Zoeken

Spiritualiteit is geen hobby

Ik heb me voorgenomen om geen blad meer voor de mond te nemen. Mijn woorden werden steeds gewikt en gewogen zodanig ze bij een groot publiek ingang zouden vinden. Maar ik wil mijn waarheid niet langer nuanceren of verzachten. Tot mijn opluchting merk ik dat ik steeds beter kan loslaten. Wat een ander eventueel denkt over mij heeft geen invloed meer op mijn schrijven. Op mijn creaties in het algemeen. We zijn met verdomd veel mensen op deze aardkloot. Mensen die zich distantiëren van mij maken alleen maar ruimte voor anderen die meer op dezelfde golflengte zitten. Alleen zal ik nooit zijn. Ik heb niets te verliezen en kies resoluut voor mijn authenticiteit. Mijn intentie is liefdevol en ik spreek vanuit het hart. Uiteraard zal ik altijd zelfkritisch blijven, doch zonder mezelf neer te halen of te beperken. Alles is altijd in beweging, maar de laatste tijd voel ik het feller dan anders. Het voelt alsof ik een grote sprong aan het maken ben in mijn ontwikkeling. En ik ben zeker niet de enige, het COVID-verhaal houdt een globale shift in. Dit is een periode van bewustwording. Spiritualiteit is in feite een synoniem voor bewustwording. Er is doorheen de geschiedenis veel geschreven over de verschillende stadia van geestelijke ontwikkeling. Zo vond ik het model van Dr. Clare W. Graves genaamd Spiral Dynamics ontzettend interessant. Mensen zijn natuurlijk niet in hokjes te categoriseren, maar het kan wel handig zijn om te kunnen inschatten in wel stadium van ontwikkeling iemand zich bevindt, zo weet je ook meteen wat die persoon belangrijk vindt in het leven. En kun je daar eventueel op inspelen. Zelfs als je geen weet hebt van de verschillende modellen van ontwikkeling, kun je iemand gemakkelijk inschatten. Het stadium van bewustzijn laat zich onder andere lezen in iemands woordenschat en persoonlijke keuzes. Spiritualiteit is geen hobby, het is een wezenlijk onderdeel in het ontwikkelingsproces. Op een gegeven moment bereik je het stadium waarin spiritualiteit een rol speelt. En dan is er geen weg meer terug. Evolutie beweegt slechts in één richting. Ja, ik doe hier bewust de ogenschijnlijk pretentieuze uitspraak dat mensen die niet met spiritualiteit bezig zijn, zo ‘ver’ nog niet staan in hun ontwikkeling. Waarmee ik niet zeg dat deze mensen dommer zouden zijn, intelligentie verschijnt immers in veel gedaantes. Intelligentie is nog iets anders dan bewustzijn. Iemand kan bijvoorbeeld een hoogbegaafde wiskundige zijn, maar zich anderzijds niet bewust zijn van het feit dat hij de creator van zijn werkelijkheid is. Ieder van ons zal het stadium bereiken waarin we ons herinneren wie we in essentie zijn. Iedereen wordt zich ooit eens bewust van de kracht die uitgaat van gedachten en gevoelens. Beseffend dat die kracht bewust te hanteren is. En om er nog een schepje bovenop te doen, althans in de ogen van mensen die het spirituele stadium nog niet hebben bereikt: als dit bewustzijn in dit leven niet plaatsvindt, dan zal het voor een volgend leven zijn. Er is geen wet die zegt dat je moet lijden om bewust te worden, maar ikzelf en zoveel anderen hebben het wel op die manier ervaren. Extreme duisternis, ellende en wanhoop kunnen dat extra zetje geven om over te gaan naar een volgend stadium. Ik wil nog even verduidelijken dat spiritualiteit en religie twee verschillende dingen zijn. In moeilijke tijden kunnen mensen troost en kracht halen uit het geloof in een ‘hogere kracht’ die ze dan eventueel God noemen. Spiritualiteit haalt troost en kracht uit een weten dat wijzelf die goddelijke kracht zijn. De oppervlakkige connotaties die met spiritualiteit verbonden zijn (zoals kristallen, wierrook, tarotkaarten, helderzienden, …) wekken de illusie dat spiritualiteit een bezigheid is voor een bepaald soort mensen. De stereotypen die bestaan over een spiritueel persoon suggereren dat het gaat om een subcategorie, zoals er bijvoorbeeld ook bikers, hippies of punkers bestaan. Maar het spirituele bewustzijn kan veel vormen aannemen en maakt geen onderscheid in wat voor type persoon iemand is. Het gaat hier niet over een subcategorie, noch is het een tijdelijke fase. Spiritualiteit is iets waar je langzaam ingroeit. De aanvang van het bewustzijn kan gepaard gaan met een enorm enthousiasme. Het is ook gewoon heerlijk om je te herinneren dat je God bent. Maar het is een valkuil om te denken dat dit weten het leven gemakkelijker zal maken. Integendeel, want spiritueel bewuste mensen zijn nog steeds in de minderheid. Het is niet gemakkelijk om je authentiek te bewegen ten midden van zoveel onbewustzijn, wat de huidige crisis enorm accentueert. Het vraagt moed en vooral zelfzekerheid om voluit en authentiek te durven spreken over spiritualiteit in een cultuur die hier ietwat lacherig mee omspringt. We leven in een rationele wereld waarin wetenschap steeds het laatste woord krijgt en de regels dicteert. We vergeten echter dat diezelfde wetenschap slechts enkel decennia oud is terwijl spiritualiteit letterlijk zo oud als de mensheid is.

KarolienDeman
4 0

Sociaal contact en grensafbakening: nog steeds een uitdagend werkpunt

Er zijn van die dagen dat alles en iedereen als ‘teveel’ voelt. Ik heb geleerd om dit gevoel samen te vatten met de zin ‘ik ben overprikkeld’, in de hoop dat anderen dan begrijpen wat ik bedoel en afstand nemen. Of anderen mij al dan niet begrijpen, is anderzijds iets waar ik niet meer mee bezig wil zijn. Het is vermoeiend om mezelf te moeten verklaren. Volgens mij is het comfortabeler leven als ik me alleen nog zou omringen met mensen die mij verstaan met weinig of zonder woorden. Er zijn zoveel mensen die ik ‘lief’ vind, waarvan ik weet dat ze een goede inborst hebben. Dit neemt helaas niet weg dat ik weerstand voel om met hen om te gaan. Met al hun liefheid en goede bedoelingen gaan ze vaak los over mijn grenzen. Dat doen ze geheel onbewust, ik kan hen niets verwijten. Mijn grenzen liggen soms in rare kronkels, ik kan het ook niet laten om ze van tijd tot tijd te overschrijden. Toch wil/moet ik ze respecteren, voor mijn welzijn. Want zoals ik al zei en zal blijven herhalen: eigenliefde is het ultieme medicijn. Wanneer ik afspreek met mensen, dan wil ik ook ongeveer kunnen inschatten wanneer de tijd om mezelf alleen terug te trekken weer zal aanbreken. En als dat moment te lang op zich laat wachten, kan ik daar ontzettend verstoord van raken. Ik vind het ook belangrijk dat elk contact een meerwaarde heeft, dat het mij iets op- of bijbrengt. Dat ik er mij op z’n minst aan kan opladen. Ik heb me natuurlijk al afgevraagd of ik veeleisend, hautain en/of opportunistisch ben. Maar dat strookt dan niet met het genoegen dat ik haal uit het geven van liefde. Er is geen gulden middenweg, ik kan geen toegevingen doen naar anderen zonder mezelf te schaden. Het is alles of niets. Volledig met hart en ziel connecteren of geen connectie. Het zijn de halfslachtige connecties die mij leegzuigen. Als mijn relativeringsvermogen op volle toeren draait, dan is dat het signaal dat het niet goed zit. Dat relativeren kan zo klinken: “ Ik begrijp haar standpunt zeer goed, eigenlijk doe ik gewoon moeilijk met al mijn regeltjes.” “ Zijn grove reactie stamt voort uit een moeilijke jeugd, hij wil zichzelf alleen maar beschermen.” “ Ik zou die afspraak liever afzeggen, maar kom, het is slechts voor een paar uurtjes.” Er zijn tal van situaties waarbij ik de kans heb om te kiezen voor mijn gevoel, voor mezelf, maar toch handel naar verwachtingen. Niet alleen anderen, maar vooral ikzelf construeer die verwachtingen. Ik wil een goede gastvrouw, organisator, schrijfster, vriendin, zuster, dochter en geliefde zijn en ga ervan uit dat daar bepaalde prestaties aan vasthangen. Dat ik dingen moet doen, in plaats van gewoon mezelf te zijn. Ik kan mijn grenzen weg relativeren om dan niet veel later emotioneel in te storten. Alle kleine, op het eerste zicht onbenullige, dingetjes bij elkaar klitten uiteindelijk samen tot een verstikkende bal. Soms kan ik er zelfs niet echt de vinger op leggen wat mij precies van streek maakt. Mijn weelderig vloeiend empathisch vermogen zorgt er ook voor dat het onderscheid tussen mijn eigen gevoelens en de gevoelens van anderen onduidelijk kan zijn. Ik heb al vaak het vermoeden gehad dat mijn gemoed meedeint op de golven van het collectieve bewustzijn. Dat de collectieve onrust ook mijn persoonlijke bubbel binnendringt. Als ik dan huil, zijn mijn tranen niet alleen de mijne. De hele covid crisis, nu in het bijzonder de kwestie om je al dan niet te laten vaccineren, zet mensen en relaties onder druk. Om mezelf te beschermen, voor mijn gezondheid, zou het goed zijn om mij volledig af te sluiten voor het onderwerp. Ik doe mezelf al een groot plezier door geen televisie in huis te hebben. Maar het is een realiteit die ik niet kan ontlopen. Het heeft invloed op mijn relaties en persoonlijke keuzes. Met angst als voornaamste drijfkracht achter dit hele gebeuren is het niet abnormaal dat ik soms even de pedalen verlies. De angstvibratie die collectief opgewekt wordt, houdt geen rekening met tijd en ruimte. Ze dringt mijn ruimte binnen en overmeestert mij. Ik voel dat het moment is aangebroken om mijn spirituele vermogens actief te gebruiken en ontplooien. De oefenperiode is voorbij, nu moet ik al mijn kennis en kunde praktisch toepassen. Er is ook geen ruimte meer voor twijfel: dit is mijn pad. Ik ga mijn woorden niet langer wikken en wegen om zo weinig mogelijk mensen tegen de borst te stuiten, maar spreek vanuit volle overtuiging. En ik besef dat er daardoor mensen zullen afhaken, het contact met mij verbreken. Maar ook daar ben ik klaar voor. Ik heb er vertrouwen in dat ik nooit alleen zal zijn en steeds overvloedig liefde zal kunnen uitwisselen. Ook als ik er consequent voor kies om alleen nog vanuit eigenliefde te handelen. Dat is geen paradox.

KarolienDeman
29 1

Het onthardingsproces

Ik weet heel goed wat ik wil, maar kamp soms met het gevoel dat ik me ervoor moet verantwoorden. Dat gevoel is natuurlijk geheel van eigen makelij en onnodige ballast. Het is de prijs die ik denk te moeten betalen voor het doordrijven van mijn zin. De strengheid in mezelf zegt dat ik normaal moet doen. Dat mijn noden en verlangens niets dan tierlantijntjes zijn. Dat ik beter zou kunnen. Dit is echter een fase in mijn leven waarin ik bewust mijn strengheid aan het verzachten ben. Ik wil er niet meer in meegaan. Want ondertussen is het doorgedrongen dat ik meer dan goed genoeg ben. Dat het lijden pas stopt als ik mezelf liefheb en aanvaard. Ik wil zonder oordeel mijn noden en verlangens accepteren. En zonder schaamte of schuld handelen naar mijn gevoel. De hardheid voor mezelf zit wel goed ingebakken. Ergens in mijn pubertijd ben ik tot de conclusie gekomen dat ik niet deug. In essentie draait alles om overleven of zelfbehoud, dus ik veronderstel dat ik wel goede redenen moet gehad hebben om mezelf met een harde hand te leiden. Zo was ik ervan overtuigd dat ik moest afzien als ik snel wou evolueren. Dat leed een onlosmakelijk onderdeel van schoonheid en succes was. Het vloeit nu allemaal als vanzelfsprekend uit mijn pen, maar weet dat ik een erg kronkelige weg heb moeten afleggen alvorens ik dit strenge deel van mezelf kon linken aan mijn ellende. Of alvorens ik het überhaupt kon benoemen. Jarenlang opereerde het heimelijk op de achtergrond van mijn gedachten en handelingen. En was ik er niet bewust van hoe ik mezelf in een keurslijf dwong. Als ik niet luister naar mijn noden en verlangens, dan beperk ik mezelf. Dat gevoel van beperking woog een hele tijd zwaar door in mijn leven. Het vertaalde zich in fysieke beperking. Er ging ook weer een hele tijd overheen voor ik erachter kwam dat dit gevoel een gevolg was van het inbinden van mijn authenticiteit. Authentieke keuzes maken zonder schuldgevoel is gewoon een elementaire behoefte om gezond te kunnen leven. Het begint allemaal met weten wie je bent en wat jouw specifieke verlangens zijn. En vervolgens constateren of je daarmee in het reine bent. Of je daar naar handelt. Authentiek handelen vraagt om het afbakenen van grenzen. Die grenzen bepalen waar de persoonlijkheid begint en eindigt. Zoals onze huid ook de grens tussen binnen en buiten vormt en ons afbakent, definieert. Van tijd tot tijd neig ik mijn grenzen te overschrijden. Mensen die mij goed kennen, wijzen mij daar dan op. Zowel zij als ik weten in welke situaties ik de gewoonte heb om mezelf voorbij te lopen. En als zo’n moment aanbreekt, dan probeer ik bewust te vertragen en mezelf gade te slaan. Ik pas dan alle zelfhulptechnieken toe die ik ken om te voorkomen dat ik in oude gedragspatronen verval. Maar het blijft een valkuil om mezelf gedreven en kordaat buiten mijn grenzen te duwen. Want ik vind dan bijvoorbeeld dat ik nog niet genoeg gepresteerd heb. Of ik vergelijk mijn grenzen met die van een ander en denk dat ik tekort schiet. Het ontharden gaat met vallen en opstaan. Het is een proces van zelfaanvaarding. Mijn eigenliefde weerspiegelt zich in mijn woonplaats, dieet, vriendenkeuze en activiteiten, alsook in mijn zelfbeeld. Vooral dit laatste vraagt, vermoedelijk omdat het iets ontastbaar en abstract is, om geduld en vertrouwen bij bewuste transformatie. Er gaat tijd overheen. Het is een intern gebeuren dat zich sowieso in de externe realiteit ontvouwt, al is dat niet altijd meteen zichtbaar. Maar er is wel degelijk één en ander in beweging. Ik voel hoe ik naar mezelf toe groei.  

KarolienDeman
15 2

Blind, bloot en onherkenbaar

Blind is the new black. Toch als het op tv-programma’s aankomt. Los van het feit dat er een ironie schuilt in het gebruiken van deze beperking in combinatie met een visueel medium als tv, schotelen zenders ons meer en meer formats voor die blind zijn. En als het dat niet is, dan zijn het wel naakte deelnemers, gemaskerde artiesten of Dieter Coppens die iets guitigs doet met Down-syndromers. Het goede nieuws voor de fans van dit type programma’s is dat een korte zapsessie duidelijk maakt dat je niet alleen de Belgische versie van het format kan zien, maar ook die van ongeveer elk ander land ter wereld. Ik kan je alvast vertellen dat je je agenda niet moet vrijhouden voor Naked Attraction Bulgarije. Jongens, wat een harige berentemmers! En dan zwijg ik nog over de mannen. Laten we ons oog eens werpen – no pun intended, ik zweer het – op de voorvader van deze televisuele beperkingshype: Blind Date. Dat was dat programma waarin het fenomeen Ingeborg, toen de zwaartekracht nog vat had op het fenomeen Ingeborg, zich ten dienste stelde om de ietwat mindergeschoolde, maar daarom niet minder interessante Vlaming aan een lief te helpen. Een meisje met een naam die meer wel dan niet op -y eindigde, zat dan kauwgom kauwend achter een scheidingswand en stelde mannen, die men doorgaans enkel in lunaparken tegenkomt, vragen om het kaf van het kwalitatievere kaf te scheiden. De functie van de wand was tweeledig: enerzijds moest het de bonobo’s ervan weerhouden de kandidate vroegtijdig te bespringen en in stukken te rijten, anderzijds zorgde het ervoor dat de partners niet werden gekozen op zoiets oppervlakkigs als uiterlijk. Neen, de weloverwogen keuze hing af van drie antwoorden die, ofwel zo stroperig waren dat je er Bulgaarse beren mee kon lokken, ofwel zoveel dubbelzinnige knipogen bevatten dat je elke aflevering minstens één keer dacht dat een kandidaat een epileptische aanval kreeg. En nu, zoveel jaar na Blind Date (de rerun met Nathalie Meskens niet meegerekend), hebben we vandaag drie andere blind-programma’s: Blind Gekocht, Blind Getrouwd en Blind Gestyled. Dat laatste zegt je misschien niks, omdat het meestal door een nieuwsanker wordt aangekondigd als ‘En bij ons in de studio: Ruben Van Gucht’. De andere twee shows gaan respectievelijk over het kopen van een huis zonder het te zien en het trouwen met een onbekende, in de hoop er een levenspartner of toch zeker een paar tienduizend extra Instagramvolgers uit te slaan. Allemaal fijn, maar toch meen ik dat de productiehuizen hier nog veel mogelijkheden onbenut laten. Je hoeft maar weinig te doen om de bestaande tv-shows gemakkelijk én goedkoop – graag gedaan, VRT – naar een entertainender niveau te tillen. Ik denk maar aan Blind Gekookt waarin Jeroen Meus dagelijks een eetbaar gerecht moet zien klaar te maken met een verrassing aan ingrediënten die gaan van hyacintwortel en gepekelde kippenlellen tot Bulgaarse berenstront. Of Blokken Blind, waarin kandidaten enkel hun blokjes, maar niet het speelscherm zien, terwijl de olijke Ben Crabbé, voorzien van zonnebril, stok en golden retriever met z’n rug naar de kijker presenteert. Maar waarom enkel spelen met het blind-concept? We hebben vijf zintuigen, nietwaar? En maskers of naaktheid doen het tegenwoordig ook goed. Wat dacht je bijvoorbeeld van The Masked Chef, waarin gemaskerde topchefs een pannenkoek bakken terwijl ze een andere kok imiteren. In de pilootaflevering kon de jury ondanks de lichte hint in de kostuumkeuze alvast niet raden dat de chef, verkleed in een pak boter van 90 kilo, Jeroen Meus was. Een ander concept is PartnerProef, waarin deelnemers, gescheiden door een wand met een gat in, een trouwpartner kiezen op basis van de smaak van hun genitaliën. Of ten slotte – mijn favoriet – Blind, Doof & Dood Gewenst, waarin een kandidaat het zo lang mogelijk moet zien uit te houden in een isolatiecel van 2 op 2, terwijl een naakte Annemie Struyf in diezelfde cel aan 120 decibel het hele repertoire van Tolstoj in het Russisch zingt. Je merkt het, de mogelijkheden zijn eindeloos en ik ben er zeker van dat er ons in de toekomst nog heel wat leuke programma’s naar het tv-scherm zullen lokken. Ikzelf echter, doe tegenwoordig vaker en vaker aan Blind Kijken. Dat houdt in dat je je tv uitzet en naar een zwart scherm kijkt, al dan niet met een opengeslagen boek tussen jou en de kijkbuis. Aanrader!

Hans Verhaegen
56 2

Het zinloze schrijven

Ik scheur een nieuw blad uit mijn notitieblok, schroef de dop van mijn vulpen los en laat zijn scherpe punt baden in de blauwe inkt. De vloeibare woorden, die lichtjes schitteren als sterren onder het licht van mijn bureaulamp, trekken zich langzaam maar zeker in hun betekenis, opdat ze nooit meer zouden worden vergeten. Vereeuwigde gedachten die ruiken naar natte inkt en snijden als papier. Het knetterende haardvuur houdt me warm terwijl ik schrijf. De houtblokken barsten open als koude lippen in een strenge winter. De vlammen likken naarstig aan het verharde glas van de kachel en versieren mijn ogen die mee de dans aangaan en zachtjes fonkelen.Een heerlijke warmte die onbeschrijfbaar diep binnendringt. Ik sluit mijn ogen en heel even hoor ik haar stem doorheen het gekraak van openbarstend hout. Verdwijnend in mijn gedachten, om nooit meer terug te komen, schrijf ik rustig verder over haar. Haar lach verschijnt in de vlammen van het haardvuur, en ik hoop slechts een fractie te kunnen neerpennen van de zwoele warmte die alomtegenwoordig is. Ze lacht nog eens en kust me. Verloren in een kluwen van zachte woorden probeer ik haar tot leven te wekken. Maar de inkt van mijn vulpen droogt langzaam op tot ik slechts krassen achterlaat op het papier, en niemand die het ooit zal begrijpen. Diepbedroefd laat ik haar verder bestaan in de onbeschrijfbare warmte van het zachte vuur. Mijn gedachten dwalen af naar toen onze ogen elkaar kruisten, en ik grijp naar een nieuwe pen. De inkt loopt er stroperig uit en glanst op mijn blad als het kabbelende water bij een zonsondergang. Terwijl ik me onderdompel in haar donkerbruine ogen, stroomt de inkt van mijn pen uit in een wilde rivier van woorden waarin ik mijn houvast verlies. Ik geef me over aan haar blik die me laat afdalen in diepten waar ik nog nooit iets voor iemand heb gevoeld. Verdronken in haar ogen open ik de mijne terug en zie ik hoe de houtblokken zijn gekrompen tot slechts enkele hete kolen. Met mijn pen in de hand staar ik naar het maagdelijke witte blad, afwachtend op de juiste woorden."Ik zie je echt graag" en meer kan ik haar spijtig genoeg niet zeggen, laat staan schrijven.  

Bruno De Waele
5 0

Hoe het gesteld is met mijn gezondheid

Ik geef toe, soms slaagt de twijfel nog eens toe. Maar echt aarden kan hij niet. Het is doorgedrongen dat ik mijn ervaringen en gevoelens niet circulair in vraag kan blijven stellen. Hoe afwijkend mijn conclusies ook mogen zijn ten opzichte van wat algemeen aangenomen wordt, op een gegeven moment moet ik er gewoon op voortbouwen en er consequent naar handelen. En zo bouw ik bijvoorbeeld voort op de stelling die zegt dat de oorsprong van de auto-immuunziekte die me negentien jaar geleden werd toegeschreven enkel en alleen psychisch van aard is. Daarmee bedoel ik dus dat er in wezen fysiek niets mis is met mij. Dat mijn fysieke klachten niets anders dan een uiting van mijn denkwereld, zelfbeeld en andere diep ingeprente overtuigingen zijn. De vele jaren van empirisch onderzoek en wijdvertakte ervaring omtrent dit onderwerp kan ik niet verloochenen. Dit is mijn realiteit, mijn waarheid. Ik schrijf mezelf alle verantwoordelijkheid toe. De hulp komt van binnenuit, er bestaat geen externe bron die mij zal genezen en die zal er ook nooit komen. Ik werd in het verleden wel meermaals opgelapt en ondersteund door medicijnen en behandelingen, maar echte verlossing ligt in mijn handen. Deze woorden vatten ongeveer de inhoud van mijn boek ‘Auto-Immuun: van ziekte naar inzicht’ samen. We zijn nu twee jaar verder sinds dat boek uitkwam. Wat is er veranderd? Ik ben verhuisd, heb al mijn bruggen opgeblazen en ben nooit gestopt met het gadeslaan en bewust programmeren van mijn innerlijke wereld. Ik heb mezelf nog beter leren kennen, valkuilen blootgelegd. De fysieke symptomen zijn er nog steeds, doch minder prominent, minder uitgesmeerd over mijn dagen. Terwijl ik voorheen vooral aan het overleven was, kan ik nu echt leven.   Er zijn echter van die momenten dat de ellende zich lijkt te herhalen. Angstvallig doemscenario’s werend vervloek ik dan mezelf. Ik wist op voorhand dat heling geen lineair proces is, maar het is verdomd frustrerend om bijna 2 decennia lang op dezelfde pijnpunten te botsen. Natuurlijk weet ik ook dat kwaad worden alleen maar meer zelfsabotage betekent. Want dat is wat deze ziekte werkelijk is: zelfsabotage. En dan moet ik mezelf weer tot de orde roepen en eraan herinneren dat zulke uitspraken te hard zijn. Ik zou zachter kunnen zijn naar mezelf toe, want eigenliefde is het ultieme medicijn. Dat weet ik nu wel zeker. Sinds kort ga ik weer bij een psychotherapeut, voor die hardheid jegens mezelf. Ik geef dat deel van mezelf daar een gestalte en ga ermee in dialoog. Ik heb het gevoel over een moeizaam vergaarde handleiding te beschikken en wil therapie aanwenden om deze constructief naar de praktijk te vertalen. Ik weet bijvoorbeeld dat een gevoel van tekortschieten aan de basis van de ziekte ligt. Het is complexer dan het klinkt. Ik voel mij vaak niet goed genoeg waardoor ik mezelf dwing om meer en beter te presteren. Het leek vanzelfsprekend om te zoeken naar de oorsprong van deze overtuiging, maar ik heb vastgesteld dat dit er eigenlijk niet toe doet. Weten waarom ik ziek geworden ben, staat niet gelijk aan weten hoe ik mezelf kan genezen. Het antwoord ligt eerder in zelfobservatie zonder oordeel en het maken van bewuste keuzes. Bij elke keuze die ik maak, vraag ik me af of deze wel liefdevol is naar mezelf toe. Of ik mezelf niet onder druk zet en handel naar wat mijn gevoel ingeeft. Want de diep verankerde ideeën over het personage dat ik neerzet, vormen de voedingsbodem van mijn gezondheid. In de conventionele behandelingen die de medische wereld aanbiedt, ben ik mijn vertrouwen verloren. Alle trucs die ze uit hun mouw konden schudden, heb ik vruchteloos tot mij genomen. Ik vond het ziekenhuis sowieso al een ellendige plek, maar met de hele pandemie hetze is het alleen maar erger geworden. Het voelt soms beangstigend om te beseffen dat ik nergens naartoe kan, dat alle noodlijnen uitgeput zijn.  Maar ik sta er niet alleen voor. Ik ben omringd door mensen die in mij geloven. De relaties die ik aanga dienen mijn zelfrespect en eigenliefde te weerspiegelen, iets waar ik steeds scherper op toezie.

KarolienDeman
52 1

Boodschappenlijst – 25 mei 2021

Standaard boekhandel Barniers boek ophalen, grote ontgoocheling en geheime dagboek tegelijkertijd. Ik schrik van de nutteloze strijd tussen waanzin en het collectief. Vastberaden zo lang als de vijand van buiten aan onze poorten rammelt, of in dit geval in een roeibootje, ‘take back control’ schreeuwend de haven van Calais uit peddelt.      Beter om gepeld zonnebloemzaad te kopen, de vogels op de voedertafel worden steeds bonter. Ik riep Boris naar de grote specht, met zijn roodgloeiende gatje en roodverbrande nek, het mocht niet, nu dan maar naar de schreeuwende halsbandparkieten; Raab, Gove, Boris. Ga terug naar jullie oerwouden. Wat voor een vreemde vogels bezoeken me, zag ik gisteren een kruisbek? Ik kruis mijn bek, en zal zwijgen.      1 Pindakaas, 2 havermout. Dit keer voor onze tafel, voor de boterhammen van Jan en zijn stijve pap in de ochtend.      Bananen, Uien en Gember, Oosters, uien zijn gezond, bananen ook, gember vast wel voor iets waaraan ik zo gauw niet denk. Ik kook niet, houd mijn mond.      Kerstomaat, oh ja, die past in het gat in mijn kaak waar een week geleden nog een verborgen verstandskies zat. Ik loop de lijst af, want dit is belangrijk, verder naar beneden staat, 4 blik kerstomaat, verrek dat is wat ik zag, diep in mijn keel. De kaakchirurg wrikte, boorde bot weg en nu loopt het rode sap achter in mijn neusholte naar beneden.      Voor mijn beurt, nooit in de pas gelopen, nog wat dieper staat Sojacream voor currysaus, 1 seitangehakt. Dat hoort bij het gezonde trio van boven. Toe is er dan 2 sojayoghurt, 1 yoghurt en 1 melk. Die laatste twee voor mij omdat ik niet zo streng in de leer ben.     Terug in het lid van Jans lijst; salade, 3 groentes en Olie om te bakken. Dat past, tenminste als je alles op een hoop gooit. WC-papier, 5 Broden en Koffie. Van koffie krijg je soms diarree, vooral voor de middag als de 5 broden aangebroken worden, deze volgorde is bewust gekozen. Het gaat verder; Sojamelk bio zonder en met kalk, Soja vanillemelk. Dat ben ik dan weer, die kalk bemoeit zich met mijn huishouding in de darmen, maar zonder kalk breken de botten. Beter vroeg erbij dan straks niet meer terug kunnen.      Aceto balsamico, Tomaten geconcentreerd, Blikjes sardines, Italië heeft zich in ons eten verschanst, al zijn onze voeten aan de Middellandse Zee afgesneden, de vrienden zijn dood of gescheiden.      Het sluit met Witte wijn, Vis Tortelini, vanavond vieren we 75 milligram minder Lyrica, een mooie naam voor mijn verslavende pijnstiller.  

Julie de Leeuw
0 1

Een dag zonder zin

Vandaag heb ik er geen zin in. Er lijkt geen einde te komen aan de regen en de lage temperaturen. Een vriend post een bericht: “Maak deze natte dag maar een beetje natter (zelf in te vullen hoe). Geniet van je dag. Laat je maar eens goed verwennen!”. Op alle andere dagen was deze post voldoende geweest om weer zin te krijgen -op vlak van goesting en (zelf)verwennerij hoor ik blijkbaar eerder bij de mannelijke stereotypen die om de zeven seconden aan seks denken- maar vandaag niet, ik overweeg het wel even, maar bedenk dan dat vandaag gisteren nooit kan overtreffen. Vandaag ben ik terug Edouard Péricourt uit 'Au revoir là-haut' van Pierre Lemaître -de gekheid nabij- en wil ik met een masker met pauwenveren op mijn kop, helemaal naakt, de Kortrijksesteenweg op. Niets anders dan die zotte euforie kan het heden en verleden draaglijk maken. Daarbij wil ik me echter niet laten omverrijden zoals Edouard. Nee, ik heb niet al die energie gestopt om met de gevolgen van mijn non-comformisme te leren omgaan, om me dan op een hoogtepunt ervan te laten omverrijden. Ik wil gewoon wat naakt rondlopen en zo net genoeg energie en zin krijgen om terug met de illusies te kunnen omgaan en naar een volgende euforisch moment toe te werken. Mijn verjaardag, volgende maand. Die periode rond mijn verjaardag is best wel moeilijk. Hoe ik het ook draai of keer, rond die tijd komt het verleden en de totale onzin van gisteren en vandaag weer boven. Misschien moet ik dit jaar een verjaardagsfeest voor collega’s organiseren om eindelijk werk te maken van die door corona uitgestelde teambuilding? Een echt feest, geen beleefde bijeenkomst, maar total losgehen. Zoals de verfijnde Ines uit de film Toni Erdmann wanneer ze net voor de start van haar feestje beslist dat ze naakt de deur gaat openen en de genodigde collega’s er enkel naakt wil inlaten. Gedaan met de hypocrisie, het slaafse bestaan, terug naar de essentie. Terug naar mij, die naakte met veel levenslust en zin. Dat het maar verder regent, vanavond ga ik die verdomde slakken te lijf. Geen respect meer voor die veelvraten die de energie van een hele gemeenschap in één nacht verwoesten. Ik, de tuinier, die uren tijd heb gestoken in het ideale klimaat waarin de zaadjes konden groeien, de zon die haar kracht heeft afgestaan en de kracht die het zaadje uit zichzelf heeft geput om blaadjes te vormen. Dat allemaal verloren zien gaan, dat leidt tot een dag zonder zin en dagen zonder zin tot waanzin.

Fien SB
54 0

Verdacht veel vakantie

Eerlijk? Echt onaangenaam zijn ze niet, die eerste dagen werkloosheid. Ja, de postbode brengt nog wel je C4 per aangetekende zending, maar daarmee is ook een pagina definitief omgeslagen. De ontgoocheling raakt stilaan verbeten, de klap verwerkt en met het veel te langzaam ontwakende lentezonnetje lijkt deze periode verdacht veel op vakantie. Met mijn eerste portie herwonnen energie begin ik thuis een grote schoonmaak. Alles wat me ook maar enigszins aan mijn oude werkgever, de spoorwegen, doet denken, moet onder mijn ogen uit. De cursussen, waar ik me het afgelopen halfjaar een ticket op werkzekerheid tot aan mijn pensioen mee had willen bezorgen, gaan de kelder in. Alle administratieve rompslomp is gearchiveerd en elke stofpluk die ik verwijder lijkt me een extra energieshot te geven waar geen Rode Stier tegenop kan. In de keuken moeten cola, chocolade en chips plaats maken voor gezonder spul. OK, de afgelopen weken waren héél stresserend en dan durft de Bourgondiër in mij al eens om verzadiging vragen, neen sméken, maar vanaf nu wordt het anders. Ik wil me herpakken! Dus laad ik in de supermarkt mijn winkelkarretje vol met versgeperst sinaasappelsap, magere yoghurt, rauwe groenten en méér van dat lekkers met NutriScore A of B. “Kan het zijn dat uw kaart leeg is?” de caissière kijkt me van achter haar mondmasker vragend aan. “Ah, ja, dat kan,” flap ik er quasi nonchalant uit, maar ik besef plots dat al mijn maaltijdcheques opgesoupeerd zijn en er de komende maand of maanden geen bedrag op mijn kaart bijgestort zal worden. Ik neem snel mijn bankkaart en besef dat ik ook mijn aankopen in de supermarkt voortaan zal moeten betalen van de som die ik van de RVA uitgekeerd krijg. Een bedrag dat naarmate ik werkloosheidsanciënniteit verwerf, alleen maar kleiner zal worden. En plots bezorgt dat ontslag me toch weer een pijnscheut. Eén blik op dat kassaticket en mijn vakantiegevoel is helemaal over.

Paul Dewilde
4 0

boekenkamer

    Het begon op de ochtend, nadat ze alle dozen met boeken vanuit de stenen schuur naar de nieuwe aanbouw had gebracht, om ze eindelijk, na jaren en jaren weer het licht te laten zien; om ze uit spinrag, stof en vocht te laten herrijzen. Tijdens het kruien had ze het gevoel, dat ze werelden aan het verplaatsen was naar een nieuw leven, naar het licht van hier, nu, en toekomst.   Als ze die ochtend met een kop koffie de nieuwe aanbouw binnenloopt, merkt ze niet meteen dat er iets veranderd is sinds de vorige avond. Tussen de dozen zoekt ze haar weg naar wat nu al haar favoriete plek is. In de hoek diagonaal tegenover de deur, heeft ze een fauteuiltje geplaatst. Met rechts tuindeuren en links een groot raam, is dit een strategische plek. Van hieruit kan ze de hele ruimte overzien en heeft ze ook zicht op de tuin. Alleen het tuingedeelte achter haar rug blijft buiten beeld. Met voldoening kijkt ze rond: wat een verschil met eerder! Na de aankoop van het huis, werd de oude aangebouwde houten schuur bestemd tot ‘boekenkamer’, als levendig archief en bron voor interesses. Gedurende de verschillende fasen van de verbouwing verhuisden de boeken langzamerhand naar de stenen schuur, opgeslagen in dozen met opschrift. De boekenkamer deed afwisselend dienst als feestruimte, woonkamer, gezamenlijke slaapkamer. In al die jaren werd de atmosfeer steeds meer bedorven door kilte, vocht en schimmel. Daarmee werd ook het besluit tot sloop ingeluid.     Nu is er de nieuwe aanbouw: wind- en waterdicht, geïsoleerd, vloerverwarming, uitzicht op de tuin. Nieuwe boekenkamer, wat een genot. De nog muffe lucht uit de geopende dozen doet daar geen afbreuk aan.   Op de planken die de wanden bedekken, staan her en der al rijtjes boeken. De dozen met de andere boeken staan verspreid: gegroepeerd naast of op elkaar, afhankelijk van de inhoud. De meeste zijn nog dicht, van sommige zijn de flappen opengeslagen. Op boven-, voor- en zijkant staat een indicatie: literatuur Nederlands/Vlaams; literatuur vertaald, met aanduidingen: Europa, Russisch, Afrika, Latijns-Amerika; middeleeuwen; historisch; filosofie/religie; culturen; kinder- en jeugdboeken; reizen; techniek; natuur; bèta. Waarachtig, een schatkamer aan boeken en levenservaring. Wat een rijkdom.   Als ze weer een slok koffie neemt, schrikt ze op uit haar nostalgische herinneringen. Ze verslikt zich haast. Staat daar iemand bij de boekenkast? Even denkt ze dat het haar broer is, die niet zo’n lezer was. Als ze beter kijkt, herkent ze Joachim Stiller. Even valt alles in haar volkomen stil. Dan doemt nog een gedaante op.  Dat moet wel koning Arthur zijn. Beiden bladeren in boeken. Ze praten met elkaar. Ademloos luistert ze, om iets op te vangen van wat ze zeggen. Ondertussen kijkt ze om zich heen. Links van haar ziet ze Jip en Janneke met hun neuzen tegen het raam gedrukt. Buiten! Pippi Langkous zit in de appelboom. Vóór haar over de dozen gebogen: Stag. Hij neemt een aantal boeken mee naar buiten. Met stille verbazing volgt ze hem. Hij toont boeken over vliegtuigen en elektriciteit aan een groepje middeleeuwse kinderen. Ah, daar is ook Lampje! Bij het weiland ontwaart ze David van Reybrouck en Everdine van Wijnbergen; een eindje verderop wandelt Droogstoppel met Nelleke Noordervliet; Etty Hillesum, Hadewijch, Winnetou, kolonel Buèndia, Malala, de engelenmaker, Eus ….   Werkelijk, het wemelt van de bekenden en onbekenden, in en om huis. Ze kijkt haar ogen uit, maakt her en der een praatje. Geweldig om al die personages, schrijvers en hun beleving, ideeën en kennis, hier zo met elkaar te zien en te kunnen ontmoeten. Dat gun je toch iedereen!   Ze beseft dat er veel is veranderd sinds de vorige avond. Was het het duister? Was het de maan? De dozen hebben zich geopend. Boeken keren ons hun rug toe op de planken, in de boekenkast, maar niet heus!   Het begon niet op die ochtend, met koffie in de aanbouw. Het begon al veel eerder. Het begon toen ze leerde lezen: klanken, letters, woorden, zinnen, verhalen. Limonade, hinkelen, hinniken; voetballen, sjoelen. Het begon toen ze merkte wat er allemaal te ontdekken, te weten en te beleven viel. Wat er gebeurt als een boek zich voor je opent.   Dan hoort ze: ‘Oma! Lezen?! Bertje Big? Kikker is kikker?’ ‘Ja, ik kom!’                

Baukje Koolhaas
35 1

Bewust zijn van het bewustzijn

Mijn lief vertelt mij over de eerste keer dat hij bewust werd van zijn bewustzijn. Hij herinnert zich alle details van een vluchtig moment dat als peutertje zoveel indruk op hem maakte. Spelend met een rode auto op een groene vloer viel hem plots het besef binnen dat hij een observerende entiteit was. Ik heb gelijkaardige herinneringen uit mijn kindertijd. Of het de eerste keer was, dat weet ik niet, maar ik zie mezelf nog naast de buffetkast staan, mij er opeens over verwonderend dat ik alles vanuit één specifiek kader bekijk. Mij afvragend of anderen net hetzelfde ervaren. Aan de hoogte van de kast maak ik op dat ik ongeveer zes moet geweest zijn. Het zijn zeer korte, haast magische momenten, die plotse invallen van puur bewustzijn. Schaars in aantal en meestal geheel onverwacht. Het is niet gemakkelijk om woorden te vinden voor zulke gewaarwording. Je zou het kunnen omschrijven als ontwaken. Plots ben je je er haarscherp van bewust dat je bewust bent. Zonder oordeel of identiteit, enkel de observator die beseft dat hij observeert. Je hebt natuurlijk ook dat brein dat alles probeert te begrijpen, waardoor de magie vervaagt op het moment dat je erover begint na te denken. Dat bewustzijn voelt als iets waardevol en uniek. Als kind fantaseerde ik dat ik uitverkoren was om door een raampje naar het leven te kijken, vermomd als een klein meisje. En dat het universum met mij meekeek. Het was dus van belang dat ik alles heel precies documenteerde. Ik beeldde mij ook in dat alles en iedereen niet meer dan decor was om mij een totale ervaring te kunnen geven. Ik zocht naar foutjes die verrieden dat mijn hele leven een poppenkast was. Het was dan ook heerlijk om vele jaren later de film The Truman Show te ontdekken. Het spreekt voor zich dat het menselijk is om vragen te stellen over de aard van het bewustzijn en de relatie tot de externe wereld. Denken over het bewustzijn, is uiteraard iets anders dan bewust zijn van het bewustzijn. Al leidt het ene wel gauw tot het andere. Die wakkere staat van zijn, waarbij het fundamentele proces van het ervaren zuiver op de voorgrond treedt, kan getraind worden. Dit is waar meditatie om draait. Maar het bewust streven naar een bepaalde toestand tijdens meditatie wil wel eens averechts werken. Het is alsof het bewust zijn van het bewustzijn erom vraagt om ongewild plaats te vinden. Op een onbewaakt moment, verstild en onthecht van het narratief van de realiteit.   De verwondering en het bevreemdend gevoel dat zo’n intense bewustzijnservaring oproept, heeft de neiging om snel op te lossen. Eenmaal weer diep ingegraven in de dagelijkse beslommeringen wordt het perspectief nauwer. Pal in het centrum van ons menszijn, waar we vergeten dat we meer zijn dan een door prikkels gedreven sociaal wezen met een identiteit en zelfbeeld, daar is het moeilijk bewust te blijven. Onder de dikke lagen van gedachten, gewoontes en bezigheden registreert het bewustzijn echter alles. Bewustzijn is nooit afwezig, we zijn er alleen niet altijd bewust van. Ik zou het begrijpen als u dit relaas als raaskallerij interpreteert, alleen al omdat er geen collectieve consensus bestaat voor de term bewustzijn. Desalniettemin vind ik het een uiterst boeiend onderwerp dat uitdaagt om gevat te worden in woorden. Een gevoel van sterk tekort schieten, primeert bij het overlezen van deze tekst. Taal is een beperkt middel als het gaat over het omschrijven van mystieke ervaringen. Dat weerhoudt mij niet om het te blijven proberen. https://www.karoliendeman.com/blog/2021/5/11/bewust-zijn-van-het-bewustzijn

KarolienDeman
9 0