Zoeken

Vos

Ik hoorde de kippen kakelen. Niet verontwaardigd zoals gewoonlijk, wanneer de ene de andere op de poot getrapt had. Of wanneer ze het allemaal op hetzelfde graantje gemunt hadden. Of wanneer de hond te dichtbij kwam. Mijn kippen waren steeds verontwaardigd. Maar deze keer niet. Ze kakelden eigenlijk ook niet. Ze krijsten. IJzingwekkend, zo midden in de vriezende nacht. De hond blafte. Ik rende de trap af en trok mijn laarzen aan. De sleutel had ik gelukkig op de deur laten steken, uit schrik dat het slot anders kapot zou vriezen, want ik beefde te hard om de sleutel er in te steken. Met een grote lamp rende ik naar het kippenhok. Ik gleed bijna uit, maar kon me vasthouden aan de omheining. Het gekrijs was opgehouden. Ik trok het hok open en zag mijn kippen, morsdood. Koppen afgebeten. Verontwaardiging in hun ogen. Achter me hoorde ik gejank. Ik draaide me om en scheen met mijn lamp op de vos. Hij had Tilly in zijn bek, de kleinste en zachtaardigste kip van het hok. De vos had een grote wonde tussen zijn ogen en miste wat vacht. Hij ademde snel, zag ik aan de wolkjes die uit zijn neus kwamen. Hij rende weg, onze weide in, richting het bos. Ik rende achter hem aan, maar hij was te snel. Ik gleed uit. Waarom had ik het ook geprobeerd? Wat had die vos mij ook misdaan? Het vroor nu eenmaal, en hij had vast honger. En zijn gehavende kop en vacht bewezen dat de kippen zich verweerd hadden. Maurice, de oude haan, had zijn dames vast goed proberen te beschermen. Waar was Maurice eigenlijk? Ik had hem niet gezien tussen de slachtoffers. Ik stond op en wandelde weer naar huis. En daar lag Maurice, dood in de weide, in stukken als de kalkoen die we nog niet zo lang geleden voor kerst aten. Voor het eerst in zijn leven keek hij niet verontwaardigd. Beschaamd eerder, dat hij hen niet had kunnen redden. Ik raapte op wat ik kon. Hij was een goeie jongen, onze Maurice. Ik wilde hen ’s ochtends begraven, maar wilde hen niet nog enkele uren daar in de kou laten liggen. Misschien kwam de vos wel terug. Ik nam een spade en probeerde die in de bevroren grond te duwen. Min twaalf, zo koud is het in geen jaren geweest. Ik bleef steken tot ik een diepe put had, ook al zou ik daarna nog twee weken stijf zijn. Ik legde hen zo dicht mogelijk bij elkaar in de put en gooide de bevroren stukken zand er weer op. Daarna nam ik een stoel, en bleef zitten bij hun graf. Min twaalf. Het zijn maar kippen, zei ik mezelf. Maar waren het maar kippen? Had ik hen als kuiken niet grootgebracht en een naam gegeven? Had ik geen emotie gezien in hun ogen, en gehoord in hun gekakel? Had Tilly niet keer op keer haar hoofd tegen mijn schouder gelegd, wanneer ik haar optilde omdat ze zo dom was om in de regen te blijven zitten? Had ik hen niet telkens bedankt voor hun eieren met een krop sla of een bloemkool? Hadden de kippen en ik dan geen band waarin we elkaar voedden? Een soort natuurlijke band? In de verte hoorde ik een vos keffen. Misschien was het wel de vos die Tilly meegenomen had. Misschien riep hij zijn kinderen wel. Of zij. Dat er eindelijk nog eens eten was, na dagen van ontbering en koude. Ik stond op en wandelde naar de rand van de weide. Misschien is de natuur wreed, maar bij min twaalf is wreedheid soms de enige manier om te overleven. Als mijn kippen en ik een soort natuurlijke band hadden, heb ik hen nu teruggegeven aan de natuur.

MDB
0 0

Begijnen 2.17

Het is zo ver! Eindelijk weet ik  wat ik wil worden: begijn. Hoe ik tot dat besef ben gekomen? Wel, ik zat met een vriendin met een kledingstandje op een tweedehands verkoop. We verveelden ons stierlijk, want zoals dat regelmatig gaat op zo’n evenementen, waren er meer verkopers dan kopers. Gelukkig had mijn vriendin, die van het spirituele type is, de ‘Hapyness’ meegebracht. Dit magazine belooft je de weg naar balans en innerlijk rust in je leven te vinden.  We bladerden  door de pagina’s innerlijke balans en kwamen zo voorbij een artikel over vrouwen en vriendschap. Zo zouden vrouwen al eeuwen, al dan niet gedwongen, de neiging hebben om ‘clubjes’ te vormen. Het rode avondlicht, boekenclubs,  naailessen, Pussy Riot,  The Spice Girls: allemaal verdoken of minder verdoken vormen van feministische bendevorming. Zo ook: de begijnen. Begijnen duiken voor het eerst op rond de middeleeuwen. Het waren alleenstaande vrouwen die binnen de Rooms-Katholieke Kerk deel uitmaakten van een soort van vrije lekengemeenschap. Het verschil tussen begijnen en de beter bekende nonnen, is dat begijnen geen eeuwige geloften aflegden. De enige gelofte die ze aflegden was die van kuisheid. Ook anders is dat begijnen hun geld en onroerende bezittingen mochten behouden.‘Dat is het!’ porde ik mijn vriendin aan.‘Ga jij een gelofte van kuisheid afleggen?’ vroeg ze met opgetrokken wenkbrauwen.‘Kuisheid da’s een ruim begrip,’ antwoordde ik kordaat.Verder in het artikel lazen we dat de laatste begijn ter wereld zou zijn overleden in Kortrijk in 2013.‘Een uitgestorven ras!’ kirde ik opgetogen tegen mij vriendin. ‘Als we snel zijn, dan kunnen we de eerste zijn in een nieuwe generatie van begijnen.’Mijn vriendin gniffelde en schudde met haar hoofd. Later die avond zat ik er toch nog verder over na te denken. Hoe kon het zijn dat in deze tijd waar in de media steeds vaker wordt verteld over het stijgend aantal alleenstaanden, een groepering als de begijnen was uitgestorven?  Was het enkel dat Rooms-Katholieke dat vrouwen tegenhield?  Konden we dat niet gewoon een beetje naar de achtergrond duwen, zodat ook dames met andere geloofsovertuiging zich konden aansluiten? Misschien kon ik wel een nieuw soort van begijnenbeweging stichten? Ik ben ook alleenstaand, verdien ook mijn eigen geld en toch voel ik nu ook niet meteen een roeping om bij een kloosterorde in te treden.  Het lijkt me best gezellig om met een bende dames samen te hokken. Ik zag mezelf ineens al lopen langs de kleine gezellige huisjes die je in een begijnhof vaak ziet. Ik zou stoppen met werken en enkel nog groenten kweken in mijn tuin. De rest van de dag zou ik schrijven en lezen. Wat een geweldig leven! Ik nam mijn computer en zocht op google naar meer info over begijnen om nog meer te weten te komen over mijn nieuwe groep toekomstige vriendinnen. Aan mijn enthousiasme kwam echter abrupt een einde. Mijn oog viel namelijk op de foto’s van deze vrije vrouwengemeenschap. Zwarte gewaden en witte kappen alom. Ze zagen eruit als karakterloze pinguïns. Dit kon niet waar zijn. Ik sloeg mijn laptop teleurgesteld dicht en aaide snel liefkozend met mijn hand over mijn designer outfit. My precious, dacht ik. Geen enkele zelfstandige vrouw zou haar lievelingsoutfit willen missen. Dat en slechts dat, besloot ik, was dus de hele reden van het uitsterven van begijnen.

Ans DB
0 0

Ouroboros

Observaties bij een leeg glas.   De receptie op het makelaarskantoor was al even gaande en de serveersters wisten ondertussen welke kant ze het snelst moesten uitgaan met schaal en fles. Het werd in mijn hoek alsmaar moeilijker om wat te pakken te krijgen. De stemmen klonken luider en de verschillen tussen de aanwezigen werden groter. Ik kronkelde mij door een jungle van zwaaiende armen en posteerde mij in de te verwachten loopgang van de diensters. Op recepties draait het om strategie en perceptie! De gezette rijkaard die veel eet is een verfijnd gourmand. De arme sloeber die hetzelfde doet is een barbaarse slokop zonder klasse. En iedereen drinkt met een reden. Maar bij de een lijkt het al verdachter dan bij de ander.    Ik stond al een tijdje droog en als een zinsbegoocheling verscheen de associatie tussen het gezelschap en de lokale fauna. Alle slangen zijn carnivoor en ze leven van hapjes die ze in één keer efficiënt doorslikken. De meeste slangen zijn opportunistisch en pakken alles wat ze aankunnen en in hun bek past. Slangen zijn koudbloedig. Daarom leven de meeste onder hen in warmere streken.   Ik zette mijn glas op de vensterbank en vertrok richting werf.   Leeggoed   Die dag hadden de buitenlandse eigenaars van het historische pand in renovatie twaalf flesjes bier geteld in de mand met proviand van de Portugese vloerder. Het was 33° in de schaduw en de gastarbeider droeg voor een aalmoes grote pakken Turkse travertijntegels naar de tweede verdieping. Ze vroegen zich af of hij misschien een drankprobleem had. Ik zei dat we in een streek leefden waar zelfs de slangen dorst hadden. Op weg naar buiten zag ik door de kier van de salondeur op de tafel van de eigenaars een rijke verzameling ontkurkte wijnflessen staan maar kreeg niets aangeboden.   In Europa komen 38 soorten slangen voor. De gladde slangen zijn het ruimst vertegenwoordigd.   Kringloop   Enkele maanden later vernam ik dat de vloerder was overleden. Ergens op z’n eentje onderweg in Spanje. Het huis waar hij gewerkt heeft staat nu te koop bij de lokale makelaars. Dat zien ze graag, zo’n snelle roulatie van verteerders.   Slangen hebben vele vijanden, zoals de voornoemde gladde slang die een geduchte slangenjager is. Maar ook zoogdieren zoals primaten en varkens eten slangen.   Niets is voor eeuwig, zo lijkt het althans, want we bijten voortdurend in onze eigen staart.

Ivan Seymus
8 0

So you think you can art?

Een snuifje arty farty kan ik best wel pruimen. Soms is kunst op het eerste zicht misschien niet meteen toegankelijk en moet je een beetje moeite doen om het te appreciëren. Regelmatig zelfs doe ik een poging om mijn beide voeten van de grond te krijgen om mee te gaan in de gedachtengang van een artiest. Maar soms gaan dingen gewoon te ver. Zoals vorige vrijdag bijvoorbeeld. Ik ben een fervente danser. Al van kindsbeen af trippel ik rond van de ene danszaal naar de andere. Ik kijk ook graag naar dansprogramma’s op televisie à la ‘So you think you can dance’. Dus dacht ik: waarom niet nog eens naar een live dansvoorstelling gaan kijken? De sensatie van een groep dansers op een paar meter van jou te zien zwoegen, is vaak onbeschrijflijk mooi.Zo gedacht, zo gedaan. Vrijdagavond trok ik vol verwachting naar de plek waar het zou gebeuren. Ik was lichtjes gestrest, want de afwezigheid van parkeergelegenheid had ervoor gezorgd dat ik tien minuten te laat aankwam. Hijgend strompelde ik de zaal binnen. ‘Eindelijk,’ dacht ik ‘eindelijk kan ik mijn weekend beginnen met een ontspannende dansvoorstelling.’ Al snel had ik echter door dat dit geen gewone dansvoorstelling was. Neen, waar ik in terecht was gekomen was wat men tegenwoordig een ‘perfomance’ noemt. Als toeschouwers bevonden we ons rechtstaand in een expositieruimte waarin twee, laat ons ze voor de gemakkelijkheid ‘danseressen’ noemen, hun ding stonden te doen. Ze waren gehuld in vleeskleurige strapless body’s die de illusie van naaktheid moesten creëren. In het begin deed ik nog mijn best om me in te leven. De twee danseressen vormden beelden aan de hand van bepaalde poses die ze elkaar aanmaten. Ze maakten daarbij gebruik van gewaden vervaardigd uit lange stukken stof. Met mijn brein probeerde ik de poëzie in dit staaltje weinig dansante kunst te zien. Helaas begon het getoonde tafereel na twintig minuten danig te vervelen. Soms verwisselde ze van plaats in de ruimte en dan kreeg ik steeds weer een opstoot van ijdele hoop op beters. Helaas, wat we als publiek te zien kregen was meer van hetzelfde. De twee danseressen gingen om de beurt in een soort standbeeld-houding staan wat de bedoeling had om bepaalde gevoelens op te wekken bij ons toeschouwers. Het enige wat bij mij werd opgewekt was de zin om naar huis te gaan. Een beetje actie of een klein danspasje had ik op zijn plaats gevonden zo op een vrijdagavond.En toen kwam het enige wat nog miste in deze experimentele uitspatting: de eerste blote borst. Ik weet niet wat het is in de hedendaagse podiumkunsten, maar zonder naakte spelers lijkt de performance niet geslaagd. Voor je het weet zit je als onschuldige en nietsvermoedende kijker naar het schaamhaar van een onappetijtelijke acteur van middelbare leeftijd te kijken. Maar goed, gelukkig was hier geen schaamhaar te zien, noch een acteur van middelbare leeftijd. Wel vier blote tieten, die ik eigenlijk ook niet per se had hoeven zien. Na goed anderhalf uur was de performance ten einde. Beleefd klapte ik mee met mijn mede toeschouwers. Bij het buitengaan wisselde ik nog een veelbetekenende blik met de dame naast mij. We dachten beiden hetzelfde: ‘Doe ons toch maar So you think you can dance.’

Ans DB
0 0

De minuten van de kapper

In de winter van 2014 brachten we een recordoogst aan olijven naar de molen. Dat gebeurde volgens een Provençaalse planning.   De openingsuren van de olijfoliemolens zijn strikt en bij enkele moet je zelfs voorafgaandelijk een afspraak maken. Dat is begrijpelijk want vanaf begin november worden er tonnen olijven over zuiderse wegen vervoerd. In de laadruimte van witte Citroëns en Renaults staan dan allerhande plastic bakken, jutten zakken, emmers en biezen mandjes.   Zo gebeurde het dat ik met mijn kisten voor de gesloten poort van de molen stond naast een stokoud heertje. Ik schatte hem 92 jaar en 1m50 hoog. Zijn olijfboompjes kunnen niet bijster groot zijn, dacht ik nog. Zijn baretje stond op tien over zeven. In realiteit was het half drie. Het bord aan de gevel gaf nochtans aan dat de ontvangst van olijven vanaf 14u plaatsvond. Daarop kregen we samen een ander bordje in de gaten. Hierop stond in stift geschreven dat ze vijf minuten koffie drinken waren.   “Vijf minuten vanaf wanneer?”, vroeg ik aan het boertje langs mij die bij zijn schattig mandje olijven bleef staan. Hij snufte en lachtte zijn drie tanden bloot: “Sais pas, mais pas grave. Ce sont les minutes du coiffeur!” Even later ging de schuifpoort open en het heertje liet me voor hem passeren. Zichtbaar genietend van de hoeveelheid zwarte bolletjes die ik op de weegschaal uitstortte, hoorde ik een diep “hoho!” toen hij nieuwsgierig het hoofd in de koffer van onze jeep stak. 450kg konden we leveren!   Zijn woorden bleven hangen en gezien ik die dag geen Fransman van een recenter bouwjaar kon vinden om mij uit te leggen, zonder dat onverstaanbare Provençaalse accent, wat hij precies bedoelde, hoopte ik dat Google het mij kon verklaren. Blijkt dat kappers, vroeger dan, de neiging hadden om steeds maar te beloven dat ze je dadelijk gingen helpen. Maar de minuut werd gemakkelijk een kwartier, zelfs een half uur.   Wie van jullie mijn haardracht kent weet dat indien mij zoiets overkwam, ik zou lachen als een boer met kiespijn.

Ivan Seymus
0 0

Dear dagboek

17 november 2016 - De voorbije week was er onder mijn vrienden op Facebook enige opschudding ontstaan over een bericht dat zijn oorsprong vond op de website onzetaal.nl. Het volgende staat er in grote letters te lezen:   Nederlanders spreken (nog steeds) zeer goed Engels Uit het jaarlijkse onderzoek van onderwijsorganisatie Education First* blijkt opnieuw dat Nederlanders zeer goed Engels spreken.   Het stukje leidde tot zowel vermakelijke als enigszins zure reacties. Vooral de Walen moesten het ontgelden als de oorzaak van het magere resultaat van team Belgium (15de). Dit mag echter geen afbreuk doen aan de kunde van onze noorderburen. Hoe moeiteloos zij omspringen met het gebruik van Engelse woorden in alledaagse conversaties, mag met name blijken uit deze korte uit mijn dagboek ontleende passage. Van het steenkolen Engels is überhaupt geen sprake.   30 april 2013 - Het is de week van de inhuldiging van Willem-Alexander als koning der Nederlanden. Een Nederlandse hoogleraar aan een business school (in het Engels uitgesproken) en zijn vrouw zijn onze gasten. Hij vertelt dat hij op rust is gesteld en zich heeft toegelegd op fietsen. Niet zomaar recreatief peddelen, maar écht koersen. Criteriums rijden. De sprint aantrekken in de bochten en wat dies meer zij. Daarvoor heeft hij een fiets met een erg stijf frame (op z’n Engels uitspreken) tussen de benen. Niet die speciale versie waarvan er maar enkele 100 gemaakt zijn door BMC en ooit werd ontworpen door de beroemde Hincapie. Nee, een nog betere! Zijn eega is bescheidener, zij durft zelfs rechtsomkeert maken wanneer de fietstocht met meneer uit de hand dreigt te lopen. Ze lijkt ons thans over een meer dan behoorlijke conditie te beschikken. Ze schrijft cases (u heeft het ondertussen door) en geeft les aan dezelfde school als haar man. Ze waren na deze week bij ons erg relaxed (jawel) en hadden het zeer naar hun zin gehad ondanks de regenbuien aan het begin van de week.   Einde citaat.   Ik vond het vooral heerlijk hoe dit onbeduidend stukje uit mijn dagboek onverwacht een nieuwe context kreeg. Dit is waarom ik zo van schrijven hou. And no, I didn’t found it out!     * Onderzoek werd uitgevoerd door organisatie die taalcursussen verkoopt!

Ivan Seymus
0 0

Allemaal een beetje Hillary

Er bestond geen twijfel over: ze zou winnen. Ik ging dus met een gerust gemoed slapen op dinsdag acht november. Hillary Clinton zou samen met haar Bill weer naar het Witte Huis trekken. De ochtend nadien werd ik wakker in een andere wereld. Ik die dacht dat ik in het breeddenkende Westen leefde, werd ineens geconfronteerd met het feit dat mijn buurman daar wel eens anders over zou durven denken. Aan de reacties op Trumps overwinning op sociale media te zien, was ik niet de enige die een wake up call van jewelste kreeg. De in mij langzaam ingedommelde voor ruimdenkendheid strevende mens, schoot bruusk wakker. Eerlijk is eerlijk, als blanke hetero heb ik relatief weinig last van discriminatie. Wat ik dan wél weer ben, is een vrouw. Erger nog: ik ben een zelfstandige vrouw. Zo eentje die opkomt voor haarzelf. Grab me by the pussy and your balls will be just a good memory. Jawel dames en heren, ik behoor tot de feministen van mijn tijd. Een groep waar Trump en, helaas zo blijkt, heel wat andere mannen het nog steeds moeilijk mee hebben. Soms zijn ze er erg openlijk over, maar nog vaker zit hun seksisme onderhuids. Zo gebeurt het vaak dat een vrouw die zichzelf in eerste instantie niet als feministe beschouwde, er uiteindelijk toch één wordt. Ik ben best een kritische ziel. Als vrouw in deze maatschappij, is dat niet altijd een pluspunt. Begin jaren tachtig werd ik geboren. In die tijd leerde Madonna meisjes ‘to express yourself’. Madge was meteen mijn idool. De impact van de pracht en praal van tutu’s en schitterende oorbellen op de kleine Ans waren groot. Bijgevolg stond ik op als kind in een veel te groot onderhemdje met de paternoster van mijn tante nonneke van ‘Like a prayer’ te doen. De toon was gezet. In de jaren ’90 werd werd er nog een schep bovenop gedaan. De muziekwereld vuurde een fenomeen genaamd ‘The Spice Girls’ op ons meisjes af. Dit was ook meteen het startschot van de ‘Girlpower’. Na het rebelse feminisme dat ik al van Madonna had meegekregen, werd nu de boodschap van onafhankelijkheid voor de tweede keer door mijn puberale strot geramd. Slikken deed ik het maar al te graag. Ik kleurde mijn haar rood zoals Ginger Spice en liep rond in kledij waar Gwen Stefani alleen maar met een goedkeurende blik naar had gekeken mocht ze mij ooit in het echte leven zijn tegengekomen.Dat ik op mijn achttiende met een scriptie over ‘feminisme’ afstudeerde aan het middelbaar, is dan ook geen al te grote verrassing. Maar wat is dat nu net, dat feminisme? Wel eigenlijk is het heel simpel:  “Feminism is the radical notion that women are people” (red. Cheris Kramarae – Paula Treichler)Vrouwen zijn dus mensen, net zoals ook mannen dat zijn. Natuurlijk zijn er verschillen en heeft deze soort mens haar sterke en zwakke punten. Dat hoeft niet per se te betekenen dat het ene geslacht de meerdere is van het andere. En dan ben je een dertiger en staat de grootste staat ter wereld op het punt een vrouw aan het hoofd te krijgen. Eindelijk.Toch gebeurt het dan nét niet en word je wakker in een maatschappij waar het glazen plafond van gewapend glas blijkt te zijn. Het wordt je ineens duidelijk dat het niet voor iedereen normaal is dat Peter en Rik gaan trouwen. Je beseft dat Sumaya elke dag met de vraag worstelt of ze nu wel of niet een hoofddoek mag of in andere gevallen moet dragen. Je komt tot de constatatie dat niet iedereen denkt zoals jij denkt en dat die ‘iedereen’ dichter bij je staat dan dan je had gedacht.Laat ons dus alsjeblief niet op onze lauweren rusten en denken dat de strijd voor verdraagzaamheid reeds gestreden is. Het recht voor iedereen om gewoon te mogen ‘zijn’ moet je blijven verdedigen, elke dag opnieuw.

Ans DB
0 0

Hop 'till you drop

‘Jobhoppen’: vele trekken er hun neus voor op, maar ik heb het tot mijn specialiteit verheven. Toegegeven, het ‘hoppen’ gaat als dertiger niet meer zo gezwind als toen ik een twintiger was. Ik neem mij ook steeds vaker voor dat dit écht de laatste keer is geweest dat ik van betrekking ben veranderd.Desalniettemin, heb ik door de jaren heen wel wat tips vergaard over hoe je je eerste dag op nieuw werk het beste overleeft. Bij deze dus, mijn handleiding tot succesvol starten op je job. STAP1: Voorbereiding is allesOntbijten is belangrijk, maar vraagt tijd. Je ontbijtmok, de koffie en het brood zet je dus de avond van tevoren klaar op het aanrecht. Zo verlies je ‘s ochtends geen minuut van je kostbare tijd.Ook je outfit kies je best de avond voordien. Niemand wil te laat komen, maar ook niemand wil een foute indruk maken op dag één door een complete mismatch aan te trekken. Er zou zo maar eens een Jani in je team kunnen zitten. STAP2: Op tijd in bedHet spreekt voor zich dat je goed uitgeslapen op het appel dient te verschijnen. Wallen onder je ogen of een ochtendhumeur zijn uit den boze. Neem je lievelingsprogramma dat net dat tikje te laat begint op en kruip op tijd in je nest. STAP3: Vertrek op tijdStressen onderweg naar je eerste werkdag leidt enkel tot migraine. Vertrek op tijd, zodat je je onderweg niet hoeft te ergeren aan elk rood licht of elke trein die vertraging heeft. STAP4: Muziek doet wonderenEr is geen betere remedie tegen beginners stress dan het meekwelen met populaire meezingers. Gooi al je gène dus overboord en zing schaamteloos mee met Clouseau of Milk Inc. Ben je meer van het ruige type dan kunnen Metallica of Dr. Dre ook soelaas bieden. STAP5: Trek je goede humeur aanFake it ‘till you make it. Ook al ben je met totaal het verkeerde been uit bed gestapt, op jouw eerste werkdag ben jij het zonnetje in huis. Speel even de beste versie van jezelf en lach die tanden bloot. Een vriendelijke blik en een ‘goedemorgen’ doen wonderen.  STAP6: Praten helptTrek je mond open en praat met je collega’s. Zo leer je snel de do’s en don’t binnen een bedrijf. Je medewerkers zullen je ook aangenaam en toegankelijk vinden, wat de werksfeer enkel ten goede kan komen. STAP7: Sla de lunch nooit overEerste werkdagen kunnen erg druk zijn, maar sla nooit je lunchbreak over. Ga mee eten met je collega’s en kruip niet met je boterhammen alleen in een hoekje.In het begin zal je nog niet veel kunnen inbrengen in de tafelgesprekken. Je zal misschien sommige oud-collega’s missen en er kan zelfs een gevoel van eenzaamheid de kop opsteken. Vergeet echter nooit dat dit een fase is. Voor je het weet, praat je mee over weekendplannen en het koffiemachine dat alweer stuk is. STAP8: Blijf jezelfAkkoord: de eerste dagen moet je jezelf soms wat forceren tot vriendelijk gedrag, maar het heeft ook geen zin om je grenzen met de voeten te treden omdat je nieuw bent. Uiteindelijk zal je op lange termijn toch in stresssituaties belanden, waar je ware aard naar boven komt. Blijf dus steeds trouw aan jezelf en wat je gevoel je ingeeft. STAP9: Op tijd naar huisHet menselijk brein kan maar een bepaald aantal informatie verwerken op één dag. Het heeft dus geen enkel nut tot laat ‘s avond nog verder te werken in de hoop dat je de dag nadien al geheel weet waar de klepel hangt in je nieuwe werkomgeving. Ga op tijd naar huis, ontspan en begin dag twee met een fris hoofd.STAP10: Verwacht niet te veelWanneer je je bij thuiskomst de eerste avond een beetje down voelt, dan is dat te begrijpen. Ook het gevoel dat je je nieuwe job nooit zal kunnen en dat je alle namen van je collega’s alweer bent vergeten, is volstrekt normaal. Je bent gewoon moe. Laat het los, want het zal nog een paar weken duren eer je in het nieuwe ritme zit. Eens je weer helemaal mee bent, zal je zoals van ouds weer niet meer te stoppen zijn.

Ans DB
0 0

Witter kan

22 uur. Ze kwamen kijken of je er nog geen eind aan had gemaakt. Routine. Je zag het meisje met de lange haren naar je staren vanuit je ooghoeken, en als je niet oplette, kwam deze dichterbij, nam ze je over. Gelukkig had je jezelf getraind, opgeleid. Gelukkig had je jezelf aangeleerd dat wat je psyche zelf produceert, je eveneens zelf kan vernietigen. Je wist dat je manipulatieve geest even lachwekkend als het meisje in kwestie was, maar je mondhoeken gingen niet altijd mee. De angst voelde aan gelijk een spin die zich snel uit de voeten treedt, als het web wordt vernield. De wirwar aan uiteenvallende emotiedruppels, alsof je hart vloeibaar wordt, het uiteenspatten van gevoel, en je lichaam dat zodanig één wordt met de ruimte, is net wat je wilt mijden. Complotvorming over zij die je gevangenhouden is onvermijdelijk. Wanneer je je vuisten niet meer kunt ballen, en de kracht wegvloeit, blijft het sponzige over, de nutteloze materie. De essentie, de moedige wilskracht, het kernachtige vuur is dan dat wat je overeind dient te houden. Zolang de vlam brandt, kan het sudderen zijn gang gaan. Als het donker wordt, kan je wild naar adem happen, daar waar de lucht je ontnomen wordt, of je wentelen in haar assen, en leren zwemmen zonder vinnen, vliegen zonder vleugels en sterven zonder pijn. Als de brandstof op is, en de winkels der logica gesloten, volg dan het maanlicht. Zij zal je naar de zon leiden, op je lijdensweg der ziellozen, opdat het doelloze weer zin kan krijgen. Brand, mijn kind, het zal je goed doen.

Pseudoniem
0 0

Als het even kon, zou het mogen.

If the greatest thing (we’ll ever 'learn') is to love, and to be loved (in return), there must be a space, a platform, a medium, a dimension where ‘love’ and ‘the greatest thing’ can be defined and take place, independently from the lover or the loved one, in order to avoid a conflict of interest. Evenwicht is dan (“dus”) niet ‘het geluk’, evenwicht is het middel, de tool, het werktuig, de methode.. Als er dan toch een ‘moeten’ aan te pas moet komen, MOET (i) het individu (psychologie, emotie) vrij zijn om lief te hebben (recht) en (ii) onvoorwaardelijk – kansen tot - liefde krijgen ('plicht') van de maatschappij (constructie, ratio) waarin ze opgroeit. (iii) De wisselwerking tussen beide partijen, de ruimte (planeet, mensheid, spirit) waarin deze wisselwerking kan plaatsvinden, moet inclusief zijn, of ze kan (‘zal’) niet zijn. Als al wat ons wordt aangeleerd (taal, geschiedenis, etiquette, leven, denken) (a) anders had kunnen zijn, (b) alomvattend, specifiek en ‘waar’ of ‘legaal’ als ze is, of ‘legitiem’ als ze bevonden wordt, en (c) categoriek dreigt te zijn en een gespecialiseerde vorm aanneemt, dan is het compromis, wordt het conformeren aan "het" grijze (of "het" specifieke) des te moeilijker. Als dit compromis plaatsvindt in (‘door’) de maatschappij, dan komt het individu bedrogen uit, en omgekeerd. Waar zowel de één als de ander zich kan vinden in het statische, het onbeweeglijke, de status quo, het gekende, ligt het risico eveneens in het zodanig beweeglijk zijn dat beiden zich kunnen vergissen of zich verliezen in het vicieuze, het abstracte, het oneindige. Één zijn in onze verschillen is niet verschillen in ("onze") eenheid. Belangrijker nog dan het “zijn” (en de fundamentele elementen die haar kenmerken en bepalen) van soit het individu, soit het collectief, lijkt me die ruimte van interactie, die hersteld dient te worden opdat de geest open kan zijn, het collectief regeneratief, en weerom vice versa. De sleutel tot communicatie, de voorwaarde tot “safe” spaces, de noodzaak van zelfkritiek, en de roep om “vrijheid” in de breedste zin of interpretatie van het woord […] vragen om een ‘concept’ dat (in al haar coherentie en verbondenheid) zowel los van mij als van de rest staat. Investeren in een plaats (abstract en concreet) waar permanente invraagstelling (toegelaten) kan (worden) - zonder ‘schade’ te berokkenen aan het geheel en het ‘zelf’ - is dan ook cruciaal.

Pseudoniem
0 0

lof

En hoe komt het toch dat ge elk vreemd geluid hebt gehoord, maar als ik u vraag of ge de krekels hoort, zegt ge van niet. Je hoort ze echt niet. Ik kan er niet van slapen, begot. Die krekels waar ik in mijn bloemlezingen aan mij, mezelf en ik in mijn arm doch zalige geest zoveel over zing. Zo schoon, die krekels. Exotisch. « Ik heb me nog nooit zo wit gevoeld », is blijkbaar iets dat hier wel vaker wordt gezegd. Je m’explique. Ge zult het waarschijnlijk niet geloven, maar we zijn allemaal witter dan we denken. En dat is echt verdomd hallucinant als ge daarmee geconfronteerd wordt. Enjoy your guilt, if you have some. Hé sorry dat ik u wakker maak. Ik moet u iets zeggen. De anderen slapen met hun lichten aan, omdat T. bang is in het donker. Gij kunt ook met het licht aanslapen, zei ge. Geen probleem. Deken over het gezicht. Ik zeg zaken zoals « mijn slaap is heilig » en « kunt ge uw licht uitdoen als ge slaapt ». Ik kom van een kamer voor mij alleen van zolang ik mij kan herinneren. Gij komt van een bed waar ge met uw broers in sliep. Gij, die altijd zegt « ik ben moe » of op betere dagen « ik heb zoveel honger maar ik ben te moe ». Ik stockeer voeding (ge weet nooit) en klaag over insomnia. Zo vaak zegt ge « ik ga deze taak nog afmaken » en zie ik u vervolgens slaapwandelend uw bed in kruipen. Ik leg maar al te graag uit waarom met verse groenten koken gezonder en fruit een noodzaak is. Gij ziet mij luxe-producten kopen - try olijfolie - wijl gij uw boef op de voedselbank haalt. We leven samen maar leven niet hetzelfde leven. Ge moet vrijwilligerswerk gaan doen, van de Staat, omdat ge een studiebeurs van hen krijgt. Gij zit in de shit. En ge wordt er net genoeg uitgehesen opdat ge de shit van een ander kunt gaan opkuisen. Als dank-U. Puik. Ik wil zo vaak sorry uitschreeuwen of mompelen, ge weet hoe dat gaat. Maar hoe altruïstisch ook van mijn eerlijke en vooral propere ziel, het geweten willen verlichten gaat niet als ik weet dat jullie weten dat wij het goed genoeg geweten hebben. We zijn zo verschillend in onze gelijkenissen. Exact zoals Sartre dat deed, maar dan met iets minder intellect, tact en medeleven. Want wie maakt de analyse? Juist. ja. Dat paternalistische, dat krijgt ge er niet in één klap uit. Dat blijft. Een klein beetje Hitler in elke blanke mens? Kom, zeg. Alle blanken de zaal uit? Reverse Racism! Dit is allemaal al eens gedacht. Exact helemaal over nagedacht. Al verwoord, herdacht en opnieuw bedacht, maar hetzelfde. Één pot nat. Prachtig. Niets nieuws heb ik aan te brengen, al wat ik denk is reeds verzonnen, zodanig herhaald en uitgekauwd. « Let me guess, » zei iemand vandaag. « You’ve never felt so white before? »  

Pseudoniem
0 0