heb om hem af te richten!   Ralph              Ja, Willy ... het begint allemaal met een goede opvoeding, zeg ik altijd!  

Vince
0 0

Air Afghanistan

Benny              Hallo, mag ik even jullie aandacht?                         Mijn naam is Benny, en ik ben een Hollandse terrorist!                         Dus blijf allemaal lekker zitten,                         of ik schiet jullie neer met mijn Kalashnikov!!!                         Dit vliegtuig wordt gekaapt!   Mohammed     Lap, ik had al een voorgevoel dat diene rosse gene zuivere was.   Ahmed             Ik heb het sowieso al niet voor die bleekscheten,                         en zéker niet voor Hollanders.                         Ons enige geluk is dat het geen Belg is, want die zijn nog erger!                         Ze zeggen soms dat clichés uit de lucht gegrepen zijn,                         maar het tegendeel is waar.   Mohammed     Ik hoop maar dat wij niet uit de lucht gegrepen worden ...   Benny              Die twee heren daar achteraan mogen hun snaveltje dicht houden, ja!                         Leg nou gewoon allemaal effe die Koran weg, en relax folks!   Ahmed             Wat zijt gij wel van plan met ons?   Benny              Wij gaan ergens anders heen!   Mohammed     Ik denk niet dat we onze eindbestemming zullen halen, Ahmed.   Ahmed             Naar waar gaan we dan?                         Wij zijn hier wel allemaal op een Heilige Missie, hé!   Benny              Zet die plannen maar uit je hoofd, gozer!                         We zijn helaas niet op weg naar de WTC-torens in Brussel!                         Ik heb de piloot net instructies gegeven,                         koers te zetten naar een andere bestemming.                         Wij gaan met z'n allen immers lekker naar ... Benidorm!   Mohammed     Naar Benidorm??   Ahmed             Gij stukske krapuul!   Benny              En eens daar, gaan we kijken naar een optreden van Franz Bauer!   Mohammed     OMG!!!   Ahmed             Hebt gij dan echt geen enkel respect voor een mensenleven?!                         Schiet ons dan gewoon van den eerste keer dood, hé!   Benny              Ho maar!                         En met wie moet ik daar dan volksdansen?                         Toch niet in mijn uppie, zeker???   Mohammed     Volksdansen??   Ahmed             Gij stukske krapuul!!!   Benny              Sodemieter toch op, man!                         Ik heb er zelfs voor gezorgd dat jullie daar allemaal op een camping                         mogen pitten, dus wat zitten jullie nou eigenlijk te zaniken?!   Mohammed     Zouden er daar ook zitten, Ahmed?   Ahmed             Ik vrees het, Mohammed.                         Ze nesten daar zowat het hele jaar door,                         en we zullen er waarschijnlijk ook gefolterd worden:                         karaoke zingen, bingo spelen, barbecuen ...                         Die mannen kennen daar absoluut geen grenzen in,                         dat is echt klootjesvolk, zunne!   Mohammed     Ze gaan ons toch niet verplichten om sandalen met witte sportsokken                         te dragen, hé??                         Dat kunnen ze ons toch niet maken hé, Ahmed?!   Ahmed             Niet iedereen respecteert de internationale mensenrechten,                         Mohammed.   Benny              Nou beste mensen, het duurt toch nog een end voor we er zijn:                         wat dachten jullie van een deuntje? Lekker gezellig, toch?   Mohammed     Oh, Moeder Maagd Maria!   Benny              Nederland o Nederland,                         jij bent de kampioen!                         Wij houden van Oranje,                         om zijn laten en zijn doen!                         Wij houden van Oranje,                         om zijn laten en zijn doen!  

Vince
0 1

Interview met lange Bob

presentator       Vanavond werd in de hoogste klasse van het voetbal,                          de laatste wedstrijd van de 10e speeldag afgewerkt.                          Eupen haalde het daarin met 0-1 op het veld van Club Brugge,                          en blijft dus ongeslagen aan de leiding van het klassement in de                          Jupiler Pro League. De grote uitblinker bij de bezoekers vanavond,                          was opnieuw lange Bob. Met zijn treffer in de derde minuut,                          bezegelde hij het lot van de Bruggelingen.                          Onze reporter Freddy Dekeutelaere staat bij hem:                          kun je me horen, Freddy?   Freddy             Ja, we staan hier bij lange Bob en dat mag u gerust letterlijk nemen,                         want zijn scheenbeenbeschermer zou evengoed mijn surfplank                         kunnen zijn. We proberen een reactie van hem los te krijgen,                         al moet ik daarvoor de hulp inroepen van een hijskraanbestuurder,                         om de micro tot bij zijn mond te krijgen.                         ...                         Ge moogt beginnen hijsen, Martin! / over                         ...                         Hoger! / over                         ...                         Hoger! Hoger!!! / over                         ...   Martin              De micro zit vast in zijn neusgat, Freddy! / over       Freddy             Omlaag! Omlaag, Martin!!! / over                             ...                         Pas op voor die kerktoren! / over                              ...                         ...                         Ja, lap ... ik ga dat niet betalen, zunne!!! / over                             ...   Martin              Als ge 't beter kunt, Freddy, kom het dan zelf doen, hé!                         Naar waar moet ik nu? / over            Freddy             Ge zit ondertussen al in zijn linkeroor, Martin! Naar rechts!!! / over                         ...                         ...                         Zeg, gaat dat nu nog lang duren?                         We zitten wel al de hele tijd live op antenne, hé! / over   Martin              Die kraan trekt echt op geen fluit, zunne! / over       Freddy             Die kraan komt uit het bouwbedrijf van de Brugse voorzitter,                         dus da zal wel gene brol zijn! / over   Martin              De micro hangt voor zijn mond, Freddy!                         Ik herhaal: de micro hangt voor zijn mond!!!                         Vlug, stel uw vraag, voor de wind gaat liggen! / over   Freddy             Bob, hoe neem jij met jouw gestalte in hemelsnaam een douche                          na de wedstrijd?                            ...                                 ...                         Bob?                         ...                         Ik heb hem niet verstaan, Martin! Wat heeft hij gezegd? / over                              ...                         ...   Martin              Hij heeft gezegd dat hij de douches gebruikt om zijn tenen af te                          spoelen, Freddy! / over   presentator       En ik hoop dat ze daar in Brugge geen al te lange tenen hebben,                          want ik moet afsluiten; onze tijd zit erop!                          Ik maak graag een afspraak met u voor de live-verslaggeving van                          de eerste bergrit in de ronde van Afghanistan!                          Morgen is dat, vanaf 11 uur in de voormiddag.                         Tot dan!          

Vince
0 0

De Lamborghini van Laurent

secretaresse               Ah, mijnheer Vandamme, u bent er.                                    U mag een nummertje nemen, en in de wachtzaal gaan zitten.   Vandamme                 Waar ben ik? Wie zijt gij?   secretaresse               Ik ben de persoonlijke secretaresse van God,                                    en het spijt me om u te moeten meedelen, dat u zopas                                    overleden bent.   Vandamme                 Wablieft? Hoe kan dat nu?!                                    Ik ben in mijn hele leven nog nooit ziek geweest!!!   secretaresse               Rustig maar, wat is het laatste dat u zich nog herinnert?   Vandamme                 Euh ... ik was op weg naar mijn werk,                                    toen ik plots werd aangeklampt door een oudje dat me vroeg                                    om haar de straat over te helpen ... en dan ...                                    weet ik het niet meer!   secretaresse               U bent de straat niet overgeraakt, sorry.   Vandamme                 Hoe, ik ben de straat niet overgeraakt?!   secretaresse               U bent aangereden door de Lamborghini van Laurent.   Vandamme                 Welke Lamborghini? Welke Laurent?                                    Toch die onnozelaar van dat koningshuis niet, zeker?!   secretaresse               Ik zou het nochtans een privilege vinden,                                    om door koninklijk volk van de weg gemaaid te worden.   Vandamme                 Ik kan mij echt niet voorstellen dat den diene daar zou rond-                                    rijden, met al die louche bordelen in de buurt?                                    Gij vangt ze, zeker???   secretaresse               Hij reed merkelijk trager dan normaal en gelukkig maar,                                    want daardoor heeft dat oudje het ongeluk wel overleefd!   Vandamme                 Wat?! Die oude taart leeft nog???                                    Dat mens was waarschijnlijk al ver de honderd gepasseerd!   secretaresse               Ze is daarna trouwens nog gaan lopen met uw portefeuille.                                    Had ze haar kunstheup niet ontwricht door over die haag te                                    springen, de politie zou haar nooit gevat hebben.   Vandamme                 Wacht eens even ... ik herinner mij die Lamborghini!                                    Het was een gele!                                    En er zat een man achter het stuur met een grote witte baard,                                    100% zeker!!   secretaresse               Inderdaad, hij was weeral eens vermomd als de kerstman.   Vandamme                 Midden in de zomer? Bij 35°C???   secretaresse               Ik ga u hier niet alles vertellen,                                    maar hij is daarvoor in behandeling.                                    U bent zo meteen aan de beurt,                                    we wachten enkel nog op uw pro Deo-beschermheilige.   Vandamme                 Pro Deo-beschermheilige?                                    Word ik hier gedagvaard, misschien?   secretaresse               Ik vrees dat uw atheïstische levensopvattingen,                                    u de das hebben omgedaan.   Vandamme                 Mijn vrouw heeft vanmorgen wel mijn das omgedaan, hé!                                    Ze doet dat altijd!!                                    En hoe moet dat nu trouwens verder met haar?                                    Ik denk niet dat zij zonder mij kan leven, zunne!   secretaresse               Ze heeft net uw levensverzekering opgestreken,                                    en vertrekt deze avond nog met haar Italiaanse minnaar                                    richting Côte d'Azur.   Vandamme                 Onmogelijk! Ze heeft geen Italiaanse minnaar!!                                    Het is een Roemeen!!!   secretaresse               Kijk eens aan, uw tijd is gekomen.                                    U mag naar binnen, mijnheer Vandamme.   Vandamme                 Pfft, en toch blijf ik een atheïst!  

Vince
0 1

De Weg

papa                Meneer! Meneer!!!                         Sorry dat ik u stoor, maar ik moet vandaag met de kleine naar Plopsa,                         en ik ben de weg kwijt!   meneer            Ah, op stap met de zoon? Het ziet er mij ne flinken uit!                         Ge zijt content, zekers, dat papa met u naar dat kabouterpark gaat?   Ruben              Euh ... ja.   papa                Het is eigenlijk een tweeling, maar den anderen moet thuisblijven,                         want hij is gestraft!   Ruben              Jimmy heeft onzen hamster in de wasmachine gestoken!   meneer            Oei, oei, oei, dat beestje zal dat niet graag gehad hebben, denk ik.   Ruben              't Was eerst ne grijze met bruine plekken, en nu is 't ne witten ...                          zonder tandjes!   papa                Allez, Ruben, zijt ne keer stil, anders versta ik meneer niet!   meneer            De weg naar Plopsaland, dus ...                         Dat is toch nog een eindje van hier, zunne.                         Ge rijdt door tot aan die verkeerslichten daar, en dan slaat ge rechtsaf.                         Nee!!! Nee, sorry ... naar links! Eerst naar links!!   papa                Ge zijt het toch zeker, hé?   meneer            Ja, ja, en dan rijdt ge onder de spoorwegbrug, voorbij de bedelaars!   Ruben              Papa, wat is dat een bedelaar?   papa                Dat is iemand die niet naar Plopsaland gaat.   meneer            Als ge er één omver kunt rijden,                         moogt ge zelfs 25 euro van uw belastingen trekken!                         Ik heb zo al 150 euro bespaard, en 't jaar is nog maar net begonnen!                         Mais enfin ... daarna is 't gewoon rechtdoor, tot aan Jenny's,                         dat bekend hoerenkot, waar prins Laurent ooit nog geweest is!   Ruben              Papa, wat is dat een hoerenkot?   papa                Dat is Plopsaland voor de grote mensen.   Ruben              Zouden Gert & Samson daar ook zitten?   papa                Gert wel, Samson niet.   Ruben              En waarom Samson niet?   papa                Ruben, alstublieft, hé! Ge gaat niet beginnen zagen, hé!!!                         Bon, waar moeten we heen, als we bij Jenny's zijn aangekomen?   meneer            Dan is 't niet ver meer, zunne, ge draait mee naar links,                         en als ge die baan ne kilometer of twee aanhoudt,                         komt ge uit op een rotonde.                         Pas wel op, want er lopen daar enorm veel heroïne-junkies rond!   papa                Wat doen die daar?   meneer            Die lopen gewoon rond diene rotonde, nen helen dag lang!   Ruben              Papa, wat is dat een heronine-junkie?   papa                Dat zijn mensen zonder tandjes, gelijk onzen hamster.   Ruben              Hebben ze die dan ook in de wasmachine gestoken?   papa                Gaat ge nu een keer uw mond houden, ja!                         Ik kan ook direct naar huis gaan, als ge dat liever hebt!!!   meneer            Ge zou toch niet willen dat die Supernanny bij u moet komen,                         hé manneke?   Ruben              Bwaa ... nee, zunne! Met al haar domme stickers!!!   papa                We hebben dat mens al over de vloer gehad,                         en dat was absoluut geen succes!                         Het heeft zeker nog een maand geduurd,                         tegen dat ze terug wenkbrauwen had!!!                         Enfin, is 't dan nog ver, vanaf die rotonde?   meneer            Nee, er staat daar een verkeersbord, dat u direct naar de parking leidt!   papa                Allez, merci hé!                        We zijn ermee weg, hé Ruben! Zwaai nog maar een keer!                                                 ...   meneer            Stop! Stop!!! Ik ben gemist! Ge zijt op weg naar dat nudistenkamp!                         Ze dragen daar ook allemaal ne kaboutermuts!  

Vince
0 0

Het Keepersprobleem

trainer             Amai!                        Ik begin mij serieus af te vragen of jullie eigenlijk wel kunnen shotten!                        Dienen eersten helft trok op niks!!!                        Allez zeg ... 20 tegendoelpunten op amper drie kwartier! 20!!                        Seffens gaan ze nog denken dat ik foefel, gelijk diene Chinees!   Berten             't Is de keeper zijn schuld! Hij heeft ze allemaal binnengelaten!!!   trainer             Ja José ... 't is niet echt uw dagske hé, vandaag?                        En ge zijt aan 't flirten met een rode kaart, zunne!   Berten             Hij was aan 't flirten met die blondine van de cafetaria, ja!   José                 Zeg, bemoeit u een keer met uw eigen affaires!   Berten             Ik heb geen affaires nodig!                         Ik heb mijne Lyndsey!!!   José                 Pfft, wie heeft er uwe Lyndsey nog niet gehad?   Berten             Hou mij tegen, of ik geef hem een lap op zijn smoel!   trainer             Gaat dat hier nu bijna gedaan zijn, ja!                         En laat José los!!!                         We hebben maar ene keper, zunne!   Berten             En waar is Frankie dan?                         Normaal staat die toch in de goal??   trainer             Frankie heeft vanmorgen een accidentje gehad op zijn werk.                         Mijnheer is zo slim geweest om met zijn handen in de vleesmachine                         te zitten, met als resultaat: nen afgekapte pink, in een doosje met                         paté!   Berten             Zelfs zonder pink is hij nog beter dan diene vliegenvanger, zunne!                         Bel hem maar vlug op!   trainer             Dat zal moeilijk gaan, want hij is nu samen met zijn pa alle Carrefours                         van 't land aan 't afrijden, op zoek naar dat stukske vinger!   Berten             Dat wil dus zeggen dat wij hier de rest van de wedstrijd met dat                         interim-keeperken verder moeten, of wat?!   José                  Ik kom wel van Cruijff's interim, hé!                         En moest het aan mij gelegen hebben, ik zat hier niet!                         Ik wilde eigenlijk werken in den bouw,                         maar ze hebben mij gezegd dat die markt op zijn gat ligt!   Berten             En 't is niet 't enigste dat op zijn gat ligt!   José                 't Zou al stukken beter gaan, moest gij niet constant in de weg lopen!                         Ik zie daar geen bal vanuit mijn positie!!!   Berten             Ze hebben er nochtans genoeg binnen geschoten!   José                  Ik moet geen lessen hebben,                         van iemand die in de eerste helft bijna een own-goal heeft gemaakt!   trainer             Zeg, gaan jullie twee hier blijven leuteren, of hoe zit het?!                         José jongen ... ik versta dat toch niet goed, zunne!                         Die mensen van het interim-kantoor hebben mij nochtans gezegd,                         dat gij ooit op stage zijt geweest bij Jean-Marie Pfaff!                         Het is nondedomme daarvoor dat ik u gekozen heb!!!   José                 Pfft, Pfaff!                         Ik heb daar niks van geleerd, zunne!                         Hij heeft mij trouwens verteld dat de enige ballen die hij ooit gepakt                         heeft, die van een véél te opdringerige Will Ferdy waren.                         De rest was gewoon dikke chance!   trainer             En ge hebt daar niets anders van opgestoken?   José                 Buiten enkele haartips ... nee, niks.   Berten             En zelfs die hebt ge blijkbaar niet goed verstaan!   José                 Hij heeft die haartechnieken wel aan de universiteit geleerd, hé!                        Van mij is 't nog maar den eerste keer!!!   trainer             Bon, we moeten weer gaan shotten!                         Als ge allemaal een tandje bijsteekt, is 't misschien nog niet verloren!                         Komaan José, werk aan de winkel!                         Keepershandschoenen aan, en krulspelden uit!!  

Vince
0 0

De Bloedtransmissie

De Bloedtransmissie   Pascal              Maar wie dat we hier hebben, zeg!                         Het beroemdste varken van België!!!   Geoffry             Daar zie! Daar zie! De Pascal!!!   Pascal              Ge brengt ook een bezoekje aan de veearts, zie ik?                         Ik hoop dat het niet te ernstig is?   Geoffry             Nee, nee, ze gaan gewoon mijne krulstaart wat bijknippen. En gij?   Pascal              Ah, ik word vandaag besneden.                         Pas op; enkel om medicinale redenen, zunne!                         Zeg, koerst gij nog?   Geoffry             Ja, ja, ik heb vorige week Nico Mattan nog geklopt in Gent-Wevelgem,                         met snuitlengte voorsprong!   Pascal              Allez, chapeau!                         En hoe gaat het met de rest van uwen varkensstal?   Geoffry             Goed, alleen met Margot gaat het wat minder.   Pascal              Margot? Ken ik die?   Geoffry             Kent ge de zus van Emilie haar nichtje?   Pascal              Die rosse zeug met haar moustache?   Geoffry             Awel, de tante van hare beste vriendin!   Pascal              Ah, de die! Wat is er met haar gebeurd?   Geoffry             Den boer heeft gisteren haar keel overgesneden!   Pascal              Amai, zeg! Hebben ze er koteletten van gemaakt?   Geoffry             Ze is uiteindelijk op den barbecue terechtgekomen, ja.   Pascal              Daar gaan ze wel een heel jaar van kunnen eten, zunne!   Geoffry             Ja, maar ... het beste moet nog komen!                         Weet ge wat hij nog heeft gedaan?   Pascal              Nee.   Geoffry             Hij heeft dat allemaal gefilmd, en op internet gezet!   Pascal              Wablieft?! Op internet?! Gruwelijk, zeg!!!                         Welk varken met gezond verstand zou daar naar kijken?   Geoffry             Ge zou nog verschieten!   Pascal              Waar gaat dat toch naartoe met de wereld?                         Ik begrijp dat toch allemaal niet, zunne!   Geoffry             Tja, dat is de Westvlaamse hormonenmaffia hé, die daarachter zit.                         Ge kunt daar toch niks aan doen, zunne.                         Die mannen worden politiek beschermd, hé!   Pascal              Zeg, over hormonen gesproken ...                         Mijn neefke zou ook graag beginnen koersen.                         Gij kunt toevallig aan niks geraken?                         Allez, ge weet wel ... in verband met zo'n bloedtransmissie.   Geoffry             Shhht! Ge moet daar mee oppassen, zunne!!                         Als ze u pakken, is 't meteen gedaan!!!                         Ge wilt toch niet eindigen zoals Margot, hé?!   Pascal              Nee, nee ... sorry.   Geoffry             En hoe oud is dat manneke?   Pascal              Een jaar of vijftien.                         Maar hij heeft wel al stevige kuiten, zunne, voor zijn leeftijd!   Geoffry             Ja, dat kan goed zijn, maar heeft hij al ne koersvelo?   Pascal              Nee, dat heeft hij nog niet.   Geoffry             Dat hij dan eerst een keer daarmee begint, hé!                         Bon, ik mag naar binnen, 't werd tijd!                         Allez, Pascal, tot de volgende?   Pascal              Zeg, Geoffry ...                        Weet ge dat gij op uw achterwerk een grote zwarte vlek hebt?   Geoffry             Pfft, dat is zo'n domme tatoeage van die dwaze kunstenaar,                         maar bij mij is die natuurlijk mislukt, omdat mijnheer strontzat was!                         Geef mij maar de wielersport, in plaats van cultuur!                         Dat is pas voor echte varkens!!!  

Vince
0 0

Het alfabeth van een rekenmachine

“Ah, hey, alles goed? Is dat uw middelste dochter?” “Nee, de oudste.” “Hoe oud ben je?” “Ik ben zestien.” Ogen zo groot als mandarijnen weerspiegelen het ongeloof. “Je lijkt hélemaal geen zestien.”   Een gezichtsuitdrukking lijkend op een nakend onweer verschijnt op mijn gelaat. Zelf denk ik steeds: ik heb nog NOOIT iemand gezien die op een getal lijkt. X of O-benen zijn leesbaar, maar een leeftijd … Waarschijnlijk voldoe ik niet aan de maatstaven van een doorsnee tiener, waardoor er andere leeftijden te pas en te onpas op mijn hoofd worden geplakt. Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Is ons alfabet samen met de ijskappen aan het smelten of wensen mensen liever de taal van een rekenmachine te spreken? Wie zal het zeggen, wie zal het weten? Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Op school hebben kinderen en jongeren maar één doel: een zo hoog mogelijke score behalen. Het beheersen van de leerstof en het vergaren van kennis zijn overbodig. Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Schreeuwend van de pijn, huilend van miserie … Hoeveel is uw pijn op een schaal van tien? Zelfs in het ziekenhuis spreekt men niet meer van weinig – gemiddeld – veel – ondraaglijk. Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Succes is niet langer meetbaar aan de hoeveelheid geluk, maar aan het geld dat er mee te verdienen is. Aan een auteur wordt steevast gevraagd hoeveel boeken hij heeft verkocht. Terwijl, kan je getallen voelen? Nooit zal er worden gevraagd wat het doet met je persoonlijkheid. Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Het is een wereldwonder dat de spiegelindustrie nog niet failliet is gegaan, want mensen kijken niet langer naar glas om te weten of ze dik of dun zijn … Enkel het getal op de weegschaal bepaalt het zelfbeeld. Terwijl, als ze vroeger hadden beslist dat 2000 gram gelijk stond aan 1 kilogram … dan woog iedereen de helft minder en zagen ze er toch identiek hetzelfde uit? Een weegschaal spreekt luider dan hetgeen we zien. Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Een gerecht in een restaurant, een meisje op het strand, een jongen in de bar, een citytrip … alles wordt gewogen en gemeten … Hoeveel krijgt het op tien? Want tegenwoordig wordt alles in cijfers uitgedrukt.   Zijn we zover gekomen dat alles in ons leven enkel nog draait om cijfers … om het aantal likes op Facebook? Kunnen we niet gewoon weer onze gevoelens en gedachten uiten via woorden, niet afmeetbare handelingen, met een glimlach of een traan? Want tegenwoordig worden alle woorden ingeslikt en gereduceerd tot een zwijgend niets.

Mille Vermeulen
1 0

Gebaseerd op herkenbare feiten

‘Uw hand in de mijne.’ Het klinkt zo ongelooflijk onnozel normaal. Een evidentie, die zo evident is geworden dat de schoonheid ervan vaak vergeten wordt. De aanraking verloren en de essentie van ‘graag zien’ voorbij. Hij is vertrokken. Na al die maanden, eindelijk met heel zijn hebben en houden mijn hoofd uitgestapt. Ik zou moeten huilen maar ik voel niets.Of neen, ik voel niet niets, maar het voelt niet zoals ik dacht dat het zou voelen. Ik ga niet dood ofzo. Het is eerder een soort teleurstelling, maar dan zo eentje van de ergste soort. Misschien was dood wel minder erg geweest, want dan had ik effectief niets gevoeld. Nu is er enkel een zeurderige leegte. Eén die vreemd genoeg verschrikkelijk vol aanvoelt. Kent ge dat? Dat uw lichaam niets meer wil voelen, maar dat uw hoofd dat niet toelaat? Ge zoekt de uitknop van uw brein, maar die zijn ze bij fabricage vergeten aan te sluiten. Tot dan ineens toch alles donker wordt. En stil. En dan zijn ze daar ineens aan de horizon: die wolken. Het zijn geen kwade, grijze wolken. Neen, ze zijn zacht en roze. Er komt geen regen uit, wel fijne en warme zonnestralen die mijn ziel opwarmen.Een nieuw begin. Nog een beetje wankel op mijn benen, maar ik sta er wel. Er vliegen vogels om mijn hoofd in alle kleuren. In’t begin wilt ik ze wegjagen met al hun storend getjilp. Maar als ik dan begint te luisteren, dan hoor ik ineens dat ze een gevoelig liedje zingen. Een liedje alleen voor mij. Een liedje dat klinkt als het frisse jonge meisje dat ik ooit was. Ik zou zo graag nog eens echt verliefd zijn, in de positieve zin van het woord. Op wie maakt op zich niet uit. Gewoon dat gevoel hebben alsof ik voor de eerste keer de zon zie. Ik kijk er recht in en mijn ogen zijn verblind, maar ik kan er niet mee stoppen. Zo schoon is het. De mooiste verslaving der verslavingen. Mijn benen worden week en ik kan niet meer stappen, terwijl ik in mijn hoofd vlieg. Totaal verloren en toch de weg kennend. Intuïtief op het onbekende doel af.Iemand zijn hand vasthouden, gewoon omdat het kan. Omdat dat niet doen, een gemiste kans zou zijn. Een fout die ik mezelf nooit vergeef als ik er naast zou grijpen. Naast die hand. Ik vind het verschrikkelijk moeilijk om verliefd te zijn. Het is eigenlijk de grootste ramp die mij kan overkomen. Het neemt mijn hele ‘zijn’ over.Onzekerheid wordt een evidentie, zelfzekerheid slechts een vage herinnering.Als ik mezelf niet te dik vind, dan voel ik me zeker wel oninteressant. En als het de twee voorgaande zaken niet zijn, dan is er vast en zeker wel iets anders wat er mis is met mij. Niet goed genoeg, een tweede handsje. Een tweede Ansje. Het is de angst. Het maakt alles kapot en een leven vlak. Angst dat mijn langzaam net opgebouwde ego weer ineen zal stuiken als een kaartenhuis. Angst om op mijn bek te gaan. Mijn gezicht, maar ook mijn zicht te verliezen, verblind door liefde.Angst voor wat gaat komen, voor het onbekende. Xenofobie voor liefde zeg maar. Ze verteert alle positivisme die verliefdheid normaal met zich meebrengt. En dan staat gij daar, totaal overwacht. Onwetend, maar toch wetend. Drie dagen krijgt ge. Drie dagen moogt ge mijn hart vasthouden. Daarna moet ge het teruggeven. Meer dagen kan ik niet zonder, want zonder kan ik niet leven. Zonder kan ik niemand nog graag zien. En eerlijk, wat is een leven zonder graag zien? Wat is een mens zonder een hart om graag te zien?Drie dagen moogt ge er naar kijken en het koesteren.Tenzij ge er goed voor zorgt natuurlijk, dan moogt ge het misschien wat langer vasthouden. Mijn hart.Meer durf ik u voorlopig niet beloven.

Ans DB
0 0

Agonie van lust

Ik hoor geschreeuw, geroep en getier. Geklepper onder mijn voeten, veroorzaakt door schoenen die geen kracht meer hebben om de voeten te dragen. Ik hoor gespuis, geruis, geborrel en weer geschreeuw. Zeg me dat je het ook hoort? Zoals een boot die me weg doet drijven, weg van wezenlijkheid, zo ben jij niet de zeilen, maar de zee. Drijft me met de stroom naar waar jij wilt mee. Door stormen, laat jij golven oprijzen en kapseist mijn boot, terwijl ik vasthou aan wat er nog valt vast te houden, maar nader de kustlijn met lege handen. Alles blijkt weggespoeld. Ik kan niet overleven met niets. Ik zou niet kunnen overleven zonder pijn, wat pijn doet, doet leven. Ik weet dat je er bent, ik weet dat je er nog bent. We zullen altijd weer dat verlangen naar wat slecht voor ons is. Ik kom uit dagen waarin pijn slechts bijzaak was, een middel om meer te genieten van genot. Appreciatie voor alles wat goed voelt, toon je met leed. De agonie van lust, de doodstrijd met verlangen, het lijdzaam begeren. Ik wacht op je, zoals geëxalteerde mannen die wachten op hoeken van straten, op meisjes die veel te jong zijn en veel te onbevangen, met veel te lange haren en veel te korte rokjes op veel te late uren. Hoeken van doodlopende straten, plaatsen waar ik steeds opnieuw in lijk te verdwalen. Ik loop dood op vragen. Ik raap de brokstukken, herbouw het wrak met de overblijfselen, lijm ze aaneen met genoegen, hoop dat het genoeg is. Je jaagt driften na en verdrinkt me dan. Dompelt me onder in wat jij noemt het mooiste wat er bestaat. Sirenenzang en ik ben de enigste die het hoort. Wat zou je doen als je jezelf zou zien verdrinken?   Ik weet niet waar te beginnen. Al sinds jij er was, verzamelde je mijn tranen, de zoete en zoute. Je blik deed me lachen, nochtans wist ik dat ik langzaam aan, verteerd werd door jouw vermogen. Dit zou niet mogen, zou niet hebben mogen. Alsof de greep van een kat de vogel jouw te pakken kreeg, greep je me vast met  lange scherpe nagels. Spijkert me vast aan een plafond vol dode en levende vliegen en ik spartel en doe of ik ook vlieg. Listig heb je me daar gehangen, mijn lichaam is vrij maar toch zo bevangen. Kan nergens heen, zelfs niet in gedachten. Ik heb leren toevlucht te zoeken in het wachten op hoop of wanhoop. In jouw grimas zag ik je tanden blinken wanneer je mijn haren door het slijk sleepte en met een wortelrasp de sproeten van mijn huid dacht te kunnen ontdoen. Toen ik zei dat tijd alles beter zou maken, kon je niet wachten, je kon niet wachten op seconden, minuten of uren. Jij wou niet leven in dagen van weken of jaren. De tijd was niet voor jou gemaakt. Je besloot tussen nachten te leven, sloeg dagen over en bewoog urenlang niet. Soms koos je zwart, dan blauw dan roos en weer zwart. Mijn lichaam vertoonde rode, gele en groene vlekken, verouderde blauwe plekken, die soms nooit blauw waren geweest. Zo raakte ik in de war met de tijd en met jou. Je liet me denken of tellers van wijzers, niet meer telden, tijd niet telden, soms wij niet telden, wij niet wijs werden van tijd.   Waarom een nee? Waarom een na als er een ja te krijgen valt? Waarom een ‘niet doen’ als het toch te doen is? Waarom afblijven als alles zo leuk is om aan te raken, tegen jezelf te voelen, je tong en jezelf er tegen te schuren? Schreeuw ja! Ik pers een ja uit. Een vroeggeboorte van wat nooit geboren zou mogen worden. Maar, nu galmt ze na in de kamer, aan iedereen om te aanschouwen. Iedereen wilt het toch? Waarom lijkt iedereen zo haar handen eraf te kunnen houden? Aan het einde van de winter, peul ik de groene harde blaadjes van knopjes van bomen open, groene knopjes, om de bloem nu al te kunnen zien. Ik kon nooit wachten op de warmte van het weer. Ik wil geven, mijzelf overgeven aan mijzelf, jou en de wereld, alles overgeven en mijzelf, mijzelf doen braken. Uitbraken van brandend gal als een beginnend vuur van ongekende gevaren. Ik wil mijzelf dopen tot mijn eigen doopmeter en vader, ik zal voor mijzelf zorgen, zelfs als ik niet meer kan praten. ’S Nachts lig ik wakker en luister hoe de stad haar liefde met mij bedrijft, vanuit mijn bed drijf ik als het ware weg, op de zee die jij bent voor mij. Steden zijn het engst wanneer ze leeg zijn. Iets dat zo bruisend was maar nu zo ontdaan van elk sprankje rumoer en onrust. Ondoordringbare leegtes onder verborgen watervallen galmen na van wat te luid werd uitgesproken. Door de krochten van de stenen doolhoven, ontsnapt er slecht lucht. Ik luister hoe ik stilval en ik voel hoe de zwarte nacht mij meetrekt in zwetende, bonzende bossen, te dichtbegroeid, zodat we beiden tegen elkaar worden aangedrukt door bosbegroeiing. Hier verdwalen we niet, we volgen sporen van warmte in het duister, ik luister (3x).  

Anna Borodikhina
24 0